De hoofdoorzaak van lijden
Samudaya
De hoofdoorzaak van lijden en het opgeven ervan.
Inhoudsopgave
Begeerte gaat altijd gepaard met onwetendheid
'Oorzaak'; 'oorsprong'; 'ontstaan'; 'opkomen'.
Voor de combinatie 'ontstaan', 'verdwijnen', 'schijnbare bevrediging', 'gevaar' en 'ontsnappen', zie A04-010; M011; S36-006. M.b.t. de tweede Edele Waarheid, zie cattari ariya sacca.
Begeerte gaat altijd gepaard met onwetendheid
Hoewel de Boeddha in de tweede edele waarheid aangeeft dat de oorzaak van lijden begeerte (tanha) is, moet goed begrepen worden dat het boeddhisme niet een allereerste begin van iets kent. Want alle verschijnselen, zowel mentale als fysieke, is een proces van opkomen (uppada) en vergaan (vaya). Het leven is niet statisch, maar een dynamisch geheel dat in een ononderbroken toestand van verandering is (thitassa aññatattam).
Alles wat ontstaan is, wat in het bestaan is gekomen, is geconditioneerd door iets anders. Een bloem bijvoorbeeld, groeit (komt op) doordat er voorwaarden (paccaya) zijn zoals goede grond, water, licht, etc. Daarna verwelkt (vergaat) ze. Van mening zijn dat de bloem in de ideale staat blijft die we wensen en altijd 'bij ons willen houden omdat we eraan hechten', is onwetendheid (avijja). Onwetendheid betekent niet 'dom zijn' maar dat er 'een gebrek is aan de juiste kennis', de Dhamma niet zien. Alle geconditioneerde (sankhata) dingen, alle dingen die voortkomen uit iets anders, zijn net zo vergankelijk als een mooie bloem die het proces van verwelking al in zich draagt, ondanks dat ze prachtig is en een heerlijke geur afgeeft.
Opvolgende kernpagina's
'Wie de Dhamma ziet, ziet mij', zei de Boeddha. Maar hoe kun je de ware Dhamma zien tussen alles wat hierover geschreven is door mensen met uiteenlopende opvattingen? Leer op een eenvoudige en opbouwende manier het hart kennen van wat de Boeddha werkelijk heeft onderwezen. De kern van de boeddhistische Leer. Voor dit doel zijn speciale opvolgende kernpagina's gegroepeerd die te vinden zijn op De beëindiging van conditionering.
Alle geconditioneerde dingen, alles wat ontstaan is, zowel mentale als fysieke fenomenen, dragen de drie kenmerken (ti lakkhana) in zich. Dit is een universeel feit. En het niet zien, het niet begrijpen van deze drie kenmerken, is het probleem. Het gaat hierbij niet om een conceptueel begrijpen (anubodha ñana), maar om een diep doordringend inzicht (pativedha) in de ware aard van dingen. Het ontwaken tot universele waarheid, het wakker worden en de dingen zien zoals ze werkelijk zijn (yathabhuta), is de realiteit begrijpen in de meest diepe en meest brede zin.
Het is begeerte (tanha) dat gepaard gaat met onwetendheid (avijja) waardoor we onszelf afhankelijk (nissito) maken van allerlei dingen, gebeurtenissen en mensen en daarom niet vrij kunnen zijn. Waar we ons ook aan vastgrijpen, is vragen om moeilijkheden en lijden (dukkha), omdat het een blokkade is om wijsheid (pañña) te ontwikkelen.
"Geen eerste begin van de begeerte naar bestaan kan worden waargenomen, monniken; niet voordat het er was en ook niet nadat het in het bestaan kwam. Maar het kan zo gezien worden, dat begeerte naar bestaan haar specifieke voorwaarde (paccaya) heeft. Ik zeg, monniken, dat ook de begeerte naar bestaan haar voorwaarde heeft, dat het voedt (sadharam) en niet zonder voorwaarde is. En welke is dat? 'Onwetendheid', dient men daarop te antwoorden."
A10-062
"Van een niet te verklaren begin komt wedergeboorte. Een allereerste begin is niet zichtbaar, maar wezens worden gehinderd door onwetendheid (avijja) en zijn gebonden door begeerte (tanha) waardoor zij worden wedergeboren en ronddolen."
Het opgeven
Waar er ook een vastgrijpen is, daar wordt het geconditioneerde (sankhata) en dus lijden (dukkha) in stand gehouden, vermeerderd, neemt het toe (papañca). Maar waar geen enkel vastgrijpen is, daar wordt het geconditioneerde afgezwakt en uiteindelijk volledig verlaten, opgegeven, verzaakt (nekkhamma) waardoor het ongeconditioneerde (asankhata) oftewel Nibbana, verworven wordt. Een staat die volledig vrij is van alle lijden (dukkha).
Dit kan worden gezien in het perspectief van het afhankelijk ontstaan (paticcasamuppada). Afhankelijk van dit, ontstaat dat. Wanneer dit er niet is, kan dat niet ontstaan.
Het niet begrijpen, het niet met doordringend inzicht (pativedha) universele feiten zoals de drie kenmerken (ti lakkhana) doorgronden, wordt in hoofdzaak veroorzaakt en ernstig geblokkeerd door het hechten aan meningen (ditthi), een persoonlijke visie (wat ook weer geconditioneerd is door waarnemingen, gevoelens etc.). Het hechten aan meningen of opvattingen, is de eerste van de 10 banden (saññojana). Meningen (ditthi) blokkeert elk leerproces en daarom ook het in de stroom treden (sotapatti) waardoor het einddoel hetgeen Nibbana is, onmogelijk verwerkelijk kan worden. Het opgeven impliceert de overwinning, de uitblussing (nirodha) van 'ik' oftewel Het zelf.
Extra aanbevelingen
'Wie de Dhamma ziet, ziet mij', zei de Boeddha. Maar hoe kun je de ware Dhamma zien tussen alles wat hierover geschreven is door mensen met uiteenlopende opvattingen? Leer op een eenvoudige en opbouwende manier het hart kennen van wat de Boeddha werkelijk heeft onderwezen. De kern van de boeddhistische Leer. Voor dit doel zijn speciale opvolgende kernpagina's gegroepeerd die te vinden zijn op De beëindiging van conditionering.
RegID | zmiP1yoci9qT6jq |
---|---|
Bijgewerkt | 26 januari 2024 20:48:28 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |