Het zelf
De overwinning van het zelf opent de weg naar het hart en het boeddhistische doel.
Inhoudsopgave
Waarom leert de Boeddha dat er geen zelf is?
Vele innerlijke reacties
De Boeddha leert dat er geen zelf (atta) is. Maar wat houdt dat eenvoudig gezegd in?
Wanneer je vastgrijpt aan waarnemingen (sañña) en gevoelens (vedana), doet dat diversen mentale associaties ontstaan vanwege vele innerlijke reacties. Dat is omdat bewustzijn (viññana) vele verbindingen maakt, ze bij elkaar houdt en zo het totale plaatje omtrent je visie opbouwt. Het is ook bepalend hoe de geest zal functioneren. In het waarnemen en voelen — dat samen een belangrijke functie heeft in het cognitieve proces[1] — is persoonlijke voorkeur en afkeer (anurodhapativirodha) bij een ongetrainde geest sterk verweven (het gaat daarmee gepaard, het gaat ermee samen). Daarom zeg ik dat bewustzijn de weg van 'ik' volgt, de 'ego-route'. Terwijl we sommige dingen omarmen, duwen we andere dingen juist weg. Daarom is vooral het gevoel een essentiële factor in hoe wij dingen herkennen en op die manier onze visie inkleurt. Daarnaast wijst de Boeddha erop dat juist begrip (samma ditthi) 'de voorloper' (pubbangama) is bij al onze acties. In begrip oftewel wijsheid, is er geen vastgrijpen waardoor bewustzijn anders zal gaan functioneren. Dan zal bewustzijn haar functie kunnen volbrengen waarvoor het dient, namelijk om totaal gewaar te zijn (vijañana). Dit betekent 'het kennen van een object'. Echter, wanneer begrip zwak of afwezig is, is er een zeker mate van vastgrijpen en wordt er een 'persoonlijke wereld' opgebouwd en in stand gehouden door zeer veel reacties die elkaar in een razendsnel tempo opvolgen. Elke reactie is een staat van de geest (citta).
Deze 'persoonlijke wereld' is een 'ervaringswereld' die binnen ons bewustzijn bestaat. Zowel de innerlijke- als de uiterlijke wereld. Heb je jezelf weleens afgevraagd of die wereld buiten je bewustzijn kan bestaan? Die wereld ontstaat doordat er een vastgrijpen (upadana) is dat geconditioneerd is door begeerte (tanha). Dit bouwt een persoonlijke visie (ditthi) hetgeen in contrast staat met de werkelijkheid. Kan de waarheid bestaan waar het 'ik' bestaat?
Het volgende citaat van de Boeddha haal ik graag aan omdat het zeer betekenisvol is:
"Hier (idha), Bahiya, moet je jezelf aldus trainen: 'In hetgeen men ziet, zal slechts zijn wat gezien is; in hetgeen men hoort, zal slechts zijn wat gehoord is; in hetgeen gevoeld wordt, zal slechts zijn wat gevoeld is; in hetgeen men waarneemt, zal slechts zijn wat waargenomen is.' Op deze manier moet je jezelf trainen, Bahiya."
"Als, Bahiya, in hetgeen je ziet, slechts is wat gezien is; in hetgeen je hoort, slechts is wat gehoord is; in hetgeen je voelt, slechts is wat gevoeld is; in hetgeen je waarneemt, slechts is wat waargenomen is, dan, Bahiya, zul je niet 'daarbij' horen; als, Bahiya, je niet 'daarbij' hoort, dan, Bahiya, zul je niet 'daarin' zijn; als, Bahiya, je niet 'daarin' bent, dan, Bahiya, zul je noch hier, noch aan de andere zijde, noch tussen beide in zijn. Precies dit is het einde van lijden."
Ud1-10 — Bahiya Sutta — Bahiya
De dominante geest
Het vastgrijpen creëert een idee en gevoel van 'ik', van 'mij', van 'mijn'. Hoe intenser dat vastgrijpen is, hoe dominanter de rol van 'ik'. Dan ga je steeds meer vanuit jezelf tewerk — van jouw eigen persoonlijke (ervarings) wereld. Hoe extremer dit is, hoe zelfzuchtiger de acties zullen zijn oftewel 'op ik-gebaseerde' acties.
Met 'dominantie' bedoel ik niet dat de persoon altijd dominant is; hij kan ook net zo goed heel erg onderdanig zijn. Ik duid dan ook in het bijzonder op de dominantie van de geest. Dit is wat je kan zien als 'het zelf'. Dat is nooit voordelig en altijd nadelig omdat je je onderwerpt aan de dominantie van de geest waardoor je aan banden (yoga) komt te liggen. Zo kun je niet jezelf zijn en niet gelukkig zijn. Aan banden liggen is geen vrijheid, maar slavernij.
Wanneer de geest dominant is neemt hij steeds het voortouw en stippelt hij voor jou je weg uit. De 'innerlijke stem' bepaalt wat je wel en wat je niet moet doen en geeft verkeerde antwoorden op je vragen. Waarom? Omdat onwetendheid nog een te sterk element is. Dan leef je niet, maar dan wordt je geleefd waardoor je niet vrij kunt zijn. Wanneer er geen intuïtief inzicht is, bepaalt de dominante geest voor jou hoe dingen zijn.
Door de staten van de geest (citta) te beschouwen, leer je steeds beter hoe de geest werkt. Dit is essentieel.
Zelfidentificatie
Naarmate het idee en gevoel van 'ik' sterker is, hoe meer je betrokken bent in iets. Dan 'identificeer' je jezelf ermee, je 'vereenzelvigt' jezelf ermee. Dit is waarom je niet volkomen vrij kunt zijn van bepaalde omstandigheden en dingen. Je kunt erdoor in beslag genomen zijn. Zelfidentificatie heeft op verschillende manieren invloed op je. Het heeft alles te maken met de dominante geest zoals hierboven beschreven. Hoe dominanter de geest, hoe nadeliger, dus lijden. Er is daarom alles aan gelegen de werking van de geest te kennen en deze dominantie te overwinnen. Dat kan o.a. door heel goed de geest te observeren en niet toe te geven aan zijn eisen.
761. "Het stoppen van zelfidentiteit (nama rupa) wordt door de edelen van geest gezien als zegening. Maar dit verschilt erg van de manier waarop het door de wereld in het algemeen wordt gezien."
Snp3-12 — Dvayatanupassana Sutta — Tweevoudige bespiegeling
Waarom leert de Boeddha dat er geen zelf is?
Misschien vraag je jezelf nu af: 'Waarom heeft de Boeddha onderwezen dat er geen zelf is?'
Zoals we gezien hebben, omvat het mentale gebied diversen mentale associaties die ontstaan zijn uit vele reacties. Het zijn allemaal reacties op reacties. Aan de ene kant zijn het ideeën die emoties produceren en aan de andere kant zijn het emoties die ideeën produceren. Zo houdt het elkaar gaande. Al deze dingen zijn dus geconditioneerd.
Veel mensen geloven in een bepaalde entiteit waar ze zich mee identificeren, of iets waar ze hun toevlucht in zoeken, of wat hun 'bron' is waar ze naar terug moeten keren of iets wat hun bestemming is. Voor sommigen is het een energie, of een of ander opperwezen. In het christendom heeft men het over een 'ziel' en in het hindoeïsme spreekt men over een 'zelf'. In het boeddhisme is geen van soortgelijke objecten het doel. Geen enkel geconditioneerd ding (dhamma) is het doel. Het doel in het boeddhisme is niet het geconditioneerde (sankhata), maar het ongeconditioneerde (asankhata).
In S22-059 — Anatta Lakkhana Sutta — De kenmerken van niet-zelf, zijn tweede toespraak, wijst de Boeddha erop dat vorm, gevoelens, waarnemingen, mentale formaties en bewustzijn, niet-zelf (anatta) zijn. De essentie ligt op het feit dat deze fenomenen onwezenlijk zijn en dus 'verstoken zijn van een zelf'. Met andere woorden: daarin moet bevrijding niet gezocht worden, dat is het doel niet, dat is je ware natuur niet. Die ware natuur, het ongeconditioneerde, dat is wat we dienen te realiseren.
Daarnaast zegt de Boeddha ook dat al deze fenomenen lijden (dukkha) zijn. Waar je je ook aan vastklampt. We hebben gezien dat zelfidentificatie lijden inhoudt. De Boeddha zegt ook dat dingen vergankelijk (anicca) zijn, dat ze veranderen (viparinama) en daarom vol lijden zijn.
Vanwege dit zei de Leraar:
N'etam mama, n'eso'ham asmi, na me so atta.
Dit is niet van mij, dit ben ik niet, dit is niet mijn zelf.
S22-059 — Anatta Lakkhana Sutta — De kenmerken van niet-zelf
Dit is waarom de Boeddha leert dat er geen zelf is, dat alle dingen zonder-zelf (anatta) zijn. Dat het zoeken naar een zelf, ziel of welk fenomeen dan ook, een grote vergissing is op het pad naar innerlijke vrijheid.
Het kan moeilijk lijken om het volledige einde van lijden te realiseren. Maar als we kunnen mediteren zonder verlangens, zonder hoop en verwachtingen, als we louter aandacht schenken aan alles wat er zich voordoet zodat we de dingen gaan zien zoals ze werkelijk zijn, komt het doel — Nibbana — dichterbij.
Het begint met het vrij zijn van opvattingen van een zelf (sakkaya ditthi). Dan leef je steeds minder onder de invloed van een dominante geest en raak je 'in de stroom' (sotapatti) die je naar volledige vrijheid (vimutti) voert. Je geest kan dan misschien wel dominant zijn, maar als je vertrouwen in de Boeddha, de Dhamma en de Sangha goed gegrondvest is en je je goed inspant (padhana), zal Mara de strijd niet kunnen winnen.
Bekijk nog eens het citaat van de Boeddha tot Bahiya.
En die andere cruciale instructie van de Leraar…
"(...) en hij verblijft (viharati) onafhankelijk (anissito) en grijpt zich nergens in de wereld aan vast."
D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid
Eindnoten
[1] Het cognitief proces werkt vanuit het boeddhistisch perspectief gezien anders dan vanuit de westerse psychologie gezien. Zo onderwijst alleen een Boeddha dat er geen zelf (anatta) is. Dat alleen al maakt een groot verschil.
RegID | rCs95YorycgEoKD |
---|---|
Bijgewerkt | 27 december 2022 01:28:20 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |