Devadatta's tekortkomingen
Devadattavipatti Sutta
De Boeddha somt de acht tekortkomingen van Devadatta op en verklaart dat hij daardoor voor lange tijd in een 'gebied van ellende' zal verblijven. Hij zegt daarom dat het goed is om op onze eigen tekortkomingen en welslagen terug te blikken, én op die van anderen. Zo kunnen we daarvan leren en voorkomen dat we zelf diezelfde 'afwijkingen' begaan.
Eens verbleef de Gezegende te Rajagaha op de Gijjhakuta, niet lang nadat Devadatta was weggegaan[1]. Daar sprak de Gezegende de monniken toe met verwijzing naar Devadatta.
Monniken, het is goed dat een monnik van tijd tot tijd terugkijkt op zijn eigen tekortkomingen[2]. Het is goed voor hem dat hij van tijd tot tijd terugkijkt op de tekortkomingen van anderen. Het is goed voor hem dat hij van tijd tot tijd terugkijkt op zijn eigen welslagen. Het is goed voor hem dat hij van tijd tot tijd terugkijkt op het welslagen van anderen. Omdat hij was overweldigd en geobsedeerd door acht slechte toestanden, is Devadatta op weg naar het gebied van ellende, op weg naar de hel, en zal hij daar een eeuwigheid (kappa) blijven, onherstelbaar. Welke acht?
Omdat hij was overweldigd en geobsedeerd door 1. winst, is Devadatta op weg naar het gebied van ellende, op weg naar de hel, en zal hij daar een eeuwigheid blijven, onherstelbaar. Omdat hij was overweldigd en geobsedeerd door 2. verlies, (…) door 3. roem, (…) door 4. schande, (…) door 5. eerbetoon, (…) door 6. een gebrek aan eerbetoon, (…) door 7. kwade verlangens, (…) door 8. verkeerde vriendschap, is Devadatta op weg naar het gebied van ellende, op weg naar de hel, en zal hij daar een eeuwigheid blijven, onherstelbaar.
Het is goed voor een monnik om winst te overwinnen, wanneer dat dan ook ontstaat. Het is goed voor een monnik om verlies te overwinnen (…), om roem te overwinnen (…), om schande te overwinnen (…), om eerbetoon te overwinnen (…), om gebrek aan eerbetoon te overwinnen (…), om kwade verlangens te overwinnen (…), om verkeerde vriendschap te overwinnen, wanneer dat dan ook ontstaat.
En om welke reden moet een monnik winst overwinnen wanneer dat dan ook ontstaat? Om welke reden moet hij verlies (…), roem (…), schande (…), eerbetoon (…), een gebrek aan eerbetoon (…), kwade verlangens (…), verkeerde vriendschap overwinnen wanneer dat dan ook ontstaat?
Deze verontrustende en koortsachtige bezoedelingen, kunnen ontstaan in iemand die reeds ontstane winst niet heeft overwonnen, maar ontstaan niet in iemand die dit wel heeft overwonnen. Deze verontrustende en koortsachtige bezoedelingen, kunnen ontstaan in iemand die reeds ontstane verlies (…), roem (…), schande (…), eerbetoon (…), een gebrek aan eerbetoon (…), kwade verlangens (…), verkeerde vriendschap niet heeft overwonnen, maar ontstaan niet in iemand die dit wel heeft overwonnen.
Voor deze reden moet een monnik winst overwinnen wanneer dat dan ook ontstaat. Hij moet verlies (…), roem (…), schande (…), eerbetoon (…), een gebrek aan eerbetoon (…), kwade verlangens (…), verkeerde vriendschap overwinnen wanneer dat dan ook ontstaat.
Daarom, monniken, zouden jullie jezelf als volgt moeten trainen: 'Wij zullen winst overwinnen, wanneer dat dan ook ontstaat. Wij zullen verlies (…), roem (…), schande (…), eerbetoon (…), een gebrek aan eerbetoon (…), kwade verlangens (…), verkeerde vriendschap overwinnen, wanneer dat dan ook ontstaat.' Op deze wijze zouden jullie jezelf moeten trainen.
Eindnoten
[1] Devadatta had zich afgescheiden van de Sangha. Lees het hele verhaal via de verwijzing onder Devadatta.
[2] Het woord vipatti in de naam van deze sutta betekent letterlijk 'afwijking'.
RegID | A08-007 |
---|---|
Bijgewerkt | 21 maart 2021 00:46:19 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |