Autoriteit

Autoriteit houdt overheersing en onderwerping in waardoor je niet jezelf kunt zijn.

Inhoudsopgave

Het gevaar van autoriteit

De boodschap van de Leraar

Extra aanbevelingen

Het gevaar van autoriteit

Wanneer we ons conformeren, focussen of zelfs fixeren op autoriteit, zal dat onze geest niet verrijken maar eerder verarmen. Om een waarlijk vrij mens te zijn dienen we vrij te zijn van autoriteit. Dit betekent niet dat we er op voorhand vanuit moeten gaan dat autoriteit altijd iets is waartegen verzet geboden moet worden of dat je de landelijke wet aan je laars moet lappen!

Een heel belangrijk aspect is, dat we niet moeten opkijken tegen autoriteit. We moeten er niet vanuit gaan dat autoriteit dé oplossing is. Autoriteit is het voornaamste probleem op de weg naar radicale revolutie, de verandering die nodig is. We nemen graag aan dat een autoriteit unieke waarden vertegenwoordigt in of toevoegt aan ons leven en dat we niet zonder autoriteit kunnen. Als we onzeker zijn, twijfelen, onrustig zijn, verdrietig zijn etc., kan autoriteit daar dan een verschil in maken? Als we innerlijk niet vrij zijn, kunnen morele wetten, geloofsovertuigingen, mensen met bijzondere talenten of wetenschappers daar dan iets aan doen? Wie heeft echte autoriteit? Zelfs als de Boeddha in deze tijd zou leven en elke dag je hand zou vasthouden, dan zou dat geen enkele verandering in je teweeg brengen. Je zou er helemaal niks mee opschieten.

Het opkijken tegen autoriteit of mensen die een leidende rol hebben, wordt geconditioneerd door diverse ervaringen zoals gevoelens, voorkeuren en zelfs onderdanigheid. Dit leidt allemaal tot vastklampen (upadana) waardoor zo'n autoriteit op een speciaal voetstuk wordt gezet. Autoriteit wordt in hoofdzaak door de geest gecreëerd. De geest kan een euforisch gevoel of andere ervaringen creëren en doen voorkomen alsof dat de bevestiging is van jou 'respect voor de autoriteit'. Hij kan heel sluw zijn in het misleiden. De geest bepaald voor jou wat de 'echte' autoriteit is en daarom is de geest zelf de meest dominante autoriteit. In de externe wereld zijn er autoriteiten, maar we moeten niet de autoriteit der autoriteiten over het hoofd zien: De innerlijke autoriteit. Om vrij te kunnen zijn, is het daarom van essentieel belang om die bevrijding van binnenuit te cultiveren. Hoe kunnen we vrij zijn van externe dingen als we innerlijk niet vrij zijn? Dat is onmogelijk. Maar zodra we van binnen vrij zijn kunnen we werkelijk vrij zijn van elke vorm van autoriteit of van wat dan ook, zowel intern als extern.

Autoriteit houdt overheersing en onderwerping in waardoor je niet jezelf kunt zijn. Wanneer je jezelf conformeert aan traditie, meningen, leraren of heilige geschriften, heeft dat een grote invloed op je omdat je jezelf er dan afhankelijk (nissito) van maakt. Langzaam maar zeker zul je er op den duur door in beslag genomen worden. Het afhankelijk zijn is het vastgrijpen waardoor je geen innerlijke harmonie kunt realiseren. Daarom houdt dit gevaar (adinava) in. Wanneer je er een geloof op nahoudt zal dat geloof je benadering van de waarheid beïnvloeden omdat je gefixeerd bent op iets en daar vanuit gaat. Zo is je geest bevooroordeeld (sasankharika citta) waardoor hij niet open kan zijn. Wanneer je iemand als jouw ideale leraar beschouwt en er tegenop kijkt, maakt het niet uit wat die persoon ook zegt. Dan is dat het enige dat je voor waar en werkelijk houdt. Iets anders is er niet. Op deze manier is het onmogelijk om inzicht te ontwikkelen. Zo kan de geest niet ontwikkelen omdat hij op die manier niet intelligent (viññu) kan zijn. Hij wordt pas intelligent als hij alles achter zich kan laten, kritisch is, eerlijk naar zichzelf is en op onderzoek (dhamma vicaya) uitgaat.

De boodschap van de Leraar

De Boeddha heeft er altijd heel nadrukkelijk op gewezen dat wij zijn woorden niet moeten accepteren zonder een zorgvuldig en diepgaand onderzoek (dhamma vicaya). En zelfs dan nog moeten wij niet aan de Leer vastklampen. Wanneer we goed bekend zijn met de boeddhistische Leer, en we hechten daaraan, leggen we ons eveneens aan banden. Dat heet 'gebonden zijn door kennis' (ñana bandhu) waardoor inzicht, dat noodzakelijk is voor innerlijke vrijheid, niet veder kan ontwikkelen.

Kunnen we onze kennis verruimen als we hechten aan wat we weten? Vernieuwing van bewustzijn is van het allergrootste belang voor het bereiken van het doel, Nibbana, het ongeconditioneerde (asankhata). Zelfs op het allerhoogste niveau, vlak voor de realisering van Nibbana, het ongeconditioneerde, is het hechten aan kennis een ernstig obstakel. Waarom is dat zo? Dat is omdat kennis nog steeds het geconditioneerde is. Je kunt niet het ongeconditioneerde verwerkelijken als je aan het geconditioneerde blijft kleven.

We kunnen de waarheid niet realiseren louter door 'horen zeggen'. We moeten de waarheid zelf ontdekken. De Boeddha kan slechts instructies geven oftewel het Pad aanwijzen. En daarin benadrukte hij dat hij de Dhamma onderwezen heeft als een vlot met als doel de oversteek te maken, en niet als doel om het vast te grijpen[1]. Een heel belangrijke instructie die hij achtergelaten heeft, is dan ook de boodschap van onafhankelijkheid (anissito).

Zelfs bij de indachtigheid van de mentale objecten, zoals de vier Edele Waarheden (hetgeen de basis van de Leer is), zegt hij dit:

"(…) en hij verblijft (viharati) onafhankelijk (anissito) en grijpt zich nergens in de wereld aan vast."

D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid

Toen de twijfelende Kalama's van Kesaputta naar hem toekwamen met hun vragen nadat diverse kluizenaars en brahmanen hen hun leerstelling verkondigd hadden, zei hij tegen hen:

4. "Het is terecht, Kalama's, dat jullie twijfelen, dat jullie onzeker zijn; onzekerheid is in jullie ontstaan over dat wat twijfelachtig is. Kom, Kalama's. Vertrouw niet op datgene dat verworven is door het herhaaldelijk te horen; noch op traditie; noch op geruchten; noch op datgene dat in de geschriften staat; noch op vermoedens; noch op een onbewezen aanname (sarambhapi); noch op een goed klinkende redenering; noch op een vooroordeel ten opzichte van een weloverwogen denkbeeld; noch op andermans schijnbare bekwaamheid; noch op de overweging: 'De monnik (samana) is onze leraar.' Kalama's, als jullie voor jezelf weten: 'Deze dingen zijn slecht; deze dingen zijn afkeurenswaardig; deze dingen worden bekritiseerd door de wijzen; eenmaal opgevat en nageleefd, leiden deze dingen tot nadeel en ziekte', zie daar dan van af."

A03-065 — Kalama Sutta — De toespraak tot de Kalama's

De Leer van de Boeddha nemen we wel aan als 'autoriteit', in die zin dat we de Leer zien als zijnde de belangrijkste boodschap voor bevrijding. Maar het mag duidelijk zijn dat hij beklemtoond heeft dat we er niet aan moeten hechten omdat we anders het doel zullen missen. Hijzelf eiste nooit autoriteit op. Hij zei dat hij slechts een goede vriend was (kalyana mitta).

"Ananda, ik ben aan hen verschuldigd een goede vriend (kalyana mitta) voor hen te zijn, zodat levende wezens die aan geboorte onderworpen zijn, bevrijd zullen zijn van geboorte (jati); dat levende wezens die aan ouderdom onderworpen zijn, bevrijd zullen zijn van ouderdom (jara); dat levende wezens die aan de dood onderworpen zijn, bevrijd zullen zijn van de dood (marana); dat levende wezens die onderworpen zijn aan verdriet (soka), weeklagen (parideva), pijn (dukkha), smart (domanassa) en wanhoop (upayasa), bevrijd zullen zijn van verdriet, weeklagen, pijn, smart en wanhoop."

S45-002 — Upaddha Sutta — De helft (van het hele heilige leven)

Extra aanbevelingen

Eindnoten

[1] Zie De gelijkenis van het vlot.

Document info
RegID 7BO2CM7uEFTlEoX
Bijgewerkt 1 januari 2023 23:47:56
Auteur Peter van LoosbroekAnanda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen