Niet vastgrijpen in het waarnemen
Wanneer we met het idee van ik waarnemen, bouwen we een illusionaire wereld waardoor stress en dus lijden ontstaat.
Inhoudsopgave
Van onzuiver naar zuiver bewustzijn
Bewustzijn heeft de neiging om te kleven
Waarnemingen hebben een functie
Inleiding
Dit artikel is voor iedereen die graag wil weten hoe je voor jezelf het leven moeilijker of eenvoudiger, zwaarder of lichter maakt. Oftewel: hoe je je ballast verzwaard of verlicht. Dit geldt voor alle mensen en het is een kwestie die draait rondom het vastgrijpen of loslaten in het waarnemen. Door vastgrijpen wordt je ballast vergroot; door loslaten wordt je ballast verlicht. Uiteindelijk staan alle mensen voor de grote taak om alle ballast van zich af te werpen. Wat hiervoor nodig is, is dat je jezelf oefent in kalmte en het aandachtig zijn. Maar ten eerste is de juiste informatie erg belangrijk zodat je weet hoe het werkt.
Het mentale welzijn van mensen holt werkelijk achteruit. Een belangrijke oorzaak hiervan is, dat er in de westerse wetenschap veel onwetendheid (avijja) bestaat over de oorzaak en daarom een effectieve behandelwijze ontbreekt.
Steeds meer mensen beseffen uit eigen ervaring dat stress en andere mentale aandoeningen, lijden (dukkha) is en dat dat ongewenst is. Tegelijkertijd creëren de meeste mensen onbewust deze aandoeningen zelf. Stress is ook gelijk aan gevaar (adinava). Als een aandachtige leefwijze niet je goede gewoonte is, als je niet oplettend bent, kun je dus stellen dat je jezelf daardoor in gevaar brengt. Want aandacht schenken is essentieel om problemen en gevaren te overwinnen en te voorkomen.
Zie het leven als een grote ontdekkingsreis waarin je kunt ontdekken en leren, mits je gewillig bent om te leren. Echt leren geschiedt d.m.v. aandacht schenken aan hetgeen er is, want dan is er sprake van een open geest die de voorwaarde is om te kunnen ontdekken en leren. Het is uiteindelijk wijsheid waardoor je problemen en lijden overwint, niet onwetendheid.
In dit artikel wordt niet zozeer ingegaan op wat lijden is, maar op de manier waarop mentale aandoeningen etc. (en dus lijden) toenemen of afnemen. Doordat het artikel in zeer eenvoudige taal geschreven is, zal het voor iedereen snel duidelijk worden hoe het werkt. In principe is het allemaal heel logisch. Of je nu boeddhist bent of niet, beginner of gevorderd, doet er niet toe. Waar het om gaat is dat je begrijpt hoe lijden ontstaat en hoe het ophoudt.
Het is en blijft natuurlijk slechts een artikel wat een deel van een groter geheel omvat. Sommige mensen verwachten panklare antwoorden maar dat is niet redelijk; je zult er ook zelf iets voor moeten doen. Dat begint met jezelf te voorzien van de juiste informatie waar je echt wat mee kunt. Zo kan dit artikel een cruciale stap voor je zijn die je leven ten positieve radicaal zal veranderen.
Mocht je behoefte hebben aan hulp, neem dan gerust even Contact op.
Ik wens je heel veel succes en heel veel geluk!
Peter van Loosbroek — Ananda, auteur van sleuteltotinzicht.nl.
De ballast van alle mensen
In het westen zijn ze erg goed in het bedenken van vele namen voor diverse aandoeningen. Denk hierbij aan: PTSS, burn-out, ADHD, PDD-NOS, autisme, borderline, stemmingswisselingstoornis, depressiviteit, bipolaire stoornis, schizofrenie en ga zo maar door. De lijst is eindeloos. Dan zijn er nog mensen met stress, mensen met zelfmoordgedachten etc. Laten we het woord 'stress' gebruiken als een universele aanduiding voor deze verschillende benamingen. Dit, omdat stress voor westerse mensen een universele en herkenbare aanduiding is.
De meeste mensen weten wel dat stress ongezond en dus ongewenst is. Het Pali woord voor lijden (dukkha) staat eveneens voor stress. Dukkha heeft eveneens een universele betekenis en het zou daarom goed zijn als je (straks) naleest wat dat inhoudt. Het hele bestaan is doordrongen met dukkha oftewel lijden. Kortgezegd ontstaat lijden doordat mensen zich mentaal vastgrijpen aan allerlei dingen. Dit wordt uiteindelijk een zware ballast in de vorm dat we lijden noemen.
Daarom zijn niet sommige mensen, maar alle mensen onderhevig aan lijden, hoewel de meeste mensen dit niet beseffen (avijja). Echter, sommige mensen waarbij dat lijden nadrukkelijker aanwezig is hebben 'een plaatje opgeplakt gekregen'.
Dat alle dingen beladen zijn met lijden, is dan ook de reden waarom alle mensen een grote kans lopen stress op te stapelen. Het is de getraindheid in indachtigheid (sati) dat we stress en zelfs het hele bestaan, volledig kunnen overwinnen.
Doordat de wetenschap zich focust op een bepaald symptoom, wordt er een naam aan gegeven. Voor de verschillende symptomen worden verschillende behandelwijzen in het leven geroepen. En zo worden al die verschillende symptomen op een verschillende manier behandeld. Dat lijkt dan wel logisch, maar zo intelligent als het lijkt is het niet. Waarom niet?
Een symptoom is een gevolg van een oorzaak. En daarbij komt dat elk verschijnsel, wat dat verschijnsel ook is, meerdere oorzaken heeft. Er is geen enkel ding dat op zichzelf staat of dat op zichzelf kan bestaan. Het ene komt voort uit het andere. Er zijn altijd meerdere relaties, meerdere oorzaken en gevolgen die elkaar beïnvloeden.
Het bestrijden van een symptoom is 'symptoombestrijding', niet 'oorzaakbestrijding', toch? Belangrijk te beseffen is, dat:
- Elk verschijnsel meerdere oorzaken heeft.
- Er een hoofdoorzaak is.
- Een probleem niet kan worden opgelost door een symptoom te bestrijden zonder de hoofdoorzaak aan te pakken.
- Geest verdovende medicijnen het meest verwoestende effect hebben!
Je kunt dingen verschillende namen geven, maar dat lost het probleem niet op. Wanneer je een renpaard een mooie of interessant klinkende naam geeft, gaat het paard er niet beter door presteren. Dat is omdat de conditie, de toestand van het paard, niet verbetert vanwege de toegewezen naam.
Al die aandoeningen waar we het hiervoor over hadden, hebben allemaal dezelfde hoofdoorzaak. En zoals gezegd is het in realiteit dat alle mensen onder de last van een aandoening leven omdat elk wezen onderhevig is aan lijden (dukkha). Er is echter één type mens dat volkomen vrij is van lijden. Het is een verlicht mens, de arahat. Dit is iemand die zijn ballast volledig heeft afgeworpen. Ook hij had 'aandoeningen' in de vorm van mentale bezoedelingen. Het zijn deze dingen waarvan hij zichzelf bevrijd heeft en daarmee zijn ballast van zich heeft afgeworpen.
Wanneer je een emmer onder een kraan zet en je draait de kraan open, is de emmer op een gegeven moment vol. Om te voorkomen dat de emmer overloopt kun je steeds wat water uit de emmer te halen. Echter, omdat de hoofdoorzaak van het probleem niet gezien en niet begrepen wordt, kun je daar eindeloos mee doorgaan zonder dat het probleem wordt opgelost. De hoofdoorzaak is de kraan die openstaat. Die moet worden dichtgedraaid.
Mijn boodschap aan jou is, dat de mentale staat van de arahat ook door jou te bereiken is. Iedereen heeft dit potentieel in zich.
Meewerken om de missie van de Boeddha voort te zetten?
Vind jij dit soort informatie ook zo belangrijk en waardevol voor mensen? Dan begrijpen we elkaar uitstekend! Want dit is nou precies waarom de Boeddha 45 jaren lang zijn Dhamma met grote vastberadenheid en mededogen heeft onderwezen.
Als sleuteltotinzicht.nl — dat gebaseerd is op de zuivere boeddhistische Leer — voortgezet zou kunnen worden, zou dat geweldig zijn! Dan wordt daarmee de missie van de Boeddha voortgezet en zullen vele mensen hier blijvend gebruik van kunnen maken. Nu en tot ver in de toekomst.
Op de pagina Zal Sleutel tot Inzicht blijven voortbestaan? is uitgelegd wat ook jij kunt doen om mee te helpen de missie van de Boeddha voort te zetten.
Van onzuiver naar zuiver bewustzijn
Het essentiële van Pali termen op STI
Op www.sleuteltotinzicht.nl worden vele links met Pali termen tussen de tekst gebruikt. Omdat Pali de taal is die in het oorspronkelijke boeddhisme (Theravada) gehanteerd wordt, leer je de zuivere betekenis ervan. Dit is essentieel om de echte boeddhistische Leer, wat de Boeddha werkelijk heeft onderwezen, correct te leren begrijpen.
Het grote voordeel van Pali woorden is dat je dankzij deze Pali termen heel gericht een onderwerp tot in details kunt onderzoeken waardoor je snel de ware Dhamma leert kennen (sutava) zoals het een edele discipel (ariyasavaka) betaamt. Het feit dat de teksten op STI uitermate zorgvuldig zijn georganiseerd, draagt hier in grote mate aan bij.
Probeer altijd eerst een globale kennis over een onderwerp op te doen. Denk niet dat je meteen alle gerelateerde links op een pagina moet gaan volgen, want dan kom je in een eindeloze cirkel. Bovendien kun je niet altijd alles in één keer perfect kennen. Dat heeft tijd nodig. Door de artikelen vaker te lezen en de Dhamma in praktijk te brengen, leer je ook uit ervaring en zal je kennis gestaag toenemen totdat het 'tot volle wasdom' komt. Het zien van de ware Leer is een groot geluk.
Dit is de weg van de echte Dhammanuvatti. Zie ook pariyatti.
Wanneer we vastgrijpen (upadana) in het waarnemen (sañña) ontstaat er een onzuiver waarnemen, een verstoring (iñjita). Dit is een manier van waarnemen waarin hetgeen we waarnemen wordt 'verdraaid' (vipallasa). Echter, zonder bewustzijn (viññana) kan je niet waarnemen. Bewustzijn is eenvoudig gezegd dit: wanneer het oog in aanraking oftewel in contact (phassa) komt met een beeld, ontstaat het 'oogbewustzijn' oftewel 'zien'; wanneer het oor in aanraking komt met een geluid, ontstaat het 'oorbewustzijn' oftewel 'horen' etc. Het vastgrijpen in het waarnemen veroorzaakt dus een verdraaid bewustzijn. En door een verdraaid bewustzijn ontstaat er een verdraaide visie. Een verdraaide visie is het tegenovergestelde van een juiste visie (samma ditthi), van wijsheid (pañña). Een verdraaide visie noemen we ook wel een bezoedeling van de geest. Het maakt de geest (mano) onzuiver waardoor hij slechter functioneert. Het wordt ook als een ballast ervaren. Hoe meer en hoe intenser we vastgrijpen, des te meer toename (papañca) er zal zijn. D.w.z. dat er dan meer geconditioneerdheid (sankhata) is wat het tegenovergestelde is van het ongeconditioneerde (asankhata). Niet het eerste, maar het laatste is het doel hetgeen Nibbana is.
Echter, wanneer er geen vastgrijpen in het waarnemen is, is er een zuiver waarnemen, geen verstoring, geen verdraaid bewustzijn en dus geen verdraaide visie. Dit is waarom we door het waarnemen wijze mensen kunnen worden. Dat is de functie van waarnemen. Op die manier worden verontreinigingen of bezoedelingen, waardoor de geest zich anders op de verkeerde manier zou ontwikkelen, uitgerukt. Dit is jezelf bevrijden van de ballast. De toename (papañca) teniet doen. Richting het ongeconditioneerde (asankhata), het doel oftewel Nibbana.
Uit de Dhammapada:
183. Het vermijden van al het kwaad, altijd het goede doen en de eigen geest zuiveren; dit is de Leer van alle Boeddha's.
sabbapapassa akaranam kusalassa upasampada saccita pariyodapanam; etam Buddhana Sasanam
Bewustzijn heeft de neiging om te kleven
Bewustzijn heeft de neiging om 'te kleven aan een mentaal object'. Dat is niet helemaal verkeerd, want de geest heeft informatie nodig om correct te kunnen functioneren. Als je naar de winkel gaat om iets te halen, kun je het opschrijven. Maar als je de deur uitstapt en je weet niet meer waarom je buiten staat of je weet je briefje niet meer te vinden, dan kan je gewoonweg niet normaal functioneren. Dus dat 'kleven aan het mentale object', is een functie van de geest die in de kern echt nodig is. Maar het moet niet meer doen dan wat noodzakelijk is zodat het mentaal object meteen weer 'vrijgegeven kan worden' indien nodig.
Echter, als de geest niet goed 'gestuurd' wordt, niet goed getraind en bewaakt wordt en daarom niet goed onder controle is, is dat 'kleven' in een veel te hoge mate, of misschien beter gezegd: 'op een gekunstelde manier' aanwezig. Dan kan het mentaal object zoals een gebeurtenis, een ervaring, een herinnering etc. niet 'vrijgegeven worden' en wordt dat als een ballast (upadhi) meegedragen. Dit geldt niet alleen voor onaangename dingen, maar ook voor aangename dingen. Aangenaam of onaangenaam is slechts het gevoel (vedana) dat we bij iets hebben hetgeen ontstaat (in het bestaan komt) vanwege onze persoonlijke voorkeur en afkeer (anurodhapativirodha). Dit betekent echter niet dat gevoelens geen functie hebben (leer goed waarom en volg vedana).
Er zijn allerlei mentale associaties die je kunt vastgrijpen. Zo ontstaan er reacties op reacties waar geen einde aan komt. Dit gebeurt vaker wanneer je niet gewaar (vijañana) bent, want: bewustzijn heeft de neiging om te kleven aan een mentaal object. Door het ene vast te grijpen 'voed' je daarmee het andere waardoor er een toename (papañca), een opbouwen, een vermeerdering, plaatsvindt. Het beschouwen van de staat (citta) van de geest (cittanupassana) waardoor dit wordt voorkomen is daarom erg belangrijk.
D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid;
S56-011 — Dhamma Cakka Ppavattana Sutta — Het in beweging zetten van het Wiel der Wet
Als onze zintuigen iets ontmoeten dat onze voorkeur heeft, ontstaat er een aangenaam gevoel. Ontmoeten ze iets waar we een afkeer tegen hebben, dan ontstaat er een onaangenaam gevoel. Zo ontstaan gevoelens afhankelijk van de voorwaardelijke conditie (paccaya) van onze eigen persoonlijke voorkeur en afkeer. Als je heel veel om iemand geeft, krijgen de meeste mensen daar een aangenaam gevoel bij. Maar als die iemand bij je weggaat of sterft, zorgt datzelfde 'object' voor een onaangenaam gevoel. Zo worden objecten (ook mensen) indien je eraan hecht, uiteindelijk altijd een ballast. Onthoud goed dat het niet de dingen en de mensen zijn die het probleem vormen, maar het hechten (upadana) eraan. Dit is wat er gebeurt wanneer er zintuiglijke verlangens zijn, deze vaak herhaald worden en zodoende sterker worden en uiteindelijk de overhand krijgen, je aan banden (yoga) leggen en je er de slaaf van wordt. Hierbij wil ik ook de kanttekening maken dat het hechten aan mensen volstrekt niets met echte liefde te maken heeft maar met bezitsdrang wat juist een einde aan liefde maakt. Echte liefde is heel wat anders dan de ideeën die de meeste mensen daarover hebben: 'als je niet aan iemand gehecht bent hou je niet van die persoon'. Gehechtheid komt voort uit hebzucht (lobha), het werk van 'ik' dat wil bezitten en zodoende voor verdeeldheid zorgt in plaats van een vredig, harmonieus en respectvol samenzijn. Maar dit is een onderwerp dat op een andere pagina besproken is, zie pema. Op deze pagina hebben we het niet over verlangens naar een partner, maar over zintuiglijke verlangens in het algemeen.
Mensen koesteren zintuiglijke verlangens (kamacchanda), die, wanneer ze intenser worden, uitgroeien tot begeerte (tanha). Begeerte leidt tot hechten (upadana) en dat hechten impliceert onwetendheid (avijja). Wat de toegeeflijkheid in zintuiglijke verlangens ook doet ontstaan, is dat voorkeuren voor allerlei zaken, gebeurtenissen etc., dan een grotere, dominantere rol gaan spelen. Dit is de dominante geest (mano) die onder invloed van Mara leeft. Waar voorkeur is, daar is ook afkeer. Hoe meer voorkeur er voor iets is, hoe meer afkeer er voor iets anders zal zijn (anurodhapativirodha).
Zo ontstaat de hunkering naar het aangename en tegelijkertijd wordt weerstand opgebouwd tegen het onaangename. Dit is de directe oorzaak met betrekking tot zintuiglijke verlangens in combinatie met gevoelens (vedana). Het aangename wordt stevig omarmt en het onaangename wordt weggeduwd. Zowel waarnemingen (sañña) als gevoelens (vedana) hebben belangrijke functies die goed begrepen moeten worden. Daarom is aandacht (avajjana) schenken hieraan — een indachtig (sati) leven leiden — zo belangrijk.
Uit de Dhammapada:
036. De geest is uitermate moeilijk te zien, hij is buitengewoon subtiel, focust zich op alles wat hij wil. Iemand die wijs is beschermt de geest. Een bewaakte geest brengt geluk.
sududdasam sunipunam yatthkamanipathinam cittam rakkhetha medhavi cittam guttam sukhavaham
Waarnemingen hebben een functie
Middels de zintuigen nemen we waar, en dat waarnemen (sañña) heeft een functie. Door het waarnemen kunnen we namelijk wijzere mensen worden. En de belangrijkste functie van wijsheid is om elk probleem het hoofd te kunnen bieden. Het zwaard van wijsheid is het krachtigste wapen! Het is wijsheid waardoor we onszelf volledig kunnen bevrijden (vimutti) van alle problemen, van alle lijden (dukkha).
Maar het kan de verkeerde of de goede kant opgaan, afhankelijk van of we wel of niet vastgrijpen (upadana) in het waarnemen.
Met het oog, het oor etc. (de zintuigbases), nemen we beelden, geluiden etc. waar (de zintuigobjecten). Waarneming bouwt een herinnering op. Daarom kunnen we ook op een later tijdstip met de geest (mano) die zintuigobjecten waarnemen. Als je je vinger voor je oog houdt, dan kun je dat beeld over 20 jaar nog steeds zien. Herinneringen zijn nodig omdat we anders niet kunnen functioneren en niet van onze ervaringen kunnen leren. Soms is het bijvoorbeeld belangrijk dat je terugkijkt op een ervaring (een retrospectieve terugblik). Maar ervaringen zijn er om van te leren, niet om je eraan vast te klampen en het als een ballast (upadhi) met je mee te sjouwen. Vandaar dat er slechts zien, horen etc. dient te zijn en niets anders.
Innerlijke slavernij
Wanneer de geest niet wordt bewaakt ontstaan er ongecontroleerde zintuiglijke verlangens die tot innerlijke slavernij leiden omdat we onszelf vanwege die verlangens aan banden leggen (kama guna). Middels de toegeeflijkheid aan zintuiglijke verlangens worden we niet alleen de slaaf van onszelf, maar ook de slaaf van de wereld. Want de externe wereld vangt aan in de interne wereld. De wereld om ons heen is 'de manifestatie' van onze interne wereld. Daarom is de geest de voorloper (pubbangama) van alle dingen. En daarom verschillen de interne wereld en de externe wereld niet zoveel van elkaar. Deze staan niet los van elkaar. Denk er eens goed over na (manasikara) of de wereld binnenin je bewustzijn bestaat of erbuiten…
Kan het oogbewustzijn bestaan zonder het contact (phassa) met een beeld? Kan het oorbewustzijn bestaan zonder het contact met een geluid? Wanneer het oog-, oor- neus-, tong-, lichaamsbewustzijn niet meer bestaat doordat er geen 'ik' meer is die daar aan hecht, kan dat soort bewustzijn dan nog bestaan in het geestesbewustzijn (mano viññana)? Als je hier goed over nadenkt zul je gaan ontdekken dat we zelf onze eigen wereld creëren, ieder op een eigen persoonlijke manier. Dit kan denkbeeldig zijn, maar ook heel 'echt'!
Wanneer we toegeeflijk zijn aan bijvoorbeeld dingen die we willen hebben (lobha), zullen we ook onszelf vaak overmatig dingen opleggen waardoor het leven drukker, onrustiger en chaotischer wordt. Er zal sprake zijn van minder ruimte voor onszelf, minder rust en vredigheid (santi). Dan leven we onder invloed van Mara de misleider.
Ook zullen we dan toegeeflijker zijn aan het geluid van iemand die zegt: 'doe even dit, doe even dat.' Of wanneer iemand je onrechtvaardig behandeld, dan geef je daar ook snel aan toe in de zin dat je dat wel prima vindt en je er dus mee instemt. Maar dan is er geen controle op de zintuigen. Ook dat is te snel, te impulsief reageren waardoor je er in betrokken raakt en je jezelf op sleeptouw laat nemen. Zo wint Mara terrein en zal hij je 'naar beneden trekken'. Maar wanneer er indachtigheid (sati) en kalmte (passaddhi) is, begrijp je direct wat er aan de hand is, je begrijpt de ware betekenis van wat er werkelijk gebeurt. In dit voorbeeld begrijp je dan dat het onrechtvaardig is en kom je in opstand, je komt voor jezelf op. Dit is wat ik noem 'de revolutionaire geest' en de rechtvaardige (ujukata) geest. Dit is het begin van 'de dingen zien zoals ze werkelijk zijn' (yathabhuta). Dat is omdat deze twee factoren van verlichting (bojjhanga) tot ontwikkeling komen of ontwikkeld zijn. Zo niet, dan slik je maar alles en zo wordt je de 'deurmat' van mensen die niets om je geven, geen respect voor je hebben of tenminste geen rekening met je houden. In het Pali is er een woord voor banden (kama guna), voor bezoedelingen, voor slavernij: yoga. Dit betekent dat je jezelf door allerlei dingen laat beïnvloeden (asava). De enige die je daar tegen kan beschermen ben jezelf. De Boeddha en wij — zijn edele discipelen (ariyasavaka) — kunnen enkel en alleen de weg wijzen.
Uit de Dhammapada:
160. Iemand is zijn eigen redder; wie anders kan dat zijn? Door jezelf goed te trainen, verkrijg je een redder die moeilijk te verkrijgen is.
atta hi attano natho ko hi natho paro siya attan'ava sudantena natham labhati dullabham
De methode van waarnemen
Bij het waarnemen is het van groot belang dat je alleen maar kijkt en verder niets. Dan zal het waarnemen helder en zuiver zijn omdat er geen toename (papañca) is. Dit kan alleen als er in dat waarnemen een innerlijke kalmte, een rust (passaddhi) is. Want in het zuivere waarnemen dient de geest passief, stil en kalm te zijn. Geen idee van 'ik' dat tussenbeide komt (attanuditthimuhacca).
Dit heeft iets weg van een torenwachter die bovenop een stadsmuur staat en de mensen in kalmte observeert die door de poort de stad in- en uitgaan. Dat is zijn taak en verder niets. Om louter zijn taak uit te voeren, om echt te kunnen zien zonder bij-dingen, moet de poortwachter passief van geest zijn. Zonder vooroordelen, zonder vooropgezette ideeën (sasankharika citta), zonder verwachtingen, zonder verlangens, zonder ideeën etc.
Op dezelfde manier dienen wij de poorten van onze zintuigen te bewaken. De manier van hoe we kijken, luisteren etc. en de manier van hoe de beelden, geluiden etc. binnenkomen. En die methode is dusdanig dat er geen 'ik', geen 'persoonlijkheid', geen 'persoonlijke inkleuring' in aanwezig of in betrokken is. Dit is waar attanuditthimuhacca voorstaat. Of dat nu tijdens je meditatie is of in de sleur van je dagelijkse leven, maakt niet uit. Je dagelijkse leven is net zo goed meditatief (bhavana), momenten waarin je leert. Tijdens je dagelijkse bezigheden dien je net zo goed indachtig (sati) te zijn.
Wanneer er slechts kijken, luisteren etc. is, en je daar niets aan toevoegt, als je niets anders doet, niets erbij denkt of verzint, geen definities erbij maakt, de dingen die je waarneemt of doet niet benoemt, dan wordt hetgeen je waarneemt niet 'opgeblazen', dan wordt er niet iets bijgemaakt. Dan is er, zoals we dat noemen, geen 'toename' (papañca). Het is vooral een onrustige geest die dingen toevoegt, die voor toename zorgt[1].
Zo zijn mensen vaak 'op zoek naar iets' wat neerkomt op 'iets willen hebben', 'bevrediging zoeken in dingen', dan weer hier dan weer daar oftewel begeerte (tanha) hetgeen door de Boeddha als de hoofdoorzaak van lijden is aangewezen. Dit is waarom je in boeddhistische meditatie, in ware indachtigheid (sati) nergens naar op zoek bent omdat je dan het doel voorbij schiet. Op zoek zijn naar iets betekent dat er een vooropgezet idee (sasankharika citta) is waardoor je het doel mist. Een idee is geconditioneerd, een geconditioneerde staat van bewustzijn. Maar dat is het doel niet. Zolang je er ideeën op nahoudt die je als je doel stelt, zal je het doel missen omdat het doel juist het ongeconditioneerde is. Daarom zeg ik dat je je doel voorbijschiet wanneer je op zoek bent naar iets. Het is hetzelfde wanneer je met ideeën luistert naar iemand die spreekt. Dan mis je de kern, in dit geval wat de spreker zegt. Dat is zo omdat de geest door het vooropgezette idee is beïnvloed waardoor hij niet zuiver kan zijn. Hij is dan ingekleurd door verlangens en oordelen.
Wanneer je op zoek bent naar iets, verkeert de geest in een staat waarin hij nog niet tot rust, tot vrede (santi) gekomen is. Het op zoek zijn naar iets zal nooit ophouden omdat alles onbevredigend (dukkha) is. Menselijke verlangens zijn onverzadigbaar! Dat is zo omdat elk ding (waar je naar op zoek bent of naar verlangt) een 'geconditioneerde staat' is en dus lijden (dukkha) impliceert. Het doel in het boeddhisme is niet het geconditioneerde (sankhata) maar het ongeconditioneerde (asankhata), hetgeen Nibbana is. Als je dat bereikt hebt, is alle begeerte ontworteld en ben je nergens meer naar op zoek.
Dingen zoals fysieke dingen en mensen, rusteloosheid, gevoelens en overige mentale associaties, alles wat je maar kunt bedenken, hebben allemaal meerdere oorzaken. Ze zijn ontstaan door meerdere oorzaken en gevolgen. Het zijn daarom 'samengestelde dingen' omdat ze van meerdere oorzaken en gevolgen afkomstig zijn, ontstaan zijn, in het bestaan zijn gekomen. Maar al die dingen moeten weer vergaan omdat ze aan verandering onderhevig zijn. Daarom brengt het hechten eraan lijden (dukkha) met zich mee, ongeacht wat het is waar je je aan hecht. Hechten is vragen om problemen omdat de wet van oorzaak en gevolg nu eenmaal zo werkt omdat alle dingen vergankelijk zijn.
'Dingen' of 'verschijnselen' noemen we sankhara's. Sankhata is afgeleid van het woord sankhara. We hebben gezien dat niet sankhata, het geconditioneerde, ons doel is, maar asankhata, het ongeconditioneerde. We bereiken ons doel dus als we geen enkel ding, geen enkel samengesteld ding (sankhara) vastgrijpen en daarmee niet zorgen voor toename (papañca). Dit is zo belangrijk, dat de Boeddha dit zelfs met zijn laatste kracht, met zijn laatste woorden op zijn sterfbed heeft beklemtoond.
Handa dani bhikkhave amantayami vo: vayadhamma sankhara, appamadena sampadetha.
Welnu, monniken, ik spoor jullie aan: alle samengestelde dingen moeten weer vergaan. Bewerkstellig vastbesloten door indachtigheid jullie eigen bevrijding.
D16 — Maha Parinibbana Sutta — Het grote heengaan
Het is vrij normaal wanneer je niet begrijpt wat Nibbana inhoudt. Dat komt doordat je die ervaring nog mist, Nibbana nog niet verwerkelijkt hebt. Er zijn wel mensen die zelf denken (en of wellicht ook beweren) dat ze dit verwerkelijkt hebben, maar dat bestaat vaak als een idee. Elk idee is het niet, omdat een idee geconditioneerd is. Een idee gaat er alleen maar over. We kunnen met woorden of met gedachten wel richting geven aan wat het is, namelijk het ongeconditioneerde (asankhata). Echter, woorden en ideeën kunnen het ongeconditioneerde niet volledig vervangen. Je moet het zelf verwerkelijken en ervaren. Zie ook conditionering.
Het zijn niet alleen de herinneringen van beelden, geluiden etc. die we met de geest (mano) kunnen waarnemen. Er zijn ook dingen in de geest zelf die we met de geest kunnen waarnemen (sañña). Denk bijvoorbeeld aan rusteloosheid en zorgelijkheid (uddhacca kukkucca), luiheid en traagheid (thina middha) van geest, of we afgeleid (vikkhitta citta) zijn of juist niet afgeleid (avikkhitta citta) zijn, of er twijfels (vicikiccha) zijn of als er zelfvertrouwen (saddha) is, als de geest in beslag genomen is door gedachten of als hij deze juist heel goed kan laten varen (nekkhamma). Of er gevoelens (vedana) van boosheid (dosa) zijn of dat er vriendelijkheid (metta) is, of er angst (bhaya) of vredigheid (santi) is, of er geluk (sukha) of verdriet (soka) en/of smart (domanassa) is, zelfzucht (lobha) of verzaking (nekkhamma), gelijkmoedigheid (upekkha) of instabiliteit van de geest etc.
Al dit soort dingen zijn mentale associaties, staten van de geest (citta) die je met de geest (mano) zelf kunt waarnemen. En ook in het waarnemen van deze staten is het een kwestie van kijken, louter aandacht schenken (avajjana) zodat je het object leert kennen voor wat het is (vijañana). Wanneer je er niets mee doet, blijf je er niet in steken. Dan is er geen vastgrijpen (upadana), geen 'betrokken zijn bij', maar verzaking (nekkhamma), een volkomen vrij zijn (vimutti) van alles. Dan kun je elke staat verlaten en doorgaan zodat je het uiteindelijke doel bereikt, het ongeconditioneerde hetgeen absolute innerlijke vrede (santi) is, Nibbana. Het is met niets in de wereld te vergelijken omdat het 'bovenwerelds' (lokuttara) is.
"Hier (idha), Bahiya, moet je jezelf aldus trainen: 'In hetgeen men ziet, zal slechts zijn wat gezien is; in hetgeen men hoort, zal slechts zijn wat gehoord is; in hetgeen gevoeld wordt, zal slechts zijn wat gevoeld is; in hetgeen men waarneemt, zal slechts zijn wat waargenomen is.' Op deze manier moet je jezelf trainen, Bahiya."
"Als, Bahiya, in hetgeen je ziet, slechts is wat gezien is; in hetgeen je hoort, slechts is wat gehoord is; in hetgeen je voelt, slechts is wat gevoeld is; in hetgeen je waarneemt, slechts is wat waargenomen is, dan, Bahiya, zul je niet 'daarbij' horen; als, Bahiya, je niet 'daarbij' hoort, dan, Bahiya, zul je niet 'daarin' zijn; als, Bahiya, je niet 'daarin' bent, dan, Bahiya, zul je noch hier, noch aan de andere zijde, noch tussen beide in zijn. Precies dit is het einde van lijden."
Ud1-10 — Bahiya Sutta — Bahiya
Wat de Boeddha hier zegt impliceert het volgende:
Waar je op reageert, daar raak je in betrokken waardoor je er niet vrij van kunt zijn. Maar als je er niet op reageert, raak je er ook niet in betrokken. Dan kun je er volledig vrij van zijn.
Voeding geven en toename
Waarom is het een verkeerde methode (die vaak geadviseerd wordt) om bij het waarnemen er zelf 'definities bij te verzinnen', om te 'benoemen' etc., zodat er sprake van toename (papañca) is?
Vanwege een beweging van de geest, vanwege het niet passief zijn van de geest, dit is waarom hij 'associeert' met wat er is. De rusteloze geest kan moeilijk 'alleen zijn' vandaar dat hij graag onderhoudend wil zijn. Het is de onrust wat hem doet 'associëren'. Waar je op reageert, daar raak je in betrokken, daar is het 'voeding geven' (ahara), daar is toename (papañca). Maar de geest moet de weg leren ontdekken van hoe hij tot rust (santi) kan komen; hoe hij tot zwijgen kan komen. Dit kan alleen als je heel aandachtig (avajjana) bent in het beschouwen van zijn staat (cittanupassana). Dan zal je leren zien en begrijpen hoe hij werkt, wat hem voedt, wat zijn associaties doen toenemen. Wanneer je dit eenmaal begrijpt, zul je ook begrijpen hoe hij tot rust kan komen.
Wanneer je in je waarnemen zelf definities toevoegt aan hetgeen je waarneemt, labels gaat plakken etc., voeg je er een 'persoonlijke betekenis' aan toe (papañca). Dingen krijgen dan dus een persoonlijke betekenis, een betekenis die je er zelf aan toekent, hetgeen de 'innerlijke chaos doet toenemen'. En juist dit is wat 'persoonlijk bewustzijn' impliceert en in stand houdt. Precies dit is het probleem en het wordt veroorzaakt door 'Het zelf', door Mara. Het is niet zo dat er wat mis is met bewustzijn op zich, want bewustzijn (viññana) heeft een functie, namelijk om gewaar te zijn (vijañana). Het is er niet voor niets.
Wanneer er bewustzijn (viññana) is, zie je de dingen zoals je ze wilt zien, niet zoals ze zijn. Dat is omdat hierin de persoonlijkheid oftewel 'zelfbewustzijn' aanwezig is. Wanneer bewustzijn verder ontwikkeld is, 'sterft' Het zelf, dan raakt het uitgeblust (nirodha). Met dit 'sterven' van het zelf, komt er gewaarzijn (vijañana) voor in de plaats. Dan kun je de dingen echt zien zoals ze werkelijk zijn (yathabhuta). Zonder verstoring (iñjita), zonder verdraaiing (vipallasa). Er is dan zeker nog steeds sprake van bewustzijn, maar het wordt niet meer gedomineerd door persoonlijke meningen (ditthi), vandaar dat we spreken van gewaarzijn (vijañana). Hier wordt of is de eerste van de tien banden (saññojana) die wezens aan het lijden binden, verbroken. Hier heeft Mara de verleider, het onderspit gedolven.
Uit de Dhammapada:
414. Hij die door dit moerassige pad gereisd is, de levensgevaarlijke en bedrieglijke ronden van bestaan (samsara), hij die overgestoken is en de andere oever heeft bereikt. Hij, die meditatief is, kalm, vrij van twijfels en nergens aan hecht; hij heeft Nibbana verwerkelijkt. Hij is degene die ik een brahmaan noem.
yo imam palipatham duggam samsaram mohamaccaga tinno paragato jhayi anejo akathankathi anupadaya nibbuto tamaham brumi brahmanam
De uitdoving van het 'ik'
Bewustzijn is een 'ego trip' en zolang het 'persoonlijke' in het bewustzijn speelt of actief is, is bewustzijn niet volkomen zuiver, dan is het onzuiver, verstoord (iñjita), verontreinigd, bezoedeld. Dat is omdat er begeerte (tanha) is die voor toename (papañca) zorgt; begeerte impliceert immers 'iets willen hebben of bezitten' (mamatta). Die toename is een belangrijke oorzaak dat er o.a. snel ideeën, opvattingen, gevoelens, meningen etc. worden gevormd, in kracht toenemen en uitdijen. En die worden door het 'ik', het ego, Het zelf, stevig vastgegrepen en telkens weer als 'bouwstenen' gebruik om nog krachtiger te worden en weer verder uit te dijen. Want die meningen hebben een 'persoonlijk fundament'. Het is opgebouwd uit allerlei persoonlijke mentale associaties. Mensen zijn erg geïnteresseerd in hun eigen mening en in het redentwisten met anderen over hun meningen. Kijk maar eens goed om je heen, dan zie je het overal. Het is verstandig daar niet aan mee te doen want het versterkt het 'ik bewustzijn', eigendunk (mana). Het 'ik' is dan belangrijker dan de waarheid, maar waar het 'ik' is daar is de waarheid niet. De weg van wijze mensen is daarom precies de andere kant op.
In hoofdstuk 4 van de Sutta Nipata — Atthaka vagga — Het hoofdstuk van het achttal verwerpt de Boeddha in enkele toespraken het verderfelijke van het gekissebis, het gewedijver, de twiststrijd omtrent meningen (ditthi). Het is een vooraanstaand kenmerk van de verwerping van speculatieve opvattingen en theorieën.
Het hechten aan meningen (ditthi) is de eerste van de tien banden (saññojana) die wezens aan het lijden (dukkha) binden.
Daarom is het zo belangrijk dat in alle acties, dus ook in het waarnemen, er geen idee is van 'ik', van 'mijn', van 'zelf' is. De Pali term hiervoor is attanuditthimuhacca. Dit is de methode om bewustzijn te transformeren naar helder objectief gewaarzijn (vijañana). In die zin heeft bewustzijn opgehouden te bestaan omdat het 'ik', Het zelf, is uitgedoofd (nirodha). Dit is de weg van wijze mensen. Zo wordt het onverstoorbare (aneñja) bereikt. Dit is het ophouden (nirodha) van alle lijden (dukkha).
Het is zoals bij een rivier:
De rivier is op weg naar de zee, zijn eindbestemming. Omdat hij stroomt is hij steeds anders; er vindt steeds een vernieuwing plaats. Door die verandering en die vernieuwing kan hij zich ontwikkelen tot een krachtige, brede en diepe rivier en uiteindelijk zijn eindbestemming bereiken, de zee. Wanneer de rivier in de zee stroomt verliest hij zijn naam en houdt de rivier op te stromen. Het stromen is niet meer nodig omdat de rivier zijn thuisbasis heeft bereikt.
Precies zo, wanneer we in het waarnemen niet vastgrijpen, kan bewustzijn op een natuurlijke wijze stromen, zoals het hoort. Door dit stromen wordt oude ballast afgeworpen en kan het veranderen waardoor er een vernieuwing van bewustzijn kan plaatsvinden. Hierdoor wordt onze visie breder en dieper, en worden we wijzere mensen hetgeen nodig is om uiteindelijk onze eindbestemming te bereiken, Nibbana. Naarmate we het doel naderen, raakt het bewustzijn (viññana) haar persoonlijke karakter kwijt. Het bewustzijn wordt geleidelijk aan een helder objectief gewaarzijn (vijañana) waarin we 'de dingen kunnen zien zoals ze werkelijk zijn'. Dan heeft bewustzijn haar functie volbracht. Op die manier houdt het 'ik bewustzijn' op te stromen. Net zoals de rivier ophoudt te stromen wanneer hij zijn thuisbasis bereikt — de zee — en zijn naam verliest.
D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid;
S56-011 — Dhamma Cakka Ppavattana Sutta — Het in beweging zetten van het Wiel der Wet
Een vaak gebruikte uitspraak van de Boeddha is: 'Graaf de wortel van begeerte op' (tanhaya mulam kanatha). Begeerte (tanha) is de hoofdoorzaak van lijden maar gaat altijd gepaard met onwetendheid (avijja). Wanneer begeerte verdwijnt, wanneer je jezelf traint in onzelfzuchtigheid (niet zelfzuchtig bent), verdwijnt daarmee onwetendheid. Aan de andere kant is het ook zo, dat als onwetendheid verdwijnt, als je jezelf traint in indachtigheid (sati), dat daarmee begeerte verdwijnt. Het is zoals bij het wassen van je handen die je tegen elkaar wrijft: beide handen wassen elkaar tegelijkertijd.
Uit de Dhammapada:
070. Een dwaas kan eens per maand met de punt van een grassprietje zijn voedsel tot zich nemen, toch is hij geen zestiende deel waard van hem die de Dhamma kent.
mase mase kusaggena balo bhunjetha bhojanam na so sankhatadhammanam kalam agghati solasim
Zal de Dhamma verloren raken?
Als mens heeft de Boeddha volledig op eigen kracht de opperste realiteit ontdekt waardoor absolute vrijheid van lijden kan worden verkregen. Vanwege zijn diepe mededogen was zijn innige wens dat alle mensen diezelfde vrijheid zouden realiseren. Maar de Boeddha heeft voorspeld dat de Dhamma langzaamaan uit de geest van de mensen zal verdwijnen. Dit, omdat er steeds meer mensen komen die een eigen draai geven aan de oorspronkelijke Leer en de mensen er zodoende niets meer van begrijpen.
Onze website — sleuteltotinzicht.nl — is door de auteur zeer zorgvuldig en met een groot gevoel van verantwoordelijkheid geschreven en gebouwd. Uit diep respect voor de Boeddha en zijn Dhamma en uit mededogen voor de mensheid.
De innige wens van de auteur van sleuteltotinzicht.nl is dan ook dat er een Sangha zal worden gevormd die de ware Leer beschermt. Het belangrijkste daarin is dat de website zal blijven voortbestaan zodat zoveel mogelijk mensen, voor nu en in de toekomst, de Dhamma in hun hart kunnen sluiten.
Op de pagina Zal Sleutel tot Inzicht blijven voortbestaan? is uitgelegd wat ook jij kunt doen om mee te helpen de missie van de Boeddha voort te zetten.
Extra aanbevelingen
Zie de link naar de groep pagina inzake mindfulness (inzicht meditatie) in de tip hieronder.
Satipatthana training
Satipatthana is de kern van de boeddhistische inzicht meditatie vormen en daarmee de belangrijkste binnen het gehele boeddhistische systeem. Om de satipatthana training oftewel mindfulness correct te beoefenen, start je op de groep pagina Satipatthana training. Deze wijst de weg voor zowel beginners als voor gevorderden.
Wil je eerst meer leren, ga dan naar de volgende pagina's in de sectie Inzicht meditatie:
- De niet vooropgezette geest
- De kunst van het handelen
- Samudaya — De hoofdoorzaak van lijden
- S35-028 — Adittapariyaya Sutta — De vuur toespraak
Eindnoten
[1] Rusteloosheid en overbezorgdheid vormen samen een van de vijf hindernissen (pañca nivarana).
RegID | fkxXkvfRnn3ImL7 |
---|---|
Bijgewerkt | 21 november 2024 11:07:12 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |