Boeddhistisch Woordenboek
Handleiding van boeddhistische termen en leerstellingen. Het Boeddhistisch Woordenboek vormt de centrale informatiebron ter aanvulling van de vele teksten van Sleutel tot Inzicht.
Dit Woordenboek bevat 2003 hoofdonderwerpen.
'Blij zijn met de verdiensten van anderen', is een van de 'bases van verdienstelijke daden' (puñña kiriya vatthu).
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
'Onbekwaam voor vooruitgang'. "Die wezens die belemmerd worden door hun slechte daden (kamma), door het resultaat van hun slechte daden (vipaka), of die verstoken zijn van geloof (saddha), energie (viriya) en kennis (vijja), en niet in staat zijn het rechte pad op te gaan en perfectie te bereiken door het doen van heilzame dingen; van al diegenen wordt gezegd onbekwaam te zijn in vooruitgang." Pug 13
Overeenkomstig het commentaar duiden de 'kwade daden' op de vijf afschuwelijke daden met onmiddellijk gevolg (anantarika kamma), terwijl de 'bezoedelingen' verwijzen naar de 'verkeerde inzichten die bestemmingen vaststellen' (niyata miccha ditthi). Zie ditthi.
'De stralenden'. Zie deva.
'De goden van stralende luister'. Zie deva.
'Hoog'; 'belangrijk'; 'speciaal'; 'specifiek'; 'vooraanstand'.
'Fasen van meesterschap'. Zie attha abhibhayatana.
'Overmand'; 'bedwelmd'; 'overwonnen'; 'verslagen'.
Zie abhidhamma pitaka.
'Mand van de Hogere Leer'. Derde divisie van de Pali canon. Zie Ti Pitaka, de boeddhistische Pali canon
'Begeerte'; 'hebzucht'; 'jaloersheid ten opzichte van de bezittingen van anderen'. Het tegenovergestelde is anabhijjha.
Abhijjha is opmerkelijk gecombineerd met domanassa om een samenstelling te vormen (abhijjha domanassa) die exclusief voorkomt in de satipatthana formules of in de formules omtrent de beheersing van de zintuigen. Voorbeeld: M038.30.
Abhijjha wordt soms ook aangewend als een van de vijf hindernissen (pañca nivarana) als een geïmproviseerd woord voor zintuiglijk verlangen (kamacchanda).
Het is een van de bezoedelingen (upakkilesa) en een van de koersen van handeling (kamma patha).
Synoniemen zijn: lobha; tanha; raga; kama.
Voor meer, zie ook abhijjha visamalobha.
Zie abhijjha.
'Begeerte en onrechtvaardige hebzucht'. Een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa. Zie ook M007.
MA biedt een aantal alternatieven voor begeerte (abhijjha) en onrechtvaardige hebzucht (visamalobha), maar legt dan uit dat, vanuit het standpunt van de hogere training (adhipañña sikkha), dat alle hebzucht onrechtvaardig is en de twee termen daarom kunnen worden verstaan als louter verschillende namen voor dezelfde mentale factor, namelijk hebzucht of hartstocht.
Een term voor wedergeboorte. Zie punabbhava
'Hogere krachten'; 'bovenwereldse kennis'; 'onbegrensd inzicht'. Zie Abhiñña — De zes hogere krachten oftewel bovenwereldse kennis; te vijja.
'Hogere wijsheid'; 'verlichting'. Zie abhiñña.
'Erkennen'. Het erkennen van misslagen, fouten, verkeerde inzichten, feiten etc., is een belangrijke stap op de weg naar een positieve houding omdat het begoocheling (moha) tegenwerkt.
'Ware realisatie'; 'waarheid realisatie'. Zie ook abhiñña.
'Specifieke of belangrijkste formaties'. Het woord abhisankhara is een samenstelling van abhi + sankhara. In deze context verwijst het niet naar louter alle formaties (sankhara) maar naar de specifieke formaties die het kamma proces (kamma bhava) in gang zetten.
Abhisankhara is identiek aan de 2e schakel van de paticcasamuppada, sankhara (zie daar onder A.1) oftewel kamma formaties.
'Het hoogste respect'. Letterlijk: 'Het geven van het hoogste respect'. Zie Abhivadana — De voordelen van het respect voor de arahat.
Zie ook de groep Respect van de sectie Inzicht meditatie.
'Leraar'. Vaak als synoniem van upajjhaya gebruikt, maar in principe is de acariya slechts de plaatsvervanger van de upajjhaya. Zo wordt de commentator Buddhaghosa ook vaak aangeduid als Acariya Buddhaghosa en de commentator Anuruddha als Acariya Anuruddha (om een onderscheid te maken tussen de andere Anuruddha die de neef was van de Boeddha en halfbroer van Ananda).
'Volledig gebrek aan discipline en deugdzaamheid'. Zie Dhp162 — Devadatta — Ook in een vorig leven probeerde hij mij te doden.
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
'De onveranderlijke plaats', een andere naam voor Nibbana.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, C.2.
Letterlijk: 'Dat waarover niet kan of waarover niet nagedacht zou moeten worden', het ondenkbare, onbegrijpelijke, ondoordringbare, dat wat de grenzen van het denken overstijgt en waarover men daarom niet moet nadenken.
Deze 4 ondenkbare zaken zijn:
1. het potentiële bereik (visaya) van een Boeddha (buddha visaya); 2. het potentiële bereik (visaya) van de meditatieve verdiepingen (jhana visaya); 3. het potentiële bereik (visaya) van de gevolgen van wilshandelingen (kamma vipaka); 4. piekeren over de wereld (loka cinta), vooral over een absoluut eerste begin ervan. A04-077
"Daarom, monniken, pieker niet over de wereld over de vraag of deze eeuwig of tijdelijk is, beperkt of eindeloos is (…). Zulk een gepieker monniken, is zinloos, heeft niets te maken met echt zuiver gedrag (adibrahmacariyaka sila), leidt niet tot ontgoocheling (nibbida), onthechting (viraga), uitdoving (nirodha), noch tot vrede, tot volledig begrip, verlichting en Nibbana, (…)." S56-041
'Zeer spoedig'; 'zonder enige twijfel'.
De toestand van het menselijk lichaam is, dat het met zekerheid spoedig tot verval zal komen.
Zie Dhp041 — De eerwaarde Tissa met het stinkende lichaam.
'Niet-begrijpen'. Synoniem: avijja; aññana; moha.
Zie ook
- Avijja — Onwetendheid
'Het hogere bewustzijn', verwijst naar de geest die de acht meditatieve verdiepingen (jhana) bereikt die worden gebruikt als een basis voor inzicht (vipassana). Het wordt 'het hogere bewustzijn' genoemd omdat het hoger is dan het gewoonlijke (heilzame) bewustzijn van de tien heilzame koersen van handling (kamma patha). Zie ook nimitta.
'De training in hogere mentaliteit'. Zie tividha sikkha.
Rivier de Adhikakka. Geen toelichting.
'Besluitvaardigheid'; 'bepaling'; 'beslissing'; 'vastberadenheid' is een van de samenwerkende mentale factoren (cetasika) en behoort tot de groep van mentale formaties (sankhara kkhandha). Het betekent de vrijheid van geest van de 'weifelende staat' tussen de twee oorzaken "is het?", of "is het niet?" In M111 wordt het genoemd met andere samenhangende mentale factoren. Zie cetasika; Tabel II.
'Inzicht in verschijnselen hetgeen de hogere wijsheid is'.
adhipañña dhamma vipassananupassana
'Contemplatie van inzicht in verschijnselen hetgeen de hogere wijsheid is', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; adhipañña dhamma vipassana.
'Hogere training in wijsheid'. Zie tividha sikkha.
'Overheersende voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden (paccaya). Indien ontwikkeld, wordt dit gezien als de viervoudige weg naar kracht (iddhi pada).
'Hogere training in moraliteit'. Zie tividha sikkha.
Als een leerstellige term verschijnt deze hoofdzakelijk in twee betekenissen:
A. 'Fundament': vier fundamenten van de mentaliteit van de arahat worden genoemd en verklaard in M140: het fundament van wijsheid (pañña), van waarheidsliefde (sacca), van liefdadigheid (caga) en van vrede (upasama).
B. 'Besluitvaardigheid'; 'vastberadenheid', in: 'de magische kracht van besluitvaardigheid' (adhitthana iddhi, zie iddhi; 'de perfectie van vastberadenheid' (adhitthana paramita).
'De kracht van vastberadenheid', zie iddhi.
'Perfectie van vastberadenheid'. Zie paramita.
'Instabiel'; 'onbestendig'. Het tegenovergestelde is dhuva.
'De zes inwendige zintuigbases'. Zie ayatana B.
'Moraliteit van echt zuiver gedrag' bestaat uit juiste spraak, juist handelen, juiste wijze van levensonderhoud, de 3e, 4e en 5e factor van het Achtvoudige Pad. Vergelijk Vis 1.
"Met betrekking tot die morele staten die verband houden en overeenkomen met het echte zuivere gedrag, is hij moreel sterk, moreel standvastig en oefent hij zichzelf in de morele regels die hij heeft aangenomen. Na het overwinnen van de drie mentale banden (saññojana): geloof in persoonlijkheid, sceptische twijfel en gehechtheid aan louter regels en rituelen, wordt hij iemand die nog 'hooguit zeven keer wedergeboren zal worden' (sotapanna). En na nog maar zeven keer door deze ronde van wedergeboorten onder mensen en goddelijke wezens te hebben rondgezworven, zal hij een einde maken aan het lijden."
A02-086
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
'Gevaar'; 'ellende'; 'nadelig kenmerk van verschijnselen'; 'nadeel'; 'slecht gevolg'. Zie Adinava — Gevaar.
'Het gevaar van waarneming'. Zie adinava.
'Contemplatie van gevaar', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; adinava.
'Nemen wat niet gegevens is'; 'stelen'. De onthouding ervan is een aspect binnen de 4e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 2e divisie van het Pad, namelijk de groep van moraliteit.
Ga naar de beschrijving van Onthouding van nemen wat niet gegeven is op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Onthouding van nemen wat niet gegeven is'. Zie adinnadana.
'Afwezigheid van haat', is een van de 3 karmische morele wortels. In ethische zin betekent het vriendelijkheid van de geest naar de richting van een object of zuiverheid van geest. Het wordt ook 'zonder kwade wil' of vrede van geest (avyapada) genoemd en liefdevolle vriendelijkheid (metta). Voor meer uitleg, zie mula.
Letterlijk: 'Noch onaangenaam noch aangenaam gevoel', is gelijk aan 'neutraal gevoel' of 'gelijkmoedig gevoel' (upekkha vedana). Zie vedana.
- 'Komt tot'; 'benadert'; 'arriveren'.
- 'Terugkeren naar'; 'terugkomen'.
- 'Om binnen te komen in'; 'resultaat'; 'verdienen'.
'Verkeerde pad'.
De '4 verkeerde paden' zijn: het pad van hebzucht (chanda), van haat (dosa), van begoocheling (moha), en van angst (bhaya).
Vanwege angst is er een vastklampen en is er een intens hechten (upadana). Vandaar ook dit een verkeerd pad is. Waar geen hechten is, is ook geen angst.
Iemand die bevrijd is van 4 kwade impulsen is niet langer in staat om het verkeerde pad van hebzucht, haat, begoocheling en angst te nemen.
Zie A04-007; A04-017; A04-019; D31.
'Meest vooraanstaand', 'meest belangrijk'.
'Vuuroffer'. Dit werd en word door veel mensen in India gepraktiseerd. Zie S35-028 — Adittapariyaya Sutta — De vuur toespraak.
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
'Voeding'; 'voedsel'. Zie Ahara — Voeding.
'Voedsel voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Het bespiegelen van de walgelijkheid van voedsel'. Zie bhavana.
Zie patisandhi A.
'Zonder wortel'. Zie hetu.
Zie hetu.
De fatalistische 'mening van niet-oorzakelijkheid' van het bestaan; van mening zijn dat er geen oorzakelijkheid bestaat. Onderwezen door Makkhali Gosala. Zie ook ditthi.
Zie patisandhi.
Zie Naga.
'Zachtmoedigheid'; 'onschadelijkheid'; 'geweldloosheid'; 'afwezigheid van wreedheid'. Equivalenten zijn: avihesa; avihimsa. Zie ook metta.
'Positieve vreugde vinden in geweldloosheid'; 'vreugde vinden in het cultiveren van liefdevolle vriendelijkheid'. Zie Metta bhavana — De meditatie van liefdevolle vriendelijkheid; ahimsa.
Zie ook Dhp296-301 — De zoon van de houthakker.
'Gebrek aan morele schaamte'. Wanneer men op het punt staat een kwade daad uit te voeren, ontstaat er geen gevoel van schaamte in hem die schaamteloos is, zoals: "Het zou erg verkeerd zijn als ik dit zou doen", of "sommige mensen zullen dit van mij weten". Men schaamt zich niet waar men zich voor zou moeten schamen. Het is een van die mentale factoren die onafscheidelijk verbonden zijn met immoreel bewustzijn (akusala sadharana cetasika). Zie cetasika; Tabel II. Hier tegenover staat de morele factor hiri.
Zie ook de beschrijving onder ahirika anottappa.
'Gebrek aan morele schaamte en gebrek aan moreel ontzag', zijn twee van de 4 onheilzame factoren die samengaan met karmische onheilzame staten van bewustzijn, de twee andere zijn rusteloosheid (uddhacca) en begoocheling (moha). Hier tegenover staan de morele factoren hiri en ottappa. Zie cetasika; Tabel II.
"Er zijn twee onheilspellende dingen, namelijk, gebrek aan morele schaamte en gebrek aan moreel ontzag (…)". A02-006
"Zich niet schamen waarvoor men zich zou moeten schamen; zich niet schamen voor kwaad, onheilzame dingen: dit wordt gebrek aan morele schaamte genoemd." Pug 59
"Niet vrezen wat men zou moeten vrezen (...) dit wordt gebrek aan moreel ontzag genoemd." Pug 60
Zie ook de individuele beschrijving van ahirika en anottappa.
'Schade'; 'nadeel'; 'onvriendelijk'. Het tegenovergestelde is hita.
Een uitdrukking van consternatie (opschudding; verslagenheid) zoals 'Ooh'; 'aah'; 'jeetje'.
"Oh, wat een geluk!" Dit bleek de eerwaarde Maha Kappina voortdurend in het Jetavana te zeggen terwijl hij gedurende de dag of nacht rustte. De monniken hoorden hem dit zo vaak per dag zeggen, dat zij het aan de Boeddha vertelden. De Boeddha antwoordde tot hen: "Mijn zoon Kappina, heeft de smaak van de Dhamma geproefd, en leeft met een zuivere geest; het is uit verrukking dat hij deze woorden uitroept, die verwijzen naar Nibbana." Zie Dhp079 — De eerwaarde Maha Kappina.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, A.1 en A.2.
'Offerwaardig'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
'Zonder ouderdom (of verval)', d.w.z. Nibbana.
'Zonder geboorte', d.w.z. Nibbana.
'Eindeloze ruimte'. Zie akasa.
'Levensonderhoud'.
'Zuivering van levensonderhoud', is een van de 4 soorten moraliteit die bestaan uit zuivering (catu parisuddhi sila). Zie sila.
Een religieuze sekte (een klasse van 'Naakte asceten'). Ajivika is een alternatieve naam. Voor meer, zie info bij de stichter Makkhali Gosala.
Zie Ajivaka.
'In jezelf'; 'binnen het individu'; 'intern'; 'subjectief'. Een verwijzing naar het individu, niet naar 'het zelf'. Zie o.a. S22-059.
Een sekte ten tijde van de Boeddha. Hun leraar was Sañjaya Belathiputtha. Zie ook ditthi.'Niet vertraagd'; 'onmiddellijk van deze tijdloze wereld'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
Een van de kenmerken van de Dhamma. Zie avecca pasada.
'De Groten', dat wil zeggen, 'de Hoogste Goden', de bewoners van de vijfde en hoogste hemel van de Zuivere Verblijven (Suddhavasa).
'De goden die niemand de mindere zijn'. Zie deva.
- 'Onplezierig'; 'niet lieflijk'; 'onbekoorlijk'. Doorgaans met verwijzing naar de zintuiglijke ervaring of de spraak.
- 'Ongeliefd'; 'niet-charmant'; 'niet-favoriet'.
Het tegenovergestelde is kanta.
akaravati saddha dassanamulika
'Goed overdacht en geworteld in begrip'. Zo moet het geloof zijn van een boeddhist. Zie saddha.
'Ruimte'. Zie Akasa — Ruimte.
'Begrensde ruimte'. Zie akasa.
'De sfeer van oneindige ruimte'. Zie jhana.
'De goden van oneindige ruimte'. Zie deva.
'De sfeer van niets-heid'. Zie jhana.
'De goden van de sfeer van niets-heid'. Zie deva.
'Bevrijding van de geest omtrent de begeleidingen'. Zie ceto vimutti.
De 'mening van het ineffectieve van handeling'; van mening zijn dat handelingen geen effect hebben. Onderwezen door Purana Kassapa. Zie ook ditthi.
'Onwrikbare (of onwankelbare) bevrijding van de geest'. Zie ceto vimutti.
'Onheilzaam'; 'immoreel'; 'afkeurenswaardig'. Zie Akusala — Onheilzaam; cetana; kamma cetana; kamma patha; mula; kamma; paticcasamuppada 1; Tabel II.
'Onheilzame wilshandeling'. Zie kamma.'Onheilzaam bewustzijn'.
'Onheilzame dingen', verwijst doorgaans naar onheilzame mentale staten. . Zie ook dhamma; akusala.
'Onheilzame wilshandeling', zie kamma patha.
'Onheilzame koers van handeling'. Zie kamma patha.
'Gevolg van onheilzame wilshandeling'. Zie ook kamma.
'Onheilzame lichamelijke wilshandeling'. Zie kamma patha.
'Onheilzame mentale wilshandeling'. Zie kamma patha.
'Algemene immorele mentale factoren die samengaan met alle onheilzame wilshandelingen'. 4 in getal: 1. gebrek aan morele schaamte (ahirika); 2. gebrek aan moreel ontzag (anottappa); 3. rusteloosheid (uddhacca); 4. begoocheling (moha). Zie cetasika; Tabel II.
De corresponderende term in het gebied van heilzaam bewustzijn is sobhana sadharana cetasika.
'Onheilzame verbale wilshandeling'. Zie kamma patha.
'Onheilzame gedachten'. Zie ook sankappa.
'Verlies'; 'het niet verkrijgen'. Het is een van de wereldse wisselvalligheden waar het tegenover labha staat. Zie lokiya dhamma.
'Afwezigheid van hebzucht'; 'afwezgheid van hartstocht'; 'afwezigheid van begeerte', is een van de 3 karmische morele wortels. Letterlijk: 'geen interesse van de geest wanneer het een object aanschouwt'. Het wordt ook genoemd 'het element van verzaking' (nekkhamma dhatu) en vrijheid (anabhijjha). Voor meer uitleg, zie mula.
'Licht-kasina'.
'Waarnemen van licht'. De terugkerende canonieke passage luid: "Hier aanschouwt de monnik de waarneming van licht. Hij vestigt zijn geest op de waarneming van de dag; zowel overdag als bij nacht, en zoals bij nacht, zo ook bij overdag. Op deze manier ontwikkelt hij, met een heldere en onbewolkte geest, een staat van de geest die vol van helderheid is."
Het is een van de methoden voor het te bovenkomen van verwardheid, door de Boeddha aanbevolen voor Maha Moggallana, A07-058. Volgens D33, strekt het tot de ontwikkeling van 'kennis en visie' (zie visuddhi), en er wordt gezegd dat het behulpzaam is voor de verwerving van het 'goddelijke oog', zie abhiñña.
'Collega'.
'Stank'. Zie Amagandha — De boeddhistische betekenis van stank.
'De onontwikkelde geest', (= kamavacara citta) is het gewone wereldse bewustzijn dat doorgaans in mensen huist. Dat is het bewustzijn van de zintuiglijke sfeer (kama loka oftewel kamavacara). Iemand kan natuurlijk in deze sfeer leven terwijl zijn/haar geestelijke ontwikkeling van een hoger of lager niveau is. Afhankelijk van die ontwikkeling wordt hij/zij wedergeboren in de sfeer overeenkomstig zijn/haar ontwikkeling. Dat is bijvoorbeeld duidelijk te zien aan de vele verschillende karakters van mensen hier in de zintuiglijke sfeer (kamavacara).
Het tegenovergestelde van amahaggata citta is mahaggata citta.
'Onbehaaglijk'; 'onprettig'; 'onaardig'; 'onaangenaam'. Het tegenovergestelde is manapa.
'Onsterfelijk', een adere naam voor Nibbana.
'Onsterfelijkheid'. Zie amara.
'De onsterfelijke staat' of 'het doodloze', een andere naam voor Nibbana.
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
'Aanbidding op een materiële wijze'. Zie ook puja.
'Materiële gift'; 'zichtbare gift'.
'Afwezigheid van begoocheling' of 'de dingen kennen zoals zij zijn', is een van de 3 karmische morele wortels. Het wordt ook kennis (ñana) genoemd, wijsheid (pañña), ware kennis (vijja) en juist begrip (samma ditthi). Voor meer uitleg. Zie mula.
'Zonder begeerte'; 'zonder hebzucht'. Het is het tegenovergesteld van abhijjha en in die zin betekent het ook 'vrijheid'. Zie ook alobha.
Het is een van de koersen van handeling (kamma patha).
'De niet terugkerende'. Zie Anagami — De niet terugkerende; ariya puggala; saññojana.
'Het pad van niet meer terugkeren'. Zie ariya puggala; magga; phala; lokuttara.
'De vruchten van niet meer terugkeren'. Zie ariya puggala; magga; phala; lokuttara.
Boom die Anathapindika heeft geplaatst zodat mensen eerbied konden betuigen aan de Boeddha wanneer hij niet in de omgeving was. Omdat de organisatie — met betrekking tot het planten van de boom — in handen was van Ananda, werd de boom 'de Ananda Bodhi boom' genoemd.
Langs het hoofdpad van het Jetavana zijn er funderingen van verscheidene structuren met een boom die er groeit en vaak geïdentificeerd wordt als de Ananda Bodhi boom. Overeenkomstig de toelichting op de Jataka's, kwamen mensen eerbied betuigen aan de Boeddha, en als zij hem niet thuis troffen, hingen zij bloemen en offerkransen aan de deur van de Geur Kamer (Gandhakuti). Toen Anathapindika hiervan hoorde, vroeg hij de Boeddha hoe de mensen hun respect aan hem konden tonen wanneer hij afwezig was, en de Boeddha stelde voor dat dat gedaan kon worden door de offergave bij een Bodhi boom te leggen. Zodoende werd een vrucht van de Bodhi boom van Bodh Gaya (Uruvela) gehaald en met een grote ceremonie geplant in het Jetavana. Omdat het Ananda was die de organisatie op zich genomen had, werd de boom bekend als de 'Ananda Bodhi boom'. Anathapindika vroeg koning Pasenadi om de boom te planten, maar de koning zei dat het zijn land was en dat de eer aan Anathapindika toekwam. Hoe dan ook, het Jetavana is bijna duizend jaar door de jungle opgeslokt geweest, en omdat er geen archeologisch bewijs is dat aangaf waar de Ananda Bodhi boom nu werkelijk stond, is de identificatie met de originele boom hoogst twijfelachtig. De toelichting op de Jataka zegt dat de boom geplant was naast de hoofdingang van het Jetavana, waarvan aangenomen wordt dat die ergens in de nabijheid van de Birmaanse tempel was. Plaats: Savatthi (het moderne Sahet Mahet), India.
'De persoon zonder bezoedelingen' (anganas).
Anganas zijn bezoedelingen die ontstaan zijn uit hartstocht (raga), haat (dosa) en begoocheling (moha). Deze worden omschreven als anganas (letterlijk: 'open ruimtes'; 'speelplaatsen') omdat kwaad hier rond kan spelen (de vrije ruimte heeft) zonder remming. Ten tijde van de Boeddha werden 'bezoedelingen' ook wel omschreven als anganas. In etymologische zin, betekent angana ook 'de capaciteit om een persoon te bederven die bevuild is met bezoedelingen'. In sommige contexten impliceert angana 'smerigheid'. Een individu die zonder bezoedelingen is, wordt dan ook aangeduid als ananganassa.
Zie Dhp125 — Koka de jager die door zijn eigen honden werd doodgebeten.
Letterlijk: 'Wie niet een ander onderhoudt'.
'Eindeloze ruimte'. Zie akasa.
'Nabijheid voorwaarde' oftewel 'verwantschap voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden (paccaya). Anantara betekent: 'zonder interval'.
Anantara paccaya en samanantara paccaya (contiguïteitsvoorwaarde) zijn verschillend in naam, maar hebben dezelfde betekenis (Vis 17-74).
De 'vijf afschuwelijke daden met onmiddellijk gevolg', zijn: 1. vadermoord; 2. moedermoord; 3. een arahat doden; 4. een Boeddha verwonden; 5. een schisma (scheuring) creëren in de Sangha. In A. 5: 29 staat:
"Er zijn vijf soorten van licht opvliegende en ziekelijke mensen die bestemd zijn voor de lagere werelden, namelijk: de vadermoordenaar, (...)" etc. Over de 5e, zie A. 10: 35; A. 10: 38. Met verwijzing naar de eerste misdaad, wordt in D22 gezegd dat als koning Ajatasattu niet zijn vader, koning Bimbisara, had vermoord, hij een in de stroom getredene (sotapanna) zou zijn geworden.
Devadatta veroorzaakte een scheuring in de Sangha en verwondde de Boeddha in een poging hem te vermoorden.
'Nabijheid doorslaggevende ondersteunende voorwaarde', is een variëteit van een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Indachtigheid met betrekking tot de in- en uitademing'. Ana = inademing; apana = uitademing. Zie De anapana sati oefening.
'Het ongekunstelde', is een andere naam voor Nibbana.
'Ellendig'; 'hulpeloos'; 'noodlijdend'.
'Niet-zelf'; 'geen-zelf'; 'zonder-zelf'; 'ego-loos'; 'zelf-loos'; 'zielloos'; 'onpersoonlijk'; 'onwezenlijkheid'; 'instabiliteit'; 'leegheid' etc. Het is een van de drie kenmerken van het bestaan. Zie ti lakkhana.
'De Leer van geen-zelf'.
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
'Wat geen-zelf is beschouwen als een zelf'. Zie vipallasa.
'Contemplatie van 'geen-zelf', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; anatta.
'Zelf-loosheid'. Zie anatta.
'Nadeel'; 'tegenspoed'; '(moreel) verlies'; 'zonder-zegen'; 'zonder-welzijn'. Het tegenovergestelde is attha.
'De geest die onaangetast blijft' (door begeerte, haat etc.). Zie Dhp038-039 — De eerwaarde Cittahattha.
'Niet laakbaar'; 'prijzenswaardig'.
Zie ook savajja.
'De onaangetaste geest'. Zie Dhp038-039 — De eerwaarde Cittahattha.
'Een wispelturige of onstabiele geest'. Zie Dhp038-039 — De eerwaarde Cittahattha.
'Vrij van verlangens of lust'.
'Onverstoorbaarheid'; 'onwankelbaarheid'. Zie de groep pagina Wat is het onverstoorbare?
Zie sankhara A.1; aneñja. Voor meer uitleg, zie het synoniem: avyakata.
Zie ananganassa.
Zie ananganassa.
Zie bhaya.
'Oplopende Collecties'.
Zie ook
- A00-000 — Oplopende collecties — Anguttara Nikaya
- Div002 — Ti Pitaka, de boeddhistische Pali canon
'Vergankelijk'; 'vergankelijkheid'; 'onbestendigheid'; 'tijdelijkheid'. Het is een van de drie kenmerken van het bestaan. Zie ti lakkhana.
Zie sañña.
'Contemplatie van vergankelijkheid', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; anicca.
'Vergankelijkheid'. Zie anicca.
Het 'tekenloze' oftewel het 'ongeconditioneerde', is een andere naam voor Nibbana. Zie ook animitta ceto samadhi; animitta ceto vimutti.
Letterlijk: 'tekenloze concentratie van de geest'. In DA wordt deze term verklaard met verwijzing naar het verwerven van de vruchten van arahatschap (phala samapatti).
In D16.2.25 geeft de Boeddha te kennen dat hij geabsorbeerd wordt door Nibbanische ervaringen en geen acht slaat op externe objecten of alledaagse gevoelens. Zie ook nimitta.
Letterlijk: 'tekenloze bevrijding van de geest'. Ook wel 'bevrijding van de geest van de voorwaarde van het bestaan' (oftewel ongeconditioneerde bevrijding van de geest), of 'tekenloze staat van de geest'. Zie ceto vimutti.
'De ongeconditioneerde oftewel tekenloze bevrijding'. Zie vimokkha; animitta.
'Contemplatie van het ongeconditioneerde' of 'het tekenloze', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; animitta.
'Voordeel'; 'goed resultaat'. Meestal gerelateerd aan een oefening (zoals nekkhammanisamsa).
'Onafhankelijk'; 'onafhankelijkheid'. Zie Anissito — Onafhankelijkheid.
'Onaantrekkelijk'; 'niet-welkom'; 'onaangenaam'; 'onprettig'. Het tegenovergestelde is ittha.
Zie anittha.
'Eerbiedige begroeting waardig'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
Een van de gedefinieerde slechte vrienden. Zie mitta.
'Wederkerende voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Niet-kennen'; 'niet-weten'. Synoniem: avijja; adassana; moha.
Aññana is het tegenovergestelde van kennis (ñana, zie daar). Het is ook niet exact hetzelfde als onwetendheid omdat dat specifiek verwijst naar 'gebrek aan hogere kennis'.
'Het vermogen van hij die weet'. Zie indriya.
'Anders'; 'op een andere manier'. Is niet gelijk aan aññattha.
'Ergens of ergens anders'; 'elders (plaats waar of waarheen)'. Is niet gelijk aan aññatha.
'Bevrijd van weten'. Zie de rubriek Vredig in Arahat — De heilige; In de Pali namen van de sferen (zie jhana) komt ook de reeks aññaya voor.
Zie ook Dhp096 — De novice monnik van Kosambi.
'Wat vergankelijk is beschouwen als onvergankelijk'. Zie vipallasa.
'Het vermogen van de hoogste kennis'. Zie indriya.
Zie sikkhapada.
Rivier de Anoma.
- Aan deze rivier stierf Kanthaka, het paard van de Bodhisatta, van verdriet.
'Gebrek aan moreel ontzag'; 'morele onbevreesdheid', niet vrezen wat gevreesd moet worden, nonchalant zijn ten opzichte van consequenties en geen enkel zelfverwijt hebben zoals: "Dat was dwaas van me, dat heb ik verkeerd gedaan" etc., en beschuldigingen van anderen, straf, door bijvoorbeeld regeringsleiders hier in de huidig wereld of in een volgende bestaansvorm niet serieus nemen. Het is een van die mentale factoren die onafscheidelijk verbonden zijn met immoreel bewustzijn (akusala sadharana cetasika). Zie cetasika; Tabel II. Hier tegenover staat de morele factor ottappa. Zie cetasika; Tabel II.
Zie ook ahirika anottappa.
Zie paccutthapana.
Zie paccutthapana.
'De beëindiger van alles', d.w.z. de dood. Dit is een aanduiding voor Mara. Zie ook antakena.
Letterlijk: 'de beëindiger', de dood. Dit is een aanduiding voor Mara. Zie ook antaka.
antakenadhipannassa natthi ñatisu tanata
'Als een persoon door de dood gegrepen wordt, kan niemand hem daartegen bescherming bieden'. Zie Dhp288-289 — De eerwaarde non Patacara — Vanwege haar ellende de dood overwonnen.
'Iemand die het Nibbana heeft bereikt in de eerste helft van het leven', is een van de 5 niet terugkerenden. Zie anagami.
De koudste acht dagen van de winter van Noord India, omstreeks de volle maan in januari of februari. Er valt dan sneeuw.
'Ziet niet het gevaar dat hij dood kan gaan'. Zie Dhp286 — Mahadhana de koopman; Marananussati bhavana — De meditatie van de indachtigheid van de dood.
Twee woorden zijn elkaars antoniem als ze een tegengestelde betekenis hebben. Bijvoorbeeld leven en dood, klein en groot, mooi en lelijk.
'De kennis die bestaat uit conceptueel begrijpen'. Zie sacca ñana.
Een van de gedefinieerde goede vrienden. Zie mitta.
Een van de gedefinieerde goede vrienden. Zie mitta.
Letterlijk: 'aanpassing'.
A. 'Voorwaartse richting' van het afhankelijk ontstaan (paticcasamuppada) waarin het lijden toeneemt.
B. 'Aanpassing moment van bewustzijn'. Zie anuloma citta.
'Aanpassing moment van bewustzijn', staat voor het derde van de 4 impulsmomenten (zie javana) die opflitsen onmiddellijk voordat ze ofwel de verdiepingen (jhana) of de bovenwereldse paden bereiken (zie ariya puggala). Deze impulsmomenten zijn: het impulsmoment van voorbereiding (parikamma javana), het impulsmoment van inleiding (upacara javana), het impulsmoment van aanpassing (anuloma javana) en het impulsmoment van volwassenheid (gotrabhu javana).
Voor meer details, zie javana, gotrabhu.
'Impulsmoment van aanpassing'. Zie javana; javana citta.
'Aanpassingskennis' of 'conformiteit kennis', is identiek met de 'aanpassing tot waarheid kennis', de laatste van de 9 soorten van inzicht-kennis (vipassana ñana) die de 'zuivering van kennis en visie op de voortgang van het pad' vormen (zie onder visuddhi 6.9. Vergelijk Vis 21.
'Een toespraak uit dank'.
'Nibbana zonder de groepen van het bestaan (khandha) resterend'. Een Nibbana element, zie Nibbana.
'Staten die niet vastgepakt zijn door hunkering en verkeerde visie'.
'Contemplatie'; 'indachtigheid'; 'bespiegelen'; 'observeren in groepen'; 'overdenken'; 'analyseren'. Zie Anupassana — Contemplatie; vipassana; satipatthana.
Een van de gedefinieerde slechte vrienden. Zie mitta.
'Opeenvolgend'; 'achtereenvolgend'; 'aaneenvolgend'; 'achter elkaar volgen'.
'Opeenvolgende uitdovingen'. Zie Anupubba nirodha — De negen opeenvolgende uitdovingen; nirodha; anupubba.
'Opeenvolgende bereiken'. Zie anupubba vihara; anupubba nirodha.
De 9 'opeenvolgende verblijven' zijn identiek aan de 9 'opeenvolgende uitdovingen' (anupubba nirodha), zie daar.
In A09-033 worden ze de opvolgende bereiken (anupubba samapatti) genoemd. Zie ook anupubba nirodha.
'Geleidelijke instructie'; 'opgebouwde toespraak', gegeven door de Boeddha wanneer het nodig was om eerst de geest van de luisteraar voor te bereiden voordat hij tot hem sprak over de geavanceerde Leer van de Vier Edele Waarheden. De standaard passage zoals bijvoorbeeld in D03; D14; M056 is als volgt:
"Toen gaf de Gezegende hem een geleidelijke instructie (anupubbi katha), dat wil zeggen, hij sprak over vrijgevigheid (dana), over moreel gedrag (sila) en over de hemelen (sagga); hij verklaarde het gevaar, de ijdelheid, en de verdorvenheid van zintuiglijke verlangens, en over de voordelen van verzaking. Wanneer de Gezegende bemerkte dat de geest van de luisteraar gereed was, plooibaar, vrij van obstakels, geraakt en helder was, dan verklaarde hij tot hem die verheven Leer die zo kenmerkend voor de Boeddha's is (Buddhanam samukkamsika desana), namelijk: het lijden, de oorzaak, de opheffing en het Pad."
'Tot groei brengen'; 'het behouden', van heilzame staten. Zie Anurakkana — Het tot groei brengen van heilzame staten; padhana.
'De inspanning van het tot groei brengen', is een van de 4 inspanningen. Zie padhana.
'Voorkeur en afkeer' betekent het reageren met de aantrekkingskracht van hartstocht (kama raga) en met de afkeer van haat (patigha). Deze zijn twee van de zeven latente neigingen (anusaya).
'Waarschuwen'; 'vermanen'; 'adviseren'; 'instrueren', zie ovadeyya; anusaseyya.
'Waarschuwing'; 'vermaning' in de vorm van een advies of instructie, zie ovadeyya; anusaseyya.
'Latente neigingen'; 'latente tendensen'; 'latente inclinaties'. Zie Anusaya — Latente neigingen.
Zie ook de groep Bezoedelingen van de sectie Inzicht meditatie.
'Bespiegelen'; 'in herinnering brengen'; 'meditatie'; 'contemplatie'. De 6 bespiegelingen die vaak in de sutta's worden beschreven (bijvoorbeeld in A06-010; A06-025; D33) zijn:
- Bespiegeling van de Boeddha (buddhanussati).
- Bespiegeling van de Dhamma (dhammanussati).
- Bespiegeling van de gemeenschap van edele discipelen (sanganussati).
- Bespiegeling van moraliteit (silanussati).
- Bespiegeling van vrijgevigheid (caganussati).
- Bespiegeling van hemelwezens (devatanussati). In A01-021 en A01-027 worden nog 4 andere bespiegelingen toegevoegd:
- De indachtigheid van de dood (maranasati).
- De indachtigheid van het lichaam (kayagatasati).
- De indachtigheid van ademen (anapana sati).
- De bespiegeling van vrede (upasamanussati).
De eerste 6 bespiegelingen zijn volledig uitgelegd in Vis 7; de laatste 4 in Vis 8. Zie ook anupassana; bhavana.
Bezig Deze bespiegelingen worden nog uitgewerkt.
'Onvergelijkbaar'; 'onovertrefbaar'.
'De onovertrefbare geest', is het type bewustzijn dat tot de onstoffelijke sfeer (arupa loka) behoort.
Letterlijk: 'Onvergelijkbare perfecte verlichting'; 'Onovertroffen perfecte verlichting'; 'Ongeëvenaarde perfecte verlichting'. Dit is de staat die door een universele Boeddha (samma sambuddha) is bereikt. Zie ook Samma Sambodhi.
'Het in beweging zetten van het onvergelijkbare Wiel der Waarheid'.
Letterlijk: 'partij kiezen bij'; 'iemand die volgt of handelt naar'. Zie o.a. dhammanuvatti.
'Eerbied'.
'Respect'; 'eerbied'. Apaciti — Respect; puñña kiriya vatthu.
Zie ook de groep Respect van de sectie Inzicht meditatie.
'Levensverhalen van Discipelen'.
Zie ook
'Verbergt'; 'bedekt'. Zie ook: apanihita.
'Vrij van hartstocht'.
'De hartstochtloze bevrijding'. Zie vimokkha; apanihita.
'Contemplatie van het hartstochtloze', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; apanihita.
'Kamma dat rijpt in latere geboorten'.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, A.3.
'Onattent'; 'zonder overweging'; 'onbezonnen en zonder nadenken'. Het is het tegenovergestelde is patisankha.
'Overtreding van de regels'.
'De lagere werelden van de zintuiglijke sfeer'. Deze zijn:
- Het dierenrijk (tiracchana yoni).
- De geestenwereld (peta loka).
- De demonenwereld (asura nikaya).
- De hellen (niraya).
Zie ook avacara.
Zie apaya sakha.
Ook wel 'apaya sahaya'. Een van de gedefinieerde slechte vrienden. Zie mitta.
'Moeilijkheden'; 'ongemak'; 'onaangenaam'; 'ziekte'.
Zie pathavi dhatu; dhatu.
Het 'waterelement' oftewel 'samenhang' is een van de 4 grote elementen. Zie dhatu.
'Volharding'; 'ijver'; 'opmerkzaamheid'. Letterlijk: 'De afwezigheid van onoplettendheid'. Het woord komt voor in de laatste aanmoediging van de Boeddha van zijn discipelen in D16: "Vayadhamma sankhara, appamadena sampadetha." (Alle samengestelde dingen moeten weer vergaan. Bewerkstellig vastbesloten door indachtigheid jullie eigen bevrijding.)
Met deze woorden die de essentie van zijn Leer weerspiegelen, spoorde de Gezegende zijn monniken voor de laatste keer aan, terwijl hij op zijn sterfbed te Kusiñara lag.
De tegenstelling van appamada is pamada, een van de bezoedelingen, zie upakkilesa.
'Vreugde vinden in oplettendheid'. Zie Dhp031 — De monnik die alles verteerde; appamada.
'Zonder maat'; 'onmetelijk'; 'eindeloos'; 'grenzeloos'; 'onbegrensd'; 'alles doordringend'; 'onbelemmerd'.
'Onbegrensde bevrijding van de geest'. Zie ceto vimutti.
'Alles doordringende wijsheid'. Zie ook appamana vipassana; pativedha; ceto vimutti.
'De goden van onbeperkte glorie'. Zie deva.
'Alles doordringend inzicht'. Zie ook appamana pañña; pativedha; ceto vimutti.
'De goden van onbeperkte luister'. Zie deva.
'Een onmetelijke geest' is een bovenwereldse geest. D.w.z. dat hij het bovenwereldse (lokuttara) pad bezit.
'Grenzeloze staten', is een andere naam voor brahma vihara, zie daar.
'Verworven concentratie' of 'volledige concentratie', is de aanwezige concentratie gedurende de meditatieve verdieping (zie jhana), terwijl nabijheid-concentratie of toegang-concentratie (upacara samadhi) slechts de 1e jhana benaderd zonder deze te verwerven. Zie samadhi.
'Lijden dat ontstaan is door vele beproevingen en wederwaardigheden, waarvan de oorzaken van ontstaan zichtbaar zijn'.
'Tevredenheid'.
'Iets dat men niet lief heeft'; 'iets waar de voorkeur niet naar uitgaat'. Het tegengestelde is piyehi.
'Gevoegd worden bij het onaangename'.
'Niet-verdienstelijke daden'. Het tegenovergestelde van puñña. Zie o.a. ook sankhara A-1.
Zie sankhara A.1.
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
'De heilige'. Zie Arahat — De heilige; ariya puggala; saññojana; lokuttara samma ditthi; khinasava; abhivadana; aneñja; puññapapa pahinassa; attanuditthimuhacca.
Zie arahatta.
'Arahatschap; 'heiligheid'; 'verlichting'; 'de staat van de arahat'. Zie arahat.
'Het pad van heiligheid'. Zie ariya puggala; magga; phala; lokuttara.
'De vruchten van heiligheid'. Zie ariya puggala; magga; phala; lokuttara.
'Volbrenging van waakzaamheid'. Het is een voorwaarde voor wereldse vooruitgang die de Boeddha adviseert voor lekenvolgelingen. Zie A08-054.
'Aanvang van energie'; 'energie van geboorte'; 'de drang om geboren te willen worden', zijn verwijzingen naar deze term. Dit staat gelijk aan bhava tanha.
'Object'. Er zijn er zes: zichtbaar object; geluid; geur; smaak; lichamelijke indruk; mentaal object.
Het mentaal object, ook wel geestesobject (dhammarammana) kan fysiek of mentaal zijn, verleden, heden of toekomst, echt of denkbeeldig.
De 5 zintuigobjecten behoren tot de groep van lichamelijkheid (pañca upadana kkhandha 1). Zij vormen de externe fundamenten voor de zintuig-waarnemingen, en zonder hen kan geen zintuig-waarneming en geen zintuig-bewustzijn ontstaan (zien, horen, ruiken, proeven, voelen).
Vergelijk ayatana B.; paccaya.
Zie ook Wat betekent object in meditatief perspectief?
'Object voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya; arammana.
'Nauwkeurig meditatief objectonderzoek'.
'Object doorslaggevende ondersteunende voorwaarde', is een variëteit van een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
'Afkeer'; 'afkerigheid'; 'aversie'; 'weerzin'; 'tegenzin'; 'antipathie'; 'ontevredenheid'; 'gehechtheid'. Arati is een van Mara's legers en een symbolische aanduiding voor één van zijn dochters. Zie Mara.
Zie ariya puggala.
'Edel Achtvoudige Pad'. Zie Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad; Cattari Ariya Sacca — De vier Edele Waarheden.
Zie ook Dhp188-192 — Aggidatta de brahmaan; Hoe word ik een echte boeddhist?
'Edele kracht', zie iddhi.
'Edel pad', verwijst naar een van de vier bovenwereldse paden. Zie lokuttara.
'Edelen'; 'edele personen'. Zie Ariya puggala — Edele personen; saññojana; lokuttara.
'Edele Waarheden'. Zie cattari ariya sacca.
'Edele juiste concentratie', is de juiste concentratie (samma ditthi) met betrekking tot het bovenwerelds pad (lokuttara magga).
Zie o.a. in M117.
'Edele tradities'. Deze zijn: 1. tevredenheid (van de monnik) met elk gewaad; 2. tevredenheid met elk soort van aalmoezenvoedsel; 3. tevredenheid met elk verblijf; en 4. vreugde in meditatie en onthechting. In de Ariya vamsa Sutta (A04-028), en ook in de Sangiti Sutta (D33) wordt gezegd:
Voorbeeldtekst wordt hier nog toegevoegd uit: A04-028.
Komt Dit item wordt z.s.m. uitgewerkt.
'Edele verblijfplaats'. Zie vihara.
'Edele discipel'. Raadpleeg sekha.
'Afwezigheid van ziekte'.
'Geen permanente bestaansvorm'. Alle dingen zijn vergankelijk en daarom niet permanent.
Het 'vormloze' of het 'onstoffelijke'. Zie avacara; jhana.
'Het in het bestaan komen van de onstoffelijke wereld'. Zie ook bhava.
'Het element van de onstoffelijke wereld'.
'De 4 onstoffelijke sferen'. Synoniem: arupayatana; arupavacara jjhana. Zie jhana.
'Onstoffelijke sfeer'. Zie loka; avacara.
'Hartstocht naar het vormloze'.
Zie tanha.
Het 'niet-materiële' of het 'onstoffelijke'.
'De onstoffelijke sfeer'. Zie jhana; loka; avacara.
'De 4 onstoffelijke sferen'. Synoniem: arupa jjhana; arupayatana. Zie jhana.
'De 4 onstoffelijke sferen'. Synoniem: arupa jjhana; arupavacara jjhana. Zie jhana.
Een collectieve naam voor de vier mentale groepen. Zie pañca upadana kkhandha.
'Hechten aan het onstoffelijke' oftewel arupavacara. Zie upadana.
'Asociaal gedrag'. Zie Leraar en leerling.
Zie ook Dhp077 — De eerwaarden Assaji en Punabbasuka; asabbha ca nivaraye.
'Iemand ervan weerhouden af te buigen naar asociaal gedrag: hem af doen zien van asociaal gedrag'. Zie asabbha.
'Ongeëvenaarde liefdadigheid'. Zie Dhp177.
De maand juli. Twee maanden na zijn verlichting predikt de Boeddha voor het eerst op volle maan zijn Leer aan Bhaddiya, Mahanama, Vappa, Kondañña en Assaji te Sarnath. Deze eerste toespraak heet de Dhamma Cakka Ppavattana Sutta S56-011, waarin de Boeddha de Vier Edele Waarheden uiteenzet. In de Maha Satipatthana Sutta D22, worden de Vier Edele Waarheden nog meer gedetailleerd uiteengezet.
Asalha is ook de maand waarin de Boeddha (Siddhatta) de wereld verzaakte.
'De ongeconcentreerde geest'. Zie ook abhiñña.
'Helder begrip omtrent de realiteit'. Zie sampajañña.
'Hoop'; 'verwachting'; 'wens'; 'verlangen'. Hopen is het verlangen hebben naar iets. Dit verlangen kan zowel heilzaam als onheilzame zijn (zie de uitleg bij chanda).
Zie ook
'Iemand die het Nibbana bereikte zonder inspanning', is een van de 5 niet terugkerenden, zie anagami.
'De spontane geest', 'de onvoorbereide geest', 'de niet aangezette geest', 'de niet vooropgezette geest'. Dit is een Abhidhamma term die duidt op een 'staat van de geest die spontaan is opgekomen', dat wil zeggen, zonder opzettelijkheid, gekunsteldheid, voorbereiding of door anderen aangezet; vandaar 'spontaan', 'niet ertoe aangezet'. Zonder inspanning = spontaan, niet ertoe aangezet. Deze term en haar tegenpool (sasankharika citta), gaan waarschijnlijk terug naar een gelijknamig onderscheid in de sutta's A. 4: 171; Path. 184. Zie Tabel I; voorbeelden in Vis 14: 84.
Zie ook De niet vooropgezette geest.
'Het ongeconditioneerde' of 'het absolute', een andere naam voor Nibbana.
Zie ook sankhata.
'Ongeconditioneerde of ongecreëerde staten'. Zie ook akasa.
'Nibbana als een ongeconditioneerd element'. Zie akasa.
'Ongeconditioneerde realiteit', een andere naam voor Nibbana. Zie ook paramattha.
Eenheid van 140 cijfers.
'Onbewuste wezens', ook wel 'de goden zonder waarnemingsvermogen' (asañña satta deva's) zijn een klasse hemelse wezens in de fijnstoffelijke wereld, zie deva. "Er zijn, monniken, hemelwezens die bekent staan als de onbewuste wezens. Echter, zodra in deze wezens bewustzijn ontstaat, zullen deze wezens uit deze sfeer (fijnstoffelijke wereld) verdwijnen. Het kan gebeuren, monniken, dat een van die wezens, na te zijn verdwenen uit die wereld, wordt wedergeboren in deze wereld (…)." (D24) Voor meer details, zie Kath; Yam.
'De goden zonder waarnemingsvermogen'; 'onbewuste wezens'. Zie asañña satta; deva.
'Gezelschap met slechte mensen'. Zie samseva.
'Niet eeuwig'; 'eindig'.
Zie asassati.
'De onovertrefbare geest'. Het type bewustzijn dat tot de onstoffelijke sfeer (arupa loka) behoort.
'Bezoedelingen'; 'overstromingen'; 'banden'; 'onzuiverheden'; 'invloeden'; 'aantastingen'; 'stromen'; 'instromingen'; 'vooroordelen'; 'bedwelmingen'; 'neigingen'; 'impuls'; 'aanzet'; 'dwang'. Zie Asava — De hoofdbezoedelingen.
Zie ook de groep Bezoedelingen van de sectie Inzicht meditatie.
'De vernietiging van de bezoedelingen', is de staat van de geest van een arahat.
Zie ook
- Abhiñña — De zes hogere krachten oftewel bovenwereldse kennis
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: asava; khinasava; abhiñña.
'Het begrijpen dat alle bezoedelingen zijn uitgeblust', is één van de 6 hogere krachten. Zie abhiñña; asava.
'De kennis van de beëindiging van de asava's', die ontstaat bij het bereiken van arahatschap. Zie abhiñña.
'De kennis van de bezoedelingen en de latente neigingen (anusaya)'. Zie buddha cakkhu.
Zie samana.
Zie samana.
Deze term verwijst naar de arahat en betekent letterlijk 'geen leerling meer'. Zie ook sekha.
'Herhalingsvoorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Niet gehecht aan'; 'ongebonden'; 'onafhankelijk'.
De eigendunk (mana) 'ik ben'. Dit is wat veel filosofen erop nahouden, maar de Boeddha leert dat er geen 'ik' is die altijd en eeuwig onveranderlijk is. 'Ik ben' duid op illusie, verbeelding, eigendunk, en onwetendheid is hier debet aan. Dit gegeven valt in de boeddhistische gedachtegang onder de groep 'verkeerde inzichten' (ditthi) en is een van de 10 banden (saññojana). Zie ook mana; M002.
'Zonder verdriet'.
'Schijnbare zintuiglijke bevrediging'; 'genot'; 'bevrediging'; 'zoetheid'; 'allure'; 'geluk'. Zie Assada — Schijnbare zintuiglijke bevrediging.
'In- en uitademing' zijn lichamelijke oftewel fysieke functies of 'formaties'(kaya sankhara) terwijl aanvangende gedachten en aanhoudende gedachten (vitakka vicara) verbale functies worden genoemd (vaci sankhara). Zie sankhara A.2.
De in- en uitademing vormt een van de 6 aspecten van het windelement (zie dhatu). Vergelijk M062.
Oorspronkelijke Pali naam voor de Bodhi boom. Sri Lanka: asatu.
'Zonder instructie'. Assutava verwijst naar de niet-geïnstrueerde wereldling (puthujjana) die de Dhamma niet kent. De sutava verwijst daarentegen naar de edele discipel (ariyasavaka) die de Dhamma kent.
In zekere zin zou je kunnen zeggen dat assutava ook naar de Boeddha verwijst. 'Sutava' betekent 'met instructie' of 'van horen zeggen'. Assutava betekent dan 'zonder instructie'; 'niet van horen zeggen'. In dit persfectief zou assutava naar de Boeddha kunnen verwijzen, maar het is natuurlijk niet zo dat de Boeddha de Dhamma niet kent! Maar hij kent de Dhamma niet van horen zeggen, hij heeft de Dhamma van niemand geleerd, hij had geen leraar. Hij heeft de Dhamma zelf ontdekt. 'Een leraar heb ik niet' (na me acariyo atthi).
'Onzuiverheid'; 'walgelijkheid'; 'vuiligheid'. In Vis 6, zijn het de contemplaties op de begraafplaats (sivathika) die 'meditatieonderwerpen van de onzuiverheid' (asubha kammatthana) genoemd worden.
In de Girimananda Sutta — Tot Girimananda (A10-060), wordt met de aanschouwing van de onzuiverheden (asubha sañña) echter verwezen naar de contemplatie van de 32 delen van het lichaam (zie kaya gata sati).
De contemplatie van de lichamelijke onzuiverheden of walgelijkheden (zie ook kaya gata sati), is een tegengif voor de hindernis van zintuiglijk verlangen (zie pañca nivarana) en de mentale verdraaiing (vipallasa), die datgene wat werkelijk walgelijk is, als zuiver en mooi beschouwd. Zie S46, 51; A05, 36; Dhp007-008; Snp1-11.
'Meditatie onderwerpen van onzuiverheid'. Zie bhavana.
Zie nimitta D.
'De aanschouwing van de onzuiverheden'. Zie bhavana; kaya gata sati.
'Het onzuivere beschouwen als het zuivere' of 'het lelijke als het mooie'. Zie ook asubha; subha; vipallasa.
'Demonen'; 'titanen'; 'kwade geesten', bewonen een van de 4 lagere werelden (apaya).
'De wereld van de demonen'. Zie deva.
'IJverig'; 'energiek'.
'De goden van niet kwellen'. Zie deva.
'De hoogste top', 'het hoogste doel' van het leven.
'Zelfverheffingswaan'. Een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa. Zie ook mana.
'Van het hoogste niveau'; 'van de hoogste graad zijn'.
'Ziel'; 'geest'; 'zelf'; 'ik', etc. De Boeddha onderwijst dat geen enkel fenomeen twee momenten hetzelfde blijft en dat het bestaan een dynamisch proces is van mentale en fysieke fenomenen. Daarom kan er geen sprake zijn van een onveranderlijke entiteit zoals een ziel, geest, zelf, of welke vorm van persoonlijkheid dan ook.
Zie ook anatta.
'Ego-illusie'. Zie ditthi; sakkaya ditthi.
'Hechten aan een leerstelling van een zelf', is een van de 4 soorten van hechten. Zie upadana.
'Iemands eigen welzijn'. Zie Dhp166 — De eerwaarde Attadattha.
'Extreem ascetisme'. Een van de twee extremen die door middel van het Achtvoudige Pad vermeden wordt.
'Daden die schadelijk zijn voor jezelf zijn makkelijk uit te voeren'. Zie Dhp163 — Devadatta — De scheuring in de Sangha
'Het verwijderen, het opgeven, het vrij zijn van het idee van een zelf'. Elke handeling, inclusief het waarnemen, het beschouwen, het schenken van aandacht etc., dient zonder het idee van 'ik' gepaard te gaan. De Pali term hiervoor is attanuditthimuhacca. Hierdoor vinden er geen verstoringen (iñjita) meer plaats binnen de mentale associaties. Dit kan ook worden gezien als de overwinning op Mara.
Zie Niet vastgrijpen in het waarnemen; De niet vooropgezette geest.
Niet verwarren met 'atta'.
- 'Realiteit'; 'ding'. Zie paramattha.
- 'Voordeel'; 'voorspoed'; '(morele) winst'; 'zegen'; 'welzijn'. Het tegenovergestelde is anattha.
- 'Acht'.
'Acht fasen van meesterschap'. Zie Attha abhibhayatana — De acht fasen van meesterschap.
Zie lokiya dhamma.
Zie lokiya dhamma.
'De acht type individuen'; 'de acht menselijke karakters'. Zie ook purisapuggala.
'De acht regels van moraliteit'.
Zie ook
- Sikkhapada — De boeddhistische morele regels
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: sikkha; uposatha.
'De acht bevrijdingen'. Zie vimokkha.
Commentaar op de canonieke Theravada Ti Pitaka. Deze commentaren geven de traditionele interpretaties van de geschriften.
'Commentatoren' van de Pali Canon.
Een van de gedefinieerde goede vrienden. Zie mitta.
Een van de gedefinieerde goede vrienden. Zie mitta.
'Verdwijning'; 'vernietiging'; 'het voorbij gaan'; 'uitdoving'. Het tegenovergestelde is samudaya.
Voor de combinatie 'ontstaan', 'verdwijnen', 'schijnbare bevrediging', 'gevaar' en 'ontsnappen', zie A04-010; M011; S36-006.
'Analytische kennis van de ware betekenis met betrekking tot begrip'. Zie patisambhida.
Een van de gedefinieerde slechte vrienden. Zie mitta.
'Aanwezigheidsvoorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Zichzelf verheffen en anderen kleineren'. Een van Mara's legers. Zie Mara.
'(Het lichaam) is vol ziekten'. Zie Dhp147 — Sirima de courtisane.
Zie de pagina Autoriteit; De innerlijke autoriteit.
'Sfeer'; 'wereld'. Zie Avacara — Sferen van het bestaan; deva; jhana.
'Aandacht schenken'; 'betrokken raken'. Zie Avajjana — Aandacht, de eerste fase in het proces van bewustzijn; viññana kicca.
Zie ook de link naar de groep pagina in de tip hieronder.
Satipatthana training
FragmentHier'Aandacht bewustzijn' of 'betrokken bewustzijn'. De staat waarin bewustzijn aandacht schenkt of ergens in betrokken is. Zie avajjana.
'Onwrikbaar vertrouwen'. Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen; sotapannassa angani; saddha.
Zie avecca pasada.
'Verwerft een onwrikbaar vertrouwen'.
Zie avecca pasada.
'Kijken naar'; 'begrijpen'; 'overwegen'; 'zien' etc. Is gelijk aan passati.
'Speciaal'; 'uitzonderlijk'; 'verschillend'; 'afzonderlijk'; 'buitengewoon'; 'ongewoon'. Zie bijvoorbeeld S37-003.
Avici is de naam van de allerlaagste, en dus meest verschrikkelijkste hel (niraya).
'De onwetende'.
'Niet verdwijningsvoorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'De goden die baden in hun eigen weelde'. Zie deva.
Zie equivalent ahimsa.
Zie avihimsa.
Zie equivalent ahimsa.
In de verscheidene lijsten van 'elementen' (dhatu) verschijnt ook een 'element van geweldloosheid' (avihesa dhatu) in de zin van een elementaire eigenschap van edel denken.
'Gedachten van geweldloosheid, harmonie, mededogen, afwezigheid van wreedheid', is een van de drie juiste gedachten.
Ga naar de beschrijving van juiste gedachten op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Gedachten van geweldloosheid'. Zie vitakka; ahimsa.
'Onwetendheid'; 'gebrek aan ware kennis'. Zie Avijja — Onwetendheid; moha.
'De overstroming van onwetendheid' oftewel gebrek aan hogere kennis, staat voor één van de vier hoofdbezoedelingen en is daarmee gelijk aan. Zie asava; ogha.
'De band van onwetendheid' oftewel gebrek aan hogere kennis, staat voor één van de vier hoofdbezoedelingen en is daarmee gelijk aan. Zie A04-010; asava.
'De verbreking van de band van onwetendheid', zie A04-010.
'De onderliggende neiging tot onwetendheid'. Zie o.a. S36-006; anusaya.
'De bezoedeling van onwetendheid' oftewel 'gebrek aan hogere kennis', is één van de vier hoofdbezoedelingen. Zie asava.
'Onverstoorbaarheid' is een synoniem voor concentratie (samadhi); geestelijke eenheid (ekaggata); kalmte (samatha).
'De niet afgeleide geest', is het tegenovergestelde van vikkhitta citta.
'De niet bevrijde geest'. Zie ook ceto vimutti; D22.
'De afwezigheid van berouw'. Zie ook tappati; kukkucca; A10-001.
'Het zonder berouw zijn'. Zie ook tappati; kukkucca; A10-001.
Letterlijk: 'Niet-gescheiden van'; 'niet-dissociatie van'. Zie ook sampayoga.
'Vriend'. Zie ook bhante.
'Onbepaald'. Zie Avyakata — Neutrale staten van bewustzijn; nisankhiti.
'Zonder kwade wil' oftewel 'vreedzaam van geest'.
'Gedachten van welwillendheid, goodwill, liefdevolle vriendelijkheid', is een van de drie juiste gedachten.
Ga naar de beschrijving van juiste gedachten op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Gedachten zonder haat'. Zie vitakka.
'Dit'.
'Afkeuring'; 'slechte reputatie'; 'schande'. Het is een van de wereldse wisselvalligheden waar het tegenover yasa staat. Zie lokiya dhamma.
'Eerbiedwaardige heer'. Zo goed als een synoniem voor bhante.
'Sferen'; 'bases'; 'bronnen'. Zie Ayatana — De zintuigsferen.
'De zintuigbases'. Zie ayatana.
'Niet veilig voor slavernij'; 'niet vrij van banden'. Zie yoga; A04-010.
'De wens hebben dat iemand niet veilig is voor gehechtheid'. Hier staat 'kama' voor 'wens' of 'verlangen'. Het tegenovergestelde is yogakkhemakama. Zie ook yoga.
'Onwijze overweging'; 'dwaze overweging'. Zie ook manasikara; yoniso manasikara.
'De levensspanne'. Hier betekent kappa dus niet 'wereldperiode'.
'Ophoping', d.w.z. 'de ophoping van kamma' (karmische ophoping). Zie Ayuhana — Ophoping; paticcasamuppada (2-10).
De zes uitwendige zintuigbases. Zie ayatana B.
'Spreekt onophoudelijk'. Zie Dhp259 — Ekudana de arahat.
Rivier de Bahuka. Geen toelichting.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, C.2.
Rivier de Bahumati. Geen toelichting.
'(Door velen) beschouwd als iets volmaakts'. Zie Dhp147 — Sirima de courtisane.'Krachten'; 'vermogens'. Zie Bala — Krachten; buddha cakkhu; indriya samatta.
'Dwaas'. Zie Balo — Dwaas.
Zie ook Dhp064 — De eerwaarde Udayi.
Zie nigrodha boom.
Zie bezoedelingen.
Zie bezoedelingen.
Vanuit boeddhistisch perspectief gezien zijn bezoedelingen alle onheilzame (akusala) zaken die de geest bezoedelen, verontreinigen, onzuiver maken waardoor bewustzijn niet helder kan zijn. Zie de groep Bezoedelingen van de sectie Inzicht meditatie.
'Gezegend'; 'Verheven'; 'Gelukkig'. Zie ook namen voor de Boeddha.
Zie bhagava.
'Zus'.
'Eerwaarde'; 'eerbiedwaardige' (heer/vrouw). Synoniem: ayasma. Bhante is een genderneutrale term en kan worden gebruikt om zowel monniken als nonnen aan te spreken. Het is de aanspreekvorm van het woord bhadanta, dat erkenning van grootsheid en respect verleent. Bhadanta wordt vaak vertaald als eerbiedwaardig.
Monniken en nonnen spreken elkaar aan met bhante, maar avuso mag ook.
'India'. In de tijd van de Boeddha heette India 'Jambudipa' (jambu = bos) en was opgedeeld in 16 deelstaten. De streek waar de Boeddha rondtrok om zijn Leer te prediken heet 'Majjhimadesa', het Midden-Land, het 'thuisland' van de boeddhisten.
'Broer'.
'Worden' oftewel 'in het bestaan komen'. Zie Bhava — Worden oftewel in het bestaan komen; uppajjati; upapajjati; paticcasamuppada.
'Natuur' (vrouwelijk en mannelijk), verwijst naar de seksuele kenmerken van het lichaam en behoort tot de groep van lichamelijkheid (zie pañca upadana kkhandha). Het is een gecommentarieerde term voor de vermogens (zie indriya 7, 8).
'De gehechtheid aan worden', d.w.z. van het bestaan. Zie bhava en o.a. A04-010.
'De misleiding van worden', d.w.z. van het bestaan. Zie bhava en o.a. A04-010.
'Het zich verheugen in worden', d.w.z. in het bestaan. Zie bhava en o.a. A04-010.
'De overstroming van worden' oftewel bestaan, staat voor één van de vier hoofdbezoedelingen en is daarmee gelijk aan. Bhava betekent 'worden' dat gelijk is aan 'het in het bestaan komen'. Zie asava; ogha.
'Het voeden van worden', d.w.z. van het bestaan. Zie bhava; parilaha en o.a. A04-010.
'De dorst naar worden', d.w.z. naar het bestaan. Zie bhava en o.a. A04-010.
'Hunkering naar continuering van bestaan', oftewel worden. Synoniem: bhava tanha.
'Het kleven aan worden', d.w.z. aan het bestaan. Synoniem: bhava sneha. Zie bhava en o.a. A04-010.
Synoniem van bhava sineha, zie daar.
'Hunkering naar bestaan'; 'hunkering naar worden'. Zie Tanha — De drie vormen van begeerte; bhava; tanha.
'De band van worden' oftewel bestaan, staat voor één van de vier hoofdbezoedelingen en is daarmee gelijk aan. Bhava betekent 'worden' dat gelijk is aan 'het in het bestaan komen'. Zie A04-010; asava.
'De verbreking van de band van worden', zie A04-010.
'Mentale ontwikkeling'. Zie Bhavana — Mentale ontwikkeling.
'Kracht van mentale ontwikkeling'. Zie A02-010.
Zie pañña.
'De inspanning van het ontwikkelen', is een van de 4 inspanningen. Zie padhana.
'Vreugde vinden in meditatie' (bhavana ramata) is een van de edele tradities (ariya vamsa).
'Levenscontinuüm'; 'onderbewustzijn'. Zie bhavanga sota.
'Onderbewustzijn'. Zie ook bhavanga sota.
'De onderbewuste geest'. Zie bhavanga; bhavanga sota; bhavanga citta.
'Continuering van het onderbewustzijn'. Zie santana.
'Onderstroom die de staat van het bestaan vormt'; 'onderbewustzijn'. Zie Bhavanga sota — De onderstroom die de staat van het bestaan vormt; viññana kicca.
'De vormende kracht van worden', in de zin van wat het bestaan creëert.
'De bezoedeling van worden' oftewel bestaan, is één van de vier hoofdbezoedelingen. Bhava betekent 'worden' dat gelijk is aan 'het in het bestaan komen'. Zie asava.
'Cultiveren'; 'ontwikkelen'.
'Moet ontwikkeld worden'. Zie S56-011, 4.1-4.3.
'Is ontwikkeld'. Zie S56-011, 4.1-4.3.
'Een persoon met een ingetoomde en gedisciplineerde geest' (een arahat).
Zie bhava.
'Hechten aan het bestaan'. Zie upadana.
A. 'Angst'; 'schrik'; 'vrees'; 'beven'; 'onvrede'; 'wankelen'; 'onzekerheid'; 'verwarring'; 'lafheid'. 'Angst', is een van de 4 verkeerde paden. Voorbeeld: Piya vagga — Dhammapada hoofdstuk 16 — Geliefd. Zie verder agati.
In D31 — Sigalovada Sutta — Advies aan Sigala, somt de Boeddha angst op als een van de vier oorzaken van de vier manieren waarop een kwade daad begaan wordt.
Zie ook Afhankelijkheid en angst; Dhp422 — De eerwaarde Angulimala — Zonder bezoedelingen en onbevreesd.
B. 'Gevaar'; 'calamiteit'. Zie ook adinava.
Angst heeft ook een positieve functie, zie verder pamade bhayadassi; natthi jagarato bhayam.
'Verdeeldheid'; 'inbreuk'; 'geen eenheid'. Zie ook so kayassa bheda param.
'Boeddhistische monnik'. Een volledig ingewijde monnik van de Boeddha wordt een 'bhikkhu' genoemd. 'Bedelmonnik' komt het dichtste bij de betekenis van 'bhikkhu'. Hij is geen priester of intermediair tussen een god en de mens. Hij heeft geen verplichte manier van leven, maar hij is onderworpen aan regels die hij geheel uit eigen beweging naleeft. Hij leidt vrijwillig een leven met minimale behoeften en is ongehuwd. Als hij onbekwaam is het heilige leven (brahma cariya) te leiden, kan hij op elk moment het gele kleed afleggen.
'Boeddhistische non'. Het was de Boeddha die voor het eerst in de wereldgeschiedenis de gemeenschap van nonnen (Bhikkhuni Sasana) stichtte. Vrouwen van alle achtergronden voegden zich bij de gemeenschap. De levens van een groot aantal van deze edele nonnen, hun energieke pogingen om het doel van vrijheid te winnen en hun dankliederen van vreugde door de bevrijding van de geest, zijn opgetekend in de 'Psalmen van de Zusters' (Therigatha). Vrouwen kunnen net zo goed verlichting bereiken als mannen. Een beroemde uitspraak van de Boeddha is: "Sommige vrouwen zijn beter dan mannen." (Itthi pi hi ekacciya seyya).
Het was Ananda die de Boeddha aanspoorde de bhikkhuni sasana te stichten.
'Gemeenschap van nonnen'. Zie bhikkhuni.
Het was Ananda die de Boeddha aanspoorde de bhikkhuni sasana te stichten.
'Bevreesd'; timide'; 'laf'. Een van Mara's legers. Zie Mara; bhaya.
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
'Matig en indachtig eten'. Eten doe je niet uit toegeeflijkheid of om het lichaam te sieren, maar om het lichaam fit en gezond te houden om het heilige leven (brahma cariya) te kunnen leiden. Het is een van de vier beperkingen (catu pariyanta).
'Verlichting'; 'wijsheid'.
Komt Dit item wordt z.s.m. uitgewerkt.
Boom waaronder de Boeddha de Verheven Verlichting bereikte. Plaats: Bodh Gaya, het vroegere Uruvela. Ficus religiosa. Officiele Pali naam: assattha boom. Sri Lanka: asatu. Zie ook nigrodha boom.
De 37 'benodigdheden voor verlichting' of 'toebehoren voor verlichting'. Zie Bodhipakkhiya dhamma — De benodigdheden voor verlichting.
De Boeddha vóór zijn verlichting. Een Bodhisatta is iemand die ooit in een vorig leven de sterke wens had om een Boeddha te worden. Zie o.a. Sumedha; J000. Zie ook paramita.
- Boeddhisme is noch een metafysisch pad noch een ritualistisch pad.
- Het is noch twijfelachtig noch dogmatisch.
- Het is noch een eeuwigdurend-isme noch nihilisme.
- Het is noch zelfkastijding noch zelfzuchtige toegeeflijkheid.
- Het is noch pessimisme noch optimisme, maar realisme.
- Het is noch absoluut dit-werelds noch ander-werelds.
- Het is niet extravert maar introvert.
- Het is niet god-gericht maar mens-gericht.
- Het is een uniek pad van verlichting!
boeddhistische training, de drie aspecten
Wijsheid (pañña) moreel of ethisch gedrag (sila); concentratie (samadhi). Zie ariya atthangika magga.
'Een opwaartse wind' . Het is gewoon een onderdeel van het lichaam. Zie ook scheet; vayo dhatu.
'Factoren van verlichting'. Synoniem: sambojjhanga. Zie satta sambojjhanga.
'Brahma' is een aanduiding voor de hoogste typen van goden. De Boeddha verwijst ook naar mensen van hoog moreel niveau, zoals in Snp3-09.656.
In verscheidene verzen uit bijvoorbeeld hoofdstuk 8 van de Dhammapada, wordt naar Brahma verwezen. De verhalen die de aanleiding waren om verscheidene van die verzen uit dat hoofdstuk uit te spreken, hebben te maken met mensen die vele riten en ceremonies in praktijk brachten met de bedoeling de Brahma wereld (brahma loka) voor zich te verwerven. Wat is de boeddhistische houding omtrent het concept van Brahma en de Brahma werelden?
In de Dhamma Cakka Ppavattana Sutta — Het in beweging zetten van het Wiel der Wet (S56-011), wordt bijvoorbeeld verwezen naar de brahma kayika (zie ook: brahma kayika deva). Verder wordt er door de gehele boeddhistische literatuur heen verwezen naar Brahma, maar in het boeddhistische systeem wordt iemands bevrijding niet gezocht in offergaven aan of aanbidding van goden. De Brahma wereld (Brahma loka) wordt beschouwd als de verblijfplaats van de goddelijke schepper (Maha Brahma). Het idee dat Brahma de goddelijke schepper is, wordt o.a. verworpen in de Bhuridatta Jataka. Deze Jataka openbaart het volgende:
"Hij die ogen heeft kan het walgelijke zien. Waarom maakt Brahma zijn wezens niet correct?"
Alhoewel er een hemelwezen is dat Maha Brahma wordt genoemd, die zelf geloofd dat hij de schepper is, en waarvan de brahmanen (en andere mensen in de wereld) geloven dat hij de schepper is, die Brahma wordt in het boeddhisme wel aanvaart, maar boeddhisten geloven niet dat hij de schepper van de wereld is. Daarentegen onderwijst de Boeddha de wet van het afhankelijk ontstaan (paticcasamuppada).
'Brahma cariya' verwijst naar een puur (kuis) of heilig leven en is in principe een term voor het leven van de monnik. Een lekenvolgeling die de 8 morele regels (zie sikkhapada) op zich genomen heeft, maakt als de derde regel de belofte van kuisheid, dat wil zeggen, volledige onthouding van seksuele relaties. Het hoogste streven en doel van brahma cariya is volgens M029, 'de onwrikbare bevrijding van de geest' (akuppa ceto vimutti).
Zie ook magga brahmacariya.
'Brahma Kayika' staat voor de drie hemelen van de fijnstoffelijke sfeer, (rupa loka), de hoogste goddelijke sfeer. Zie Brahma; brahma kayika deva; deva; Hlp006.
'De hemelse wezens van de Brahma-wereld' die in de eerste 3 hemelen van de fijnstoffelijke wereld (rupa loka) verblijven, welke corresponderen met de 1e meditatieve verdieping (zie jhana). De hoogste heerser onder hen wordt de Grote Brahma (maha brahma) genoemd. Op humoristische wijze wordt er van hem gezegd (D. 11) dat hij zich aldus voordoet: "Ik ben Brahma, de Grote Brahma, de Meest Hoge, de Onoverwinnelijke, de Alwetende, de Heerser, de Heer, de Schepper, de Maker, de Perfecte, de Beschermer, de Beheerder, de Vader van al wat was en van al wat zal zijn." Zie ook deva; Hlp006.
'Brahma-wereld', is een naam in de meest brede zin voor de fijnstoffelijke sfeer (rupa loka) en de onstoffelijke sfeer (arupa loka); alhoewel, in nauwere zin, heeft deze term alleen betrekking op de eerste 3 hemelen van de fijnstoffelijke sfeer. Zie brahma kayika deva; Hlp006.
'Brahma's gevolg'. Zie deva.
'Brahma's ministers'. Zie deva.
Letterlijk: 'goddelijke verblijfplaats' of 'goddelijke sferen'. Ook wel 'grenzeloze staten' en 'verheven bewustzijnsstaten'. Synoniem: appamañña. Zie Brahma vihara — De vier verheven bewustzijnsstaten.
'De ontwikkeling van de vier verheven staten'. Zie Brahma vihara bhavana — De meditatieve ontwikkeling van de vier verheven staten; brahma vihara; jhana; bhavana.
Een brahmaan is voor wat betreft het Indiase kastenstelsel geboren in de priesterkaste en daardoor 'edel van geest', maar in het boeddhisme wordt dit woord gebruikt om een arahat aan te duiden, iemand die de verlichting verwerkelijkt heeft. De Boeddha gebruikte deze term ook vaak om zich aan te passen aan het reguliere woordgebruik waaronder de term werd gebruikt. Maar zoals gezegd wel met een andere betekenis.
In o.a. de Dhammapada hoofdstuk 26 — De brahmaan, wordt duidelijk aangegeven wat de Boeddha onder een brahmaan verstaat. Wanneer vanuit boeddhistisch perspectief gesproken wordt over 'brahmaan', dan wordt daar de arahat mee bedoeld.Het heilige leven (brahma cariya), het hoogste en beste in gedrag, is het celibatair geestelijke leven van de bhikkhu of bhikkhuni. Iemand die vrij is van bezoedelingen, dat is een brahmaan. "Iemand wórdt geen uitgestotene door geboorte, iemand wórdt geen brahmaan door geboorte. Het is door de daad, dat iemand een uitgestotene wordt, het is door de daad, dat iemand een brahmaan wordt." Snp1-07.142
Ook in o.a. Snp3-06 en in Snp3-09 geeft de Boeddha duidelijk aan wat een brahmaan is.
Zie brahma cariya.
'Hogere straf'. Een straf die iemand opgelegd kan krijgen. Dit houdt in dat monniken die persoon eenvoudigweg negeren en niets met hem te maken hebben. Deze straf werd o.a. opgelegd aan Channa vanwege zijn arrogantie. Zie Dhp078.
Zie brahmaan.
Zie brahmaan.
Het brahmanisme was een vedische religie waaruit de eerste vormen van het hindoeïsme zijn ontstaan. Zij hanteren o.a. het kastenstelsel dat door de Boeddha krachtig werd verworpen.
Letterlijk: 'Verlichting'; 'verlicht'. Buddha is het voltooid deelwoord van bujjhati.
'Boeddha-oog'. Buddha cakkhu vormt de kennis van de bezoedelingen en de kennis van de latente neigingen (asayanusaya ñana) en de kennis van domheid en scherpzinnigheid van vermogens (indriya) als geloof (saddha), energie (viriya), indachtigheid (sati), concentratie (samadhi) en wijsheid (pañña).
Dit wordt ook indriyaparopariyattañana genoemd en is ook gelijk aan de vijf krachten, zie bala oftewel de spirituele vermogens (indriya 15-19).
'Leer van de Boeddha'; 'boodschap van de Boeddha'; 'religie van de Boeddha'. Zie ook dhamma vinaya.
Zie ook religie.
'Mediteren op (de kenmerken van) de Boeddha'. Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen; bhavana.
Zie ook Dhp296-301 — De zoon van de houthakker.
'Geschiedenis van de Boeddha's'.
Zie ook
'Degene die intelligent van karakter is'. Zie ook carita.
Nominatief enkelvoud van buddha.
'Wakker worden'; 'wakker zijn'; 'weten'; 'begrijpen'.
'Vrijgevigheid'; 'liefdadigheid'; is een van de 'zegeningen' (sampada), een van de fundamenten (adhitthana), een van de bespiegelingen (anussati), een van de schatten (dhana). Zie A07-006; A08-054.
Verder is het een voorwaarde voor spirituele vooruitgang die de Boeddha adviseert voor lekenvolgelingen. Zie dana.
Caga is een van de 7 schatten (dhana).
'Volbrenging van vrijgevigheid'. Het is een voorwaarde voor spirituele vooruitgang die de Boeddha adviseert voor lekenvolgelingen. Zie A08-054; caga.
'De bespiegeling van vrijgevigheid'. Zie ook caga.
'Wiel'.
De 'ideale' of de 'rechtvaardige koning' overeenkomstig de boeddhistische traditie. Meestal aangeduid als 'een wiel in beweging zettende koning' of 'een universele koning'. Deze koning is een persoon die alleen de leider van de hele wereld is geworden door de kracht van zijn eerder verrichtte goede kamma. Het is een soortgelijk goed kamma als iemand die een samma sambuddha kan worden.
De zeven schatten van deze koning zijn: het wiel-schat, de olifant-schat, het paard-schat, de edelsteen-schat, de vrouw-schat, de rentmeester-schat en de raadgever-schat. Zie M129.
'De basis van het oog'. Zie ayatana B.
'Oog', zie ayatana.
De volgende 5 soorten van 'ogen' die genoemd worden zijn: 1. Het fysieke oog (mamsa cakkhu); 2. het goddelijke oog (dibba cakkhu, zie abhiñña); 3. het oog van wijsheid (pañña cakkhu); 4. het Boeddha-oog (buddha cakkhu); 5. Het oog van allround kennis (samanta cakkhu).
'Het gevoelige oogorgaan'.
Letterlijk: 'oog contact', zie phassa.
'Oogbewustzijn' oftewel 'zien'.
De Candala's zijn de allerlaagsten binnen het kastenstelsel.
'Gedrag'. Zie vijja carana.
'Karakter'; 'natuur'. In Vis 3 worden zes soorten van mensen uitgebeeld: 1. degene die hebzuchtig van karakter is (raga carita); 2. degene die hatelijk van karakter is (dosa carita); 3. degene die dom of stompzinnig van karakter is (moha carita); 4. degene die gelovig van karakter is (saddha carita); 5. degene die intelligent van karakter is (buddhi carita); 6. degene die overdenkend van karakter is (vitakka carita).
'Moraliteit bestaande uit uitvoering en moraliteit bestaande uit vermijding', betekent 'de uitvoering van die morele regels die de Gezegende heeft verordend om te volgen, en het vermijden van die dingen die de Gezegende heeft verworpen als niet te volgen'. Vis 3.
Zie ook sila.
'De Collectie van de Manieren van Gedrag'.
Zie ook
'De vier Edele Waarheden'. Zie Cattari Ariya Sacca — De vier Edele Waarheden; Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
Zie ook Dhp188-192 — Aggidatta de brahmaan; Hoe word ik een echte boeddhist?
'De vier grote elementen', zie dhatu.
'De vier paren van personen'. Zie ook purisayugani.
'Viervoudige morele zuiverheid'. Zie sila.
'De vier beperkingen'; 'begrenzingen', zijn algemene morele regels waar monniken zich aan dienen te houden. Ze hebben betrekking op: 1.zelfbeheersing (samvara sila) 2. beheersing met betrekking tot de zintuigen (indriya samvara sila); 3. matig en indachtig eten (bhojane mattaññuta); 4. toepassing van waakzaamheid (jagiriyanuyoga).
Zie o.a. Snp4-16.
'Analyse van de 4 elementen'. Zie dhatu vavatthana; bhavana.
Een van de zes hemels van de zintuiglijke sfeer: (kamavacara) of (kama loka) is de sfeer waarin wij leven. Hierin leven ook de catumaharajika deva's. Zie deva.
'De vier grote koningen', is een klasse goden van de zintuiglijke sfeer. Zie deva.
'De vier soorten van helder begrip'. Zie sampajañña.
'4e Meditatieve verdieping'. Zie jhana.
'Wilshandeling'; ‘wilsfactor’; 'wil'; 'intentie; 'keuze'; 'opzettelijkheid'. Zie Cetana — Wilshandeling; kamma; paticcasamuppada.
'Mentale factoren'; 'mentale dingen'. Zie Cetasika — Mentale factoren; sankhara.
'Factoren omtrent de Dhamma', d.w.z. het overdenken, bespiegelen van onderwerpen van de Dhamma.
'Mentaal lijden'.
'Mentaal onaangenaam gevoel'. Zie vedana.
'Mentaal aangenaam gevoel'. Zie vedana.
'Object van verering'. Zie ook puja.
'Het doorzien van de geest (van anderen)', is één van de 6 hogere krachten (abhiñña).
Zie ook parassa ceto pariya ñana.
'Bevrijding van de geest'. Zie Ceto vimutti — Bevrijding van de geest; vimutti.
'Intentie'; 'verlangen'; 'wil'.
- Als een ethische, neutrale psychologische term, in de zin van 'intentie', is het een van die algemene mentale factoren (zie cetasika; Tabel II) die in de Abhidhamma onderwezen wordt en waarvan de morele kwaliteit bepaald wordt door het karakter van de wil (cetana) die daarmee samengaat. In het commentaar wordt het verklaard als 'een wens om te doen' (kattu kamyata chanda). Als het intensiever wordt, treedt het ook op als een 'overheersende voorwaarde', zie paccaya 3.
- Als een slechte kwaliteit heeft het de betekenis van 'begeerte', en is het vaak gekoppeld aan termen als 'sensualiteit', 'hebzucht', etc., bijvoorbeeld: 'zintuiglijk verlangen' (kamacchanda), een van de vijf hindernissen (pañca nivarana), 'hartstochtelijk verlangen (chanda raga) (zie kama). Het is één van de 4 verkeerde paden, zie agati.
- Als een goede kwaliteit is het een rechtvaardige wil of ijver (dhamma chanda) en verschijnt het bijvoorbeeld in de formule van de vier inspanningen (zie padhana): "De monnik wekt zijn wil op (chandam janeti) (...)." Als het intensiever wordt, is het één van de 4 wegen naar kracht, zie iddhi pada.
Hartstochtelijke begeerte, zie kama; chanda.
'Concentratie van de wil', is een van de 4 wegen van kracht (iddhi pada).
'Zal terzijde geworpen worden'. Zie Dhp041 — De eerwaarde Tissa met het stinkende lichaam.
Zie pañña.
Letterlijk: 'staat van de geest' of exacter 'staat van bewustzijn'. Het feit dat alle dingen opkomen (uppada) en vergaan (vaya), geldt ook voor de staat van de geest. Elke staat verandert continu van toestand (thitassa aññatattam). Geen enkele staat van de geest is gelijk aan een andere staat.
Elk van de 89 soorten van bewustzijn is een 'staat', een 'toestand', zie Tabel I. Deze staat wordt geconditioneerd door de overige groepen van hechten. In de sutta's verwijst de Boeddha met citta ook vaak naar 'de geest'. Voor meer toelichting, zie ook mano.
'Bewustzijn en haar factoren'.
'Aanpassingsvermogen van de geest'. Zie kammaññata.
'Vlotheid van de geest'. Zie lahuta.
'Flexibiliteit van de geest'. Zie muduta.
'Vaardigheid van de geest'. Zie paguññata.
Een van 'de 4 elementen van de inspanning voor zuiverheid'. Zie parisuddhi padhaniyanga.
'Kalmte van de geest'. Zie passaddhi.
'Concentratie van de geest', is een van de 4 wegen van kracht (iddhi pada).
Zie sankhara A.1.
'Continuïteit van bewustzijn', zie santana.
'De continuïteit van bewustzijn', zie santana.
'Oprechtheid van de geest'. Zie ujukata.
'Verdraaiing van de geest'. Zie vipallasa.
'Zuivering van de geest'.
'Proces van bewustzijn'; 'waarnemingsproces'; 'cognitieve opeenvolgingen'. Zie viññana kicca voor de 14 functies van bewustzijn.
Zie viveka.
'Aanlokkelijk opgemaakt'. Zie Dhp147 — Sirima de courtisane.
'Indachtigheid van de geest', is een van de vier fundamenten van indachtigheid. Zie de rubriek Indachtigheid van de geest — Cittanupassana op Satipatthana — De meditatie van indachtigheid.
'Geestelijke eenheid'. Zie ekaggata.
Zie upakkilesa.
'Stationaire fase van de geest'. Zie nama.
Zie Conditionering.
Conditionering houdt in dat we door een bepaalde conditie, toestand of gebeurtenis, 'worden zoals die conditie, toestand of gebeurtenis' en/of die toestand handhaven, overnemen. Binnen de boeddhistische Leer is conditionering de allesbepalende factor die innerlijke vrijheid blokkeert. Je kunt de pagina Conditionering lezen voor meer, maar de link in de tip hieronder schetst een ruimer beeld.
Opvolgende kernpagina's
'Wie de Dhamma ziet, ziet mij', zei de Boeddha. Maar hoe kun je de ware Dhamma zien tussen alles wat hierover geschreven is door mensen met uiteenlopende opvattingen? Leer op een eenvoudige en opbouwende manier het hart kennen van wat de Boeddha werkelijk heeft onderwezen. De kern van de boeddhistische Leer. Voor dit doel zijn speciale opvolgende kernpagina's gegroepeerd die te vinden zijn op De beëindiging van conditionering.
Zie conformisme.
Conformisme is het zich aanpassen aan een traditionele cultuur van een bepaalde samenleving of groep mensen. Hierdoor ga je de gebruiken, opvattingen en gewoonten van die samenleving overnemen. Je gedraagt je dan conform een ander; je manier van denken en doen is dan overeenkomstig wat anderen denken en doen. Dit noemen we ook wel 'worden' omdat je door het gedrag van anderen over te nemen, niet jezelf kunt zijn. Een waar boeddhist is waakzaam hetgeen acties echter maakt en je jezelf kunt zijn. Iemand die het boeddhistische Pad echt verstaat conformeert zich niet aan de gekte van de wereld.
Zie ook revolutionair; conditionering; Inzicht meditatie.
Contemplatie betekent het 'bespiegelen', het 'indachtig zijn'; het 'overdenken', het 'in beschouwing nemen' van essentiele dingen in het leven. Het Pali word is anupassana.
Cruciaal betekent dat iets van elementair belang is, dat het een sleutelrol speelt bij het verdere verloop van zaken, of waar rekening mee moet worden gehouden bij het nemen van verdere beslissingen.
'Dood'; 'sterven'. Zie ook cuti citta.
'Dood bewustzijn', letterlijk 'vertrekkend bewustzijn', is een van de 14 functies van bewustzijn (viññana kicca).
Is gelijk aan cutupapata ñana.
'De kennis van de verdwijning en verschijning' (van wezens) is identiek aan het goddelijk oog (dibba cakkhu). Het is één van de 6 hogere krachten (abhiñña) (5).
Ook gebruikt voor cutupapata ñana: yatha kammupaga ñana.
Zie ook
'De lepel'. Zie Dhp064 — De eerwaarde Udayi.
'Giften waardig'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
'Vrijgevigheid'; 'mildheid'; 'daad van liefdadigheid'. Zie Dana — Vrijgevigheid; caga; puñña kiriya vatthu.
Zie ook Dhp177 — Ongeëvenaarde liefdadigheid; dhana.
'Perfectie van vrijgevigheid'. Zie paramita.
'Tien perfectheden' (van de Boeddha), zie paramita.
Zie puñña kiriya vatthu.
'De tien regels van moraliteit'.
Zie ook
- Sikkhapada — De boeddhistische morele regels
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: sikkha; uposatha.
De tien krachten van een Volmaakte; of, hij die de tien krachten bezit, bijvoorbeeld de Boeddha. Over hem is gezegd (bijvoorbeeld in M012; A10-012):
"Daar monniken, begrijpt de Volmaakte overeenkomstig de realiteit het mogelijke als het mogelijke, en het onmogelijke als het onmogelijke (...) het resultaat van verleden, heden en toekomstige handelingen (...) het pad dat naar het welzijn van allen leidt (...) de wereld met haar vele verschillende elementen (...) de verschillende neigingen in wezens (...) de hogere en lagere vermogens in wezens (...) de bezoedeling, zuiverheid en de ontplooiing omtrent de meditatieve verdiepingen, bevrijdingen, concentratie en verworvenheden (...) zich vele vorige geboorten herinnerend (...) het doordringen met het goddelijke oog van hoe wezens verdwijnen en weer verschijnen overeenkomstig hun handelingen (kamma) (...) winst, door de uitblussing van alle bezoedelingen (…) 'de bevrijding van de geest' (ceto vimutti) en 'de bevrijding door wijsheid' (pañña vimutti) (...)."
- 'Zien (de functie van het oog)'.
- 'Visie'.
- Het is een term voor het bereiken van de eerste graad van heiligheid (ariya puggala) omdat men dan 'begint te zien'.
'Prediking'; 'uiteenzetting'.
'Hemelse wezens'; 'goddelijke wezens'. Zie Deva — Hemelwezens die in de gelukkige sferen leven; avacara; jhana.
Zie ook Dhp181 — De terugkeer van de Boeddha van de Tavatimsa deva wereld.
'Goddelijke boodschappers'; 'hemelse boodschappers', is een symbolische naam voor ouderdom (jara), ziekte (vyadhi) en dood (marana) omdat deze drie dingen de mens aan zijn toekomst doen herinneren en hem aanzetten tot een vastberaden streven.
Siddhatta zag drie 'hemelse boodschappers' voordat hij de wereld verzaakte: ziekte, ouderdom en dood. De tegenstellingen hiervan zijn jeugd (yobbanamada), gezondheid (arogyamada), leven (jivitamada). Door het zien van de drie boodschappers van het lijden, werd de prins diep geraakt en walgde hij van de instabiliteit van jeugd, de instabiliteit van gezondheid en de instabiliteit van het leven. Zie o.a. A03-035; M130.
'De wereld van hemelse wezens'. Zie deva; avacara.
'Van goden (deva) en mensen (manussa)'. De Boeddha is 'De leraar van goden en mensen' (sattha devamanussanam).
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
'Een van de vijfvoudige Mara'. Zie Mara.
Devata is een abstract zelfstandig naamwoord gebaseerd op deva, maar in de Nikaya's wordt het steevast gebruikt om bepaalde hemelse wezens aan te duiden, net zoals het Engelse woord 'godheid', oorspronkelijk een abstract zelfstandig naamwoord dat de goddelijke natuur betekent, normaal gesproken de oppergod van theïstische religies of een individuele god of godin van polytheïstische religies aanduidt. Hoewel het woord vrouwelijk is, komt het geslacht van het abstracte achtervoegsel '-ta' en hoeven de devatta's niet noodzakelijkerwijs vrouwelijk te zijn. De teksten geven zelden hun geslacht aan en misschien soms buiten seksuele differentiatie.
Het woord devata komt bijvoorbeeld voor in Snp2-04 — Maha Mangala Sutta — De hoogste zegeningen: 'Toen de nacht al ver gevorderd was, kwam er een zekere devata (…)'
'Bespiegeling van hemelwezens'.
'Goddelijkheid'. Zie ook devata; deva.
Letterlijk: 'drager'. De conditie of natuur van een ding (eigenschap/kenmerk); een verschijnsel; een fenomeen; een norm; voorwaarde; natuurwet; doctrine (de Leer van de Boeddha); gerechtigdheid; rechtvaardigheid; rechtschapenheid; kwaliteit; ervaring; mentaal object (zie ayatana B.). Voor al deze betekenissen wordt het woord dhamma in de teksten gevonden.
De Dhamma als de bevrijdende wet, die ontdekt en verkondigd is door de Boeddha, wordt opgesomd in de vier Edele Waarheden (zie S56-011; sacca). Dhamma vormt een van de Drie Juwelen (ti ratana), en een van de tien bespiegelingen (zie anussati).
Als mentaal object (dhammayatana, zie ayatana B.), kan dhamma alles zijn m.b.t. het verleden, heden of de toekomst, lichamelijk of mentaal, geconditioneerd of niet (overeenkomstig A.4 in Sankhara — Algemene info over mentale formaties), echt of denkbeeldig.
Eerste toespraak van de Boeddha, zie S56-011.
'Het oog dat de waarheid ziet'.
'Een rechtvaardige wil of ijver'. Zie chanda.
'Geestesobject element', is een van de 18 elementen, zie dhatu B.
'Aanbidding door beoefening van de Dhamma'. Zie ook puja.
'Begeerte naar mentale objecten' en/of gehechtheid aan dogma's. Zie tanha.
'Onderzoek naar de waarheid'; 'onderzoek naar staten', is een van de 7 factoren van verlichting (bojjhanga). Volg daar de pagina Satta sambojjhanga — De zeven factoren van verlichting voor uitgebreide uitleg.
'Verlichtingsfactor van onderzoek naar waarheid'. Zie dhamma vicaya.
'Leer en Discipline', verwijst naar de Leer (Dhamma) die de Boeddha onderwijst en de regels (Vinaya) die vastgelegd zijn in de Vinaya Pitaka.
'Dhamma Vinaya' is de oorspronkelijke term die de Boeddha gebruikte om naar zijn religie te verwijzen oftewel 'de boodschap van de Boeddha' (Buddha Sasana). Tegenwoordig wordt gewoonlijk de term Theravada gebruikt.
'Spirituele gift', d.w.z. het verkondigen van de Dhamma. Zie ook dhammadesana.
'Het verkondigen van de Leer', is een van de 'bases van verdienstelijke daden' (puñña kiriya vatthu).
'Iemand die bedreven is in de Dhamma'. Zie Dhp259 — Ekudana de arahat.
'De eigenschap'; 'het kenmerk'. Zie dhamma.
Deze term houdt in dat de kennis van de verschillende leerstellingen elk een andere mentale staat vertegenwoordigt. Daarom kunnen meerdere leerstellingen nooit als de beste worden beschouwd.
'Indachtigheid van de (onderwerpen) van de Dhamma', is een van de vier fundamenten van indachtigheid. Zie de rubriek Indachtigheid van mentale objecten — Dhammanupassana op Satipatthana — De meditatie van indachtigheid.
Letterlijk: 'De ontwikkeling van indachtigheid van de (onderwerpen) van de Dhamma.' (Bhavana is ontwikkelen oftwel meditatie.) Een van de vier fundamenten van indachtigheid. Zie de rubriek Indachtigheid van mentale objecten — Dhammanupassana op Satipatthana — De meditatie van indachtigheid.
Zie ook Dhp296-301 — De zoon van de houthakker.
'De Dhamma-devoot', is een van de zevenvoudige groepering van edele personen. Zie Ariya puggala — Edele personen B.
'Het bespiegelen van de Leer'. Zie ook dhammanussati bhavana.
'Mediteren op (de kenmerken van) de Dhamma'. Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen; bhavana.
Deze term bestaat uit dhamma + anuvatti.
Dhammanuvatti betekent: 'handelen overeenkomstig de Leer' oftewel 'iemand die de Leer beoefent'. Om de Leer te kunnen beoefenen wordt de Leer uiteraard bestudeerd a.d.h.v. de woorden van de Boeddha. Zo kunnen de instructies van de Leraar worden opgevolgd en in praktijk worden gebracht. Zie pariyatti.
Dat er een groot verschil is tussen de niet-geïnstrueerde wereldling en de geïnstrueerde edele discipel, maakt de Boeddha o.a. duidelijk in A08-006 — Lokavipatti Sutta — De wisselvalligheden van het leven.
Zie ook Dhp085-086 — De Dhamma luisteraars.
'Zij die de Leer beoefenen'. Zie dhammanuvatti.
'Het Pad van Waarheid'.
Zie ook
- Dhp000 — Het Pad van Waarheid — Dhammapada
- Div002 — Ti Pitaka, de boeddhistische Pali canon
'Analytische kennis van de wet' (dhamma). Zie patisambhida.
'Hij die de essentie van de Dhamma indrinkt leeft gelukkig'. Zie Dhp079 — De eerwaarde Maha Kappina.
'Mentaal object'; 'geestesobject'. Zie arammana.'Luisteren naar de Leer', is een van de 'bases van verdienstelijke daden' (puñña kiriya vatthu) en een voorwaarde voor het in de stroom treden (sotapattiyanga).
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
'Onderzoek naar waarheid'; 'de waarheid zoeken'. Zie bojjhanga; sampajañña
'De basis van een mentaal object'. Zie ayatana B.
'De Leer van de Boeddha en zij die de Leer beoefenen'. Zie dhammanuvatti.
Zie ook Dhp085-086 — De Dhamma luisteraars
'Schatten'. Een term voor de volgende 7 kwaliteiten: 1. geloof (saddha); 2. moraliteit (sila); 3. morele schaamte (hiri); 4. morele vrees (ottappa); 5. geleerdheid (suta); 6. vrijgevigheid (caga); 7. wijsheid (pañña). A07-005; A07-006.
Zie ook dana.
'Elementen'. Zie Dhatu — Elementen; dhatu vavatthana.
'Analyse' of 'bepaling van de 4 elementen'. Zie Dhatu vavatthana — Analyse van de vier elementen.
'Het bespiegelen van materiële elementen'.
Letterlijk: 'middelen om (de bezoedelingen) af te schudden'; 'middelen van zuivering', 'ascetische of sobere beoefening'. Zie Dhutanga — Ascetische beoefening.
'Stabiel'; 'bestendig'. Het is ook een ander woord voor Nibbana, zie accutam thanam. Het tegenovergestelde is adhuva.
'Goddelijk oog', is één van de 6 hogere krachten (abhiñña) (5).
Zie ook
'Goddelijk oor', is één van de 6 hogere krachten (abhiñña).
'Hemelse verblijfplaats'. Zie vihara.
'Collectie van lange toespraken'.
Zie ook
- D00 — Collectie van lange toespraken — Digha Nikaya
- Div002 — Ti Pitaka, de boeddhistische Pali canon
'Kamma dat rijpt tijdens het leven'.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, A.1.
'De bezoedeling van meningen' oftewel opvattingen, is één van de vier hoofdbezoedelingen. Zie asava.
'Visie'; 'mening'; 'kijk'; 'geloof'; 'speculatieve opvatting', 'verkeerde inzichten in psychologische zaken'. Zie Ditthi — Speculatieve opvattingen, bron van verkeerde en kwade aspiraties; titthayatana; tanha.
Zie ook Dhp294-295 — De eerwaarde Lakuntaka Bhaddiya — De moord op vader en moeder; A03-061 — Tittha Sutta — Dwaalleren.
'De gehechtheid aan meningen'. Zie ditthi en o.a. A04-010.
'De misleiding van meningen'. Zie ditthi en o.a. A04-010.
'Het zich verheugen in meningen'. Zie ditthi en o.a. A04-010.
'Het fundament van meningen'. Zie ook nissaya.
'Moraliteit gebaseerd op verkeerde opvattingen'. Zie nissaya.
'Moraliteit gebaseerd op meningen'. Zie ook nissaya.
'De overstroming van meningen' oftewel opvattingen, staat voor één van de vier hoofdbezoedelingen en is daarmee gelijk aan. Zie asava; ogha.
'Het voeden van meningen'. Zie ditthi; parilaha en o.a. A04-010.
ditthi parisuddhi padhaniyanga
Een van 'de 4 elementen van de inspanning voor zuiverheid'. Zie parisuddhi padhaniyanga.
'De dorst naar meningen'. Zie ditthi en o.a. A04-010.
'De inzicht verwerver' is een van de zevenvoudige groepering van edele personen. Zie Ariya puggala — Edele personen B.
'De hartstocht naar meningen'. Zie ditthi en o.a. A04-010.
'Begiftigd met inzicht'. Zie ook ditthi.
'Het kleven aan meningen'. Synoniem: ditthi sneha. Zie ditthi en o.a. A04-010.
'Hechten aan meningen', is een van de 4 soorten van hechten (ook upadana).
'Verdraaiing van visie'. Zie vipallasa.
'Afwijking van begrip'. Zie ook vipatti.
'Zuivering van visie', is de 3e van de 7 stadia van zuivering. Zie visuddhi.
'De band van meningen' oftewel opvattingen, staat voor één van de vier hoofdbezoedelingen en is daarmee gelijk aan. Bhava betekent 'worden' dat gelijk is aan 'het in het bestaan komen'. Zie A04-010; asava.
'De verbreking van de band van meningen', zie A04-010.
'Theorie'; 'leerstelling'; 'geloof'. Letterlijk: 'Wat is (of gaat) volgens een theorie'. Het verwijst naar de diverse leerstellingen die gebaseerd zijn op meningen (ditthi).
'Het ordenen van je inzichten', is een van de 'bases van verdienstelijke daden' (puñña kiriya vatthu).
'Hechten aan meningen', is een van de 4 soorten van hechten. Zie upadana.
'Smart'; 'verdriet'; 'mentaal lijden'. Bekijk de definitie van smart in D22.
Het is, zoals ook uit de woorden van de Boeddha blijkt, het mentale pijnlijke gevoel. Het is een van de 5 gevoelens (vedana) en een van de 22 vermogens (indriya). Volgens de Abhidhamma wordt verdriet altijd geassocieerd met antipathie en wrok, en is daarom karmisch onheilzaam (akusala). Vergelijk (Tabel I 30; 31)
'Smart'; 'verdriet'; 'mentaal lijden'. Zie ook upayasa.
'Haat'; 'kwaadaardigheid', is een van de drie immorele wortels (mula). Dosa is de ethische betekenis van haat, maar psychologisch bekeken betekent het 'het heftige inslaan van de geest op een object', dat wil zeggen, een conflict. Synoniemen zijn: afkeer, strijdigheid (patigha); kwade wil (vyapada); woede (kodha).
Het is een van de koersen van handeling (kamma patha).
'Degene die hatelijk van karakter is'. Zie ook carita.
'Uitblussing van haat'.
'Vergelijkbaar haat'. Zie Dhp251 — De vijf lekenvolgelingen met de vijf verschillende interesses.
'Slecht gedrag'; 'verkeerde daad' is drievoudig: 1. via het lichaam (kaya duccarita); 2. de spraak (vaci duccarita); 3. via de geest (mano duccarita). Zie kamma patha.
Letterlijk: 'Pijnlijke koers' (van bestaan). Zie gati.
Zie patisandhi B.
'Lijden'; 'ellende'; 'onbevredigend'; 'onvolkomenheid'; 'onvolmaaktheid'; 'incompleetheid'; 'ongenoegen'; 'onbehagen'; 'stress'; 'probleem'; 'leegte'; 'holheid' etc. Het is een van de drie kenmerken van het bestaan. Zie ti lakkhana; dukkhata.
'De Edele Waarheid van lijden'. Zie S56-011.
'Het gewone alledaagse lijden'. Zie dukkhata.
'De Edele Waarheid van de opheffing van lijden'.
dukkha nirodha gamini patipada ariya sacca
'De Edele Waarheid van het Pad dat leidt tot de opheffing van lijden'.
'Het inzicht dat alles in de wereld eindigt in lijden'.
'De Edele Waarheid van de oorzaak van lijden'.
'Onaangenaam gevoel'. Zie vedana.
dukkhanirodhagamini patipadaya ñana
'Het Pad begrijpen dat leidt naar de opheffing van lijden'.
'De opheffing van lijden begrijpen'.
'Contemplatie van lijden', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; dukkha.
'De oorzaak van lijden begrijpen'.
'De staat van lijden'; 'onaangenaamheid'; 'pijnlijkheid'; 'de onbevredigende aard van het bestaan'; etc. Zie Dukkhata — De staat van lijden; ti lakkhana; sankhatalakkhanani.
'Begrijpen wat lijden is'.
'Wat pijnlijk is beschouwen als geluk'. Zie vipallasa.
2e meditatieve verdieping. Zie jhana.
Zie patisandhi B.
'Iedereen uitnodigen om het te komen bekijken, open voor iedereen'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
'Kom en zie'.
Een van de kenmerken van de Dhamma. Zie avecca pasada.
'Eén'.
'Degene die nog maar één keer ontkiemt', is een klasse sotapatti.
'Geestelijke eenheid'. Zie samadhi.
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
'De enige weg'. Zie Ekayana — De enige weg; satipatthana.
Een equivalent is een woord van exact dezelfde betekenis. En wat is een synoniem?
Essentieel betekent dat iets fundamenteel noodzakelijk is, onmisbaar is, onontbeerlijk is, elementair is, heel belangrijk is, cruciaal is.
'Aldus heb ik gehoord'. Toespraken die op deze manier beginnen zijn kenmerkend voor de wijze waarop Ananda, de neef en meest geliefde discipel van de Boeddha, de toespraken verhaalde die hij gehoord had. Zie Ananda voor meer over deze bijzondere Thera.
'Aldus is bevrijding', d.w.z. bevrijding van bezoedelingen en bevrijding van toekomstige geboorten. Zie o.a. D16.1.16.
Evolueren heeft meerdere betekenissen, maar op STI bedoelen we waar evolueren hoofdzakelijk voor staat en dat is 'Het geleidelijk aan ontwikkelen'.
Fenomenologie is de leer die wil trachten zonder enig vooroordeel de dingen te leren kennen zoals zij zich voordoen.
Letterlijk: 'gaan naar'.
'Bouwer van dit huis'. Zie gahakarakam.
'De huizenbouwer'. Zie Gahakarakam — Het ontdekken van de huizenbouwer; samsara; kamma; paticcasamuppada; tanha.
'Leidt tot'.
'Geur'.
'Begeerte naar geur'. Zie tanha.
A. Hemelse muzikant. Zie deva.
B. Metaforisch bedoeld: een hemelwezen dat toekijkt tijdens de seksuele gemeenschap van man en vrouw en geboren wordt vanwege die gelegenheid. Voor meer, zie okkanti.
'Geur kamer'. Een speciale kamer voor de Boeddha gebouwd door Anathapindika, in het Jetavana klooster. Wanneer de Boeddha niet aanwezig was hingen de mensen bloemen, wierook en dergelijke bij de ingang van de geur kamer, vandaar de naam. Later kregen de andere kloosters ook een geur kamer.
'De basis van reuk'. Zie ayatana B.
Rivier de Ganges (Ganga). Heilig voor de hindoes.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, C.1.
Zie accanta dussilyam.
'Vers'.
Letterlijk: 'gaan naar'; 'verloop van het bestaan', oftewel de koers, de lotbestemming, de bestemming. "Er zijn 5 koersen van bestaan: de hel (niraya), de dierenwereld (tiracchana yoni), de geestenwereld (peta loka), de mensenwereld (manussa loka), de hemelse werelden (deva loka)." D33; A11-068
Van deze behoren de eerste drie tot de pijnlijke staten (duggati, zie apaya), de laatste twee tot de gelukkige verlopen (bestemmingen) (suggati).
Mensen die zich inlaten met kwade dingen, worden, afhankelijk van wanneer hun kamma rijpt (zie M136), na hun dood geboren in pijnlijke plaatsen. Omdat die plaatsen de slachtoffers doen lijden, worden deze duggati genoemd. In tegenstelling tot deze plaatsen van ellende, zijn de suggati, plaatsen van zegening. Zij die zich op deugdzame manieren gedragen, worden eventueel in deze plaatsen geboren.
Voor meer over de sferen, zie avacara.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, C.3.
Zie conditionering.
Zie De verwoestende gevolgen van geest verdovende medicijnen.
Men zegt dat de Boeddha in de zes jaren tijdens zijn zoektocht naar een begraafplaats ging waar de doden gecremeerd werden en dat hij daar versleten, afgedankte kleren van de doden zocht die hij, na deze te hebben gewassen, aantrok. In die tijd was dat de gepaste kleding voor een asceet. Om een passend kledingstuk te verkrijgen, moesten vaak stukken stof aan elkaar gezet worden. Men zegt dat dit de rede is waarom het gewaad van de monnik c.q. non, uit aan elkaar genaaide lappen bestaat.
'Neus'. Zie ook ayatana B.
Letterlijk: 'neus contact', zie phassa.
'Dingen zien als een vaste massa of een heelheid'.
'Neusbewustzijn' oftewel 'ruiken'.
'De basis van de neus'. Zie ayatana B.
'Genieters van zintuiglijke plezieren'. Zo noemde de Boeddha zijn lekenvolgelingen.
Zie ook
'Zomerseizoen'.
'Helder begrip omtrent het domein van meditatie'. Zie sampajañña.
Rivier de Godhavari. Geen toelichting.
Familienaam van de Boeddha van dit tijdperk. Sakya was de naam van zijn stam. Zie Boeddha Gotama.
'Volwassen'; 'volgroeid'. Zie Gotrabhu — De volwassene.
Zie gotrabhu.
'Impulsmoment van volwassenheid'. Zie javana.
'Hart als fysieke basis' van het mentale leven.
Het is duidelijk dat de Boeddha beslist niet een specifieke basis voor het bewustzijn heeft toegewezen, zoals hij wel gedaan heeft met de andere zintuigen (oog, oor, neus, tong, lichaam). Het was de cardiale theorie (de opvatting dat het hart de zetel van het bewustzijn is) die in zijn tijd de overhand had, en dit werd klaarblijkelijk ondersteund door de Upanishads (verhandelingen binnen het hindoeïsme). De Boeddha had deze populaire theorie kunnen aanvaarden, maar dat heeft hij heel duidelijk niet gedaan.
Volgens de commentaren en (daarom) zelfs volgens de algemene boeddhistische traditie (omdat dit wordt overgenomen van de commentaren), vormt het hart de fysieke basis (vatthu) voor bewustzijn. Echter, nergens in de canonieke teksten en zelfs niet in de Abhidhamma Pitaka (de Hogere Leer), is een dergelijke basis ooit aangewezen. Men dient er altijd rekening mee te houden dat commentaren — die dus niet van de hand van de Boeddha zelf zijn — incorrectheden kunnen bevatten. Omdat commentaren doorgaans zeer zuiver zijn, wordt niet altijd rekening gehouden met het feit dat ze ondanks dat toch tekortkomingen kunnen bevatten. Dit is de reden waarom in de algemene boeddhistische traditie een commentaar blindelings wordt aangenomen, wat natuurlijk fout is.
Ook zijn er woorden waardoor mensen zich op een zijspoor laten begeven. Bijvoorbeeld: in de Patth verwijst de Boeddha naar de basis van bewustzijn in zulke indirecte termen als 'yam rupam nissaya' (afhankelijk van dat materiële ding), zonder positief te beweren of die rupa ofwel het hart (hadaya) of het brein was. Maar volgens de opvattingen van commentatoren als de eerbiedwaardige commentatoren Acariya Buddhaghosa en Acariya Anuruddha, is de basis van het bewustzijn beslist het hart. Het moet duidelijk zijn dat de Boeddha deze oude populaire harttheorie niet heeft aanvaard of verworpen.
Volgens de Pali commentatoren levert het hart dus de fysieke ondersteuning voor elk soort van bewustzijn. Maar dit is in tegenstelling tot wat de Boeddha leert volgens de wet van het afhankelijk ontstaan (paticcasamuppada). Bovendien wordt in de canonieke Abhidhamma de hart-basis niet vermeld. In Patth wordt eenvoudigweg gesproken over "het fysieke ding waar het geesteselement en het geestesbewustzijn (mano viññana) van afhangt, verschijnt (…)" (yam rupam nissaya mano dhatu ca mano viññana dhatu ca vattanti, tam rupam). De commentaren, echter, specificeren onterecht vervolgens 'dat fysieke ding' als de hart-basis, een holte die is gelegen in het fysieke hart.
Voor een nadere beschrijving, zie Vis 8: 111 (wat dus incorrect is).
M038 is een heel mooie toespraak waarin de Boeddha uitlegt dat bewustzijn niet ontstaat zonder een voorwaarde.
'Vreugde'; 'vrolijkheid'; 'opgewektheid'. Zie hasituppada citta.
Letterlijk: 'bewustzijn dat vreugde (een glimlach) voortbrengt', wordt aangetroffen in AbhS als een naam voor het vreugdevolle geestesbewustzijn element (mano viññana dhatu, Tabel I 72) dat onafhankelijk van kamma ontstaat als een functioneel bewustzijn. Het is alleen in de arahat aanwezig. Dit type van bewustzijn (de glimlach van de Boeddha) komt vaak voor in de sutta's. Zie ook hasituppada.
'Winterseizoen'.
Zie Mogelijke oorzaken en herstel van hersenbeschadiging.
'Wortel'; 'oorzaak'. Zie Equivalent: mula.
'Wortel voorwaarde', is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Schadelijkheid'; 'gewelddadigheid'; 'wreedheid'. Het tegenovergestelde van ahimsa.
'Inferieur'; 'laag'.
V.w.b. fenomenen staat in Dhs:
Hina dhamma, majjhima dhamma, paṇita dhamma.
Lage verschijnselen, middelmatige verschijnselen, voortreffelijke verschijnselen.
Zie ook panita.
Rivier de Hiranyavati. Aan deze rivier ligt Kusinagar.
'Morele schaamte'; 'geweten'; 'bescheidenheid'. Dat wil zeggen, door schaamte gaan aarzelen om kwade dingen te doen waarvoor men zich zou moeten schamen wanneer ze uitgevoerd worden. Hier tegenover staat de immorele factor ahirika. Zie cetasika; Tabel II.
Hiri is een van de 7 schatten (dhana) en een van de 'dingen die de wereld beschermen' (lokapala dhamma).
'Bruikbaar'; 'voordeel'; 'vriendelijk'. Het tegenovergestelde is ahita.
'Is'; 'zijn'; 'bestaat'; 'aldus'; 'heeft'.
(namo tassa bhagavato arahato samma sambuddhassa: Hulde aan de gezegende, de volmaakte, de volledig verlichte). Het Pali woord voor hulde is 'vandana'.
'Verzoening'; 'offergave'.
Dit gebruik duidt in het algemeen op de offergave die gedaan wordt door niet-boeddhisten. Ten tijde van de Boeddha werd de vuur aanbidding omschreven als hutam. In de Vedische literatuur van het oude India, werd melk in het vuur gegooid ter verzoening met de Vuur God. Dit werd omschreven als hutam.
Zie Dhp106 — De eerwaarde Sariputta's oom; Dhp107 — De eerwaarde Sariputta's neef.
Zie ook aggihutta.
'Verlangen'; 'wens'.
'Kracht'; 'magische kracht'. Zie Iddhi — Kracht; iddhi pada.
'Wegen naar kracht'; 'wegen naar succes'. Zie Iddhi pada — De wegen naar kracht; bodhipakkhiya dhamma.
'Magische krachten', is één van de 6 hogere krachten (abhiñña).
Zie zelfidentificatie.
A. 'In deze Leer'; 'in dit verband'.
B. 'Nu'; 'in deze wereld'; 'in dit huidig bestaan'.
'Leer van voorwaardelijkheid'.
Een illusie is een schijnbare werkelijkheid of een onjuiste interpretatie van de werkelijkheid gebaseerd op iemands waarnemingen via de zintuigen.
'De aard van of veroorzaakt door een illusie'.
'Wat je gelooft maar niet waar is'; 'alleen in de verbeelding bestaand'; 'bedrieglijk'; 'denkbeeldig'; 'fantastisch'; 'gewaand'; 'hersenschimmig'; 'imaginair'; 'misleidend'; 'niet werkelijk bestaand'.
Zie ook illusie.
'Heerschappij' of 'controle'. Indra is ook de naam van een hindoe god. De Boeddha verwijst ook naar mensen van hoog moreel niveau, zoals in Snp3-09.656.
'Vermogens'; 'bepalende vermogens'. Indriya — Vermogens.
'Vermogens voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Evenwichtigheid'; 'balans'; 'harmonie van de vermogens'. Zie Indriya samatta — Evenwichtigheid van de vermogens.
'Beheersing met betrekking tot de zintuigen', is een van de 4 soorten moraliteit die bestaan uit zuivering (catu parisuddhi sila). Zie sila.
Het is ook een van de vier beperkingen (catu pariyanta).
Een andere naam voor indriya samvara sila is samvara suddhi.
'De kennis van domheid en scherpzinnigheid hebben omtrent vermogens als geloof, energie, indachtigheid, concentratie en wijsheid' (bala). Zie ook buddha cakkhu.
'Het bewaken van de zintuigpoorten'. Wanneer iemand hieromtrent in gebreke is, zal de geest bezoedelen.
'Verstoring'; 'verwarring'; 'bewogen'; 'emotie'. Doorgaans wordt verwezen naar 7 verstoringen: raga, dosa, moha, mana, ditthi, kilesa en duccarita.
De term iñjita komt o.a. voor in Snp3-12, Verstoringen als een voorwaardelijke conditie (paccaya).
Letterlijk: 'manieren van beweging'; 'houdingen van het lichaam', d.w.z. lopen, staan, zitten, liggen. In de satipatthana training vormen ze een onderwerp van contemplatie en oefening in indachtigheid.
'Afgunst', is een karmische immorele (akusala) mentale factor, die zo nu en dan samengaat met het in haar geworteld bewustzijn. Zie cetasika; Tabel II. Wordt uitgelegd in Pug. 55.
Het is een gebrek aan waardering of afwezigheid van de neiging anderen geluk te wensen omtrent het succes in hun leven. Het betekent ook het zichzelf steeds opstellen om gebreken bij anderen op te sporen waardoor de eigen gebreken worden omzeild. Dit moet niet verward worden met de berispingen en waarschuwingen van een goed leraar naar een leerling toe, of gewoon iemand die positief berispt, omdat deze niet de bedoeling heeft iemand anders te beledigen, maar om de weg te wijzen.
Issa is een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa.
'Inderdaad'; 'zeker'.
'Aldus is Gezegd'.
Zie ook
'Aantrekkelijk'; 'welkom'; 'aangenaam'; 'prettig'. Het tegenovergestelde is anittha.
Zie ittha.
'Vrouwelijkheid'.
'Het vermogen vrouwelijkheid'. Zie indriya.
'Waakzaam zijn'; 'wakker zijn'. Zie o.a. natthi jagarato bhayam.
'Toegewijd zijn aan waakzaamheid'.
'De toepassing van waakzaamheid', is een van de vier beperkingen (catu pariyanta).
Zie Bharata.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, B.1.
'Ouderdom'; 'verval', is een van de goddelijke boodschappers (deva duta). Bekijk de definitie van ouderdom in D22.
'Eigenschap van ouderdom'. jara + dhamma.
'De eigenschap van ouderdom'. jara + dhammam.
'Ouderdom en dood'. Voor ouderdom, zie jara; voor dood, zie marana.
'De ouderdom en de dood'. Zie jaramarana.
'Verhalen van de vorige levens van de Boeddha'.
Zie ook
- J000 — Verhalen over de vorige levens van de Boeddha — Jataka
- Div002 — Ti Pitaka, de boeddhistische Pali canon
'Geboorte'. Bekijk de definitie van geboorte in D22.
'Eigenschap van geboorte'. jati + dhamma.
'De eigenschap van geboorte'. Zie jati dhamma.
Een religieuze sekte. Deze asceten worden Jatila genoemd, omdat zij lang en samengeklit haar (jata) hebben.
'Impuls'. Zie Javana — Impulsmomenten; samadhi.
'Impuls bewustzijn', is een van de 14 functies van bewustzijn (viññana kicca). Zie javana.
Zie javana.
A. 'Overwinnen'; 'overtreffen'; 'verslaan'.
B. 'Geboren'; 'ontstaan'.
'Te hebben overwonnen'; te 'hebben bedaard'. Afgeleid van jeti.
'Meditatieve verdieping'; 'opgaan'. Zie Jhana — De meditatieve verdiepingen; pañca nivarana; jhananga; samadhi; ariya puggala; lokuttara; vimokkha.
'Jhana voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Jhana-factoren'. Zie Jhananga — Jhana factoren die de vijf hindernissen opruimen; jhana.
'Overwinnen'; 'onderwerpen'.
'Leven'; 'vitaal principe', 'individuele ziel'.
'Ziel (leven) en lichaam zijn identiek' en 'ziel en lichaam zijn verschillend'. Deze twee vaak geciteerde verkeerde opvattingen vallen onder de 2 soorten geloof in persoonlijkheid (sakkaya ditthi, zie ditthi), d.w.z. de eerste onder het vernietigingsgeloof (uccheda ditthi) en de tweede onder het eeuwigheidsgeloof (sassata ditthi).
"Voorwaar, als men van mening is dat de ziel (het leven) identiek is aan het lichaam, in dat geval is een heilig leven niet mogelijk; of als men van mening is dat de ziel (het leven) iets heel anders is, ook in dat geval is een heilig leven onmogelijk. Beide uitersten heeft de Gezegende vermeden en de Middenweg getoond, die zegt: 'Afhankelijk van onwetendheid ontstaan kamma formaties, afhankelijk van kamma formaties ontstaat bewustzijn', etc." S12-035
'Tong'. Zie ook ayatana B.
Letterlijk: 'tong contact', zie phassa.
'Zoals de tong de smaak van de soep kent'. Zie Dhp065 — De dertig monniken van Patheyyaka.
'Tongbewustzijn' oftwel 'proeven'.
'De basis van de tong'. Zie ayatana B.
'Vitaliteit'; 'leven'. Synoniem: jivitindrya. Kan zowel fysiek (rupa jivitindrya) als mentaal (nama jivitindrya) zijn. De laatste is een van de mentale factoren die onafscheidelijk verbonden is met elk type bewustzijn. Als mentale factor betekent het, het leven van mentale fenomenen, wat neerkomt op het bewaren van de continuering van mentale fenomenen.
Zie jivita.
'Materieel voedsel'. Zie ahara.
Sanskriet voor kappa.
'Edele of goede vriend'. Zo wordt een senior monnik genoemd (of iemand die zeer bekwaam is in de Dhamma) die de mentor en vriend is van zijn leerling, hem zijn welzijn wenst, zich met zijn proces bezighoudt, en zijn meditatie begeleidt. De meditatieleraar (kammatthanacariya) in het bijzonder wordt zo genoemd.
Zie mitta.'Goede vrienden hebben'; 'in een goed milieu van vrienden verkeren'. Het is een voorwaarde voor wereldse vooruitgang die de Boeddha adviseert voor lekenvolgelingen. Zie mitta.
'Zintuiglijkheid'. Zie Kama — Zintuiglijkheid.
'Overmand door (de angst van) van zintuiglijk verlangen'.
'Het in het bestaan komen van de zintuiglijke wereld'. Zie ook bhava.
'Het element van de zintuiglijke wereld'.
'Koorden of draden van sensueel plezier'. Het worden ook wel 'banden' genoemd omdat ze mensen aan de wereld binden. Zie kama.
'De gehechtheid aan zintuiglijk genot'. Zie kama en o.a. A04-010.
'Zintuiglijke sfeer'. Zie loka; avacara.
Zie mathenti.
'Zintuiglijke begoocheling'. Zie kama; moha; upadana.
'De misleiding van zintuiglijke genoegens'. Zie kama; muccha en o.a. A04-010.
'Het zich verheugen in zintuiglijk genot'. Zie kama en o.a. A04-010.
'De overstroming van zintuiglijkheid', staat voor één van de vier hoofdbezoedelingen en is daarmee gelijk aan. Zie asava; ogha.
'Het voeden van zintuiglijkheid'. Zie kama; parilaha en o.a. A04-010.
'De dorst naar zintuiglijke genoegens'. Zie kama en o.a. A04-010.
'Zintuiglijke hartstocht'; 'zinnelijk verlangen'. Zie kama en o.a. A04-010; S36-006. Het is één van de 7 neigingen (anusaya).
'Gedachten van zintuiglijkheid', is een van de drie verkeerde gedachten. Het is de tegenstelling van nekkhamma sankappa.
Ga naar de beschrijving van juiste gedachten op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Sensuele waarnemingen'. Zie ook kama; sañña.
'Het kleven aan zintuiglijke genoegens'. Synoniem: kama sneha. Zie kama en o.a. A04-010.
Synoniem van kama sineha, zie daar.
'Zintuiglijk geluk', is het tijdelijke, onbevredigende geluk dat via de zintuigen ervaren wordt vanwege een zintuiglijk verlangen (kamacchanda) dat in contact komt met het begeerde object.
'Zintuiglijke begeerte'; 'begeerte naar zintuiglijke objecten'; 'hunkering naar zintuiglijke geneugten'; 'begeerte naar de zintuiglijke wereld'. Zie Tanha — De drie vormen van begeerte; kama; tanha.
'Zintuiglijke gedachten'. Zie ook kama.
'Het kalmeren van (de angst van) zintuiglijk verlangen', d.w.z. vrede. Zie ook vupasamaya.
'De band van zintuiglijkheid', staat voor één van de vier hoofdbezoedelingen en is daarmee gelijk aan. Zie A04-010; asava.
'De verbreking van de band van zintuiglijkheid', zie A04-010.
'Zintuiglijk verlangen'; 'zintuiglijke plezieren'. Eén van de vijf hindernissen. Zie pañca nivarana.
'Het gevaar van zintuiglijkheid'.
'De bezoedeling van zintuiglijkheid', is één van de vier hoofdbezoedelingen. Zie asava.
'Extreme sensuele toegeeflijkheid'; 'wellust'. Een van de twee extremen die d.m.v. het Achtvoudige Pad vermeden wordt.
'Zintuiglijke sfeer'. Zie loka; avacara.
'De onontwikkelde geest', is een synoniem voor amahaggata citta, zie daar.
'Seksueel wangedrag'; 'onwettige seksuele relaties'. De onthouding ervan is een aspect binnen de 4e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 2e divisie van het Pad, namelijk de groep van moraliteit.
Dit behelst ook overige lichamelijke handelingen die betrekking hebben op zintuiglijkheid (kama) waardoor iemand zich misdraagt. De Boeddha legt extra nadruk op seksueel wangedrag.
Ga naar de beschrijving van Onthouding van seksueel wangedrag op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Onthouding van seksueel wangedrag'; 'onthouding van onwettige seksuele relaties'. Zie kamesu micchacara.
'Wilshandeling'. Zie de groep Kamma van de sectie Inzicht meditatie.
'Handelingen die leiden naar worden oftewel het kamma proces'. Voor meer, zie bhava.
'Karmische wilshandelingen', dat wil zeggen, heilzame (kusala) of onheilzame (akusala) wilshandelingen. Synoniem: ayuhana. Dit zijn wedergeboorte producerende wilshandelingen die het wedergeboorte proces (upapatti bhava) in gang zetten. De 'kamma formaties' of 'kamma factoren' (kamma sankhara) zijn de formaties die daarbij betrokken zijn.
Zie ook cetana; ayuhana; paticcasamuppada; De daden van een arahat.
De 'kamma formaties' oftewel 'mentale formaties' die betrokken zijn bij karmisch heilzame (kusala) of onheilzame (akusala) wilshandelingen (cetana) en zich manifesteren als daden via het lichaam, de spraak of de geest. Ze vormen de tweede link van de formule van het afhankelijk ontstaan (paticcasamuppada). Zie ook ayuhana; sankhara A.1; abhisankhara.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, A.
Letterlijk: 'handelingen van bezoedeling'. Zie ook bezoedelingen.
'Een van de vijfvoudige Mara'. Zie Mara.
Zie nimitta B.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, C.3.
'Vastheid der wet', 'trefzekerheid van de wet van kamma'. Zie niyama.
'Kamma voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Koers van handeling' of 'deur van handeling', is een naam voor de groep van 10 soorten van heilzame of onheilzame handelingen. Zie Kamma patha — Koersen van handeling.
Zie ook de groep Kamma van de sectie Inzicht meditatie.
Zie kamma formaties.
'Kamma gevolg'; 'het resultaat van kamma'. Zie vipaka.
'Aanpassingsvermogen'; 'geschiktheid' kan van 3 soorten zijn:
- Van lichamelijkheid (rupassa kammaññata, zie pañca upadana kkhandha 1).
- Van mentale factoren (kaya kammaññata).
- Van bewustzijn (citta kammaññata).
De laatste twee zijn mentale factoren die samengaan met al het heilzame bewustzijn. Hoe beter bewustzijn zich kan aanpassen, hoe beter mentale factoren kunnen samenwerken.
Voor de laatste twee, zie cetasika; Tabel II.
'Handelingen'.
'Meditatieleraar'. Zie kalyana mitta.
'Zintuiglijk hechten', is een van de 4 soorten van hechten. Zie upadana.
Letterlijk: 'donker en licht' oftewel 'kwaad en goed'.
Die o.a., moet onderzocht worden tijdens de ontwikkeling van de verlichtingsfactor dhamma vicaya.
'Twijfel', kan een intellectueel, kritische twijfel zijn, of een ethische en psychologische schadelijke twijfel. De laatste kan ofwel een hardnekkig negatief scepticisme ofwel een schommelende besluiteloosheid zijn. Alleen de schadelijke twijfel (synoniem van vicikiccha) is verwerpelijk als zijnde karmisch immoreel, omdat het het denken verlamd en de innerlijke ontwikkeling van een mens hindert. Kritische twijfel over dubieuze zaken wordt daarentegen juist aangemoedigd.
De 16 twijfels die de Boeddha in de sutta's opsomt zoals bijvoorbeeld in M002 — Sabbasava Sutta — Alle bezoedelingen draaien allemaal om 'ik' en zijn als volgt: "Dan overweegt hij onverstandig op deze wijze: 1. 'Was ik in het verleden? 2. Was ik niet in het verleden? 3. Wat was ik in het verleden? 4. Hoe was ik in het verleden? 5. Als ik iets geweest ben, wat was ik dan in het verleden? 6. Zal ik bestaan in de toekomst? 7. Zal ik niet bestaan in de toekomst? 8. Wat zal ik zijn in de toekomst? 9. Hoe zal ik zijn in de toekomst? 10. Als ik iets geweest ben, wat zal ik dan zijn in de toekomst?'" — "Of hij twijfelt nu, in het heden aan zichzelf en overweegt: 11. 'Ben ik? 12. Ben ik niet? 13. Wat ben ik? 14. Hoe ben ik? 15. Waar kwam dit wezen vandaan? 16. Waar gaat dit wezen naar toe?'"
- 'Plezierig'; 'lieflijk'; 'bekoorlijk'. Doorgaans met verwijzing naar de zintuiglijke ervaring of de spraak.
- 'Geliefd'; charmant'; 'favoriet'.
- 'De geliefde' (de man of de vrouw).
Het tegenovergestelde is akanta.
Dit was de naam van het paard van Siddhatta.
'Wereldperiode'; 'een onafzienbare tijdruimte'; 'een aeon'. Deze is weer verdeeld in vier subdivisies: 1. wereldontbinding (samvatta kappa, opheffende of oplossende wereld); 2. voortzetting van de chaos (samvatta tthavi); 3. wereldformatie (vivatta kappa); 4. voortzetting van de gevormde wereld (vivatta tthavi).
"Hoe lang een wereldontbinding duurt, hoe lang de chaos, hoe lang de formatie, hoe lang de voortzetting van de gevormde wereld; van deze dingen, monniken, kan men moeilijk zeggen hoeveel jaren, hoeveel eeuwen, hoeveel millennia van honderdduizenden jaren dat is." A04-156.
De mooie gelijkenis in S15-005 is het waard hier genoemd te worden: "Stel eens voor, monniken, dat er een grote rots van één solide massa zou zijn van een mijl lang, een mijl breed, een mijl hoog zonder een spleet of kloof. En op het einde van iedere 100 jaar zou er een man komen die er éénmaal met een zijde doekje overheen strijkt. Dan zou die grote rots vlugger slijten en verdwijnen dan een wereldperiode. Maar van zulke wereldperioden, monniken, zijn er al zeer veel voorbijgegaan, vele honderden, vele duizenden, vele honderdduizenden. En hoe is dit mogelijk? Niet waar te nemen, monniken, is dit samsara, een eerste begin van wezens die gehinderd worden door onwetendheid en welke verstrikt zijn door begeerte en die zich door deze cyclus van geboorten haasten, is niet te bespeuren."
'Doen, maken, produceren'; 'reden, oorzaak'; 'door middel van'.
Sanskriet woord voor het Pali woord 'kamma'. Zie kamma.
Karma = Sanskriet; kamma = Pali. In het Theravada boeddhisme gebruiken we geen Sanskriet, maar Pali. Voor 'karmisch' is op STI een uitzondering gemaakt omdat 'kammisch' wat ongewoon zou klinken.
Karmisch wil zeggen dat een handeling (via het lichaam, de spraak of de geest), een mentale factor (cetasika) of mentale formaties (sankhara) kamma activerend (nisankhiti) is. M.a.w.: dat het leidt tot een gevolg van kamma (kamma vipaka).
'Mededogen'; 'sympathie' of de wens hebben diegenen te helpen die in lijden of moeilijkheden verkeren. Het is een morele mentale factor die zich ontwikkelt wanneer het besef is ontstaan dat alle wezens onderhevig zijn aan lijden. Karuna is een van de 4 verheven bewustzijnsstaten oftewel de 'onbegrensde sferen' en vormt samen met liefdevolle vriendelijkheid de ruggengraat van de Leer. Zie brahma vihara; cetasika; Tabel II.
Zie ook
- Metta bhavana — De meditatie van liefdevolle vriendelijkheid
- Zie de beschrijving van juiste gedachten op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
- Snp1-08 — Metta Sutta — 1 — Liefdevolle vriendelijkheid — 1
- A11-016 — Metta Sutta — 2 — Liefdevolle vriendelijkheid — 2
Verkeerd begrepen: mededogen
Het Pali woord karuna betekent mededogen, maar wordt naar het Engels vaak vertaald in pity hetgeen voor 'medelijden' staat. Een betere vertaling van karuna naar het Engels is compassion. Maar ook in het Nederlands wordt karuna verkeerd vertaald als 'medelijden'. Om het boeddhisme goed te begrijpen is de taal die we spreken niet van belang, maar de essentie van de Dhamma des te meer.
Karuna is een morele mentale factor. In het perspectief van de Dhamma kan de Pali betekenis van karuna daarom niet 'medelijden' zijn; medelijden draagt niet bij tot het verminderen van het verdriet of lijden van anderen en/of van jezelf. Wel draagt 'mee lijden' bij tot het vermeerderen van het verdriet en lijden van jezelf en/of van anderen. Voor wat dat betreft heeft medelijden dus niks positiefs. Medelijden is een mentale toestand die is geconditioneerd middels waarnemingen.
Mededogen daarentegen, is niet geconditioneerd, maar ontwikkeld. Het is een morele mentale factor die zich ontwikkelt wanneer het besef is ontstaan dat alle wezens onderhevig zijn aan lijden. Je wenst het geluk voor alle wezens, zonder uitzondering. Het is mededogen dat de aanzet geeft om goed voor jezelf en voor anderen te zijn. Het draagt bij aan een betere en vreedzamere wereld. In tegenstelling tot medelijden, veroorzaakt mededogen geen verdriet en lijden, maar geluk. In alle opzichten.
Letterlijk: 'geheel'. Zie Kasina — Externe methoden voor concentratie.
In India is het kastenstelsel ontstaan vanuit het brahmanisme en al vanaf 1931 niet meer aan de orde, maar het wordt nog steeds gehandhaafd. De Boeddha was geboren onder de Khattiya's maar was een felle tegenstander van dit uitermate vernederende systeem.
In India bestaan 4 kasten. Sommigen zeggen 5 als ze de onaanrakenbaren er bij tellen.
- Bramana's (priesters).
- Khattiya's (regeerders of krijgers).
- Vaisya's (kooplieden/huishouders).
- Sudra's (dienaren).
- Candala's (de 'onaanraakbaren' of de 'uitgestotenen'). Deze mensen worden als de laagste mensen beschouwd en mogen volgens het kastenstelsel niet aangeraakt worden door iemand uit een andere kaste.
Zie ook
- De Boeddha — Afkeurend tegenover het kastenstelsel
- Sunita de vuilnisman
- Thag12-002 — Sunita de uitgestotene
- Voor meer over het kastenstelsel, zie https://mens-en-samenleving.infonu.nl/internationaal/59263-kastenstelsel-india-verboden-maar-springlevend.html.
'De kennis dat de functie van elke edele waarheid begrepen en volbracht is'. Zie de eindnoot drie aspecten in S56-011.
'Wat gedaan moest worden is gedaan'. Dit betekent dat de vier taken betreffende het Achtvoudige Pad — 1. het volledig begrijpen van lijden; 2. het opgeven van de oorzaak; 3. haar opheffing verwerkelijken; en 4. de ontwikkeling van het Pad — nu allemaal gecompleteerd zijn voor elk van de vier bovenwereldse paden (zie lokuttara).
Voor meer uitleg, raadpleeg De uiteindelijke kennis.
'Welk'; 'wat'.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, C.4.
'Subgroep'.
'Twijfel'; 'onzekerheid'; 'verwardheid'. Zie ook kankha; vicikiccha.
De vierde maand van het regenseizoen (okt-nov).
'Een wens om te doen', zie chanda; Tabel II.
'Lichaam', zie ook ayatana B. Ook wel 'sectie' of 'groep' (van een geheel).
'Slecht gedrag via het lichaam'. Zie duccarita.
De contemplatie van de 32 delen van het lichaam: 1. haar van het hoofd; 2. haar van het lichaam; 3. nagels; 4. tanden; 5. huid; 6. vlees; 7. zenuwen; 8. botten; 9. merg; 10. nieren; 11. hart; 12. lever; 13. middenrif; 14. milt; 15. longen; 16. dikke darmen; 17. dunne darmen; 18. de inhoud van de maag; 19. ontlasting; 20. gal; 21. slijm; 22. etter; 23. bloed; 24. zweet; 25. vet; 26. tranen; 27. lymfe; 28. speeksel; 29. snot; 30. gewrichtssmeer; 31. urine; 32. hersenen.
Zie o.a. Girimananda Sutta — Tot Girimananda (A10-060); Het beschouwen van de walgelijkheden van het lichaam — Patikkulamanasikara (D22); asubha.
Bezig Ben momenteel druk bezig dit item uit te werken. Excuses voor het ongemak.
'Wilshandelingen via het lichaam'. Zie kamma patha; kamma.
'Aanpassingsvermogen van de mentale groep'. Zie kammaññata.
'Vlotheid van de mentale groep'. Zie lahuta.
'Flexibiliteit van de mentale groep'. Zie muduta.
'Vaardigheid van de mentale groep'. Zie paguññata.
'Kalmte van de mentale groep'. Zie passaddhi.
'De lichaamsgetuige'. Zie Kaya sakkhi — De lichaamsgetuige.
Letterlijk: 'lichamelijk contact' (oftewel lichamelijke indruk). Let op: hier wordt niet de fysieke impact bedoeld. Zie phassa.
Zie sankhara A.2.
'Oprechtheid van de mentale groep'. Zie ujukata.
'Lichaamsbewustzijn' oftewel 'voelen (door middel van het lichaam)'.
'Lichamelijke uitdrukking'. Zie viññatti.
Zie viveka.
'De indachtigheid van het lichaam'. In M119 — Kayagatasati Sutta — Indachtigheid van het lichaam, onderwijst de Boeddha de indachtigheid van het lichaam om de jhana's te bereiken.
'Indachtigheid van het lichaam', is een van de vier fundamenten van indachtigheid. Zie de rubriek Indachtigheid van het lichaam — Kayanupassana op Satipatthana — De meditatie van indachtigheid.
'De formatie van het lichaam'. Zie ook passambhayam kayasamkharam.
'Basis van het lichaam'. Zie ayatana B.
Letterlijk: 'De groep van'. Zie Dhp259 — Ekudana de arahat.
'Fysiek lijden'.
'Lichamelijk onaangenaam gevoel', zie vedana.
'Lichamelijk aangenaam gevoel', zie vedana.
'Uniek', d.w.z. Nibbana.
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
'Aggregaat'; 'groep'. Voor de vijf aggregaten of groepen van het bestaan, zie pañca upadana kkhandha.
'Een van de vijfvoudige Mara'. Zie Mara.
'De volledige uitblussing van de groepen' (van het bestaan). Zie voor meer Nibbana.
'Continuïteit van de groepen van het bestaan', zie santana.
'De aggregaten'. Zie khandha.
'Geduld'; 'verdraagzaamheid'; 'tolerantie'; 'lijdzaamheid'. Zie Khanti — Geduld en verdraagzaamheid; metta.
Zie ook Dhp183-185 — De vraag van de eerwaarde Ananda.
'Geduld is de hoogste discipline'. Zie khanti; tapo.
Zie ook Dhp183-185 — De vraag van de eerwaarde Ananda.
'Perfectie van verdraagzaamheid'. Zie paramita.
Zie kastenstelsel.
'Vernietiging'; 'uitputting'; 'verval'; 'uiteenvallen'; 'opbreken'; 'voleinding van'; 'verwijdering'; 'verworpen'; 'verbruik'; 'het wegvallen van'; 'verspilling'; 'verlies'. Het is vaak van toepassing op de vernietiging van hartstochten zoals de hoofdbezoedelingen (asava) zoals in 'de vernietiging van de bezoedelingen' (asavakkhaya), in het ophouden van elementen zoals voorwaarden (paccaya), 'de vernietiging van slecht kamma' (akusala kamma), 'het ophouden van begeerte bereikt' (tanhanam khayam ajjhaga), 'geboorte is vernietigd' (khina jati).
Voor meer zie khayanupassana.
'Contemplatie van het afnemen of vernietiging', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; khaya.
Volgens Vis Maha tika is contemplatie van vernietiging inzicht-kennis die de snelle ontbinding van geconditioneerde verschijnselen ziet terwijl het de unieke kenmerken observeert oftewel inzicht-kennis die de snelle ontbinding van de noterende geest zelf ziet.
Deze contemplatie is de inzicht-kennis van vernietiging die de ontbinding van zowel het object als de opmerkende geest begrijpt. Deze contemplatie wordt dus volledig ontwikkeld wanneer men het idee van dingen als vaste vormen doorbreekt en ziet dat geconditioneerde verschijnselen slechts voorbijgaande processen zijn.
Contemplatie van vernietiging is het zien van de ontbinding van de aggregaten (pañca upadana kkhandha), onmiddellijk gevolgd door het zien van de ontbinding van de geest en mentale factoren die die aggregaten waarnamen.
Contemplatie van vernietiging is dan ook de inzicht-kennis in iemand die het idee van compactheid doorbreekt en vernietiging dus als 'vergankelijk in de zin van vernietiging' ziet.
Khayanupassana niet verwarren met kayanupassana dat een van de vier fundamenten van indachtigheid is.
Verleden tijd van khaya.
'Speekselslikker', de bijnaam die de Boeddha aan Devadatta gaf.
'Veilig'; 'kalm'; 'vol van vrede'.
'Veiligheid', is een andere naam voor Nibbana.
Het verwijst vaak naar de veiligheid ten opzichte van de banden van zintuiglijke begeerten (kama), herhaaldelijk bestaan of worden (bhava), verkeerde inzichten (ditthi) en onwetendheid (avijja).
'Geboorte is vernietigd'. Zie bijvoorbeeld de formule omtrent arahatschap in De uiteindelijke kennis. Zie ook khayati.
'Iemand waarvan de hoofdbezoedelingen (asava's) zijn vernietigd', of 'iemand die vrij van bezoedelingen is', is een andere naam voor een arahat.
'Collectie van de kleinere teksten'.
Zie ook
'Kortere lezingen'.
Zie ook
'Honger en dorst'. Als gevolg van het vrijwillig in armoede leven. Een van Mara's legers. Zie Mara.
'Functie'. Met verwijzing naar de 14 functies van bewustzijn, zie viññana kicca.
'De kennis dat de functie van elke edele waarheid begrepen moet zijn'. Zie de eindnoot drie aspecten in S56-011.
'Bezoedelingen'; 'geest-bezoedelingen'; 'onvolkomenheden'; 'onvolmaaktheden'; 'onheilzame kwaliteiten'; 'onheilzame staten van de geest'. Zie Kilesa — De tien bezoedelingen.
Zie ook de groep Bezoedelingen van de sectie Inzicht meditatie.
'Sensualiteit beschouwd als bezoedeling' (zie kilesa) kan ook wel 'subjectieve sensualiteit' genoemd worden, in tegenstelling met 'objectieve sensualiteit' (vatthu kama), dat wil zeggen, de sensuele objecten (kama guna). Zie ook kama.
'Een van de vijfvoudige Mara'. Zie Mara.
'Volledige uitblussing van bezoedelingen'. Zie voor meer Nibbana.
'Ronde van bezoedelingen'. Zie vatta.
Zie kiriya citta.
'Functioneel bewustzijn'; 'karmisch niet-operatief bewustzijn'; 'karmisch onafhankelijke functies'. Zie Kiriya citta — Functioneel bewustzijn; nisankhiti.
Na zijn verlichting straalde de Boeddha deze kleuren uit: blauw (nila); geel (pita); oranje (mañettha); rood (lohita); wit (odata); en een mengsel daarvan (pabhassaru). Uit deze kleuren is de boeddhistische vlag samengesteld.
Zie samana.
Zie samana.
Zie samana.
'Woede'. Een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa. Synoniem: dosa.
'Degene die van de ene edele familie naar de andere familie gaat', is een klasse sotapatti.
Komudi is de dag van volle maan in de maand van Kattika, de vierde maand van het regenseizoen; deze wordt zo genoemd omdat gezegd wordt dat de witte waterlelie (kumuda) in die tijd bloeit.
Samen met de Gandhakuti was de Kosambakuti een van de favoriete verblijfplaatsen in het Jetavana. Zie Div020 voor meer informatie.
Kovilara (bahunia variegata), een soort ebbenboom.
Ook wel kiriya. Zie kiriya citta.
Is een andere naam voor kiriya citta, zie daar.
'Bezorgdheid'. Letterlijk: 'verkeerde volbrenging', dat wil zeggen, gewetensbezwaren, berouw, ongemak van bewustzijn. Er zijn twee belangrijke verkeerde dingen in de wereld: slechte daden doen, en het in gebreke blijven om goede daden te verrichten. Er zijn dus twee manieren om je daar zorgen over te maken: "Ik heb verkeerde dingen gedaan", en "ik heb geen verdienstelijke daden verricht zoals vrijgevigheid, deugdzaamheid", etc. Er bestaat een gezegde, dat 'een dwaas altijd plannen maakt nadat alles voorbij is'. Bezorgdheid is daarom van twee soorten: in het licht van vergeetachtigheid en in het licht van kwaad. 'Misdaden van verzuimen' (het goede nalaten) en 'misdaden van begaan'.
Zorgelijkheid, is een van de karmische immorele (akusala) mentale factoren (zie cetasika; Tabel II) die, wanneer het opkomt, met kwaadaardig (ontevredenheid) bewustzijn samengaat (zie Tabel I en Tabel III, 30 en 31). Het is het 'zich zorgen maken over verkeerde dingen die gedaan zijn, en goede dingen die tot nog toe nagelaten zijn om te doen.' (Com. op A. 1). Je druk maken om wat dan ook is niet behulpzaam op het pad naar bevrijding. Succes op welk gebied van het leven dan ook komt nooit door getob, maar door op te letten wat je wel en wat je niet moet doen. De combinatie van rusteloosheid en zorgelijkheid (uddhacca kukkucca) wordt aangemerkt als een van de 5 hindernissen (pañca nivarana).
De term tappati verschijnt ook wel eens in de sutta's.
'Witte waterlelie'.
'Heilzaam'; 'prijzenswaardig'; 'karmisch heilzaam'; 'karmisch voordelig'; 'moreel goed (vaardig)'. Zie Kusala — Heilzaam; cetana; kamma cetana; kamma patha; mula; kamma; paticcasamuppada 1.
'Heilzame wilshandeling'. Zie kamma.
'Heilzame dingen', verwijst doorgaans naar heilzame mentale staten. Zie ook dhamma; kusala.
'Heilzame wilshandeling', zie kamma patha.
'Heilzame koers van handeling'. Zie kamma patha.
'Gevolg van heilzame wilshandeling'. Zie ook kamma.
'Heilzame lichamelijke wilshandeling'. Zie kamma patha.
'Heilzame mentale wilshandeling'. Zie kamma patha.
'Karmisch heilzame moraliteit'. Zie sila.
'Heilzame verbale wilshandeling'. Zie kamma patha.
'Heilzame gedachten'. Zie ook sankappa.
'Verlangen naar dingen of naar grondbeginselen die heilzaam zijn'.
'Iemand moet de gevolgen van zijn kamma oogsten'. Zie Dhp173 — De eerwaarde Angulimala — Het compenseren van slechte daden.
'Verkrijgen'; 'krijgen'. Zie ook labhati.
'Winst'. Het is een van de wereldse wisselvalligheden waar het tegenover alabha staat. Zie lokiya dhamma. Een van Mara's legers. Zie Mara.
'Krijgt'; 'verkrijgt'; 'bereikt'. Zie ook labbhati.
'Vlotheid'; 'lichtheid'; 'behendigheid' kan van 3 soorten zijn:
- Van lichamelijkheid (rupassa lahuta), zie pañca upadana kkhandha 1.
- Van mentale factoren (kaya lahuta).
- Van bewustzijn (citta lahuta).
De laatste twee zijn mentale factoren die samengaan met al het heilzame bewustzijn. Vlotheid betekent dat de mentale factoren licht geworden zijn, omdat zij vrij zijn van de immorele factoren die tegenwerken in het doen van het goede.
Voor de laatste twee, zie cetasika; Tabel II.
'Kenmerken'. Zie ti lakkhana; sankhatalakkhanani.
'Kenmerkend meditatief onderzoek'.
leraren van de boeddha, de eerste
Alara Kalama en Uddaka Ramaputta. Alara Kalama was de eerste leraar van de Boeddha die ten noorden van Rajgir (toen Rajagaha) in de bergen verbleef. De Bodhisatta had al heel snel de leer van deze diepzinnige leraar door en bereikte de hoogste mystieke mentale staten, maar dat was niet waar de Bodhisatta naar zocht en hij verliet Alara Kalama. Daarna ging hij naar Uddaka Ramaputta, waarbij hij eveneens niet datgene vond waarnaar hij op zoek was.
'Hebzucht'; 'begeerte'; 'hartstocht'; 'zelfzucht'. Synoniem: tanha; abhijjha; kama; raga. Het is een van de drie immorele wortels (mula). Voor meer uitleg, zie tanha. Zie ook cetasika; Tabel II.
'Sfeer'; 'wereld'. Synoniem: avacara, zie aldaar.
'Speculeren en kibbelen over een eerste begin van de wereld', hetgeen leidt naar verwardheid, gestoordheid en geestesziekte. De Boeddha leert dat er niet één begin is, maar dat alle dingen onderling afhankelijk zijn. Zie acinteyya; paticcasamuppada.
Zie lokiya dhamma.
Zie lokiya dhamma.
'Dingen die de wereld beschermen'. Hiri en ottappa voorkomen onnodige en verkeerde gebeurtenissen. Daarom worden deze twee mentale factoren (cetasika's) 'dingen die de wereld beschermen' genoemd. Zie o.a. A02-009.
'Kenner van de werelden'; 'kenner van het universum'. Een titel die aan de Boeddha werd toegekend. Voor de werelden, zie avacara.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
'Deze wereld'. Zie loka; avacara.
'Werelds'; 'gewoon', zijn al die mentale staten van bewustzijn (citta) en mentale factoren (cetasika) die in zowel de wereldling (puthujjana) als in de edele personen (ariya puggala) verrijzen. Deze zijn echter niet geassocieerd met de bovenwereldse paden (zie lokuttara) en vruchten van de sotapanna etc., zie ariya puggala.
'Wereldse toestanden'; 'wereldse omstandigheden'; 'wereldse staten'.
Acht toestanden worden met name genoemd als 'wisselvalligheden' omdat ze steeds veranderen en paarsgewijs steeds 'afwijken' (vipatti) naar de tegenstelling, vandaar de naam Lokavipatti Sutta A08-006.
Omdat gewone mensen niet volledig vrij zijn, worden zij getroffen door deze omstandigheden, maar de arahat grijpt zich nergens in de wereld aan vast en wordt hier dan ook niet door in beslag genomen.
"Acht dingen worden wereldse omstandigheden genoemd, omdat zij zich voordoen ten opzichten van het wereldse leven, namelijk: winst (labha) en verlies (alabha), roem (yasa) en afkeuring (ayasa), lof (pasamsa) en blaam (ninda), geluk (sukha) en pijn (dukkha)[1]." Vis 12
Zie ook Dhp081 — De eerwaarde Lakuntaka Bhaddiya — Mentaal zo stabiel als een grote rots.
'Wereldse pad'.
'Het gewone conceptuele begrijpen'. Voor meer, zie sacca ñana; lokuttara samma ditthi.
'Bovenwerelds', is een term voor de 4 paden en de 4 vruchten van sotapatti, etc. (zie ariya puggala), met Nibbana als de negende. Vandaar dat er gesproken wordt van '9 bovenwereldse dingen' (nava lokuttara dhamma).
Voor de 'vruchten', zie hiervoor phala; nimitta D.
Er zijn 4 bovenwereldse paden (lokuttara magga) betreffen verschillende niveaus van verworven inzicht en daarom impliceren ze overeenkomstige niveaus van bevrijding:
- sotapatti magga
- sakadagami magga
- anagami magga
- arahatta magga
Met de corresponderende staten van bewustzijn (citta):
- sotapatti magga citta
- sakadagami magga citta
- anagami magga citta
- arahatta magga citta
Er zijn 4 bovenwereldse vruchten (lokuttara phala):
- sotapatti phala
- sakadagami phala
- anagami phala
- arahatta phala
Met de corresponderende staten van bewustzijn (citta):
- sotapatti phala citta
- sakadagami phala citta
- anagami phala citta
- arahatta phala citta
Zie ook lokuttara samma ditthi; magga.
'Bovenwerelds bewustzijn'. Zie lokuttara.
'Bovenwereldse staten'. Zie ook lokuttara.
'Bovenwerelds heilzaam'. Zie lokuttara.
'Bovenwereldse pad'. Zie lokuttara.
'Bovenwereldse vrucht'. Zie lokuttara.
'Bovenwerelds juist begrip'. Zie Lokuttara samma ditthi — Bovenwerelds juist begrip; magga; sacca ñana.
'Gierigheid'; 'hebzucht'; 'jaloersheid'. Onwilligheid en niet bereid zijn met anderen te delen. "Monniken, er zijn 5 soorten van gierigheid: 1. ten opzichte van een verblijfplaats; 2. ten opzichte van families; 3. ten opzichte van winst; 4. ten opzichte van erkenning; en 5. ten opzichte van mentale dingen." A. 9: 49; Pug. 56
Een van de bezoedelingen van de geest (zie upakkilesa en een van de immorele mentale factoren (zie cetasika; Tabel II).
'Een van de vijfvoudige Mara'. Zie Mara.
'Ijdelheid'; 'trotsheid'. Een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa.
'Pad'. Zie Magga — Pad; phala; lokuttara samma ditthi.
Het 'heilige leven' dat geleefd is, is het heilige leven (brahma cariya) van het pad. Voor meer uitleg, raadpleeg De uiteindelijke kennis.
'De wil om het Pad op te gaan'.
'Pad voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
Meestal duidt deze term op 'groot', maar het kan ook op 'belangrijk' duiden. In plaats van dat een toespraak bijvoorbeeld groot is, kan 'maha' ook betrekking hebben op de belangrijkheid.
De tempel in Bodh Gaya waar de Boeddha de verlichting bereikte.
'De Grote Brahma'. Zie Brahma kayika deva.
'De grote brahma's'. Zie deva.
Zie kappa.
'Geestesverrukking van groot mededogen'.
Voor een gedetailleerde beschrijving over hoe de Boeddha zijn dag begon, zie de rubriek De laatste wake, in De Boeddha — Zijn onzelfzuchtige dienstverlening.
'De dood van de Boeddha'. Parinibbana staat voor de dood van iemand die in dit leven Nibbana heeft gerealiseerd. Maha Parinibbana betekent 'Het grote heengaan'. Zie ook parinibbana; D16.
Zie papañca.
Dit vertegenwoordigt de achttien hoofdsoorten van inzicht-kennis (vipassana ñana) oftewel belangrijkste inzichten (maha vipassana). Zie vipassana.
'De ontwikkelde geest', is het bewustzijn dat behoort tot de fijnstoffelijke sfeer (rupavacara) en de onstoffelijke sfeer (arupavacara). Zie ook abhiñña.
Het tegenovergestelde van mahaggata citta is amahaggata citta.
'Grote ziener'. Zie rishi.
Rivier de Mahi. Geen toelichting.
'Collectie van middellange toespraken'.
Zie ook
- M000 — Collectie van middellange toespraken — Majjhima Nikaya
- Div002 — Ti Pitaka, de boeddhistische Pali canon
'Middenweg'. De weg die de Boeddha onderwijst is het Edel Achtvoudige Pad dat de twee uitersten, extremen, vermijdt, namelijk: a) van zintuiglijke wellust (kamasukhallikanuyoga) en b) zelfkwelling, extreem ascetisme (attakilamathanuyoga).
De toevoeging 'yoga' betekent hier 'banden', zie daar.
Zie ook
- Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad
- De middenweg
Het 'Midden Land'. Het thuisland van de boeddhisten, het land waar de Boeddha rondtrok en zijn Leer predikte. Noordoost India.
'Minachting'; 'anderen kleineren', 'afbreuk doen aan'. Een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa. Zie ook makkha thambha.
'Minachting en stijfhoofdigheid'. Een van Mara's legers. Zie Mara. Zie ook makkha.
De crematie stupa van Kusiñara van de Malla's waar de Boeddha gecremeerd is.
Klimplant, kruiper. Een woekeraar die voortdurend groeit ten koste van iets anders. Waarschijnlijk wordt hier de Hedera helix bedoeld.
'Zelfzuchtige gehechtheid'; 'egocentrisme'; 'bezitterigheid'.
Het kan betrekking hebben op zowel fysieke- als op het mentale objecten. Zie o.a. Snp4-11.872; Snp4-12.893.
'Eten vlees'. (mamsa = eten; bhojana = vlees). Zie Mamsa bhojana — Het eten van vlees.
'Eigendunk'; 'arrogantie'; 'hooghartigheid'; 'verwaandheid'; 'zelfverheffing'; 'hoogmoedswaan'; 'pronkzuchtig'; 'ijdel'; 'praalziek'; 'het verkeerd beoordelen van dingen en mensen'. Zie Mana — Eigendunk; Mana — Eigendunk volledig doorgrond; Persoonlijkheid.
'Toename vanwege eigendunk'. Zie papañca.
'De doordringing van eigendunk', betekent 'het door eigendunk heen kijken en het verlaten' die beide tegelijkertijd volbracht worden door het pad van arahatschap. Zie ook mana.
'Behaaglijk'; 'prettig'; 'aardig'; 'aangenaam'. Het tegenovergestelde is amanapa.
'Intentie; 'van plan zijn'; 'bedenken'; 'in gedachten hebben'.
Zie ook manasa papan.
'Kwade intenties hebben', 'kwade gedachten huisvesten'.
'Overweging'; 'mentale aandacht'; 'oplettendheid'; 'alertheid'; 'bespiegeling'. Zie Manasikara — Overweging; yoniso manasikara; ayoniso manasikara; cetasika; Tabel II.
'Basis van de geest'. Let op! Hiermee wordt niet hadaya vatthu bedoeld! Wat wel, zie ayatana B.
'Paviljoen'.
'Koraalbloem'. Een hemelse bloem die alleen op de aarde verschijnt bij speciale gelegenheden, vooral tijdens de belangrijkste gebeurtenissen in het leven van een Boeddha. Dat de Ajivaka asceet een koraalbloem in zijn handen had, was voor de eerwaarde Maha Kassapa een teken dat het Parinibbana van de Boeddha al bijna begonnen was. Zie D16.
'Zegeningen'. Volgens de commentaren: 'Dat wat tot geluk en voorspoed strekt', hetgeen neerkomt op de uitvoering van boeddhistische ethiek.
Zie ook
- Snp2-04 — Maha Mangala Sutta — De hoogste zegeningen
- Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad
'Vermogen van de geest'.
'Geest'; 'bewustzijn'; 'staat van bewustzijn'; 'gedachten'. Zie Mano — De geest (2); nama rupa; ayatana B.; nama.
'Geesteselement', is een van de 18 elementen (zie dhatu). Deze term is, in tegenstelling tot manayatana, niet van toepassing op het gehele bewustzijn, maar duidt alleen op dat speciale element van bewustzijn dat in het begin van het proces van zintuiglijke waarneming, de functie 'aandacht schenken' (avajjana) uitvoert naar het zintuigobject, zie Tabel I, 70. Vervolgens, nadat het zich er tweemaal bewust van is geworden, voert het de functie van het 'ontvangen' van zintuiglijke indrukken (sampaticchana) uit binnen het geestesbewustzijn (mano viññana), zie Tabel I, 39; 55. Zie viññana kicca voor de 14 functies van bewustzijn.
'Slecht gedrag via de geest'. Zie duccarita.
Zie avajjana; avajjana citta.
'Wilshandelingen via de geest'. Zie kamma patha; kamma.
Letterlijk: 'mentaal contact' (oftewel mentale indruk). Zie phassa.
'Mentale wilshandeling'. Zie ahara.
Zie sankhara A.2.
'Geestesbewustzijn'. Het betreft objecten binnen de geest zelf, geen fysieke objecten. Zie ayatana B.; mano viññana dhatu.'Geestesbewustzijn element', is een van de 18 elementen, zie dhatu B. Deze term wordt in het algemeen gebruikt als een naam voor dat element van bewustzijn dat de functies van onderzoek (santirana), bepaling (votthapana), registreren (tadarammana), etc. uitvoert. Zie Tabel I, 40; 41; 56; 71; 72.
'Mentale creatie'; 'door gedachten gecreëerd'.
'De kracht van mentale creatie', zie iddhi.
'De hemelse wezens verdorven door humeur', zijn een klasse van deva's van de zintuiglijke sfeer (kamavacara) en leven in de wereld van de (Catumaharajika). "Ze brengen hun tijd door in het geïrriteerd raken met elkaar en zodoende in een slecht humeur komen. En zo, door lichamelijk en mentaal uitgeput te raken, vallen ze uit die wereld." (D01; D24).
Ze worden zo genoemd omdat hun geest verdorven is door afgunst (dosassa anudahanataya) (VibhA.498).
Ze branden voortdurend van afgunst tegen elkaar (Buddhaghosa vertelt een verhaal dat dit illustreert in DA.1.114) en hun harten worden kwaadaardig en losbandig. Hun lichamen worden daardoor zwak en hun geest imbeciel, en als gevolg daarvan vallen ze uit hun toestand.
De Manopadosika waren onder de aanwezigen bij de prediking van de Maha Samaya Sutta (D20).
'Gedachten gaan vooraf'; 'de geest is de vorloper'. Zie ook pubbangama.
'Gedachten zijn overheersend'.
'Mens'; 'mensen'. De wezens die in deze sfeer leven, de kama loka.
'De mensenwereld'.
'De verzoeker'; 'de misleider'; 'de kwade'. Zie Mara — Mara de misleider.
Zie Mara.
Zie Mara.
'Dood', is een van de goddelijke boodschappers (deva duta). Bekijk de definitie van dood in D22.
Zie ook marananussati bhavana.
'De dood zal plaatsvinden'. Zie marananussati bhavana.
'Het bespiegelen van dood', is een van de 10 bespiegelingen die in Vis 8 in detail worden behandeld. Zie anussati.
'De meditatie van de indachtigheid van de dood'. Letterlijk: 'De ontwikkeling van het bespiegelen van dood'. Zie Marananussati bhavana — De meditatie van de indachtigheid van de dood.
Zie nimitta B.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, C.3.
'Het bespiegelen van de dood'. Zie marananussati.
'Mara de Kwade'. Zie Mara.
'Moeder'.
Dit woord duidt op een toestand van de geest, zoals kama mathenti citta ('de zintuiglijke toestand van de geest'). In het perspectief van mentale stabiliteit kan het volgende worden gesteld: 'De ervaringen die plezierig (itthassa) zijn verstoren zijn geest niet (mathenti).' M.a.w.: hij heeft geen zintuiglijke geest, dus verstoren plezierige, zintuiglijke dingen hem niet. Zie Dhp081 — De eerwaarde Lakuntaka Bhaddiya — Mentaal zo stabiel als een grote rots; A08-006.
matugamassa avenikani dukkhani
Spk: 'Lijden speciaal voor vrouwen, niet gedeeld door mannen'. Zie S37-003.
'Illusie'; 'verdraaiing'. Een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa.
Zie ook vipallasa (verdraaiing) die illusie veroorzaakt.
Mentale activiteiten of bewegingen worden in stand gehouden middels vele reacties van mentale associaties.
Vaak worden mentale associaties uitgelegd als het onbewust verbinden van de ene gedachte met de andere. Maar vanuit boeddhistisch perspectief gezien beslaat het begrip mentale associaties een veel breder gebied dan alleen gedachten.
Het mentale gebied is in de boeddhistische Leer gedefinieerd als gevoelens (vedana), waarnemingen (sañña) mentale formaties (sankhara) en bewustzijn (viññana). Mentale associaties betreft de verbanden tussen deze gedefinieerde groepen.
Deze groepen omvatten dus ook gedachten, herinneringen, ervaringen, boosheid, zorgelijkheid, onrust, kalmte, vreugde, een visie, een innerlijke stem etc. Kortom: elke mentale staat die kan opkomen/ontstaan. Al deze fenomenen kunnen onderlinge verbanden hebben. Het vastgrijpen, het reageren erop, het voeding (ahara) geven, leidt tot toename (papañca), tot het geconditioneerde (sankhata). In boeddhistische meditatie is het van groot belang dat alle staten van de geest goed gezien en begrepen worden waarin indachtigheid (sati) de cruciale rol speelt.
Wie zich wil verdiepen in de boeddhistische Leer dient te begrijpen dat er niet één enkel fenomeen is — fysiek of mentaal — dat op zichzelf kan bestaan. Met andere woorden: het ene ding ontstaat uit het andere ding. Alles wat ontstaat, is afhankelijk van een voorwaardelijke conditie (paccaya) ontstaan (er gaat altijd iets aan vooraf). Daarom zegt de Boeddha dat een allereerste begin van dingen niet waarneembaar is.
'Liefdevolle vriendelijkheid'; 'vriendelijkheid'; 'welwillendheid'; 'goodwill'; 'onbaatzuchtige serviceverlening'; 'onbegrensde liefde'; 'universele liefde'. Zie Metta bhavana — De meditatie van liefdevolle vriendelijkheid; khanti.
Zie metta.
'Perfectie van liefdevolle vriendelijkheid'. Zie paramita.
'Verkeerde wijze van levensonderhoud'. De Boeddha maakt een duidelijk onderscheid tussen het levensonderhoud van lekenvolgelingen en dat van monniken en nonnen. De benodigdheden voor monniken en nonnen zijn verklaard in Vis I, 61-65.
'Verkeerde visie'; 'verkeerd begrip'; 'verkeerde opvatting'; 'speculatieve opvatting'. Het is een van de koersen van handeling (kamma patha). Zie ook ditthi; M041; M136.
'Verkeerde lichamelijke handelingen'. Zie ook kamma patha; M041.
'Verkeerde concentratie'. Zie samadhi.
'Verkeerde gedachten'. Zie ook kamma patha; M041.
'Verkeerd spreken'. Zie ook kamma patha; M041.
Zie majjhima patipada.
'Traagheid'. Zie thina middha. Traagheid is een van de immorele mentale factoren, zie cetasika; Tabel II.
Het hertenpark van Isipatana. Ten tijde van de Boeddha was dit een geliefd toevluchtsoord voor verscheidene kluizenaars.
Vragen van Koning Milinda.
Zie ook
'Vriend'. Zie Mitta — Het essentiële van goede vriendschap.
Zie ook Dhp078 — De eerwaarde Channa.
'Begoocheling'; 'ontkenning'; 'gebrek aan begrip; 'illusie'; 'stompzinnigheid'. Zie Moha — Begoocheling; avijja.
'Degene die dom of stompzinnig van karakter is'. Zie ook carita.
'Uitblussing van illusie'.
'Vergelijkbaar met begoocheling'. Zie Dhp251 — De vijf lekenvolgelingen met de vijf verschillende interesses.
De slang die aan de Boeddha beschutting bood tegen de zware regenval in de 6e week na zijn verlichting.
'Misleiding'; 'verdoving'; 'loomheid'; 'begoocheling'.
'Meelevende vreugde'; 'sympathische vreugde'. Het is waardering van en sympathische vreugde beleven in het succes van anderen. Mudita is een van de 4 verheven bewustzijnsstaten oftewel de 'onbegrensde sferen'. Zie brahma vihara; cetasika; Tabel II.
'Flexibiliteit' kan van 3 soorten zijn:
- Van lichamelijkheid (rupassa muduta), zie pañca upadana kkhandha 1.
- Van mentale factoren (kaya muduta).
- Van bewustzijn (citta muduta).
Voor de laatste twee, zie cetasika; Tabel II
'Wortels'; 'oorzaken'. Ook (hetu) genoemd (zie paccaya 1) zijn die voorwaarden die door hun aanwezigheid de actuele morele kwaliteit van een wilsfactor (cetana) bepalen en het bewustzijn en mentale factoren die daarmee samengaan, met andere woorden: de kwaliteit van kamma.
Er zijn 6 van zulke wortels, te weten:
3 karmisch onheilzame wortels:
3 karmisch heilzame wortels:
Zie sikkhapada.
Letterlijk: ‘Iemand die zijn mond kan houden’. Een heilige, een wijze. Maar men moet het zwijgen van de muni niet verkeerd begrijpen: "Het blijvend zwijgen verandert een dwaas niet in een wijze", zegt de Boeddha. Zie o.a. Dhp268-269.
Zie ook de beschrijving van Onthouding van onzinnig gepraat op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
Een grassoort.
'Liegen'; 'onwaarheid vertellen'. De onthouding ervan is een aspect binnen de 3e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 2e divisie van het Pad, namelijk de groep van moraliteit.
Ga naar de beschrijving van Onthouding van liegen op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Onthouding van liegen'. Zie musavada.
'Vrijheid'.
Zie nimitta C.
Een naamval is een buigingsvorm van een naamwoord, lidwoord of telwoord, die de functie van dat woord in de zin aangeeft. Daarnaast wordt de term 'naamval' ook wel gebezigd om de verschillende functies zelf aan te duiden.
Zie ook
A. Naga's zijn een klasse van semi-goddelijke wezens in de Indiase folklore. Zij bewonen de oceaan, rivieren, vijvers, etc. Ze worden beschouwd als de 'wachters van de verborgen schat'. Zij hebben de vorm van een cobra en worden in de kunst afgebeeld als half-mens half slang.
B. Het zijn oorspronkelijk ook een soort demonen met wonderbaarlijke krachten. Zie o.a. Dhp188-192 waar verteld wordt dat het draken zijn. Ahicchatta is een koning van de Naga's. In een andere context wordt de term bedoeld als 'heiligen' of 'bevrijdden'.
Festiviteit omtrent sterrenbeelden in India ten tijde van de Boeddha.
'Niet krijgen'; 'niet verkrijgen'; 'niet bereiken'. Zie ook labhati.
'Geest'; 'mentaliteit'. Letterlijk: 'naam' of 'benoeming' (omdat de geest noteert of opmerkt) = 'ervaring'. Zie Nama — De geest; nama rupa; mano.
Zie jivita.
Letterlijk: 'naam en vorm' oftewel 'geest en lichaam'. Zie Nama rupa — Geest en lichaam, wat wordt daarmee bedoeld?; mano; nama; paticcasamuppada.
'Buigen'; 'buigzaamheid'.
- Bloedverwant van de Zon (Adiccabandhu)
- De Alwetende (Sabbaññu)
- De Gezegende (Bhagavat)
- De Heilige (Araham)
- De Niet te Evenaren Dokter (Bhisakko)
- De Gelukkige (Sugata)
- Volledig Verlichte of Verheven Boeddha (samma sambuddha)
- De Voortreffelijke Chirurg (Sallakatto Anuttaro)
- Heer van de Leer (Dhammassami)
- Hij wiens naam Waarheid is (Saccanama)
- Leraar van de 'Leer van geen-zelf' (Anatta Vadi)
- Onvergelijkbare (Atula)
- Onvergelijkbare allerhoogste verlichting (Anuttara Samma Sambodhi)
- Onvergelijkbare Leraar (Aham Sattha Anuttaro)
- Prachtig Mens (Acchariya Manussa)
- Schenker der Onsterfelijkheid (Amatassa Data)
- Schenker van de Zuiverste Liefde, van de Diepste in Wijsheid, van de Hoogste in Waarheid (Varado)
'Hulde'; 'eerbied'. (namo tassa bhagavato arahato samma sambuddhassa: hulde aan de gezegende, de volmaakte, de volledig verlichte).
Naam voor Mara. Volgens de commentaren 'de niet-bevrijder (na-muchi)'.
'Kennis'; 'begrip'; 'intelligentie'; 'inzicht', is een synoniem voor pañña. Wel vaak met de nadruk op kennis hetgeen meer intelectueel is dan intuïtief inzicht.
'Gebonden door middel van kennis', volgens Nid I. Om kennis te vernieuwen en te verruimen is het van groot belang vrij te zijn van elke kennis. Het vasthouden aan een bepaalde kennis werkt beperkend. Zo maakt de arahat geen gebruik van de kennis die is voortgekomen uit de beheersing van concentratie, namelijk de vijf wereldse (paranormale) krachten (abhiñña). Ook niet van verkeerde kennis om banden van begeerte of opvattingen te creëren. De arahat is zelfs niet eens gebonden aan de kennis die deel uitmaakt van het pad naar arahatschap, zie M117. Ook in D22 gebruikt de Boeddha herhaaldelijk dat wij altijd onafhankelijk moeten zijn, zie anissito.
Zie ñanadassana.
'De kracht van doordringende kennis', zie iddhi.
Dit is een samenvoeging van 'kennis' en 'visie', waarbij visie ook staat voor 'begrijpen'; 'inzicht'.
'Het waarnemen van verscheidenheid'. Zie jhana.
'Hechten aan het leven'. Zie Dhp294-295 — De eerwaarde Lakuntaka Bhaddiya — De moord op vader en moeder; Afhankelijkheid en angst.
'Onbevredigend'.
Raadpleeg De uiteindelijke kennis.
'De man naar vrouwen', duidt op de gehechtheid van de man naar de vrouw. Zie Dhp283-284 — De vijf oude monniken en de lekenvolgelinge; Boeddhisme en seks.
'Volledig begrijpen van het bekende', zie pariñña.
'Bloedverwant'; 'familielid'.
'Blijft niet bestaan'.
Dit lichaam heeft geen permanente bestaansvorm (arukayam). Dit is in feite een lichaam (of een groep/behuizing) van zweren.
Zie Dhp147 — Sirima de courtisane.
'Voor de waakzame is er geen angst (bhaya)'. Zie Arahat — De heilige; Dhp038-039 — De eerwaarde Cittahattha.
'Afwezigheidsvoorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Nihilistische kijk'. Onderwezen door Ajita Kesakambali. Zie ook ditthi.
'De leer van het nihilisme'. Zie ditthi.
'9 bovenwereldse dingen', zie lokuttara.
'Het beschouwen van de negen soorten lichamen'.
'Het ware pad volgen'; 'op het ware pad gekomen'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
'Verzaking'. Zie Nekkhamma — Verzaking.
'Element van verzaking'. Synoniem: alobha.
'Perfectie van verzaking'. Zie paramita.
'Gedachten van het verzaken van zelfzucht', is een van de drie juiste gedachten.
Ga naar de beschrijving van juiste gedachten op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Gedachten van verzaking'. Zie vitakka.
'De zegeningen van verzaking'.
Rivier de Nerañjara. Rivier nabij Bodh Gaya. Op deze rivier keek de Boeddha uit vanaf de plaats der verlichting.
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
'Iemands veiligste toevlucht is hijzelf'. Zie Dhp188-192 — Aggidatta de brahmaan; Hoe word ik een echte boeddhist?
'Akkerbevloeiers'. Zie Dhp080 — De novice monnik Pandita.
'De gids'.
Zie ook
'Sfeer van noch waarnemen noch niet waarnemen'.
nevasañña nasaññayatanupaga deva's
'De goden van de sfeer van noch waarnemen noch niet waarnemen'. Zie deva.
Een 'leer waarvan de betekenis impliciet is, of moet worden afgeleid' in tegenstelling tot een 'lering met een expliciete of evidente betekenis' (nitattha dhamma).
In A01-060 (PTS) wordt gezegd: "Wie een sutta verklaart met een impliciete betekenis als een sutta met expliciete betekenis (en omgekeerd), zo iemand doet een valse uitspraak met betrekking tot de Gezegende." Zie paramattha.
'Uitblussing'; 'vrijheid van begeerte'. Zie Nibbana — Het ongeconditioneerde.
'Nibbana element'. Duidt op de mentale staat van een arahat. Er zijn twee vormen: sa upadi sesa nibbana, en anupadi sesa nibbana. Zie Nibbana.
'Ontstaan'; 'wedergeboorte'. Synoniem voor patisandhi.
'Walging'; 'ontgoocheling'; 'ontnuchtering'; 'afkeer'.
'Contemplatie van walging of ontnuchtering', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; nibbida.
'Blijvend'; 'bestendig'. Het tegenovergestelde is anicca.
'Oorzaak'; 'bron'; 'oorsprong'; 'schakel', is een naam die geassocieerd wordt met het afhankelijk ontstaan. Zie paticcasamuppada.
Oud Commentaar.
Zie ook
Een religieuze sekte (de 'Naakte asceten'). Voor meer, zie info bij de stichter Nigantha Nataputta.
'Iemand die berispt', zie vajjadassinam; niggayhavadim.
De Pali naam voor ficus benghalensis. In het Engels: banyan boom. Sri Lanka: nuga. Naar mijn weten wordt hier daadwerkelijk een andere boom bedoeld dan de Bodhi boom (ficus religiosa). (Ook volgens Bhikkhu Ñanamoli). In Ud1-01, Ud1-02, en in Ud1-03 wordt bijvoorbeeld gesproken over de Bodhi boom; in Ud1-04 over de Nigrodha boom (ficus benghalensis). Ook de namen van de betreffende sutta's zijn van de soort boom afgeleid. Boeddha Kassapa is onder een Nigrodha boom tot verlichting gekomen en Boeddha Gotama onder een Bodhi boom. Op Sleutel tot Inzicht wordt vaak (niet altjd) de Pali naam aangehouden.
'Klasse'; 'groep'; 'collectie'.
'Thema'; 'teken'; 'beeld'; 'markering'; 'doel'; 'object'; 'fundament'; 'oorzaak'; 'voorwaarde'. Zie Nimitta — Leerstellige thema's; animitta.
Een van de zes hemels van de zintuiglijke sfeer: (kamavacara) of (kama loka) is de sfeer waarin wij leven. Zie deva.
'De goden die vreugde vinden in scheppen'. Zie deva.
'Blaam'; 'kritiek'; 'minachting'; 'vernedering'; 'foutopsporing'; 'fout'; 'schande'. Het is een van de wereldse wisselvalligheden waar het tegenover pasamsa staat. Zie lokiya dhamma.
'Zowel bij blaam als bij lof'. Zie Dhp081 — De eerwaarde Lakuntaka Bhaddiya — Mentaal zo stabiel als een grote rots.
'Hoofdgroep'; 'boek'.
'Vrijheid van samsarische toename', een andere naam voor Nibbana. Zie de tegenstelling papañca.
'Subtiel'. De Dhamma is subtiel, d.w.z. alleen voor een scherpe waarnemer of een gevoelige geest waarneembaar. Het kan alleen gerealiseerd worden door de wijzen (panditavedaniyo).
'Niet-wereldse gevoelens'. Zie sukha.
'Het veronachtzaamde lichaam zal (op de grond) liggen als een nutteloos stuk rot hout'. Zie Dhp041 — De eerwaarde Tissa met het stinkende lichaam.
'Hel'. Letterlijk: 'het neerwaartse pad'. Een van de 4 lagere werelden (zie ook apaya; avacara) van het bestaan waar we gewoonlijk 'hel' tegen zeggen. Het is de laagste, de meest vervloekte of de meest ellendige wereld van het bestaan. Boeddhisten zijn zich ervan bewust dat een leven in de hel, net zoals in de hemelse sferen, niet eeuwig zal duren omdat ze rekening houden met de universele wet van vergankelijkheid. En nadat het kamma dat de huidige vorm van geboorte veroorzaakt heeft, uitgeput is, noodzakelijkerwijs weer opgevolgd moet worden door een nieuwe dood en dus ook weer door een nieuwe geboorte in een wereld in overeenstemming met het vergaarde kamma.
Om goed te begrijpen wat 'hel' inhoudt, dienen we goed te beseffen dat het gehele universum of liever gezegd: de vijf aggregaten (pañca upadana kkhandha) een ervaringswereld is. Bepaalde wilshandelingen (kamma) hebben een bepaald gevolg, in dit leven of in een volgend. Tenzij volledig verlicht, komen we na de dood opnieuw in een bestaansvorm (anders zou er geen oorzakelijkheid bestaan) welke veel intenser wordt ervaren dan in deze wereld.
'Opheffing'; 'uitblussing'; 'uitdoving'; 'ophouden'. Dit behelst de volmaakte staat van Nibbana die men bereikt door de uitroeiing van alle bezoedelingen. Nirodha is tweevoudig, namelijk: het Nibbana verwezenlijken terwijl men dit leven voortzet (sopadisesa nibbana), en het Nibbana verwezenlijken op het moment van de dood (nirupadisesa nibbana).
Zie nirodha samapatti; anupubba nirodha; samapatti; nibbana.
'Het verwerven van uitdoving'. Zie Nirodha samapatti — Het verwerven van uitdoving; samapatti; nirodha; jhana.
'Opheffing van dingen', is een samenstelling van nirodha en dhamma.
'De opheffing van dingen'. Zie nirodhadhamma.
'Contemplatie van uitblussing', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; nirodha.
'Kiemen die het bestaan veroorzaken'. Zie ook upadhi.
Zie nirodha.
'Analytische kennis van de taal'. Zie patisambhida.
'Activering', d.w.z. elke activiteit van wilshandeling (kamma cetana) die valt onder de heilzame (kusala) wilshandelingen, onheilzame (akusala) wilshandelingen en onverstoorbare wilshandelingen. Want dat heet 'activeren' omdat het geactiveerd is of omdat het activeert. (Nid) Zie o.a. Snp4-15.953.
Zie ook uitleg over de 'onverstoorbare wilshandelingen', zie aneñjabhisankhara, hetgeen een synoniem is voor avyakata.
'Ontsnappen'. Zie Nissarana — Ontsnappen; pahana.
'Overwinnen door ontsnapping', is een van de 5 pahana's, zie daar.
'Fundament'; 'ondersteuning'.
De twee verkeerde fundamenten van moraliteit (sila) zijn:
- Het fundament van begeerte (tanha nissaya).
- Het fundament van meningen (ditthi nissaya).
Daarom zijn er twee verkeerde fundamenten voor moraliteit:
- Moraliteit gebaseerd op begeerte (tanha nissita sila).
- Moraliteit gebaseerd op meningen (ditthi nissita sila).
"'Moraliteit gebaseerd op begeerte' is dat soort moraliteit die tot stand is gekomen door het verlangen naar een gelukkig bestaan, bijvoorbeeld: 'O, dat ik door deze moraliteit een goddelijk of hemels wezen zou kunnen worden!'" A09-172
"'Moraliteit gebaseerd op opvattingen' is die moraliteit die teweeggebracht is door de opvatting dat door het naleven van bepaalde morele regels zuivering kan worden bereikt." Vis 1
'Ondersteunende voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya; nissaya.
'Afhankelijk' of 'afhankelijkheid'. O.a. in de Snp3-12 — Dvayatanupassana Sutta — Tweevoudige bespiegeling, rubriek Afhankelijkheid, benadrukt de Boeddha dat afhankelijkheid de voorwaardelijke conditie van wankelen, onzekerheid, twijfelen (vicikiccha) is.
Hoe afhankelijker we onszelf opstellen, hoe kwetsbaarder we zijn.
Zie ook anissito (onafhankelijkheid).
Een 'doctrine met duidelijke betekenis', in tegenstelling tot een 'doctrine met een betekenis die moet worden afgeleid' (neyyattha dhamma). Zie paramattha.
'Hindernis'. Zie pañca nivarana.
'Wet'; 'proces'; 'universele wet'.
De zogeheten 'kwade inzichten die bestemmingen bepalen' en die de 10 onheilzame bronnen van handeling vormen (kamma patha). Zie ditthi.
Zie anupassana.
'Object' is een universele aanduiding voor 'een ding' en kan in principe dus alles zijn. Zie Wat betekent object in meditatief perspectief?
Zie ook arammana.
'Overstroming'; 'strortvloed'; 'vloedstroom'; 'dat wat een mens wegvaagt van bevrijding', is een naam voor de 4 hoofdbezoedelingen (asava).
De term 'ogha' wordt ook wel gebruikt om 'de stroom van samsara' aan te duiden als 'de stroom van bezoedelingen'. Zie bijvoorbeeld in Snp4-01.771.
'Conceptie', letterlijk: 'neerdalen', duidt op het verschijnen van het embryo in de baarmoeder, d.w.z. het begin van het geboorteproces (jati).
"Monniken, de conceptie van een embryo in de baarmoeder vindt plaats aan de hand van drie dingen. Hier (idha), is er de samenkomst van de moeder en de vader (…) in dit geval is er geen conceptie van een embryo in de baarmoeder (…) Maar wanneer er de samenkomst is van de moeder en de vader, en het is het seizoen van de moeder, en het wezen is er klaar voor om geboren te worden — door de samenkomst van deze drie dingen vindt de conceptie van een embryo in de baarmoeder plaats." M038.26
Met 'het wezen is er klaar voor om geboren te worden' wordt in de oorspronkelijke tekst aangeduid als een gandhabba (een hemelwezen dat toekijkt tijdens de seksuele gemeenschap en geboren wordt vanwege die gelegenheid), maar is metaforisch bedoeld voor kamma energie oftewel het kamma proces (kamma bhava) en om nog exacter te zijn het wedergeboorte proces (upapatti bhava). De energie of lading van dit proces is bepalend voor wanneer het embryo in de baarmoeder verschijnt.
'Minderwaardigheidswaan'. Zie ook mana.
Een oosterse krijgskunst is volstrekt anders dan een vechtsport zoals bijvoorbeeld kickboksen, thaiboksen of andere dergelijke sporten. Zelfs een 'oosterse krijgskunst' wordt als een 'vechtsport' beoefend wanneer de kern van 'krijgskunst' wordt gemist. De auteur van STI heeft 40 jaren lang de oosterse krijgskunst beoefend en onderwezen. Zie Leraar in de krijgskunst.
'Waardig om nagestreefd te worden'.
Opanayika wordt ook wel vertaald als 'verder leidend' of 'leidend naar', maar dat is niet helemaal correct. Zie avecca pasada.
Een van de kenmerken van de Dhamma. Zie avecca pasada.
Zie opanayika.
Letterlijk: 'toevallig' (van upapata, toeval; niet van upapatti zoals in PTS woordenboek); 'spontaan geboren', d.w.z. geboren zonder de tussenkomst van ouders. Dit is van toepassing op alle hemelse en helse wezens. "Na het verdwijnen van de vijf lagere banden (zie saññojana) verschijnt hij (de anagami) in een spirituele wereld (opapatika) (…)."
Zie synoniem: orambhagiya saññojana.
'De vijf lagere banden'. Zie saññojana.
'Moreel ontzag', dat is, door vrees gaan aarzelen kwade dingen te doen voor angst uit zelfverwijt, of beschuldiging door anderen, of vergelding in deze wereld of in de sferen van ellende. Hier tegenover staat de immorele factor anottappa. Zie cetasika; Tabel II.
Ottappa is een van de 7 schatten (dhana) en een van de 'dingen die de wereld beschermen' (lokapala dhamma).
Zie ook de individuele beschrijving van anottappa.
'Berispen', zie ovadeyya; anusaseyya.
'Berisping', zie ovadeyya; anusaseyya.
'Berisping en waarschuwing'. Zie Leraar en leerling.
Zie ook Dhp077 — De eerwaarden Assaji en Punabbasuka; ovada; anusasana; asabbha ca nivaraye.
Zie pabbajja.
Letterlijk: 'het uitgaan' of vollediger gezegd: 'van het huislijke leven het uitgaan naar het thuisloze leven' van een monnik (agarasma anagariyam pabbajja).
Een pabbajito is iemand die zijn onzuiverheden opzij heeft gezet en die de wereld verlaten heeft. Dit hoeft niet per sé een monnik of een non te zijn; het is iemand die zich niet meer conformeert aan de gekte van de wereld. In brede zin is dat iemand die de wereld verzaakt heeft.
M.b.t. de monnik of non bestaat pabbajja uit het verzaken van alle familie- en sociale banden om het zuivere leven van een monnik of non te leven om het doel — de uiteindelijke bevrijding — te realiseren, zoals dit door de Boeddha is onderwezen. Zodoende is pabbajja de naam geworden voor toelating als een samanera of novice, d.w.z. degene die een kandidaat is voor de orde van monniken/nonnen. Zie ook upasampada.
Zie ook Snp3-01 — Pabbajja Sutta — De verzaking; Dhp183-185 — De vraag van de eerwaarde Ananda.
'Afzonderlijk'; 'individueel'.
'Voorwaardelijke conditie'; 'voorwaardelijke toestand'; 'voorwaarde'. Zie Paccaya — Voorwaardelijke conditie; conditionering.
'Moraliteit met betrekking tot de 4 benodigdheden', is een van de 4 soorten moraliteit die bestaan uit zuivering (catu parisuddhi sila). Zie sila.
Een 'onafhankelijk levende verlichte' of 'individueel (= pacceka) verlichte'. Dit is een term voor een arahat die het Nibbana heeft gerealiseerd zonder de Leer van de Boeddha van anderen te hebben gehoord. Hij begrijpt individueel (pacceka) de vier Edele Waarheden door zijn eigen inspanning, onafhankelijk (anissito) van een leraar. Echter, hij heeft niet de capaciteit om de Leer effectief aan anderen te verkondigen en daarom is hij geen 'Leraar van goden en mensen', een Perfecte of Universele Boeddha (samma sambuddha).
Pacceka Boeddha's worden beschreven als zijnde matig in spreken en liefhebbers van afzondering. Overeenkomstig de traditie, worden zij niet geboren als de Leer van een Perfecte Boeddha in de wereld bekend is. Om hun graad van heiligheid (of staat) na vele wereldtijdperken te kunnen bereiken, moeten zij hun aspiratie voor een Perfecte Boeddha uitspreken.
Er zijn maar weinig Canonieke verwijzingen: Pug 29 (definitie); A02-056; in M116 worden vele namen van Pacceka Boeddha's vermeld; in D16 wordt gezegd dat zij een stupa (dagoba) waardig zijn; de Nidhikandha Sutta, Khp, noemt pacceka bodhi; CNid schrijft aan individuele pacceka boeddha's de verzen van Snp1-03 — Khaggavisana Sutta — De eenhoorn toe. Zie bodhi.
'Achteraf ontstane voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
Letterlijk: 'tegenwerken'; 'verzet'; 'tegenstand'. Zie Paccutthapana — Het strijden tegen realiteit.
- 'Streven'; 'inspannen'.
- 'Confronteren'; 'het opnemen'; 'er tegen vechten'; 'stelling nemen'.
Hiermee wordt verwezen naar de 4e fijnstoffelijke jhana die de basis of het kardinaal startpunt (padaka jhana) is voor de verwerving van de hogere spirituele krachten (abhiñña). Zie Jhana — De meditatieve verdiepingen.
'Inspanning'; 'streven'. Zie Padhana — De vier inspanningen.
'Inspanning van de wil'.
'Elementen van inspanning', zijn de volgende 5 kwaliteiten: 1. geloof; 2. gezondheid; 3. oprechtheid; 4. energie; 5. wijsheid. M085; M090; A05-053. Zie ook parisuddhi padhaniyanga.
'Een ellendige sfeer', zie Snp3-10.
'Vaardigheid' kan van 2 soorten zijn:
- Van mentale factoren (kaya paguññata)
- Van bewustzijn (citta paguññata)
Het zijn twee mentale factoren die samengaan met al het heilzame bewustzijn.
'Overwinnen'; 'opgeven'; 'verzaken'; 'te boven komen'. Zie Pahana — Overwinnen.
'De inspanning van het overwinnen of opgeven', is een van de 4 inspanningen. Zie padhana.
'Volledig begrijpen door overwinnen', zie pariñña.
'Moet opgeheven worden'. Zie S56-011, 2.1-2.3.
'Verwijderen'; 'uitrukken'.
'Is opgeheven'. Zie S56-011, 2.1-2.3.
'Gastvrijheid waardig'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
'Echte of natuurlijke moraliteit', wordt de groep van moraliteit van het Edel Achtvoudige Pad (ariya atthangika magga) genoemd, namelijk juiste spraak, juiste handelingen en juiste wijze van levensonderhoud. Deze onderscheiden zich van de externe (uitwendige, buitenwaartse) regels die voor monniken en lekenvolgelingen zijn vastgelegd. Deze laatste zijn de zogenaamde 'voorgeschreven moraliteit' (paññatti sila). Vergelijk sila.
'Van nature doorslaggevende ondersteunende voorwaarde' oftewel 'directe aansporing', is een variëteit van een van de 24 voorwaarden (= pakati upanissaya paccaya). Zie paccaya.
'Een dominante houding'. Een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa.
Letterlijk: 'tekst'. Zie Pali — De oorspronkelijke boeddhistische taal; Uitspraak van de Pali woorden.
De boeddhistische geschriften. Zie ti pitaka.
'Onoplettendheid'; 'nalatig in oplettendheid'. Een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa. De tegenstelling is appamada.
'Onoplettendheid'; 'nalatig in oplettendheid'. Zie pamada.
'Onoplettendheid met angst beschouwen'. Zie Dhp031 — De monnik die alles verteerde.
'Blijheid'. Het grenst aan vreugde (piti) en geluk (sukha) maar deze drie zijn niet identiek. Ze volgen elkaar volgens de intensiteit ervan op in de volgorde pamojja > piti > sukha. De Boeddha demonstreert de verschillen o.a. in A10-001.
Piti en sukha zijn jhana-factoren (jhananga). Daar worden deze twee uitgelegd.
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
Een van de gedefinieerde slechte vrienden. Zie mitta.
'Doden'. De onthouding ervan is een aspect binnen de 4e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 2e divisie van het Pad, namelijk de groep van moraliteit.
Ga naar de beschrijving van Onthouding van doden op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Onthouding van doden'. Zie panatipata.
Zie avajjana.
'De vijfvoudige Mara'. Zie Mara.
'Vijf hindernissen'; 'vijf bezoedelingen'. Zie Pañca nivarana — De vijf hindernissen; jhananga; jhana; satipatthana.
Zie ook de groep Bezoedelingen van de sectie Inzicht meditatie.
'De vijf regels van moraliteit'.
Zie ook
- Sikkhapada — De boeddhistische morele regels
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: sikkha; uposatha.
'Vijf groepen van hechten'. Alternatieve verwijzingen zijn 'aggregaten van hechten'; 'groepen van het bestaan'; 'aggregaten'. Zie Pañca upadana kkhandha — De vijf groepen van hechten; ti lakkhana.
'Wijs mens'.
'De wijzen'. De Dhamma is subtiel (nipuno). Het kan alleen begrepen worden door de wijzen (panditavedaniyo). De weg van de wijzen kan ver weg lijken, maar het kan ook eenvoudigweg jouw keuze zijn. Het is sterk afhankelijk van waar je interesses en keuzen naar uitgaan.
Zie ook
'Vragen beantwoorden'. "Monniken, er zijn 4 manieren om vragen te beantwoorden: 1. er zijn vragen die een direct antwoord vereisen; 2. vragen die een verklaring vereisen; 3. vragen die beantwoord moeten worden met tegenvragen; 4. vragen die verworpen moeten worden (als zijnde verkeerd gesteld, beantwoorden met zwijgen)." Zie D33; A03-068; A04-042.
'Superieur'; 'voortreffelijk'.
V.w.b. fenomenen staat in Dhs:
Hina dhamma, majjhima dhamma, paṇita dhamma.
Lage verschijnselen, middelmatige verschijnselen, voortreffelijke verschijnselen.
Zie ook hina.
'Verheven', een andere naam voor Nibbana.
'Wijsheid'; 'begrip'; 'kennis'; 'inzicht'. Zie Pañña — Wijsheid; ti lakkhana.
'Basis of stadium van wijsheid'.
'Het oog van wijsheid'.
'Perfectie van wijsheid'. Zie paramita.
'Volbrenging van wijsheid'. Het is een voorwaarde voor spirituele vooruitgang die de Boeddha adviseert voor lekenvolgelingen. Zie A08-054; pañña.
Training in wijsheid.
'Bevrijding door wijsheid'. Zie Pañña vimutti — Bevrijding door wijsheid; vimutti.
'Groep van wijsheid'.
'Voorgeschreven moraliteit', is een naam voor de disciplinaire regels voor monniken en lekenvolgelingen die de Boeddha zijn voorgeschreven. Deze onderscheiden zich van de 'echte of natuurlijke moraliteit' (pakati sila). Vergelijk sila.
'Vermogen van wijsheid'. Zie ook indriya.
'Het vermogen van wijsheid'. Zie paññindriya.
'Verkeerd'; 'kwaad'; 'slecht'; 'kwade handeling'.
'Slechte vriend'; 'kwaadaardige vriend'. Zie mitta.
Zie papa.
'Het kwade'. Zie papa.
'Toename'; 'uitbreiding'; 'differentiatie' etc. Zie Papañca — Toename; Niet vastgrijpen in het waarnemen; Wat is het onverstoorbare?; Waarom de focus in inzicht meditatie ligt op weten en kennen.
papañca nirodho papañca vupasamo
Zie papañca.
Zie papañca.
papañcabhirata paja nippapañca tathagata
Zie papañca.
Zie papañca.
Zie papañca.
'Onderscheiden'; 'verklaren'. Zie papañca.
'Uiterlijke of externe oppermacht'.
'Voorbij gegaan'; 'gepasseerd'; 'overgestoken'.
'Een sterke wens hebben voor het welzijn en het geluk van anderen'.
'Absoluut'; 'hoogste'; 'uiteindelijke'. Zie paramattha.
'Aanhankelijkheid'; 'gehechtheid'; 'misvatting' is volgens Vis 22 een naam voor verkeerde inzichten (ditthi). In die zin verschijnt het in Dhs 1174 en verder. Zie silabbata paramasa.
'Absolute realiteit'; 'verheven realiteit'. Zie Paramattha — Het absolute; puggala.
'Onderwijs in de absolute realiteit'. Zie paramattha.
'Realiteiten in de hoogste zin'. Zie paramattha.
'De realiteit in absolute of verheven zin'. Zie paramattha.
'Perfectheid'. Zie Dasa paramita — De tien perfectheden.
Een van de zes hemels van de zintuiglijke sfeer: (kamavacara) of (kama loka) is de sfeer waarin wij leven. Zie deva.
'De goden die macht hebben over de scheppingen van anderen'. Zie deva.
'Het doorzien van de geest van anderen', is één van de 6 hogere krachten (abhiñña).
Zie ook ceto pariya ñana.
Een boom in de Tavatimsa hemel. Misschien dat deze ook in andere sferen voorkomt.
'Begrensde ruimte'. Synoniem: paricchinnakasa
'Begrensde ruimte-kasina'.
'Weeklagen'. Bekijk de definitie van weeklagen in D22.
'Impulsmoment van voorbereiding'. Zie javana; javana citta.
'Inleidend beeld', een staat van concentratie. Zie kasina; samadhi; nimitta.
'Inleidende concentratie', zie samadhi.
'Mentale constructie'. De wereld die wij waarnemen is een 'mentale constructie'. Zie sammuti sacca.
Leterlijk: 'consumeren', in de zin van 'voeden'.
Letterlijk: 'Het Nibbana completeren' of 'volledig Nibbana'. Synoniem: Nibbana. Deze term verwijst daarom niet alleen naar de uitblussing van 5 groepen van bestaan (pañca upadana kkhandha) tijdens de dood van de Boeddha, maar wordt daar wel vaak voor gebruikt. Vergelijk Nibbana.
'Volledig overgaan', de dood van de Boeddha of van een arahat.
'Volledig begrijpen'; 'volledig bevatten', wordt uitgelegd als het onderzoek van geconditioneerde dingen als vergankelijkheid (aniccata), lijden (dukkha) en niet-zelf (anatta), met als hoogtepunt het opgeven van gehechtheid.
Voor wat betreft het werelds (lokiya) volledig begrijpen (pariñña), zijn er drie soorten, namelijk:
- Volledig begrijpen van het bekende (ñata pariñña).
- Volledig begrijpen door onderzoek (tirana pariñña).
- Volledig begrijpen door overwinnen (pahana pariñña).
Zie verder Vis 20: 3.
'Wat is begrepen'. Zie S56-011, 1.1-1.3.
'Wat precies begrepen moet zijn'; 'wat begrepen moet worden'. Zie S56-011, 1.1-1.3.
'Wankel vertrouwen hebben'; 'niet enthousiast zijn'. Zie Dhp038-039 — De eerwaarde Cittahattha.
'Zuiverheid'; 'zuivering'. Zie o.a. parisuddhi sila; parisuddhi padhaniyanga; sila.
'Elementen van de inspanning voor zuiverheid'. Het zijn er vier: 1. de inspanning voor de zuiverheid van moraliteit (sila parisuddhi padhaniyanga); 2. de inspanning voor de zuiverheid van de geest (citta parisuddhi padhaniyanga); 3. de inspanning voor de zuiverheid van inzicht (ditthi parisuddhi padhaniyanga); 4. en de inspanning van de zuiverheid voor bevrijding (vimutti parisuddhi padhaniyanga). Vergelijk A04-194.
Een andere lijst van 9 factoren zijn opgesomd in D34, namelijk: de 7 fases van zuivering (zie visuddhi) en de inspanning voor zuiverheid van hogere kennis (vijja parisuddhi padhaniyanga) en die van bevrijding (vimutti parisuddhi padhaniyanga).
Zie ook sila.
'Moraliteit bestaande uit zuiverheid', is viervoudig (catu parisuddhi sila): 1. beheersing met betrekking tot de disciplinaire code van de monnik; 2. zintuiglijke beheersing; 3. zuiverheid van levensonderhoud; 4. moraliteit met betrekking tot de 4 benodigdheden van de monnik.
Voor meer details, zie sila.
'Bescherming' verwijst naar de boeddhistische praktijk van het reciteren van bepaalde verzen en geschriften om ongeluk of gevaar af te wenden, evenals naar de specifieke verzen en verhandelingen die worden gereciteerd als paritta teksten.
Er wordt algemeen aangenomen dat recitaties van paritta door monniken gedurende de hele nacht veiligheid, vrede en welzijn brengen in een gemeenschap. Zulke recitaties kunnen ook plaatsvinden bij gunstige gelegenheden, zoals de inhuldiging van een nieuwe tempel of een huis of om zegeningen te geven aan degenen die luisteren. Omgekeerd worden paritta verhandelingen ook bij ongunstige gelegenheden gereciteerd, zoals bij een begrafenis of op de sterfdag van een geliefde.
Voorbeelden die vaak als paritta teksten worden gebruikt zijn:
- Snp2-01 — Ratana Sutta — De Drie Juwelen
- Snp2-04 — Maha Mangala Sutta — De hoogste zegeningen
'De goden van beperkte glorie'. Zie deva.
'De goden van beperkte luister'. Zie deva.
'Het leren van de Leer'; 'de formulering van de Leer'. In 'de vooruitgang van de discipel' kunnen drie fasen worden onderscheiden: de theorie, de oefening, de realisering. D.w.z.:
- Het leren van de Leer (pariyatti).
- Het beoefenen, het in praktijk brengen van de Leer (patipatti).
- Het doordringen (pativedha) van de Leer en het doel realiseren.
Zie ook pativedha; sotapattiyanga.
'Stadium van manifestatie'. Zie anusaya.
'Gevoeligheid'.
'Gevoelige lichamelijkheid', is een naam voor de 5 lichamelijke zintuigorganen die op zintuiglijke prikkelingen reageren.
'Lof'; 'lovenswaardig'; 'prijzenswaardig'. Het is een van de wereldse wisselvalligheden waar het tegenover ninda staat. Zie lokiya dhamma.
'Zelfverzekerde geest'; 'toegewijde geest'; 'blije geest'.
Zie o.a. It021.
'Kalmte' betekent dat de mentale factoren tot rust zijn gekomen en bekoeld zijn, omdat zij vrij zijn van de drie immorele wortels (mula) die stagnatie veroorzaken in het doen van het goede.
Kalmte is van 2 soorten en vormen samen 1 factor van verlichting:
- Van mentale factoren (kaya passaddhi).
- Van bewustzijn (citta passaddhi).
- Samen vormen deze de verlichtingsfactor 'kalmte' (passaddhi sambojjhanga, zie bojjhanga)
Kaya passaddhi en citta passaddhi zijn mentale factoren die samengaan met al het heilzame bewustzijn. Zie cetasika; Tabel II.
'Verlichtingsfactor kalmte'. Zie passaddhi.
'De activiteit van het lichaam kalmeren'. Zie kayasankhara.
De activiteit van het lichaam die gekalmeerd (tot rust gebracht) wordt is de beweging van de ademhaling. De formatie van het (adem)lichaam (kayasankhara) is gedefinieerd in M044.13 als de in- en uitademing zelf. Zo wordt, zoals MA verklaart, met de succesvolle ontwikkeling van de oefening, de ademhaling van de mediterende stapsgewijs rustig, kalm en vreedzaam.
Zie o.a. M118; D22; satipatthana.
'Zien'; 'begrijpen'; 'aanschouwen'; 'observeren'; 'zien met de geest'; 'leren'; 'ontdekken'; 'vinden'; 'ontmoeten'. Is gelijk aan avekkhati.
'Ontdekken'. Zie passati.
'1e meditatieve verdieping'. Zie jhana.
Zie pathavi dhatu; dhatu.
Het 'aarde' element oftewel 'vastheid' is een van de 4 grote elementen, zie dhatu.
'Pathway' is een klein woord met een grote en diepe betekenis die er door STI aan is gegeven. Zie De manier van het pad.
'Tegenbeeld', een staat van concentratie. Zie kasina; samadhi; nimitta.
'Analytische kennis van klaar zijn met'. Zie patisambhida.
'Op basis van'; 'met betrekking tot'; 'omdat'.
'Afhankelijk ontstaan'; 'voorwaardelijk ontstaan'; 'oorzakelijk bestaan'. Zie Paticcasamuppada — De leer van het afhankelijk ontstaan.
'Continuïteit van het afhankelijk ontstaan'. Zie ook santana.
Dit verwijst naar het lijden dat ontstaan is door lichamelijke en mentale kwalen, waarvan de oorzaken van ontstaan zijn verborgen.
In ethische zin betekent het 'afkeer', 'wrevel', 'irritatie'; 'wrok', 'boosheid', 'strijdigheid' en het is een synoniem van vyapada (kwade wil, zie pañca nivarana), en dosa (zie mula). Het is één van de 7 neigingen (anusaya).
'Het waarnemen van zintuiglijke reacties'. Zie jhana (uitleg bij jhana 5); patigha.
'De onderliggende neiging tot afkeer'. Zie o.a. S36-006; anusaya.
'Beschouwen van de walgelijkheden van het lichaam'. Zie Het beschouwen van de walgelijkheden van het lichaam — Patikkulamanasikara (D22); kaya gata sati.
'Bereiken'; 'verwerving'; 'het verkrijgen van'.
'Achterwaartse richting' van het afhankelijk ontstaan (paticcasamuppada) waarin het lijden afneemt.
'Disciplinaire code', is de naam voor de code van de regels voor monniken, die op volle maan en nieuwe maan worden gereciteerd voor de daar bijeengekomen gemeenschap van volledig ingewijde monniken. Voor de monniken zijn er 227 regels, en voor de nonnen 311 patimokkha regels.
'Beheersing met betrekking tot de disciplinaire code', is een van de 4 soorten moraliteit die bestaan uit zuivering (catu parisuddhi sila). Zie sila.
'Opgeven'; 'verlaten', 'uitrukken', in de zin van loslaten. Dit betreft het opgeven van bezoedelingen vanwege inzicht en de realisering van Nibbana.
'Contemplatie van het opgeven, het verlaten of uitrukken', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; patinissagga; subbupadhi patinissagga.
'Pad'; 'weg'.
'Overwinnen door kalmte', is een van de 5 pahana's, zie daar.
'Het beoefenen, het in praktijk brengen van de Leer' (Dhamma). Het is een voorwaarde voor het in de stroom treden (sotapattiyanga). Zie ook pativedha; pariyatti.
'Offergave aan een bijzonder persoon'.
'Analytische kennis'; 'onderscheidingsvermogen'. Zie Patisambhida — Analytische kennis.
'Pad der Analyse'.
Zie ook
Letterlijk: 'hereniging' of 'herkoppeling', d.w.z. wedergeboorte, is een van de 14 functies van bewustzijn (viññana kicca). Dit is een kamma resulterend type bewustzijn en verschijnt op het moment van conceptie (okkanti), d.w.z. tijdens het vormen van nieuw leven in de baarmoeder. Onmiddellijk daarna daalt het af in de onderbewuste stroom van bestaan (bhavanga sota), en, geconditioneerd daardoor, ontstaan er steeds opnieuw overeenkomstige staten van bewustzijn (citta's). Zo is het wedergeboorte bewustzijn bepalend voor het latente karakter van een persoon.
In de boeddhistische visie omtrent wedergeboorte is er geen sprake van een blijvende en onveranderlijke 'ik', 'ziel' of 'geest' die steeds van het ene leven naar het andere overgaat. 'Patisandhi' betekent letterlijk: 'hereniging' of 'her-koppelen', hetgeen neerkomt op je steeds vastgrijpen, vastklampen aan de vijf aggregaten van hechten (pañca upadana kkhandha), waardoor je steeds in de cyclus van geboorte en dood (samsara), gevangen blijft. Het bestaan is niet een op zichzelf bestaande 'entiteit', maar een wordingsproces, een stroom van fysieke en mentale veranderingen.
Volgens de aard van hun wedergeboorte bewustzijn, zijn wezens verdeeld in de volgende 3 groepen:
A. Ahetu patisandhika: 'wedergeboren worden zonder wortel voorwaarden', duidt op een wezen wiens bewustzijn op het moment van wedergeboorte niet gepaard ging met de 3 heilzame wortel voorwaarden, namelijk zonder hebzucht, zonder haat, zonder begoocheling (zie mula), d.w.z. zonder onbaatzuchtigheid, zonder vriendelijkheid, zonder wijsheid. Zulke wezens worden aangetroffen in de lagere werelden (apaya), in welk geval de functie van wedergeboorte wordt uitgevoerd door de klasse van bewustzijn dat in Tabel I aangeduid is als nummer 56. Maar als zulke wezens worden geboren in de zintuiglijke sfeer (kamavacara) als mensen, zullen ze kreupel, blind, doof, mentaal gebrekkig zijn, etc. (Het wedergeboorte bewustzijn is in dat geval in Tabel I nummer 41).
B. Dvihetu patisandhika of duhetu patisandhika: 'wedergeboren worden met alleen 2 heilzame wortel voorwaarden', d.w.z. zonder hebzucht en zonder haat. (Het wedergeboorte bewustzijn = Tabel I nummers 44, 45, 48 of 49).
C. Tihetu patisandhika: 'wedergeboren worden met 3 heilzame wortel voorwaarden'. Zulk een wezen kan alleen worden aangetroffen onder mensen en hogere hemelwezens. (Het wedergeboorte bewustzijn = Tabel I nummers 42, 43, 46 of 47.)
Deze typen wedergeboorte bewustzijn zijn puur commentaar termen. Voor meer over deze typen wedergeboorte bewustzijn, zie Asl.
Patisandhi is hoofdzakelijk een commentaar term. De term verschijnt echter ook in de latere boeken van de Sutta Pitaka. De gebruikelijke term voor wedergeboorte is punabbhava.
Voor gedetailleerde toelichting, zie Paticcasamuppada — De leer van het afhankelijk ontstaan, Nidana 10.
'Wedergeboorte bewustzijn'. Zie patisandhi.
'Wedergeboorte bewustzijn'. Zie patisandhi citta.
Zie patisandhi.
'Reflectie'; 'bespiegeling'; 'zorgvuldigheid'; '(juiste) beoordeling'; 'overweging'. In combinatie met patisankha yoniso 'voorzichtig, met de juiste zorgvuldigheid en intentie'. Bijvoorbeeld: het terugkijken naar en het her-onderzoeken van wat het juiste Pad is en wat het juiste Pad niet is. Het zorgvuldig overwegen 'beoefen ik het juiste Pad, oefen ik correct, ben ik eerlijk en oprecht genoeg tegen mezelf zodat ik niets ontken, etc.' Dit noemen we ook wel 'reflectief inzicht'.
Dient gezien te worden als patisankhati. Zoals in patisankhana bala. Het tegenovergestelde is apatisankha.
'Bespiegeling met de juiste zorgvuldigheid en intentie'. Zie ook patisankha.
Zie patisankha.
'Kracht van bespiegeling'. Zie A02-010; patisankha.
'Contemplatie van reflectie', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; patisankha.
'Bespiegelen'; 'zorgvuldig zijn'; 'reflecteren'; 'juist oordelen'; 'overwegen'. Als in patisankha. Ook wel patisankhaya.
Zie patisankha.
'Tot rust/vrede gebracht'.
'Het doordringen van de Leer en het doel realiseren'. Zie Pativedha — Doordringend inzicht; patipatti; pariyatti; sacca ñana.
'De kennis die bestaat uit doordringing'. Zie sacca ñana.
'Zich onthouden van'; 'vermijden'; 'opgeven'.
'Blij zijn met de verdiensten van anderen', is een van de 'bases van verdienstelijke daden' (puñña kiriya vatthu).
'Overdracht van verdienstelijke daden', is een van de 'bases van verdienstelijke daden' (puñña kiriya vatthu).
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
Letterlijk: 'geven wat is gekregen', dat wil zeggen, 'overdracht van verdiensten'. Dit is een algemeen gebruik in boeddhistische landen. Het wordt algemeen aangenomen dat morele verdiensten, speciaal welke verkregen zijn door het geven van aalmoezen, overgebracht kunnen worden op anderen, blijkbaar vanwege de reden dat de vrucht van iemands eigen goede daden bij anderen terecht zullen komen. Dit wordt vooral gedaan voor overleden verwanten en vrienden die in één van de lagere werelden zijn wedergeboren. Het is een poging hen te helpen tot een gelukkige en morele heilzame staat van de geest te komen.
Let op: dit moet niet worden vergeleken met pattanuppadana.
'Verschijning'; 'manifestatie'; 'ontstaan'.
De Pavarana ceremonie is de ceremonie waarmee het regenseizoen wordt afgesloten en waarin monniken elkaar uitnodigen om elkaar te berispen voor hun overtredingen.
Rivier de Payaga. Geen toelichting.
PDD-NOS, voluit pervasive developmental disorder. Nederlands: pervasieve ontwikkelingsstoornis. Het is één van de vele namen die in het westen zijn bedacht voor een aandoening die men denkt te kunnen bestrijden terwijl de hoofdoorzaak over het hoofd wordt gezien. Wil je echt weten wat de hoofdoorzaak is en hoe je je kunt verlossen van dit lijden? Ga dan eens naar Niet vastgrijpen in het waarnemen.
'De volgende werelden'. Wanneer iemand sterft, wordt hij geboren (mits verlicht) in een andere staat, toestand, hetgeen het hiernamaals is. Zijn activiteiten in termen van goed en kwaad die hij op aarde heeft vergaard, zetten zich voort. Daarom impliceert pecca wat met hem gebeurt in de volgende wereld.
Zie o.a. Dhp017.
'Zinnelijke liefde' of 'het verlangen naar zelfzuchtige genegenheid'. Zie Metta bhavana — De meditatie van liefdevolle vriendelijkheid.
Zie ook Dhp213 — Visakha's verdriet om Datta; Ud8-08 — Visakha Sutta — Visakha; M087 — Piyajatika Sutta — Ontstaan uit hen die geliefd zijn.
Letterlijk: 'overleden geest'. Peta's worden ook vaak 'de hongerige of hebberige geesten' genoemd. Zie o.a. Dhp307.
'De wereld van de hongerige geesten'. Zie ook peta; deva.
Hiervoor is nog geen verklaring.
Zie ook
'Verhalen van de hongerige geesten'.
Zie ook
Letterlijk 'vrucht'. Zie Phala — Vrucht; magga.
'Het verwerven van de vruchten'. Zie phala; nimitta D.
'Harde woorden'; 'hardvochtige woorden'; 'wrede woorden'. De onthouding ervan is een aspect binnen de 3e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 2e divisie van het Pad, namelijk de groep van moraliteit.
Ga naar de beschrijving van Onthouding van harde woorden op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Onthouding van het spreken van harde woorden'. Zie pharusaya.
'Onthouding van harde woorden'. Zie pharusaya.
'Contact'. Zie Phassa — Algemene info over contact.
'Indrukken van de zes zintuigbases'. Zie o.a. adinava; phassa; A04-010.
Zie phassa.
'Gemak'; 'aangenaam'; 'gezond'.
'Tastbaar object'. Hiermee wordt het fysieke zintuigobject bedoeld dat door het lichaam kan worden gevoeld en tot het lichaamsbewustzijn (kaya viññana) wordt gerekend (en daardoor wordt herkend). Voor nadere uitleg, zie arammana.
'Begeerte naar tastbare objecten' oftewel naar 'lichamelijke indrukken'.
Zie tanha; photthabba.
'Basis van tastbaar object'. Zie photthabba; ayatana B.
'Verfrissend'. Zie piti.
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
Grot bij Rajagaha waar Maha Kassapa vaak verbleef.
'Lasterpraat'. Zie pisunaya
'Lasteren'; 'kwaadaardige taal'; 'tweedracht zaaien'. Letterlijk: 'beëindiging van vriendschap'.
De onthouding ervan is een aspect binnen de 3e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 2e divisie van het Pad, namelijk de groep van moraliteit.
Ga naar de beschrijving van Onthouding van lasterende taal op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Onthouding van het spreken van lasterende taal'. Zie pisunaya.
'Onthouding van lasterende taal'. Zie pisunaya.
'Vader'.
'Mand'; 'korf'.
'Vreugdevolle interesse'; 'verrukking'; 'vreugde'; 'interesse'; 'opgewektheid'; 'enthousiasme van de geest', ook heel soms 'blijheid' (pamojja) of 'geluk' genoemd (zoals in Dhp368-376) maar zijn niet identiek ermee, zie verderop. Piti is een van de 7 factoren van verlichting (bojjhanga); een van de mentale of samenwerkende factoren (zie cetasika; Tabel II) en behoort tot de groep van mentale formaties (sankhara kkhandha).
De Boeddha noemt het de niet-wereldse vreugde in M118.33.
Het verfrist (pinayati), dus het is geluk/vreugde (piti). Het heeft het kenmerk van vertedering (sampiyana). Haar functie is om het lichaam en de geest te verfrissen; of haar functie is om te doordringen (sensatie van vervoering). Het wordt gemanifesteerd als opgetogenheid. Maar het is van vijf soorten: 'klein geluk', 'kortstondig geluk', 'douchegeluk', 'opbeurend geluk' en 'doordringend (verrukt) geluk'.
Omtrent dit is 'klein geluk' alleen in staat de haren op het lichaam te doen rijzen. 'Kortstondig geluk' is als flitsen van een bliksem op verschillende momenten. 'Douchegeluk' golft keer op keer door het lichaam heen zoals golven op de kust slaan. 'Opbeurend geluk' kan krachtig genoeg zijn om het lichaam te laten zweven en het in de lucht te laten springen. Maar wanneer 'doordringend (verrukking) geluk' ontstaat, is het hele lichaam volledig doordrongen, als een gevulde blaas, als een holte in een rots die door een enorme overstroming binnengevallen is.
Verkeerd begrepen: piti
Zoals in de sutta teksten, is piti vaak verbonden aan één samengesteld woord met 'blijheid' (pamojja) of 'geluk' (sukha), en hebben sommige westerse vertalers het woord piti verkeerd begrepen en zien het als een synoniem voor deze twee termen (blijheid of geluk). De Boeddha demonstreert de verschillen o.a. in A10-001. Piti en sukha zijn jhana-factoren (jhananga). Daar worden deze twee uitgelegd.
Piti heeft niets te maken met een 'aangenaam gevoel' (sukha vedana, zie vedana) waarmee het vaak vergeleken wordt door mensen die er niets van begrepen hebben. Piti is niet een gevoel of gewaarwording en behoort daarom niet tot de groep van gevoelens (vedana kkhandha) die louter opkomen afhankelijk van wat onze voorkeur heeft of als het dat niet heeft, maar kan beschreven worden als 'vreugdevolle interesse'. Het kan daarom verbonden zijn met morele, immorele en neutrale staten van bewustzijn. Zie Tabel I en Tabel II .
Een hoge graad van vreugde is kenmerkend voor bepaalde fases in meditatieve concentratie, in de beoefening van inzicht (vipassana) als mede in de eerste twee meditatieve verdiepingen (jhana). In de meditatieve verdiepingen verschijnt piti als een van de jhana-factoren (jhananga) en is het sterkst in de tweede meditatieve verdieping. Vijf graden van intensiteit in meditatieve vreugde worden beschreven in Vis 4: 94 e.v. Piti is één van de 7 factoren van verlichting (bojjhanga). Zie ook jhana.
'Verlichtingsfactor van vreugde'. Zie piti.
'Geliefd'; 'bemind', kan elk object zijn, zoals een idee, een mening, een mens, een beeld etc. De onderliggende drijfveer is persoonlijke voorkeur.
'Zij die geliefd zijn'.
'Iets dat men lief heeft'. Het tegenovergestelde is appiyehi.
'Gescheiden zijn van het geliefde'.
'De herhaling van geboorten'. Letterlijk: 'de oorzaak van wederom worden'. Deze term gebruikte de Boeddha o.a. in de tweede Edele Waarheid (zie S56-011). Zie ook punabbhava; patisandhi.
'Wereldse psychische vermogens'.
'Kluizenaar', iemand die de wereld heeft verzaakt. Zie ook samana.
Een volledige vrijheid in het kiezen en wisselen van seksuele partners, waarbij er dus geen vaste koppels bestaan en iedereen deelneemt aan het vrij seksueel verkeer.
Letterlijk: 'voorloper'.
- In M117 verwijst de Boeddha naar juist begrip (samma ditthi) als de voorloper van alle overige factoren van het Edel Achtvoudige Pad (ariya atthangika magga). Zie ook lokuttara samma ditthi.
- In Dhp001: 'De geest is de voorloper van alle dingen (…).'
'Het kunnen herinneren van vorige levens', is één van de 6 hogere krachten (abhiñña), en een factor van de drievoudige kennis (te vijja).
Zie ook De Boeddha — De uren voor zijn verlichting.
'De kennis hebben van het kunnen herinneren van vorige levens.' Zie pubbenivasanussati.
'Individu'; 'persoon'. Zie Puggala — Individu; paramattha.
A. 'Eerbetoon; 'eerbied'; 'respect'; 'hulde'.
B. 'Aanbidding; 'gewijde inachtneming'; 'gewijde offerande'; ook 'offergaven aan monniken en nonnen'.
Zie Puja — Respect of aanbidding?
Zie ook de groep Respect van de sectie Inzicht meditatie.
Letterlijk: 'wederom worden'; 'hernieuwd bestaan'; 'herhaling van bestaan', is een sutta term voor wedergeboorte, welke in latere literatuur vaak patisandhi wordt genoemd (zie daar voor meer).
Het bereiken van heiligheid (arahatta) impliceert het einde van toekomstige geboorten en wordt vaak uitgedrukt in de woorden: "Dit is de laatste geboorte. Nu is er niets meer voor hernieuwd bestaan!" (natthi dani punabbhavo). M026; D15; Thag87-337; Snp3-05.502.
De term is vaak gekoppeld aan abhinibbatti.
"Maar, hoe, broeder, komt het tot hernieuwd bestaan en ontstaat het in de toekomst (ayatim punabbhavabhinibbatti)? Omdat wezens gehinderd worden door onwetendheid (avijja) en gebonden zijn door begeerte (tanha), bevrediging zoeken in dingen, dan weer hier, dan weer daar. Vanwege deze oorzaak is er hernieuwd bestaan en ontstaat het in de toekomst." M043; zie ook S12-038. Abhinibbatti staat soms ook alleen voor de betekenis 'wedergeboorte', bijvoorbeeld in A06-061; A10-065.
Vergelijk in de tweede Edele Waarheid de toevoeging ponobhavika.
'Verdienstelijke daden'. Er is een lijst van 10 beschikbaar, de 'bases van verdienstelijke daden' (puñña kiriya vatthu).
'Stromen van verdiensten'. Er wordt gezegd dat men 4 stromen van verdiensten voortbrengt door de offergave van de 4 benodigdheden — gewaden, aalmoezenvoedsel, onderdak en medicijnen — aan een monnik die de ongeconditioneerde staat van de geest heeft bereikt. Verder door het vol zijn van onwrikbaar geloof in de Boeddha, zijn Leer en de gemeenschap van discipelen, en door perfect in moraliteit te zijn (A04-051; A04-052). A08-009 beschrijft nog eens 4 stromen van verdiensten.
Zie ook puñña kiriya vatthu.
'Bases van verdienstelijke daden'. Het kan worden vertaald als: 'Dat wat iemand van de mentale bezoedelingen zuivert'. Zie Puñña kiriya vatthu — Bases van verdienstelijke daden.
Zie sankhara, A.1.
'Veld van verdiensten (puñña) in de wereld'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
Letterlijk: 'voorbij verdienstelijke en verkeerde daden' oftewel 'boven goed en kwaad uitgestegen'. Zie Puññapapa pahinassa — Voorbij verdienstelijke en verkeerde daden; lokuttara samma ditthi; arahat.
Zie ook Dhp038-039 — De eerwaarde Cittahattha.
'Het aloude pad'.
'Vooraf ontstane voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
A. 'mens'; 'persoon' zoals in purisadammasarathi; purisapuggala; attha purisapuggala; sappurisa samseva.
B. 'mannelijkheid', zoals in indriya.
'Leider van mensen die beteugeld dienen te worden'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
'Menselijk karakter'. Zie ook purisa
Purisapuggala is een samenstelling van: purisa 'mens/persoon'; 'karakter'.
'Paar van mensen'. Zie ook cattari purisayugani.
Purisayuga is een samenstelling van: purisa 'mens'; yuga 'persoon'.
'Mannelijkheid'. Zie indriya.
'Wereldling'. Iemand die nog niet in de stroom is getreden, dat wil zeggen, iemand die nog geen onwrikbaar geloof heeft in de Boeddha, de Dhamma en de Sangha en die dus de eerste 3 banden (saññojana) nog niet heeft doorgekapt en dus nog geen enkele graad van heiligheid heeft bereikt. Zie sotapatti; ariya puggala.
Een kruipplant.
'Hartstocht'; 'hebzucht'; 'lust'; 'begeerte'; 'hunkering'; is een synoniem voor lobha (zie mula), tanha en abhijjha (zie kamma patha). Voor kama raga; rupa raga; arupa raga, zie saññojana. Raga is een symbolische aanduiding voor één van Mara's dochters. Zie Mara.
'Degene die hebzuchtig van karakter is'. Zie ook carita.
'Uitblussing van hartstocht'.
'De onderliggende neiging tot zintuiglijke hartstocht'. Zie o.a. S36-006; anusaya.
'Vergelijkbaar met hartstocht'. Zie Dhp251 — De vijf lekenvolgelingen met de vijf verschillende interesses.
'Smaak'.
'Begeerte naar smaak'. Zie tanha.
'Basis van smaak'. Zie ayatana B.
Deze term staat voor discipelen die al voor lange tijd (of met veel ervaring) als vooraanstaand worden beschouwd en als zodanig zijn uitgeroepen.
Zie Is boeddhisme een religie?
Kennis (ñana); visie (cakkhu); vrede (vupasamaya); hogere wijsheid/verlichting (abhiññaya); nibbana (nibbana).
Dit verklaarde de Boeddha in de S56-011 — Dhamma Cakka Ppavattana Sutta — Het in beweging zetten van het Wiel der Wet, toen hij verklaarde dat hij de verlichting gerealiseerd had middels de middenweg.
Zie revolutionair.
Vanuit boeddhistisch perspectief heeft het revolutionair zijn in het bijzonder betrekking op de mentale toestand. Het is de bereidheid te willen veranderen waardoor het oude achtergelaten wordt en zodoende bewustzijn vernieuwd kan worden. Het is het in opstand komen, het niet eens zijn, geen genoegen nemen met het oude bekende of de oude mentale toestand. Als we ons onderwerpen aan conformisme kunnen we niet revolutionair zijn en niets nieuws ontdekken (passati). De Boeddha maakte zich los van oude tradities omdat hij iets nieuws wilde ontdekken. Hij was een echte vrijdenker waardoor hij een ware revolutie ontketende.
Zie conformisme; conditionering; Inzicht meditatie.
'Een Indiase visionair denker of ziener'. Een term die vanuit het brahmanisme werd gehanteerd.
Kijk bij de desbetreffende namen van de rivieren.
Rivier de Rohini. De Rohini ligt ten oosten van Lumbini en was de grens tussen de Sakya's en de Koliya's.
- Aan deze rivier lag het paleis van Siddhatta en Yasodhara.
- Hier kwam het bijna tot een bloedige oorlog tussen de Sakya's en Koliya's toen zij ruzie maakten over de irrigatiewerken als de Boeddha niet tussenbeide was gekomen.
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
A. 'Vorm'; 'materie'; 'lichamelijkheid'; 'het fysieke', zie pañca upadana kkhandha.
B. Visueel object, zie ayatana B.
C. Fijnstoffelijk, zie avacara; jhana.
'Het in het bestaan komen van de fijnstoffelijke wereld'. Zie ook bhava.
'Het element van de fijnstoffelijke wereld'.
'Fysieke vitaliteit'. Synoniem: rupa jivitindrya. Zie jivita.
'Fysieke vitaliteit'. Synoniem: rupa jivita. Zie jivita.
Komt Dit item wordt z.s.m. uitgewerkt.
'Aggregaat van vorm oftewel lichamelijkheid'. Zie ook pañca upadana kkhandha.
'Fijnstoffelijke sfeer'. Zie loka; avacara.
Zie nimitta D.
'Hartstocht naar vorm'. Synoniem: rupa tanha. Zie tanha; saññojana.
'Het waarnemen van materie, vormen, het fysieke'. Zie jhana.
'Begeerte naar vorm'. Synoniem: rupa raga. Zie tanha; saññojana.
'Aggregaat van het hechten aan vorm'. Zie pañca upadana kkhandha.
'Het materiële'; 'het stoffelijke'; 'het fysieke'.
'Fysiek aanpassingsvermogen'. Zie kammaññata.
'Fysieke vlotheid'. Zie lahuta.
'Fysieke flexibiliteit'. Zie muduta.
'Fysieke continuering'. Zie santana.
'Fysieke groei', zie rupassa upacaya pañca upadana kkhandha 1)
'Fijnstoffelijke sfeer'. Zie jhana; loka; avacara.
'Basis van vorm'. Zie ayatana B.
'Hechten aan het stoffelijke' oftewel rupavacara. Zie upadana.
'Nibbana met de groepen van het bestaan (de khandha's) nog resterend'. Een Nibbana element, zie Nibbana.
'Elk'; 'alle'; 'geheel'; 'volledig'.
Letterlijk: 'het hele adem-lichaam ervaren'. Overeenkomstig Vis, betekent 'kaya' niet het fysieke lichaam waar kaya doorgaans voor staat (en fout geïnterpreteerd wordt), maar het hele gebeuren van de in- en uitademing. Sabba kaya betekent: 'het hele (adem)lichaam'.
MA: de zinsnede 'het hele (adem)lichaam ervaren' (sabbakayapatisamvedi) betekent dat de mediteerder gewaar (vijañana) is van elke in- en uitademing tijdens de drie fases van de ademhaling: het begin, het midden en het einde.
Zie D22; M118; satipatthana.
Zie nimitta D.
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
'Het vermijden van alle kwaad'. Zie Dhp183-185 — De vraag van de eerwaarde Ananda
'Alles begrijpen'. Zie ook pariñña; sakkaya dhamma.
Zie sabba.
'Vergankelijke aard'.
'Waarheid'; 'realiteit'. Zie Sacca — Waarheid; sacca ñana.
'Kennis van de waarheid'. Sacca ñana — Kennis van de waarheid; pativedha; sacca.
'Perfectie van waarheidsliefde'. Zie paramita.
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
'Dingen die gerealiseerd moeten worden'.
Komt Dit item wordt z.s.m. uitgewerkt.
'Verwerkelijken'; 'verwezenlijken'; 'realiseren'. Zie S56-011, 3.1-3.3.
'Is verwerkelijkt'. Zie S56-011, 3.1-3.3.
'Het zuiveren van de geest'. Zie Dhp183-185 — De vraag van de eerwaarde Ananda.
Volgens het Com. van de Digha Nikaya: "Voor het hoogste doel, het doel van arahatschap." Er is ook een andere interpretatie, namelijk 'saratthe': 'voor het essentiële doel'.
'Geluid'.
'Begeerte naar geluid'. Zie tanha.
'Basis van geluid'. Zie ayatana B.
'Geloof'; 'vertrouwen'; 'zelfvertrouwen'. Zie Saddha — Het geloof van een boeddhist; dhana; bala; avecca pasada.
Zie ook Dhp303 — Citta de huishouder.
'Degene die gelovig van karakter is'. Zie ook carita.
'Volbrenging van geloof'. Het is een voorwaarde voor spirituele vooruitgang die de Boeddha adviseert voor lekenvolgelingen. Zie A08-054; saddha.
'De ware Leer', een andere naam voor boeddhisme.
'De persoon die onwetend is omtrent de goed verkondigde Dhamma'. Zie Dhp038-039 — De eerwaarde Cittahattha.
'De geloof-devoot', is een van de zevenvoudige groepering van edele personen. Zie Ariya puggala — Edele personen B.
'De door geloof bevrijdde', is een van de zevenvoudige groepering van edele personen. Zie Ariya puggala — Edele personen B.
'Vermogen van geloof'.
'Uitstekend'; 'goed gedaan', etc. Dit is een uitdrukking als blijk van waardering wanneer iemend een goede daad heeft verricht. Eenteken van respect (apaciti).
'Diepe aandacht schenken'.
'Hemelse staat'.
'Gelijktijdig ontstane voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Sahajata betekent: 'samen komen'. Zie paccaya.
'De eenmaal terugkerende'. Zie ariya puggala; saññojana.
'Het pad van eenmaal terugkeren'. Zie ariya puggala; magga; phala; lokuttara.
'De vruchten van eenmaal terugkeren'. Zie ariya puggala; magga; phala; lokuttara.
Koning van de goden in de Tavatimsa hemel. Zie deva; Tavatimsa.
'Eerzucht'. Een van Mara's legers. Zie Mara.
'Bestaande groep'. Dit woord is gewoonlijk vertaald als 'persoonlijkheid' (zie sakkaya ditthi), maar volgens de commentaren correspondeert het met sat kaya, 'bestaande groep', vandaar niet verwezen wordt naar het Sanskriet sva kaya, 'eigen groep' of 'eigen lichaam'. In de sutta's — bijvoorbeeld in M044 — wordt gezegd dat het een naam is voor de 5 groepen van het bestaan (pañca upadana kkhandha): "Sakkaya, o broeder Visakha, is volgens de Gezegende een naam voor de 5 groepen als de objecten van hechten (pañca upadana kkhandha)."
'Factoren van persoonlijkheid'. Wanneer de Boeddha het heeft over 'het alles' (sabba), heeft hij het over alles dat we kunnen ervaren via onze zes zintuigen (die persoonlijk zijn), d.w.z. de vijf groepen van hechten (pañca upadana kkhandha). Zie bijvoorbeeld S35-028.
'Geloof in persoonlijkheid', is de eerste van de 10 banden (saññojana). Het is alleen geheel verdwenen bij het bereiken van het pad van het in de stroom treden (sotapatti magga). Zie ariya puggala; saññojana; mana.
Er zijn 20 soorten van geloof in persoonlijkheid die verkregen worden door 4 typen van dat geloof aan te wenden tot elk van de 5 groepen van bestaan (pañca upadana kkhandha): 1-5. om te geloven dat men identiek is met lichamelijkheid, gevoel, waarneming, mentale formaties en bewustzijn; 6-10. door in hen ingesloten te zijn; 11-15. door los van hen te zijn; 16-20. om de eigenaar van hen te zijn. Zie M044; S22-001.
Zie ook
- Ditthi — Speculatieve opvattingen, bron van verkeerde en kwade aspiraties
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: sakkaya; ditthi; upadana 4.
'Wijze der Sakya's', d.w.z. de Boeddha.
Sala boom (Shorea robusta) produceert wonderolie-zaden, grondstof voor wonderolie. De Nederlandse naam voor deze boom is Wonderboom, ook wel Damarboom.
'Zesvoudige inwendige en uitwendige zintuigbases' (van mentale activiteit). Zie ayatana B.; paticcasamuppada.
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
'Concentratie'. Zie Samadhi — Concentratie; Wat betekent object in meditatief perspectief?
'Verlichtingsfactor van concentratie'. Zie samadhi.
'Training in concentratie'.
'De kracht van doordringende concentratie', zie iddhi.
'Groep van concentratie'.
'Groep van meditatie'.
'De geconcentreerde geest'.
'Heilige'. Zie Samana — Iemand die zijn hartstochten heeft overwonnen.
Een van de gedefinieerde goede vrienden. Zie mitta.
'Samenhangende oftewel onmiddellijke voorwaarde', ook wel 'contiguïteitsvoorwaarde' genoemd is een van de 24 voorwaarden (paccaya).
Anantara paccaya (nabijheid voorwaarde) en samanantara paccaya (contiguïteitsvoorwaarde) zijn verschillend in naam, maar hebben dezelfde betekenis (Vis, 17-74).
'Novice monnik'. Gewoonlijk beneden de twintig jaar.
'Begiftigd met'; 'in het bezit van'.
Zie samana.
Een vaak voorkomende benaming van de Boeddha. Zie ook cakkhu.
'Verworvenheden', is een naam voor de 8 verdiepingen (jhana's) van de fijnstoffelijke (rupavacara) en onstoffelijke (arupavacara) sferen waaraan af en toe de 9e verworvenheid wordt toegevoegd, namelijk het verwerven van uitdoven (nirodha samapatti).
'Kalmte'; 'sereniteit', is een synoniem voor concentratie (samadhi); geestelijke eenheid (ekaggata); onverstoorbaarheid (avikkhepa).
'De kracht van kalmte'. "Wat is nu de kracht van kalmte? (…)" Zie samatha vipassana.
'Kalmte meditatie', zie bhavana.
'Beoefening van kalmte meditatie'. Zie bhavana.
'Kalmte en inzicht'. Zie Samatha vipassana — Kalmte en inzicht; bhavana.
'Kalmte en inzicht in paren'; 'het koppelen of samenspannen van kalmte en inzicht'. Zie Samatha vipassana — Kalmte en inzicht.
'Iemand die kalmte als zijn voertuig heeft'. Zie ook sukkha vipassaka.
'Voertuig van concentratie' vormt samen met vipassanayana de twee paden of voertuigen voor het verwerkelijken van Nibbana. Zie Jhana — De meditatieve verdiepingen.
'Wanhoop'; 'turbulentie', 'verdrukking', 'onrust', 'verstoring', 'onrustige toestand'. Synoniem: upayasa. Bekijk de definitie van wanhoop in D22.
'Deelnemen'. Zie vedana.
'Verlichting'. Zie bijvoorbeeld S56-011 — Dhamma Cakka Ppavattana Sutta — Het in beweging zetten van het Wiel der Wet
'Elementen van verlichting'.
'Factoren van verlichting'. Synoniem: bojjhanga. Zie satta sambojjhanga.
'Het juiste pad volgen'; 'op het juiste pad gekomen'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
'Wereldse gevoelens'. Zie sukha.
'Herkennen'. Zie ook sampajañña.
samkhittena pañcupadanakkhandha dukkha
Kortom, de vijf groepen (die het object zijn) van hechten, zijn lijden. "En wat is (de bedoeling van het standpunt) 'Kortom, de vijf groepen van hechten, zijn lijden'? Het zijn de vijf aggregaten van materiële vorm, gevoel, waarneming, mentale formaties en bewustzijn — dit heet: 'kortom, de vijf groepen van hechten, zijn lijden.' Dit, monniken, is de Edele Waarheid van Lijden." D22
'Juist'; 'recht'; 'volledig'; 'volkomen'. Zie ariya atthangika magga.
'Juiste wijze van levensonderhoud', is de 5e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 2e divisie van het Pad, namelijk de groep van moraliteit.
Ga naar de beschrijving van juiste wijze van levensonderhoud op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
Zie ook samma jivikata.
'Juist begrip'; 'ware visie', is de 1e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 1e divisie van het Pad, namelijk de groep van wijsheid.
Ga naar de beschrijving van juist begrip op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Een uitgebalanceerde levenswijze'. Het is een voorwaarde voor wereldse vooruitgang die de Boeddha adviseert voor lekenvolgelingen. Zie A08-054.
'Juist handelen', is de 4e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 2e divisie van het Pad, namelijk de groep van moraliteit.
Ga naar de beschrijving van juist handelen op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Juiste inspanningen'. Het zijn de inspanningen bedoeld in de 6e factor (samma vayama) van het Achtvoudige Pad. Het zijn er 4:
- De inspanning van het vermijden (samvara padhana).
- De inspanning van het overwinnen (pahana padhana).
- De inspanning van het ontwikkelen (bhavana padhana).
- De inspanning van het tot groei brengen (anurakkana padhana).
Voor nadere uitleg, zie padhana.
'De goed gegrondveste geest'.
Een goed gerichte geest, is de geest welke gericht is op de tien soorten van verdienstelijke daden. Zie Puñña kiriya vatthu — Bases van verdienstelijke daden.
Zie ook Dhp043 — Soreyya — de man die een vrouw werd.
'Ware wijsheid'. Zie pañña.
'Juiste concentratie', is de 8e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 3e divisie van het Pad, namelijk de groep van concentratie.
Ga naar de beschrijving van juiste concentratie op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
Zie ook samadhi.
'Volmaakte Verlichting'; 'Universeel Boeddhaschap', is de staat van een universele Boeddha (samma sambuddha). Zie samma sambuddha.
Letterlijk: 'Universele Boeddha' omdat hij universele waarheden ontdekt heeft. 'Volledig verlichte' is een andere benaming voor een Samma Sambuddha. Zie Samma Sambuddha — Een universele Boeddha; sacca.
'Juiste gedachten', is de 2e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 1e divisie van het Pad, namelijk de groep van wijsheid. Synoniem: vitakka.
Het woord 'sankappa' betekent letterlijk 'gedachten' en daarom wordt juist dit woord dan ook vaker in de boeddhistische literatuur gebruikt dan 'intenties'. Echter, het cultiveren van de juiste gedachten heeft de functie om de juiste intenties te ontwikkelen.
Ga naar de beschrijving van juiste gedachten op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Juiste indachtigheid', is de 7e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 3e divisie van het Pad, namelijk de groep van concentratie.
Ga naar de beschrijving van juiste indachtigheid op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
Zie ook sati; satipatthana.
'Juiste spraak', is de 3e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 2e divisie van het Pad, namelijk de groep van moraliteit.
Ga naar de beschrijving van juiste spraak op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Juiste inspanning', is de 6e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 3e divisie van het Pad, namelijk de groep van concentratie. Synoniem: samma padhana.
Ga naar de beschrijving van juiste inspanning op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
Zie ook padhana.
'Met perfecte wijsheid de dingen zien zoals ze zijn'.
'Conventioneel onderwijs'.
Een van de gedefinieerde slechte vrienden. Zie mitta.
'Conventionele realiteit'. Zie paramattha.
'Volbrenging'; 'zegening'. Van de vijf zegeningen wordt gezegd dat ze het geloof (saddha), deugdzaamheid (sila), geleerdheid (suta), vrijgevigheid (caga) en wijsheid (pañña) zijn. (A05-091)
Additioneel: deugdzaamheid, concentratie, wijsheid, bevrijding, het oog van kennis met betrekking tot bevrijding. (A05-092)
Zie sampajañña.
'Helder begrip'; 'helderheid van bewustzijn'. Zie Sampajañña — Helder begrip; vijañana.
'Van helder begrip zijn'. Zie sampajañña.
- 'Succesvol'; 'compleet'.
- 'Begiftigd met'; 'rijk aan'.
- 'Zoet'; 'heerlijk'.
'Ontvangen', is een van de 14 functies van bewustzijn (viññana kicca). Zie sampaticchana citta.
'Ontvankelijk bewustzijn', is het geesteselement (mano dhatu) dat onmiddellijk volgt na het ontstaan van zintuiglijk bewustzijn (visueel bewustzijn, etc.) en op dat moment de functie uitvoert om het zintuigobject te ontvangen. Zie de 14 functies van bewustzijn (viññana kicca).
'Vereniging met'; 'verbinding met'; 'associatie met'. Let op de toevoeging yoga. Het tegengestelde is vippayoga.
'Associatie voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Onzinnig gepraat'; 'onzinnige woorden'; 'dom geklets'; 'spraak zonder diepgang'; 'beuzelachtig geklets'. De onthouding ervan is een aspect binnen de 3e factor van het Edel Achtvoudige Pad en valt binnen de 2e divisie van het Pad, namelijk de groep van moraliteit.
Ga naar de beschrijving van Onthouding van onzinnig gepraat op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Onthouding van het spreken van onzinnig gepraat'. Zie samphappalapa.
'Onthouding van onzinnig gepraat'. Zie samphappalapa.
Samphassa = phassa, zie daar.
'Vertederend'. Zie piti.
'De cyclus van het bestaan'; 'de ronden van geboorte en dood'. Letterlijk: 'eeuwigdurende rondzwerving'. Zie Samsara — Samsara, de eeuwigdurende rondzwerving; gahakarakam.
Zie ook Dhp302 — De monnik van het land van de Vajjis.
Letterlijk: 'gezelschap'. Zie mitta.
'Overwinning door vernietiging', is een van de 5 pahana's, zie daar. Zie ook upakkilesa.
'Oorzaak'; 'oorsprong'; 'ontstaan'; 'opkomen'. Zie Samudaya — De hoofdoorzaak van lijden.
'Het opkomen/ontstaan van dingen', is een samenstelling van samudaya (zie ook uppada) en dhamma.
'Het opkomen/ontstaan van dingen'. Zie samudayadhamma.
'Vele soorten beenderen'.
Hierdoor wordt het lichaam gestut, bij elkaar gehouden.
Zie Dhp147 — Sirima de courtisane.
'Beheersing'; 'terughoudendheid'; 'controle'; 'bedwingen'; 'ingetogen'; 'vermijden (van onheilzame dingen)'. Vergelijk sila.
'De inspanning van het vermijden', is een van de 4 inspanningen. Zie padhana.
'Zelfbeheersing' in het algemeen, is een van de vier beperkingen (catu pariyanta). Zie ook indriya samvara sila.
'Zuiverheid van controle', is een andere naam voor de moraliteit die bestaat uit de 'beheersing met betrekking tot de zintuigen' (indriya samvara sila). Zie sila.
'Wereldontbinding'. Zie kappa.
'Voortzetting van de chaos'. Zie kappa.
'Het bewustzijn dat tot wedergeboorte leidt'. Zie o.a. M106.3.
'Leidt tot'.
'Angst'; 'agitatie'; 'religieuze emotie' oftewel 'gevoel van urgentie'. Het is een gevoel van spirituele noodzakelijkheid (om een einde aan lijden te maken) dat ontstaat door verzaking. Zie ook samvega vatthu.
'Bronnen van emotie', of van een gevoel van urgentie. Het zijn er 8: 1. geboorte; 2. ouderdom; 3. ziekte; 4. dood; 5. het lijden in de lagere staten van het bestaan; 6. de ellende van het verleden geworteld in de cyclus van wedergeboorte; 7. de ellende van de toekomst geworteld in de cyclus van wedergeboorte; 8. de ellende van het heden geworteld in de zoektocht naar voedsel (ahara). Vis 3.
Zie ook samvega.
'Verwante Collecties'.
Zie ook
- S00-000 — Verwante collecties — Samyutta Nikaya
- Div002 — Ti Pitaka, de boeddhistische Pali canon
'Koppeling'; 'link'. Zie ook patisandhi.
'Zichtbaar'; 'behorend tot dit leven'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
Zie sanditthika.
'Boeddhistisch concilie'.
'Boeddhistische gemeenschap'. Ieder persoon die boeddhist is behoort tot de Sangha.
'Offergave aan de Sangha'.
'Bespiegeling van de gemeenschap van edele discipelen'. Zie sanghanussati bhavana.
Mediteren op (de kenmerken van) de sangha (sanghanussati bhavana).
'Geboorte'; 'resultaat'; 'oorsprong'.
'Gedachte'. Synoniem: vitakka.
Ga naar de beschrijving van juiste gedachten op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Formaties'; 'vorming'; 'samengestelde dingen'. Zie Sankhara — Algemene info over mentale formaties.
Zie dukkhata.
Zie dukkhata.
'Groep van mentale formaties'. Zie sankhara; pañca upadana kkhandha.
'Aggregaat van hechten aan mentale formaties'. Zie pañca upadana kkhandha.
'Geconditioneerde dingen'; 'samengestelde dingen'; 'opgekomen dingen', omvat alle verschijningsvormen van het bestaan.
Zie ook asankhata; conditionering.
Zie dukkhata.
'Kenmerken van alle geconditioneerde dingen'. De volgende drie zijn de kenmerken van alle geconditioneerde dingen (sankhatalakkhanani): opkomen (uppada), vergaan (vaya) en verandering van toestand (thitassa aññatattam).
'De vernauwde geest', d.w.z. gepaard gaand met luiheid en traagheid (thina middha). Dit houdt ook verband met sloomheid, haastigheid, innerlijke spanning vanwege onderdrukking etc.
In de Maha Satipatthana Sutta (D22) betekent het de vernauwde of samengetrokken geest, niet de geconcentreerde geest (samahita citta) zoals vaak vertaald door zowel westerse als oosterse auteurs. De geconcentreerde geest (samahita citta) komt verderop in de opsomming van D22 pas aan bod.
'Kortom'; 'kortgezegd'; 'in het kort'.
'Waarnemen'. Zie Sañña — Algemene info over waarnemingen.
'Groep van waarnemingen'. Zie pañca upadana kkhandha.
'Aggregaat van het hechten aan waarnemingen'. Zie pañca upadana kkhandha.
'Het bereiken (of verwerven) van uitdoving van waarneming en gevoel' = nirodha samapatti.
'Verdraaiing van waarnemingen'. Zie vipallasa.
'Contemplatie van waarnemingen'.
'Banden'; 'ketenen'. Zie Saññojana — De tien banden; ariya puggala; lokuttara; saññojana 2.
Zie ook de groep Bezoedelingen van de sectie Inzicht meditatie.
Zie verder Dhp031 — De monnik die alles verteerde.
'Banden'; 'ketenen'. Zie Saññojana 2 — De tien banden — 2; saññojana.
Zie ook de groep Bezoedelingen van de sectie Inzicht meditatie.
'De banden'. Zie saññojana.
'Vredig'; 'gekalmeerd'. Zie ook santi.
'Continuïteit'; 'stroom'. Equivalent: santati. Kan o.a. naar het volgende verwijzen:
- De continuïteit van bewustzijn (citta santana).
- De continuïteit van de groepen van het bestaan (khandha santana), zie pañca upadana kkhandha.
- De continuïteit van onderbewustzijn (bhavanga santana).
- De ononderbroken continuïteit van het afhankelijk ontstaan (paticcasamuppada santana, zie paticcasamuppada).
- Etc.
Zie equivalent santana.
'Vrede'; 'kalmte'; 'rust', een andere naam voor Nibbana. Zie Arahat — De heilige.
Zie ook Snp4-14; Snp4-15; santa.
Zie verder Dhp096 — De novice monnik van Kosambi.
'Onderzoek' is een van de 14 functies van bewustzijn (viññana kicca). Zie santirana citta.
'Onderzoek bewustzijn', is een van de fasen binnen de cognitieve opeenvolgingen. Zie ook viññana kicca voor de 14 functies van bewustzijn.
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
'Helder begrip omtrent de geschiktheid'. Zie sampajañña.
'Gezelschap met goede mensen' is een voorwaarde voor het in de stroom treden (sotapattiyanga). Zie samseva.
'Verwaandheid'. Een van de bezoedelingen van de geest. Het grenst aan eigendunk (mana). Zie upakkilesa.
Zie ook sarambhapi.
'Aanname'; 'vermoeden'; 'veronderstelling; 'verbeelding'. Het is een vooropgezet uitgangspunt voor de toename van verscheidene mentale activiteiten dat tot verwaandheid (sarambha) leidt (samvattanti). Het grenst aan eigendunk (mana).
'Toevlucht'; 'heil'. Zie ti saranagamana.
'Zes dingen om te gedenken'. Zie D16; M48; A06-11; A06-12.
Letterlijk: 'boodschap', de religie van de Boeddha; de boeddhistische religie; de Leer; de doctrine.
'Iemand die het Nibbana bereikte door inspanning', is een van de 5 niet terugkerenden, zie anagami.
'Voorbereid'; 'vooropgezet'. Zie sasankharika citta.
In Dhs: sasankharena: een voorbereide of vooropgezette staat van bewustzijn die ontstaan is na een voorafgaande opzettelijkheid of bewogenheid, bijvoorbeeld het afwegen van motieven, of door anderen teweeggebracht (opdrachten, adviezen, overreding). Met inspanning = ertoe aangezet. Zie Tabel I; voorbeelden in Vis 14: 84. Tegenpool is de spontane geest (asankharika citta).
Zie ook De niet vooropgezette geest.
'Van mening zijn dat alles eeuwig is'. Dit is één van de extreme opvattingen die door de Boeddha is verworpen. Het komt overeen met de 'hunkering naar bestaan' (bhava tanha) hetgeen door de Boeddha is aangewezen als één van de drie begeerten die de oorzaak van lijden zijn.
Sassata ditthi en uccheda ditthi zijn de twee extreme opvattingen over persoonlijkheid (sakkaya ditthi) die door de Boeddha zijn verworpen.
Zie Tanha — De drie vormen van begeerte.
'De leer van het eeuwigdurende'. Zie ditthi; tanha.
'Oplichterij'. Een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa.
'Indachtigheid'; 'oplettendheid'; 'opmerkzaamheid'; 'zorgvuldigheid'. Zie Sati — Indachtigheid.
Zie ook de link naar de groep pagina in de tip hieronder.
Satipatthana training
Satipatthana is de kern van de boeddhistische inzicht meditatie vormen en daarmee de belangrijkste binnen het gehele boeddhistische systeem. Om de satipatthana training oftewel mindfulness correct te beoefenen, start je op de groep pagina Satipatthana training. Deze wijst de weg voor zowel beginners als voor gevorderden.
'Verlichtingsfactor van indachtigheid'. Zie sati.
'Gewaarzijn van indachtigheid'. Zie satipatthana.
'Indachtig'. Zie sati.
'Fundamenten van indachtigheid'. Letterlijk: 'gewaarzijn van indachtigheid' (sati upatthana). Zie Satipatthana — De fundamenten van indachtigheid.
Zie ook de link naar de groep pagina in de tip hieronder.
Satipatthana training
Satipatthana is de kern van de boeddhistische inzicht meditatie vormen en daarmee de belangrijkste binnen het gehele boeddhistische systeem. Om de satipatthana training oftewel mindfulness correct te beoefenen, start je op de groep pagina Satipatthana training. Deze wijst de weg voor zowel beginners als voor gevorderden.
'Opmerkzaamheid en helderheid van bewustzijn'. Zie ook sampajañña.
'Bewust'; 'aandachtig'. Zie ook sati.
'Levend wezen'. Deze term, net als atta, puggala, jiva, en alle andere termen die 'ego-entiteit' aanduiden, moet worden beschouwd als een louter conventionele term (vohara vacana), die geen realiteitswaarde heeft. Voor de onpersoonlijkheid van al het bestaan zie anatta; paramattha; puggala; jiva; satta; paticcasamuppada.
'Klasse van wezens'. satta + nikaya.
'De zeven factoren van verlichting'. Zie Satta sambojjhanga — De zeven factoren van verlichting.
'De 7 stadia van zuivering'. Zie visuddhi.
'Degene met nog hoogstens zeven geboorten te gaan', is een klasse sotapatti.
'Leraar'.
Zie devamanussanam.
'Helder begrip omtrent het doel'. Zie ook sampajañña.
'De overtrefbare geest', is het bewustzijn dat tot de zintuiglijk sfeer (kama loka) en de fijnstoffelijke sfeer (rupa loka) behoort. Zie ook abhiñña.
'Laakbaar'; 'verwerpelijk'.
Zie ook anavajja.
'Discipel'. Raadpleeg sekha.
'De Sangha van discipelen'.
'Een neerwaartse wind' . Het is gewoon een onderdeel van het lichaam. Zie ook boer; vayo dhatu.
'Sekha' duidt op de drie lagere fases van bevrijding (zie ariya puggala) voordat arahatschap wordt bereikt, te weten sotapanna, sakadagami en anagami. De persoon die deze drie stadia heeft bereikt is een edele discipel (ariyasavaka). Sekha betekent letterlijk: 'iemand die op koers van perfectie is'.
De persoon die arahatschap heeft bereikt is wel een edele discipel van de Boeddha, maar is geen leerling meer. Hij is een asekha, letterlijk: 'geen leerling meer'.
Een wereldling (puthujjana) wordt noch 'een edele discipel' noch 'perfect in training' genoemd. Raadpleeg Pug 23-25. Dit neemt niet weg dat hij geen goede leerling kan zijn. Hij is nog geen edele discipel omdat hij nog niet één van de paden heeft bereikt. Iedereen die de instructies van de Boeddha correct opvolgt en volhardend is, is een goede discipel (savaka), en kan door zijn inspanning een edele discipel (ariyasavaka) worden.
'Leeuwenbrul'. Zie Sihanada — De leeuwenbrul.
'Training'. De training die de leerlingen van de Boeddha dienen te ondergaan, is drievoudig. Zie tividha sikkha.
'Fasen van training', m.b.t. de morele regels. Zie Sikkhapada — De boeddhistische morele regels; uposatha; sikkha; sila.
'Moraliteit'; 'deugdzaamheid'. Zie Sila — Boeddhistische moraliteit; sikkhapada; kamma patha.
'Perfectie van moraliteit'. Zie paramita.
Een van 'de 4 elementen van de inspanning voor zuiverheid'. Zie parisuddhi padhaniyanga.
'Volbrenging van deugdzaamheid'. Het is een voorwaarde voor spirituele vooruitgang die de Boeddha adviseert voor lekenvolgelingen. Zie A08-054; sila.
'Training in moraliteit'.
'Afwijking van moraliteit'. Zie ook vipatti.
'Hechten aan louter rituelen en ceremonieën'.
Het is één van de banden die wezens aan het lijden binden, zie saññojana.
Het is één van de vier vormen van hechten die wedergeboorte veroorzaken, zie upadana.
Reminder Hechten wordt uitgelegd als een intensieve vorm van begeerte. Zie ook paramasa; paticcasamuppada.
'Hechten aan riten en rituelen', is een van de 4 soorten van hechten. Zie upadana.
'Groep van moraliteit'.
'Bespiegeling van moraliteit'.
'Morele gewoonten'.
'Lof'. Een van Mara's legers. Zie Mara.
'Kleven'; 'hechten'.
'Begraafplaatscontemplaties' zoals beschreven in D22 en M010 hebben als object een lichaam dat een aantal dagen dood is, gezwollen, blauw, vol met etter, dat gegeten wordt door kraaien, haviken, gieren, honden, jakhalzen of door verschillende soorten van wormen etc.
Na elke contemplatie (anupassana) volgt de conclusie: "(…) denkt hij over zijn eigen lichaam aldus: 'Waarlijk, dit lichaam van mij is van dezelfde aard als dat lichaam, het zal hetzelfde ondergaan als dat lichaam en het zal daar niet aan ontkomen.'"
Vergelijkbaar zijn de 10 voorwerpen van onzuiverheid, zie asubha.
'Hij'.
'Bij de ontbinding van het lichaam'.
'Verheven'; 'heilzaam'; 'zuiver'; zie bijvoorbeeld sobhana sadharana cetasika.
'Heilzaam'; 'mooi'; 'zuiver' wordt genoemd in AbhS als staten van bewustzijn, behalve de onheilzame staten en die staten zonder wortel (ahetuka). Zie Tabel II; cetasika.
De corresponderende term in het gebied van onheilzaam bewustzijn is akusala sadharana cetasika.
'Dhamma deugden van hoog niveau'.
Een sofisme is een spitsvondige redenering of drogreden. Het is een in formeel opzicht onjuiste redenering, met de bedoeling de tegenstander in een discussie om de tuin te leiden.
'Verdriet'. Bekijk de definitie van verdriet in D22.
'Mentaal aangenaam gevoel'; 'gelukkig gevoel'; 'vreugde gevoel'; 'vreugdevol gevoel'. Zie vedana.
Zie nirodha.
'Bescheidenheid'; 'zachtmoedigheid'.
A. 'Oor'. Zie ook ayatana B.
B. 'Stroom'. Zie bhavanga sota
Letterlijk: 'oor contact', zie phassa.
'Oorbewustzijn' oftewel 'horen'.
'De in de stroom getredene'. Zie Sotapanna — De in de stroom getredene; ariya puggala; saññojana; sotapattiyanga; sotapannassa angani.
'De kenmerkende kwaliteiten van een in de stroom getredene', zijn viervoudig:
- Onwrikbaar geloof (saddha) in de Boeddha.
- Onwrikbaar geloof in de Dhamma.
- Onwrikbaar geloof in de Sangha.
- Perfecte moraliteit (de vijf regels (pañca sila) van moreel gedrag perfect naleven).
Verklaard in A05-015; S55-001 en in D33. In S47-008 en in Net worden deze vier kwaliteiten genoemd samen met de 'inleidende voorwaarden voor de in de stroom getredene' (sotapattiyanga).
Sotapatti betekent letterlijk 'de stroom ingaan'; 'het in de stroom treden'. Oftewel: het edele Pad opgaan (ariya atthangika magga). (Sotapanna staat voor degene die dat gerealiseerd heeft, namelijk 'de in de stroom getredene'.)
Zie sotapanna; ariya puggala.
'Het pad van het in de stroom treden'. Zie ariya puggala; magga; phala; lokuttara.
'De vruchten van het in de stroom treden'. Zie ariya puggala; magga; phala; lokuttara.
'De 4 (inleidende) voorwaarden voor het in de stroom treden' (om sotapatti te realiseren), zijn: 1. gezelschap van goede mensen (sappurisa samseva); 2. het horen (of lezen) van de Goede Wet (de Dhamma) (dhammasavana); 3. wijze overwegingen (yoniso manasikara); 4. in overeenstemming met de Dhamma leven/beoefenen (patipatti).
S55-005; D33. Zie ook sotapannassa angani.
'Basis van het oor'. Zie ayatana B.
Rivier de Srassati. Geen toelichting.
In toespraken (sutta's) komen vaak 'standaard canonieke teksten' voor. Vroeger werden toespraken mondeling overgedragen en daarom werden standaarddelen gebruikt zodat de monniken het makkelijker konden onthouden.
Omdat in de sutta pitaka vaak standaard canonieke teksten verschijnen, worden deze in STI zoveel mogelijk aangehouden. Deze standaarden worden in verschillende situaties gebruikt. Dit betekent dus dat er voor één standaard tekst vaak meerdere delen variabele teksten in voorkomen. Dit is veel werk dat een grote zorgvuldigheid vereist, maar het komt de consistentie en daarmee de duideijkheid en zuiverheid ten goede.
Zie Wat is stress en hoe kom je er vanaf?
'Heiligdom'. Dit kan een groot of klein object zijn ter nagedachtenis aan de Boeddha, een belangrijke discipel van de Boeddha of aan een bepaalde gebeurtenis. Voor arahats wordt doorgaans een stupa opgericht zodat de mensen er hun respect kunnen betuigen. Respect voor de arahat is het hoogste respect. Zie abhivadana.
'Het opgeven van alle substraten'. 'Substraten' staat hier voor de voedingsbodem van het bestaan. Zie ook upadhi; patinissagga.
A. 'Zuiver'; 'mooi', het tegenovergestelde van asubha.
B. 'Aangenaam'
C. 'Wenselijk', als een andere naam voor Nibbana. Het bestaan daarentegen is onwenselijk. Want geboorte (jati), ouderdom (jara), dood (marana), zijn lijden (dukkha), ongewenste situaties.
'De glorierijke goden'. Zie deva.
Zie nimitta D.
'De goden die mooi zijn om te zien'. Zie deva.
'De goden die het mooie zien'. Zie deva.
Zie sukkha vipassaka.
De 'Zuivere Verblijven', is een groep van vijf hemelen die tot de fijnstoffelijke wereld (rupa loka, zie loka; avacara) behoren, waar alleen de niet-terugkerenden (zie anagami) worden geboren, en van waaruit zij arahatschap en Nibbana verwezenlijken (Zie ariya puggala; deva; saññojana). De namen van deze bewoners (de anagami's die daar verblijven) van de Zuivere Verblijven zijn: Aviha; Attapa; Sudassa; Sudassi; Akanittha.
'Zuiverheid', een andere naam voor Nibbana.
'Verheven'; 'die goed gaat'; 'die gelukkig gaat'.
Een naam die aan de Boeddha werd toegekend. Zie namen voor de Boeddha.
Letterlijjk: 'Gelukkige koers' (van bestaan), d.w.z. de mensenwereld (manussa loka) en de hemelse werelden (deva loka). Zie ook gati.
'Aangenaam'; 'geluk'; 'plezierig'; 'vreugde'; 'zegening'. Het is een van de drie gevoelens (vedana) en kan zowel lichamelijk als mentaal zijn. De teksten onderscheiden het geluk dat via de zintuigen wordt ervaren en het geluk dat voortkomt uit mentale verzaking, d.w.z. werelds (samisa) en niet-werelds (niramisa) geluk. Voor nadere uitleg, zie D22.11.
Geluk is een onontbeerlijke voorwaarde om concentratie van de geest te verwerven (samadhi) en daarom is het een van de vijf jhana-factoren (jhananga) om de meditatieve verdiepingen (jhana's) te verwerven en is tot en met de 3e meditatieve verdieping aanwezig. "Het doel en het voordeel van geluk, Ananda, is concentratie." A10-001. "In iemand die is vervuld met geluk, daar heeft juiste concentratie (samma samadhi) een fundament gevonden." A10-003.
Dubbele betekenis: geluk
De Pali woorden piti en sukha betekenen allebei o.a. geluk, maar zijn niet gelijk aan elkaar. Zie de uitleg bij piti.
'Aangenaam gevoel' of 'gelukkig gevoel'. Zie vedana; sukha.
'Maakt gelukkig'. Zie ook sukhita.
'Gelukkig'; 'gezegend'; 'blij'.
Dit is een commentaarterm en betekent letterlijk: 'droog'. Zie sukkha vipassaka.
'Iemand die alleen door inzicht ondersteund is'. Zie Sukkha vipassaka — Iemand die alleen door inzicht ondersteund is; vimutti.
Zie sukkha vipassaka.
Rivier de Sundarika. Geen toelichting.
'Leegte'; 'leegheid'.
A.
Als leerstellige term verwijst het in Theravada uitsluitend naar de anatta leerstelling, d.w.z. de niet-substantieelheid van alle verschijnselen: "De wereld is leegte (...) omdat het leeg is van een zelf en alles wat tot een zelf behoort" (suññam attena va attaniyena va). S35-085 Ook vermeld van de vijf groepen van het bestaan (pañca upadana kkhandha) in dezelfde tekst. Zie ook M043; M106.
In CNid (geciteerd in Vis 21: 55) wordt gezegd: "Oog (…) geest, visuele objecten (…) mentale objecten, visueel bewustzijn ... geestbewustzijn, lichamelijkheid (…) bewustzijn, etc., zijn leeg van een zelf en alles wat tot een zelf behoort; leeg van duurzaamheid en van alles wat blijvend, eeuwig of onveranderlijk is. Ze zijn kernloos: zonder een kern van duurzaamheid, of kern van geluk of kern van een zelf."
B.
In M121 is het de leegte van de geest vanwege de afwezigheid van bezoedelingen bij het bereiken van arahatschap, en beschouwt als het 'volledig gezuiverde en onvergelijkbaar hoogste (concept van) leegte'. Snp5-15.1119; M121; M122; PtsM 2: Suñña-katha; Vis 21: 53 e.v.
'De lege of de onbezette bevrijding van de geest'. Zie suññata; ceto vimutti.
'De leegte bevrijding'. Zie vimokkha; suññata.
'Contemplatie van leegheid', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie suññata; vipassana; suññata.
'Het goede pad volgen'; 'op het goede pad gekomen'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
'Gehoord' (de Dhamma); 'geleerdheid'; 'dat wat is horen'. Zie ook dhammasavana.
Suta is een van de 7 schatten (dhana).
Let op: suta niet verwarren met sutta.
Zie pañña.
'Met instructie'. Dit verwijst naar de geïnstrueerde edele discipel (ariyasavaka) die de Dhamma kent.
De assutava verwijst daarentegen naar de niet-geïnstrueerde wereldling (puthujjana) die de Dhamma niet kent.
Zonder kennis van de Leer, zonder de juiste instructies, kunnen wij niet oefenen oftewel het boeddhisme in praktijk brengen. Zie pariyatti.
'Toespraak'; 'leerrede'.
'Collectie van toespraken'.
Zie ook
'Mand van de toespraken'.
Zie ook
'Goed uiteengezet'; 'goed verkondigd'; 'goed gepredikt'.
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
Een van de kenmerken van de Dhamma. Zie avecca pasada.
Een synoniem is een woord dat ongeveer dezelfde betekenis heeft dan een ander woord. En wat is een equivalent?
'Timmerlieden'. Zie Dhp080 — De novice monnik Pandita.
'Overwinnen door de tegenstelling', is een van de 5 pahana's, zie daar.
'Registreren', is een van de 14 functies van bewustzijn (viññana kicca). Letterlijk 'dat object' of 'dat als object hebben'. Zie tadarammana citta.
'Registrerend bewustzijn' (zie Tabel I 40-49; 56) is het laatste stadium in het gehele proces van bewustzijn (citta vithi), zie viññana kicca, direct voordat het in het onderbewustzijn afdaalt. Het komt niet voor in het bewustzijn van de verdiepingen (jhana) en ook niet in het bovenwereldse bewustzijn, maar alleen bij grote of duidelijke objecten van de zintuiglijke sfeer (kamavacara).
'Stabiele personen'. Zie Dhp096 voor meer uitleg en gerelateerde informatie.
'Band van duisternis'.
'De hoogste vorm'. Zie D16.2.26, 2e alinea. Zie de eindnoot in '(…) zij zijn het die het hoogste zullen bereiken indien zij verlangend zijn om te leren.'
'Begeerte'; 'hebzucht'; 'hartstocht'; 'zelfzucht'; 'hunkering'; 'dorst'. Zie Tanha — Algemene info over begeerte; ditthi; asava.
Zie ook Tanha — De drie vormen van begeerte.
'Het fundament van begeerte'. Zie ook nissaya.
'Moraliteit gebaseerd op begeerte'. Zie ook nissaya.
'De keten van begeerte'.
De 18 'gedachtekanalen van begeerte'. Zie tanha.
'Uitblussing van hunkering (begeerte)'.
Letterlijk: 'het ophouden van begeerte bereikt', hetgeen Nibbana is, het hoogste doel binnen het boeddhisme. Zie Gahakarakam — Het ontdekken van de huizenbouwer.
'Vergelijkbaar met begeerte'. Zie Dhp251 — De vijf lekenvolgelingen met de vijf verschillende interesses.
'Zelfbeheersing'; 'controle', 'religieuze oefening'. Het te boven komen van hebzucht (lobha) en haat (dosa) door de controle op de zintuigen en het te boven komen van luiheid en traagheid (zie pañca nivarana) door het opwekken van energie (zie padhana).
'Kwelling'; 'berouw'. De kwelling waar hier naar wordt verwezen, is de mentale kwelling vanwege de herinnering aan de kwade daden die iemand heeft begaan. Tappati kan worden vertaald als 'branden'. De herinnering aan een kwade daad leidt tot zelfkwelling dat een soort van branden is. Dit is de situatie waarin Devadatta zich bevond.
Zie o.a. Dhp017. Ook kukkucca komt hier dichtbij.
Dit woord gebruikte de Boeddha meestal als hij naar zichzelf verwees. Het betekent letterlijk: 'hij die zo gegaan is' of 'hij die bij de waarheid is aangekomen' of 'hij die de dingen begrijpt zoals ze zijn en niet anders'. Tatha + gata.
'3e meditatieve verdieping'. Zie jhana.
Tatra majjhattata (letterlijk: 'in het midden blijven bij alle dingen') is de naam voor een hoge ethische kwaliteit die tot de groep van sankhara's behoort en staat veelal bekent onder de naam upekkha. In de meest brede zin gaat het samen met alle soorten van zuiver bewustzijn. Zie cetasika; Tabel II.
Het heeft als kenmerk dat het strekt tot evenwichtigheid van bewustzijn en de mentale factoren. Als aard (functie rasa): dat het buitensporigheden en tekortkomingen voorkomt, of dat het een einde maakt aan partijdigheid. Als manifestatie: 'dat het het waardige midden aanhoudt'. Vis 14.
Voor meer, zie upekkha.
'Hemel van de drieëndertig'.
Het is een van de zes hemels van de zintuiglijke sfeer: (kamavacara) of (kama loka) is de sfeer waarin wij leven. Zie deva.
In de Tavatimsa hemel predikte de Boeddha de Abhidhamma tot zijn moeder die zeven dagen na Siddhatta's geboorte was gestorven en in de Tusita hemel als een man was wedergeboren. Zij (hij dus), kwam naar de Tavatimsa hemel om naar de leerrede te luisteren. Zie ook Dhp181; Snp4-16.
Het is ook de Tusita hemel waar de Bodhisatta verbleef voordat hij naar deze wereld afdaalde en waar momenteel de toekomstige Boeddha Metteyya verblijft.
'De drieëndertig goden'. Zie deva; tavatimsa.
'Drievoudige kennis'. Zie Te vijja — De drievoudige kennis; abhiñña.
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
Zie tejo dhatu; dhatu.
'Vuurelement' oftewel 'hitte' is een van de 4 grote elementen, zie dhatu.
'Stijfhoofdigheid'. Een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa.
Deze term is van toepassing op monniken die minstens tien jaar vanaf hun hogere inwijding in de Sangha verblijven. Thera betekent letterlijk 'goed gegrondvest', d.w.z. iemand die mentaal sterk en stabiel is. In het Nederlands wordt deze term meestal vertaald als 'ouderling'. Een monnik die twintig jaar in de Sangha voltooid heeft, wordt een Maha Thera genoemd (Grote Ouderling of Grote Eerwaarde).
'Verzen van de monniken'.
Zie ook
- Thag00-000 — Verzen van monniken — Theragatha
- Div002 — Ti Pitaka, de boeddhistische Pali canon
'Leer van de ouderlingen', het oorspronkelijke boeddhisme. Wordt aangetroffen in Sri Lanka, Birma, Thailand, Cambodja, Laos, Chittagong (Oost Bengalen) en — dankzij www.sleuteltotinzicht.nl — steeds meer in Nederland. De tekst in de Theravada traditie is het Pali.
Zie ook Waarom Sleutel tot Inzicht?; dhamma vinaya.
Theri verwijst naar een non, zie bhikkhuni.
'Verzen van de nonnen'.
Zie ook
- Thig00-000 — Verzen van nonnen — Therigatha
- Div002 — Ti Pitaka, de boeddhistische Pali canon
'Luiheid'. Zie thina middha. Luiheid is een van de immorele mentale factoren, zie cetasika; Tabel II.
'Luiheid en traagheid' vormen samen een van de 5 hindernissen (pañca nivarana). Thina betekent luiheid van geest, dat wil zeggen, de dofheid van het bewustzijn van de geest bij het aanschouwen van een object. Middha betekent traagheid van de mentale aspecten, dat wil zeggen, de dofheid van de vermogens van de verscheidene mentale factoren zoals contact, gevoel, etc., zodat ze slecht samen functioneren. Luiheid en traagheid zijn al dan niet in verband te brengen met bewustzijn van een hebzuchtige aard.
Beide behoren tot de immorele mentale factoren. Zie cetasika; Tabel II.
Zie ook
- Pañca nivarana — De vijf hindernissen
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: pañca nivarana.
'Verandering van toestand'. Zie sankhatalakkhanani.
'Drie kenmerken'; 'drie eigenschappen'. Zie Ti lakkhana — De drie kenmerken van het bestaan; pañca upadana kkhandha; sankhatalakkhanani; dukkhata.
'Drie korven' of ' drie manden'. De boeddhistische Pali canon waarin alle teksten zijn opgetekend. Deze bestaat uit drie hoofdsecties: 1. regels (vinaya pitaka); 2. toespraken (sutta pitaka); 3. hogere Leer (abhidhamma).
Voor een uitgebreid overzicht, zie Ti Pitaka, de boeddhistische Pali canon.
'Drie Juwelen', d.w.z.: de Boeddha, de Dhamma, en de Sangha. Zie ti saranagamana.
'Het nemen van de drievoudige toevlucht'. Zie Hoe word ik een echte boeddhist?
De Boeddha wilde dat wij dhammanuvatti's zijn, d.w.z. iemand die de Leer beoefend. Dit doe je door de vier Edele Waarheden (cattari ariya sacca) te bestuderen en het Edel Achtvoudige Pad (ariya atthangika magga) te beoefenen.
Zie patisandhi C.
Tika (subcommentaren) verwijst naar een categorie boeddhistische literatuur die is goedgekeurd door het zesde boeddhistische concilie. De Tika's zijn meestal geschreven in de eerste helft van het tweede millennium, deels door Singalese monniken en deels door Birmezen.
'Puur in drie aspecten'. Het betreft hier drie omstandigheden waarin het eten van vlees is toegestaan. Zie Mamsa bhojana — Het eten van vlees.
Zie tikoti parisuddha.
'Het dierenrijk'. Zie deva.
'Volledig begrijpen door onderzoek', zie pariñña.
'De drie aanklachten van sektarisch geloof'. Zie Titthayatana — De drie aanklachten van sektarisch geloof; ditthi.
Zie ook de groep Kamma van de sectie Inzicht meditatie.
'Drievoudige training'. De training die de leerlingen van de Boeddha dienen te ondergaan, is drievoudig: 1. de training in hogere moraliteit (adhisila sikkha); 2. de training in hogere mentaliteit (adhicitta sikkha), zie ook adhicitta; en 3. de training in hogere wijsheid (adhipañña sikkha).
Deze drievoudige training (tividha sikkha) verwijst naar de 3 divisies of groepen van het Achtvoudige Pad (ariya atthangika magga) van moraliteit (sila), concentratie (samadhi) en wijsheid (pañña).
Zie ook
- Tividha sikkha — De drievoudige training
- Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad
Letterlijk: 'De meetbare en onmeetbare producerende oorzaak (van het leven)', d.w.z. de wilshandeling die wedergeboorte veroorzaakt in de zintuiglijke sfeer of in de fijnstoffelijke en de onstoffelijke sferen (zie avacara).
Een van de zes hemels van de zintuiglijke sfeer: (kamavacara) of (kama loka) is de sfeer waarin wij leven. Zie deva.
Het is de Tusita hemel waar de Bodhisatta verbleef voordat hij de baarmoeder van zijn moeder binnenging. Ook de toekomstige Boeddha Metteyya verblijft momenteel in deze sfeer.
De moeder van de Boeddha, Maha Maya, stierf enkele dagen na zijn geboorte en werd als een man wedergeboren in de Tusita hemel. Zie ook Tavatimsa.
'De tevreden goden'. Zie deva.
'De op beide manieren bevrijdde'. Zie Ubhato bhaga vimutta — De op beide manieren bevrijdde; vimutti.
'Van mening zijn dat alles vernietigd wordt', oftewel het nihilisme. Het komt overeen met de 'hunkering naar niet-bestaan' (vibhava tanha) hetgeen door de Boeddha is aangewezen als één van de drie begeerten die de oorzaak van lijden zijn.
Sassata ditthi en uccheda ditthi zijn extreme opvattingen over persoonlijkheid (sakkaya ditthi) die door de Boeddha zijn verworpen.
Zie Tanha — De drie vormen van begeerte.
'Leer van vernietiging', oftewel het nihilisme. Zie ditthi; tanha.
'Verheven, gewichtige of inspirerende uitspraak'. Zie o.a. Ud0-00 — Inspirerende uitspraken — Udana; Dhp153-154 — De huizenbouwer.
'Ontstaan en verdwijnen' van de vijfvoudige totale ervaringswereld, namelijk de vijf aggregaten (pañca upadana kkhandha). Zie Dhp113 — De eerwaarde non Patacara — Van diepe ellende tot verlichting.
Zie udayabbaya.
'Kennis bestaande uit de contemplatie van ontstaan en verdwijnen', is een van de 9 soorten van inzicht-kennis die de zuivering vormen door kennis en visie van het pad-voortgang'. Voor details, zie visuddhi 6.1. Zie ook udayabbaya.
'Rusteloosheid'; 'opwinding'; 'beroering'; 'verwarring' van geest wanneer een object aanschouwd wordt. Behoort tot de 10 banden (saññojana) en in combinatie met bezorgdheid (kukkucca) is het een van de 5 hindernissen (pañca nivarana). Het is een van die mentale factoren die onafscheidelijk verbonden zijn met immoreel bewustzijn (akusala sadharana cetasika). Zie cetasika; Tabel II.
'Rusteloosheid en bezorgdheid', zijn samen een van de 5 hindernissen (pañca nivarana). Beide behoren tot de immorele mentale factoren. Zie cetasika; Tabel II.
Zie ook de individuele beschrijving uddhacca en kukkucca.
'Hogere banden'. Zie saññojana.
'Iemand die stroomopwaarts gaat naar de hoogste goden', is een van de 5 niet terugkerenden, zie anagami.
'Verkregen beeld', een staat van concentratie. Zie kasina; samadhi; nimitta.
'Oprechtheid'; 'rechtvaardigheid'; 'eerlijkheid' kan van 2 soorten zijn:
- Van mentale factoren (kaya ujukata)
- Van bewustzijn (citta ujukata)
Het zijn twee mentale factoren die samengaan met al het heilzame bewustzijn.
Zie ook Rechtvaardigheid.
'Het oprechte pad volgen'; 'op het oprechte pad gekomen'. Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
'Impulsmoment van inleiding'. Zie javana; javana citta.
'Nabijheid-concentratie' of 'toegang-concentratie'. Zie kasina; samadhi; nimitta.
'Groei'. Zie ook rupassa upacaya.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, B.4.
'Afgeleide lichamelijkheid' betekent de 24 secundaire lichamelijke verschijnselen die afhankelijk zijn van de 4 fysieke elementen, namelijk de zintuigen en zintuig objecten. Zie pañca upadana kkhandha.
'Hechten'. Zie Upadana — Hechten; paticcasamuppada.
'Groepen van hechten'. Zie pañca upadana kkhandha.
'Ontleningen'; 'afgeleid van'.
'Basis gehechtheden'; 'substratum of voedingsbodem van het bestaan'. Zie Upadhi — Basis gehechtheden; viveka; nirupadhi; ayuhana.
Letterlijk: 'Iets dat iemand vastgrijpt, waaraan hij zich hecht'. Zie Upadi — Iets dat iemand vastgrijpt.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, B.4.
'Iemand die het Nibbana bereikte nadat hij in de tweede helft van zijn leven is', is een van de 5 niet terugkerenden, zie anagami.
'Spirituele leraar'; 'leermeester'; 'meester'. Zie ook acariya.
Een van de gedefinieerde goede vrienden. Zie mitta.
Een van de gedefinieerde goede vrienden. Zie mitta.
'Bezoedelingen'; 'geest-bezoedelingen'; 'onvolkomenheden'; 'onvolmaaktheden'; 'onheilzame kwaliteiten'; 'onheilzame staten van de geest'. Zie Upakkilesa — De zestien bezoedelingen.
Zie ook de groep Bezoedelingen van de sectie Inzicht meditatie.
'Wrok'; 'vijandigheid'. Een van de bezoedelingen van de geest. Zie upakkilesa.
'Doorslaggevende ondersteunende voorwaarde' oftewel 'direct aansporende voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Het einde van de levensspanne'. Zie Dhp235-238 — De zoon van de slachter.
'Kamma dat rijpt bij de volgende geboorte'. Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, A.2.
Zie ook uppajjati.
A. 'Te worden wedergeboren in'; 'verrijzen'; 'in het bestaan komen'. Zie ook punabbhava; upapatti bhava; uppajjati.
B. 'Begiftigd met'; 'bereikt hebben'; 'voorzien zijn van'.
Het door kamma voortgebrachte 'wedergeboorte proces' of 'regeneratie proces'. Upapatti = 'het ene bestaan na het andere'. Zie bhava; uppajjati; paticcasamuppada.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, B.3.
'Lekenvolgeling van de Boeddha'. Letterlijk: 'zit dichtbij', d.w.z. een lekenvolgeling is een volgeling die vervuld is met geloof en die zijn toevlucht heeft genomen in de Boeddha, de Dhamma en in de gemeenschap van edele discipelen. Zijn deugdzaamheid wordt als zuiver beschouwd als hij de 5 voorschriften volgt (zie pañca sila; sikkhapada). Hij moet de volgende verkeerde manieren van levensonderhoud vermijden: handel in wapens; handel in levende wezens; handel in vlees; handel in alcohol en vergif (A05-177). Zie ook A08-075.
(Upasaka is man, upasika is vrouw).
'Vrede', d.w.z. de vrede van Nibbana. Het is een van de fundamenten van de arahat, zie adhitthana. Zie ook upasamanussati.
'Het bespiegelen van de vrede van Nibbana', is de laatste van de 10 bespiegelingen (anussati, zie daar). "Wat er ook voor dingen zijn, monniken, het hoogste daarvan is onthechting (viraga), dat wil zeggen, de vernietiging van eigendunk, het stillen van de dorst, de ontworteling van hechten, het doorbreken van de ronden van geboorten, opheffing van hunkering, onthechting, uitblussing, Nibbana." A04-034. Zie ook bhavana.
'Hogere inwijding'. Letterlijk: 'accepteren'. Het is de volle inwijding van een bhikkhu of bhikkhuni. Zie ook pabbajja.
'Totale sereenheid'; 'innerlijke kalmte'. Zie santi.
'Gekalmeerd van binnen'. Zie santi.
'Vrouwelijke lekenvolgeling'. Zie ook upasaka.
'Voorbij gegaan'; 'overschreden'.
Zie Kamma — Kamma, heilzame en onheilzame wilshandelingen, B.2.
'Wanhoop'; 'turbulentie', 'verdrukking', 'onrust', 'verstoring', 'onrustige toestand'. Synoniem: sambhavanti. Bekijk de definitie van wanhoop in D22.
'Gelijkmoedigheid', ook wel tatra majjhattata genoemd, is een ethische kwaliteit die tot de groep van sankhara's behoort (zie pañca upadana kkhandha) en moet daarom niet verward worden met 'neutraal of gelijkmoedig gevoel' (adukkha m asukha vedana) hetgeen soms ook upekkha wordt genoemd, zie upekkha vedana.
Gelijkmoedigheid is een perfecte, onwankelbare balans van de geest, geworteld in inzicht. Voor de ontwikkeling van upekkha is ten eerste het juiste begrip van kamma noodzakelijk (dat daden gevolgen hebben) en ten tweede het juiste begrip van de drie kenmerken (ti lakkhana). Dit zijn twee belangrijke voorwaarden voor juist begrip (samma ditthi), de 1e factor van het Achtvoudige Pad. Juist begrip, wijsheid (pañña) of inzicht (vipassana) of helder begrip (sampajañña), is de bevrijdende factor. Upekkha is aanwezig vanaf de 4e meditatieve verdieping (jhana).
Voor een gedetailleerde uitleg over upekkha (en de andere verheven staten), zie Brahma vihara bhavana — De meditatieve ontwikkeling van de vier verheven staten.
Upekkha is (o.a.) een van de 4 verheven bewustzijnsstaten oftewel de 'onbegrensde sferen', zie brahma vihara, een van de 7 factoren van verlichting (bojjhanga), en een van de 10 paramita's.
Upekkha wordt als tatra majjhattata opgesomd in Tabel II. Zie ook cetasika.
Zie Vis 4, 156 e.v.
'Gelijkmoedigheid van de verheven sferen', 'evenwichtigheid van geest', is een andere naam voor tatra majjhattata. Zie upekkha.
'Perfectie van gelijkmoedigheid'. Zie paramita. Zie upekkha.
'Verlichtingsfactor van gelijkmoedigheid'. Zie upekkha.
'Gelijkmoedig geluk', is het gevoel van geluk dat gepaard gaat met een hoge graad van gelijkmoedig gevoel (upekkha vedana) zoals bijvoorbeeld in de 3e meditatieve verdieping, zie jhana.
Letterlijk: 'Neutraal gevoel of gelijkmoedig gevoel', is gelijk aan 'noch onaangenaam noch aangenaam gevoel'. Het kan ook 'onverschilligheid' impliceren. Soms ook 'gelijkmoedigheid' genoemd, maar moet dan niet verward worden met upekkha. Raadpleeg vedana voor een overzicht van de soorten gevoelens.
Let op! Gelijkmoedig gevoel of neutraal gevoel wordt soms onvolledig vertaald door alleen het Pali woord upekkha te gebruiken. Dit is een onvolkomenheid in de Abhidhamma. Op STI wordt dan upekkha vedana gebruikt.
Zie ook vedana; upekkhindriya.
'Het vermogen van neutraal gevoel', is een van de 5 elementen van gevoel (vedana, zie indriya) en moet daarom niet worden verward met de ethische kwaliteit 'gelijkmoedigheid' (upekkha).
Letterlijk: 'vasten', dat wil zeggen, 'vastendag', is de dag van volle maan, de nieuwe maan, en de twee dagen van het eerste en laatste kwartier. Op volle maan en nieuwe maan wordt de disciplinaire code, de patimokkha, voor de bij elkaar gekomen monniken voorgelezen, terwijl op de vier genoemde maan-dagen veel van de gelovige lekenvolgelingen de kloosters bezoeken. Daar nemen zij dan de 8 regels in acht (attha sila).
Zie ook
- Sikkhapada — De boeddhistische morele regels
- Sila — Boeddhistische moraliteit
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: sikkha.
'Regels van moraliteit'.
Zie ook
- Sikkhapada — De boeddhistische morele regels
- Sila — Boeddhistische moraliteit
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: sikkha.
'Opkomen'. Zie sankhatalakkhanani.
A. 'Tevoorschijn komen'; 'ontstaan'; 'worden geproduceerd'.
B. 'Geboren worden'; 'in het bestaan komen'.
'Beletsels'; 'belemmeringen'. Deze zijn: 1. hebzucht (lobha); 2. haat (dosa); 3. begoocheling (moha); 4. eigendunk (mana); en 4. meningen (ditthi).
'Pijlmakers'. Zie Dhp080 — De novice monnik Pandita.
'De volbrenging van volharding in inspanning'. Het is een voorwaarde voor wereldse vooruitgang die de Boeddha adviseert voor lekenvolgelingen. Zie A08-054.
'Fysieke gebeurtenissen'.
Komt Dit item wordt z.s.m. uitgewerkt.
'Spreken'.
'Slecht gedrag via de spraak'. Zie duccarita.
'Wilshandelingen via de spraak'. Zie kamma patha; kamma.
Een van de gedefinieerde slechte vrienden. Zie mitta.
Zie sankhara A.2.
'Verbale uitdrukking'. Zie viññatti.
'Hoofdstuk'.
A. 'Leger'. Vaak bedoelt als Mara's leger. Zie Mara.
B. 'Rivier'.
'Zoals een diamant'. Zie Dhp161 — Mahakala de lekenvolgeling.
'De Diamanten Zetel', de plaats die gemarkeerd is waar de Boeddha de verlichting bereikte, achter de Maha Bodhi Tempel in Bodh Gaya.
'Iemand die er de fouten uithaalt', zie vajjadassinam; niggayhavadim.
'Iemand die er de fouten uithaalt; iemand die berispt'. Zie Leraar en leerling.
Zie ook Dhp076 — De eerwaarde Radha.
'Regenseizoen'. Het regenseizoen begint halverwege juli (asalha) en duurt tot midden november (assayuga). In India kent men drie jaargetijden: regenseizoen (vassa), winter (hemanta) en het hete seizoen (gimhana).
- 'Zeker'; 'vast en zeker'; 'inderdaad'; 'helaas'.
- 'Religieuze plicht'; 'oefening'; 'gebruik'.
A.
'Ronden'. Met verwijzing naar de paticcasamuppada spreekt Vis 17 over 3 ronden:
1. De karmische ronde (kamma vatta) bestaande uit de kamma formaties en het kamma proces (kamma bhava) (2e en 10e link).
2. De ronde van bezoedelingen (kilesa vatta) bestaat uit onwetendheid (avijja), begeerte (tanha) en hechten (upadana) (1e, 8e en 9e link).
3. De ronde van gevolgen (vipaka vatta) bestaat uit bewustzijn (viññana), het mentale en lichamelijke (nama rupa), de 6 bases (ayatana B.), indruk oftewel contact (phassa), gevoel (vedana) (link 3-7).
Voor de links, zie paticcasamuppada, diagram.
B.
'Ronden van geboorten'. De ronden van geboorten = samsara.
'Objectieve sensualiteit', de 5 zintuigobjecten. Zie kama.
'Vergaan'; 'verdwijnen'; 'voorbij gaan'. Zie sankhatalakkhanani.
'Het vergaan van dingen', is een samenstelling van vaya en dhamma.
'Inspanning'. Is identiek aan (viriya).
'Strijden'; 'streven'; 'zichzelf inspannen'.
'Contemplatie van het vergaan' of 'verdwijnen', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; vaya.
Zie vayo dhatu; dhatu.
'Windelement' oftewel 'beweging' is een van de 4 grote elementen, zie dhatu.
'Gevoel'; 'gewaarwording'. Zie Vedana — Algemene info over gevoelens.
'Groep van gevoel'. Zie pañca upadana kkhandha.
'Aggregaat van het hechten aan gevoel'. Zie pañca upadana kkhandha.
'Indachtigheid van gevoelens', is een van de vier fundamenten van indachtigheid. Zie de rubriek Indachtigheid van gevoelens — Vedananupassana op Satipatthana — De meditatie van indachtigheid.
Deze term duidt op het tijdelijke wereldse geluk dat enkel het gevolg is van de bevrediging van een verlangen. Zie ook sañña vedayita nirodha.
'Wat bekend moet zijn'; 'wat moet worden begrepen'.
Een van de kenmerken van de Dhamma. Zie avecca pasada.
'De goden van grote beloning'. Zie deva.
Zie zelfidentificatie.
Zie zelfidentificatie.
Mensen zijn heel goed in het vergaren hetgeen een grote ballast vormt. Het blokkeert op een ernstige manier de weg naar innerlijke vrijheid. Het is dan ook belangrijk hierop geattendeerd te worden.
In het hoofdstuk Vergaren is de betekenis in meerdere perspectieven uitgelegd en wordt ervoor gewaarschuwd. Door de gehele sectie Inzicht meditatie heen leer je het vergaren te voorkomen zodat de weg naar innerlijke vrijheid vrijgemaakt wordt.
Vesak is de dag van volle maan in mei waarop de geboorte, de verlichting en het sterven van de Boeddha wordt herdacht. In een schrikkeljaar valt Vesak in juni. Deze viering wordt Vesak genoemd omdat het de naam is van de maand mei in de Indiase kalender. Vesak is de belangrijkste boeddhistische viering. Het is niet een uitbundig feest, maar een viering waarin een serene en harmonieuze sfeer heerst. Mensen gaan met bloemen en kokosolie (brandstof voor de kandelaars) naar de tempel en betuigen er respect aan de Boeddha. De verschillende aanduidingen voor deze bijzondere dag zijn: Sri Lanka (Singalees): Vesak; India: Buddha Jayanti; In het Pali: Vesakha; In het Sanskriet: Vaisaka.
Zie vesak.
'Service verlenen', is een van de 'bases van verdienstelijke daden' (puñña kiriya vatthu).
'Niet-bestaan'. Zie bhava; tanha.
'Hunkering naar niet-bestaan'; 'hunkering naar niet-worden'. Zie Tanha — De drie vormen van begeerte; tanha.
'Aanhoudende gedachten'; 'redenerend denken'. Haar functie is om de geest verbonden te houden met het object (door overweging, beschouwing, etc.). Het heeft een onderzoekende functie. Zie de rubriek Toelichting jhana-factoren op Jhananga — Jhana factoren die de vijf hindernissen opruimen.
Zie ook
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: vitakka vicara; jhananga; Tabel II; cetasika.
- M020 — Vitakkasanthana Sutta — De verwijdering van afleidende gedachten
'Sceptische twijfel', is een van de 5 hindernissen (pañca nivarana) en een van de 3 banden (saññojana) die voorgoed verdwijnen wanneer men 'in de stroom is getreden', het eerste stadium van heiligheid (zie ariya puggala; saññojana). Als een band (saññojana) verwijst twijfel naar de twijfel in de Boeddha, de Dhamma en de Sangha. Voor wat betreft de training, verwijst het naar twijfels omtrent de toekomst, het verleden, geconditioneerde dingen, etc. (Dhs. 1004 — Raadpleeg A. 10: 71). Zie cetasika; Tabel II.
Twijfel is ook van toepassing of dingen heilzaam zijn of niet, of ze beoefend moeten worden of niet, van een hoge of lage waarde zijn, etc. Volgens de Vis 14: 177, is vicikiccha het gebrek aan verlangen om na te denken (te overdenken; dat wil zeggen, om tot een conclusie te komen; vugata cikiccha: 'opdrogend' cit: 'te denken'). Het heeft het kenmerk van schommeling, van wankelen, en het manifesteert zich als besluiteloosheid en een verdeelde houding. Haar directe oorzaak is het onverstandig nadenken over onbelangrijke dingen. Twijfel gaat samen met een van de 2 klassen van onheilzaam bewustzijn welke geworteld zijn in begoocheling. Zie Tabel I, nr. 32. Zie ook kankha. Vicikiccha is ook een van Mara's legers, zie Mara.
Zie ook
- Pañca nivarana — De vijf hindernissen
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: pañca nivarana.
'Verdwijningsvoorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Verblijfplaats'. Er zijn 3 verblijven: 1. de hemelse verblijfplaats (dibba vihara); 2. de goddelijke verblijfplaats (brahma vihara); 3. de edele verblijfplaats (ariya vihara). Zie A. 3: 63; D. 33.
Vaak wordt een tekst aangetroffen als: '(…) tijdens die gelegenheid verblijft een monnik terwijl hij het lichaam beschouwt als een lichaam (…)' of '(…) en hij verblijft onafhankelijk (anissito) en grijpt zich nergens in de wereld aan vast.'
Deze term heeft meerdere betekenissen. Vibh:
Poseert (iriyati); beweegt (vattati); bewaakt (paleti); volhardt (yapeti); gaat door (yapeti); leeft (carati); verblijft (viharati).
Tena vuccati ‘viharati’ ti.
Vanwege dit wordt er (meestal) ‘verblijft’ gezegd.
'Schadelijkheid'; 'gewelddadigheid'; 'wreedheid'. Het is de tegenstelling van ahimsa.
'Gedachten van gewelddadigheid, kwelzucht', is een van de drie verkeerde gedachten. Het is de tegenstelling van avihimsa sankappa.
Ga naar de beschrijving van juiste gedachten op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Gedachten van gewelddadigheid'. Zie vitakka.
'Gewaarzijn'; 'het kennen (van een object)'. Zie Vijañana — Gewaarzijn; sampajañña.
'Overwinning'.
Zie equivalent jinati.
'Ware kennis'. Zie ook vijañana.
'Kennis en gedrag'.
Deze uitdrukking verschijnt in die passages in de sutta's waar de kwaliteiten van de Boeddha zijn beschreven, namelijk 'Inderdaad (itipi), de Gezegende (bhagava) is volmaakt (arahat), volledig verlicht (samma sambuddha), perfect in kennis en gedrag (vijjacaranasampanna) (…).'
Zie Avecca pasada — Onwrikbaar vertrouwen.
Volgens Vis 7 en D03, verwijst kennis (vijja) in deze naar de drievoudige kennis (te vijja) of naar de 8 soorten van kennis, namelijk:
Gedrag (carana) in deze verwijst naar 15 dingen:
- Morele beheersing.
- Bewaking van de zintuigpoorten.
- Matigheid in eten.
- Oplettendheid.
- Geloof/zelfvertrouwen.
- Morele schaamte.
- Morele vrees.
- Grote geleerdheid.
- Energie.
- Indachtigheid.
- Wijsheid en
- De 4 meditatieve verdiepingen.
'De inspanning voor zuiverheid van hogere kennis'.
'Perfect in kennis en gedrag'. Zie vijja carana.
'Het te boven komen door uitschakeling of opschorting', is een van de 5 pahana's, zie daar.
'De afgeleide geest'. Dit verwijst naar de rusteloze staat van de geest (uddhacca). Dit impliceert ook gejaagdheid, wispelturigheid, steeds met iets anders bezig willen zijn, etc. Zie ook avikkhitta citta.
'De kracht van transformatie', zie iddhi.
'Onderzoek'.
'De concentratie m.b.t. onderzoek', is een van de 4 wegen van kracht (iddhi pada).
'Verblijf'.
'Verhalen van de verblijven'.
Zie ook
Zie Vimokkha — Fasen en manieren van bevrijding; jhana.
'De drievoudige poort van bevrijding'. Zie vimokkha.
'De bevrijde geest'. Zie ook ceto vimutti; D22.
'Volledig bevrijd'.
'Bevrijding'. Zie Vimutti — Bevrijding; ceto vimutti; pañña vimutti; ubhato bhaga vimutta; sukkha vipassaka; vimutti ñanadassana; kaya sakkhi.
'De kennis en het begrijpen van de bevrijding' (dat de bevrijding een feit is). Zie ook A10-001; vimutti.
vimutti parisuddhi padhaniyanga
Een van 'de 4 elementen van de inspanning voor zuiverheid'. Zie parisuddhi padhaniyanga.
'Zegen der bevrijding'.
'Discipline'; 'Regels'. Zie vinaya pitaka.
'Mand van de regels'. Vinaya betekent discipline in gedachten, woord en daad. Het commentaar spreekt over twee soorten van discipline: die van de huishouder — hetgeen onthouding is van de tien immorele handelingen (akusala kamma patha) — en die van de monnik, hetgeen het zich houden is aan de regels die staan opgesomd in de patimokkha (de code van de regels voor monniken) of de 'viervoudige morele zuiverheid' (catu parisuddhi sila).
Zie ook
- Div002 — Ti Pitaka, de boeddhistische Pali canon
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: Dhamma Vinaya.
'Oordeel; 'besluit'; 'proces (rechtbank)'; 'onderscheid'.
'Verdoemenis'. Letterlijk: 'de weg naar verdoemenis'. Zie o.a. M135; M136.
'Bewustzijn'. Zie Viññana — Algemene info over bewustzijn.
'Functies van bewustzijn'. Zie Viññana kicca — Functies van bewustzijn.
'Groep van bewustzijn'. Zie Tabel I; pañca upadana kkhandha.
'Stroom van bewustzijn'.
'Aggregaat van het hechten aan bewustzijn'. Zie pañca upadana kkhandha.
'Sfeer van oneindig bewustzijn'.
'De goden van de sfeer van oneindig bwustzijn'. Zie deva.
'Aanduiden'. Letterlijk: 'bekend maken'. Het is een Abhidhamma term voor lichamelijke uitdrukking (kaya viññatti) en verbale uitdrukking (vaci viññatti) die beide tot de lichamelijke groep behoren (zie pañca upadana kkhandha). Deze worden geproduceerd door de gelijktijdig ontstane wil. Echter, kaya viññatti en vaci viññatti op zich zijn puur fysiek en moeten niet verward worden met kamma hetgeen meer het mentale gebied behelst.
"Men spreekt over 'lichamelijke uitdrukking' omdat het een intentie bekend maakt door middel van lichamelijke beweging, en kan begrepen worden door de lichamelijke beweging waarvan gezegd wordt dat het lichamelijk is. 'Verbale uitdrukking' wordt zo genoemd omdat het een intentie bekend maakt door middel van een spraak geproduceerd geluid." (Vis 14)
Zie ook M044 vanaf §13.
'Intelligent'; 'geleerd'; 'wijs'; 'een wijs persoon'. Zie Viññu — Intelligentie; carita; viññuhi.
Zie ook Dhp065 — De dertig monniken van Patheyyaka.
'De wijzen'. Zie ook viññu.
'Kamma gevolg'; 'het resultaat van kamma'.
Dit is elk karmisch (moreel) onbepaald, mentaal fenomeen (bijvoorbeeld een lichamelijk aangenaam of pijnlijk gevoel, zintuigbewustzijn, etc.) hetgeen het resultaat is van heilzame of onheilzame wilshandelingen via het lichaam, de spraak of de geest, dat begaan is in dit, of in een vorig leven. Overeenkomstig het boeddhisme is het volstrekt onjuist te geloven dat alles het gevolg is van vorige daden. Het kan nooit zo zijn dat bijvoorbeeld karmisch heilzame of onheilzame wilshandeling (kamma) het resultaat is van vorige daden, omdat die van zichzelf kamma zijn. Over dit onderwerp zie titthayatana; kamma; Tabel I; A03-101; Kath 162 (Guide, p. 80).
Door kamma geproduceerde fysieke dingen worden nooit kamma vipaka genoemd, want deze term (vipaka) is alleen van toepassing op mentale fenomenen.
'Kamma gevolg voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Ronde van gevolgen'. Zie vatta.
'Verdraaiing'; 'vervorming'; 'verstoring'. Vipallasa is afgeleid van vi + pari + asa, 'omgekeerd'. Zie Vipallasa — Verdraaiingen.
'Verandering'. Zie o.a. ook dukkhata; sankhatalakkhanani.
'De aard van verandering in zich hebben'; 'van nature onderhevig aan verandering'. Zie dukkhata; sankhatalakkhanani.
Zie dukkhata; sankhatalakkhanani.
'Contemplatie van verandering', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; viparinama.
'Inzicht'. Zie Vipassana — Inzicht; samatha vipassana; bhavana.
'De kracht van inzicht'. ''Wat is nu de kracht van inzicht? (…)." Zie samatha vipassana.
'Ontwikkeling van inzicht'. Zie vipassana.
'Inzicht-kennis'. Zie vipassana.
'Inzicht-wijsheid'. Zie vipassana.
'Voertuig van inzicht' vormt samen met samathayana de twee paden of voertuigen voor het verwerkelijken van Nibbana. Zie Jhana — De meditatieve verdiepingen.
'Imperfecties van inzicht'. Zie visuddhi 5.
Letterlijk 'afdwaling' of 'afwijking'. Het kan een afwijking van moraliteit (sila vipatti) of een afwijking van begrip (ditthi vipatti) zijn.
"Om in daden af te wijken, of in woorden, of in zowel daden als in woorden: dit wordt afwijking van moraliteit genoemd."
"'Aalmoezenvoedsel en offergave zijn waardeloos, er is geen vrucht en gevolg van goede en slechte daden, er zijn niet zulke dingen als dit en het leven hierna' (…) Zulke verkeerde inzichten wordt afwijking van begrip genoemd." (Pug 67; 68)
Zie ook
- A08-007 — Devadattavipatti Sutta — Devadatta's tekortkomingen
'Gescheiden van'; 'dissociatie van'. Let op de toevoeging yoga. Het tegenovergestelde is sampayoga.
'Dissociatie voorwaarde' is een van de 24 voorwaarden. Zie paccaya.
'Onthechting'; 'afwezigheid van verlangen'; 'hartstochtloosheid'.
Viraga verschijnt vaak in de standaard canonieke teksten en kan dus in die context worden begrepen:
"De geïnstrueerde edele discipel (ariyasavaka), monniken, die het zo ziet, hunkert niet naar materiële vorm, gevoel, waarneming, mentale formaties en bewustzijn[2]. Door vlekkeloosheid (viraja) is hij onthecht (viraga), door onthechting is hij bevrijd (vimutti); in bevrijding ontstaat het besef dat hij bevrijd is, en hij begrijpt onmiddellijk: 'Geboorte is vernietigd (khina jati), het heilige leven (magga brahmacariya) is geleefd, wat gedaan moest worden is gedaan (katam karniyam), er is niets meer van dit dat nog tot enige staat van bestaan komt (naparam itthattaya)[3].'"
'Contemplatie van onthechting', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Het is de vervaging van hebzucht en het ophouden van lijden. Zie vipassana; viraga.
'Vlekkeloos', dat wil zeggen 'vrij van bezoedelingen'.
'Energie'. Letterlijk: 'viriliteit'; 'mannelijkheid'; 'heldenmoed' (van vira; man, held) is een van de spirituele vermogens (zie bala); een van de 7 factoren van verlichting (bojjhanga); en identiek aan juiste inspanning (samma vayama) van het Achtvoudige Pad (zie ariya atthangika magga).
Voor meer uitleg, zie padhana; cetasika; Tabel II.
'Perfectie van energie'. Zie paramita.
'Concentratie van energie', is een van de 4 wegen van kracht (iddhi pada).
'Verlichtingsfactor van energie'. Zie viriya.
'Het vergif'. Zie Dhp124 — Kukkutamitta de jager.
Letterlijk: 'onrechtvaardige hebzucht'.
Voor meer, zie ook abhijjha visamalobha.
'Verbreking'; 'scheiden van', zoals in A04-010.
'Sfeer'; 'veld'; 'bereik'; 'object'. In de context van de boeddhistische epistemologie is visaya een algemene term voor het veld/sfeer van de zes zintuigen.
'Zuivering'; 'zuiverheid'.
De 7 stadia van zuivering (satta visuddhi) vormen de onderbouw van de Vimutti Magga (Het pad naar vrijheid, zie (VimM) dat door de arahat Upatissa is opgetekend. Vervolgens is hier weer de Visuddhi Magga (Pad van zuivering, zie Vis) op gebaseerd, het kolossale werk van Buddhaghosa. Beide werken zijn alleen in het Chinees bewaard gebleven.
Bezig Ben momenteel druk bezig dit item uit te werken. Excuses voor het ongemak.
'Pad van zuivering'. Zie visuddhi.
'Aanvangende gedachten'; 'gedachteconceptie', is een van de secundaire (niet constant) mentale factoren (zie cetasika; Tabel II), en kan hetzij karmisch heilzaam, karmisch onheilzaam of karmisch neutraal zijn.
Haar functie is de geest naar een object van onderzoek te richten. Zie de rubriek Toelichting jhana-factoren op Jhananga — Jhana factoren die de vijf hindernissen opruimen.
Het wordt ook sankappa genoemd hetgeen van twee soorten is: samma sankappa oftewel juiste gedachten en miccha sankappa oftewel verkeerde gedachten. Zie ook M019.
"Er zijn drie karmisch onheilzame (akusala) gedachten: zintuiglijke gedachten (kama vitakka), hatelijke gedachten (vyapada vitakka) en gewelddadige gedachten (vihimsa vitakka)."
"Er zijn drie karmisch heilzame (kusala) gedachten: gedachten van verzaking (nekkhamma vitakka), gedachten zonder haat (avyapada vitakka) en gedachten zonder geweld (avihimsa vitakka)."
De laatste drie zijn de drie soorten van juiste gedachten. Ga naar de beschrijving van juiste gedachten op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
Zie ook
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: vitakka vicara; jhananga; Tabel II; cetasika.
- M020 — Vitakkasanthana Sutta — De verwijdering van afleidende gedachten
'Degene die overdenkend van karakter is'. Zie ook carita.
'De vorming van afleidende gedachten'. Zie M020.6.
'Verwarde gedachten'; 'afleidende gedachten'. Zie M020.
'Aanvangende en aanhoudende gedachten', ook wel 'gedachteconceptie en redenerend denken', zijn verbale functies (vaci sankhara) van de geest, de zogenaamde 'innerlijke spraak'. Dit zijn samenstellingen van de 1e meditatieve verdieping (jhana), maar ze zijn afwezig in de hogere meditatieve verdiepingen.
- "Aanvangende gedachten (vitakka) is het op het punt staan vast te grijpen aan een object om het de aandacht te geven. Haar kenmerk is het vastzetten van het bewustzijn op het object."
- "Aanhoudende (vicara) is het ronddolen en het heen en weer gaan van de geest (...) Het manifesteert zichzelf als de continuerende activiteit van de geest."
Vis 4
Nummer 1 wordt vergeleken met de slag tegen een bel; nummer 2 met het weergalmende geluid.
Zie ook
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: jhananga; Tabel II; cetasika.
- M020 — Vitakkasanthana Sutta — De verwijdering van afleidende gedachten
'Bedenken'; 'overwegen'. Zie papañca.
'Stadium van overschrijding'. Zie anusaya.
'Wereldformatie'. Zie kappa.
'Voortzetting van de gevormde wereld'. Zie kappa.
'Omkeren'. Hier wordt het verzwakken of teniet doen van de banden (saññojana) bedoeld. Iemand die een meditatieve verdieping (jhana) heeft bereikt, moet daar niet stoppen, maar moet doorgaan met het ontwikkelen van inzicht meditatie (vipassana). De stadia van inzicht worden observeren (sallakkhana) genoemd. Wanneer het licht van inzicht begint te schijnen, bereikt de mediteerder de bovenwereldse paden (lokuttara magga). Omdat deze paden de banden die iemand binden aan de cyclus van geboorte en dood (samsara) verzwakken en uiteindelijk teniet doen, wordt dit 'het omkeren' (vivattana) genoemd.
Zie ook vivattananupassana.
'Contemplatie van het omkeren', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; vivattana.
'Onthechting'; 'afzondering'. Zie Viveka — Onthechting volgens de Niddesa; viraga; upadhi; jhana.
Zie ook Dhp075 — De novice monnik Tissa van het woudklooster.
'Geboren uit onthechting', zie viveka; jhana.
'Onthecht van zintuiglijke dingen', zie viveka; jhana.
'Onthecht van karmisch onheilzame dingen', zie viveka; jhana.
'Conventionele realiteit'. Zie paramattha.
'Conventionele aanduidingen'. Zie paramattha.
'Bepalen'; 'beslissen', is een van de 14 functies van bewustzijn (viññana kicca). Zie votthapana citta.
'Bepaling bewustzijn', is het geesteselement dat (onafhankelijk van kamma functioneert, zie Tabel I 70) in het proces van zintuiglijke waarneming de functie uitvoert om het zintuigobject te bepalen. Zie ook votthapana.
'Is gezegd'; 'zo genoemd'.
'Vrede', vanwege het afnemen van hartstocht, d.w.z. Nibbana.
De Boeddha gebruikt vupasamaya o.a. ook in de eerste toespraak (S56-011): "Monniken, de middenweg (majjhima patipada), welke door de Tathagata begrepen is, vermijdt deze beide uitersten; deze brengt visie voort (cakkhu), deze brengt kennis voort (ñana), en deze leidt tot vrede (vupasamaya), tot hogere wijsheid (abhiññaya), tot verlichting (sambodhaya), tot Nibbana."
Zie ook resultaat van het pad.
Zie vupasama.
'Ziekte', is een van de goddelijke boodschappers (deva duta). Bekijk de definitie van lijden in D22. De Boeddha noemt 'ziekte' (vyadhi) oorspronkelijk niet in voorgaande lijst. Waarschijnlijk doordat ziekte een aspect van ouderdom is.
'Kwade wil'; 'boosheid'; 'kwade bedoelingen'. Synoniem: kodha; dosa. Een van de vijf hindernissen (pañca nivarana); een van de bezoedelingen van de geest, zie upakkilesa.
Zie ook
- Pañca nivarana — De vijf hindernissen
- Voor meer gerelateerde informatie, raadpleeg de volgende items: pañca nivarana.
'Gedachten van kwade wil', is een van de drie verkeerde gedachten. Het is de tegenstelling van avyapada sankappa.
Ga naar de beschrijving van juiste gedachten op Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.
'Hatelijke gedachten'. Zie vitakka.
'Wado Ryu Karate Do' is een Japanse krijgskunst die Peter van Loosbroek — Ananda, auteur van sleuteltotinzicht.nl, 40 jaren lang beoefend en onderwezen heeft. Zie Leraar in de krijgskunst.
'Dat wil zeggen'; 'namelijk'.
'Demon'; 'een duivels mens'; 'geest'. Yakkha is ook een algemene term voor een niet-menselijke geest, niet noodzakelijkerwijs kwaadaardig, die in bomen woont en in open ruimtes in bossen. Voor hen werden altaren gebouwd waar dorpelingen offers brachten in ruil voor gunsten en beschermende invloeden. De Boeddha onderwees en bekeerde ook de yakkha's.
Zoals aangegeven wordt met 'yakkha' ook soms een (duivels) mens bedoeld. Zie o.a. Snp4-11.875.
A. Een van de zes hemels van de zintuiglijke sfeer: (kamavacara) of (kama loka) is de sfeer waarin wij leven. Zie deva.
B. De koning van de Dood.
'De goden die naar geluk zijn gegaan'. Zie deva.
'Tweeledig Wonder' of 'synchrone emanatie'. "Daar volvoerde de Perfecte het Tweeledig Wonder dat door geen enkele discipel volbracht kon worden: van het bovenste gedeelte van zijn lichaam ontsprong een vlam naar voren. En van het onderste gedeelte van zijn lichaam ontsprong een stroom water...", etc.
yampiccham nalabhati tam pi dukkam
'Niet krijgen wat men verlangt is lijden'. Bekijk de definitie van lijden in D22.
Rivier de Yamuna. Geen toelichting.
'Rijtuig'; 'voertuig'; 'manier'; 'methode'; 'gaan' zoals bijvoorbeeld bij ekayana, samathayana, en vipassanayana.
Zie ook sukkha vipassaka; samatha yanika; Jhana — De meditatieve verdiepingen.
'Roem; 'status'; 'lofspraak'. Het is een van de wereldse wisselvalligheden waar het tegenover ayasa staat. Zie lokiya dhamma. 'Het op onrechtmatige wijze verkrijgen van roem' is een van Mara's legers. Zie Mara.
'De kennis van wedergeboorte in overeenstemming met iemands wilshandelingen', is identiek aan het goddelijk oog (dibba cakkhu). Het is één van de 6 hogere krachten (abhiñña) (5).
Ook gebruikt voor yatha kammupaga ñana: cutupapata ñana.
Zie ook
'De dingen zien zoals ze werkelijk zijn'. Dit houdt in dat de drie eigenschappen van fenomenen worden doorgrond: anicca, dukkha en anatta. Zie ti lakkhana.
'De kennis en het begrijpen van hoe dingen werkelijk zijn'. Zie ook yathabhuta ñanadassananupassana.
Zie ook yathabhuta; ñanadassana; A10-001.
yathabhuta ñanadassananupassana
'Contemplatie van perfecte kennis en visie volgens de realiteit', is een van de 18 hoofdsoorten van inzicht-kennis. Zie vipassana; yathabhuta ñanadassana.
Zie yathabhuta.
Eén van de 13 dhutanga praktijken voor woudmonniken. Zie dhutanga.
yo ca buddhañca dhammañca sanghañca saranam gato
'Zij die hun toevlucht nemen in de Boeddha, de Dhamma en de Sangha'.
- Hoe word ik een echte boeddhist?
- Dhp188-192 — Aggidatta de brahmaan
'Banden'; 'ketenen'; 'jukken'; 'gehechtheid', 'slavernij' staat voor de vier hoofdbezoedelingen (asava) en is daarmee gelijk aan.
De vaak voorkomende uitspraak 'niet veilig voor slavernij' (ayoga kkhema) en 'veilig voor slavernij' (yoga kkhema) is uitgelegd in A04-010.
'Veilig voor slavernij'; 'vrij van banden'. Zie yoga; A04-010.
'De wens hebben dat iemand veilig is voor gehechtheid'. Hier staat 'kama' voor 'wens' of 'verlangen'. Het tegenovergestelde is ayogakkhemakama. Zie ook yoga.
Een lengtemaat, geschat tussen 7 en 9 mijl (dus tussen 11,2 en 14,4 km).
'Volledige aandacht'; 'systematische alertheid'; 'wijze overweging'. Letterlijk: 'De aandacht grondig richten met een doel.' Zie ook manasikara; ayoniso manasikara.
Yoniso manasikara is een voorwaarde voor het in de stroom treden (sotapattiyanga).
Zie ook patisankha.
'Continue wijze overweging'. Zie ook manasikara.
'Het koppelen of samenspannen' zoals bijvoorbeeld in samatha vipassana yuganaddha.
Zie Het zelf.
Zie samana.
Zie samana.
Eindnoten
[1] 'Geluk en pijn' oftewel aangenaam en onaangenaam gevoel, zie vedana.
[2] Zie pañca upadana kkhandha.
[3] Voor uitleg, raadpleeg De uiteindelijke kennis.