Kokalika

Kokalika Sutta

De ernstige gevolgen van onheilzaam spreken.

Eens, toen de Boeddha in het Jetavana klooster te Savatthi verbleef, kwam er een monnik genaamd Kokalika naar hem toe die de volgende opmerking maakte:

"Heer, Sariputta en Maha Moggallana zijn vol van kwade verlangens. Zij zijn door kwade verlangens in beslag genomen."

De Boeddha antwoordde hierop: "Kokalika, zeg zoiets niet! Heb vertrouwen in de geest voor wat hen betreft; Sariputta en Maha Moggallana zijn deugdzaam."

Maar Kokalika herhaalde zijn beschuldiging jegens de twee discipelen. De Boeddha antwoordde als tevoren, maar de monnik beschuldigde de discipelen als tevoren. Voor de derde keer werd hem door de Boeddha gevraagd dit niet te doen. Toen maakte Kokalika een diepe buiging voor de Boeddha en ging weg.

Hij had nog maar een klein stukje gelopen toen hij zich niet goed voelde worden. Overal op zijn lichaam verschenen puisten ter grootte van mosterdzaden. De puisten begonnen te zwellen, ze groeiden en groeiden totdat ze zo groot waren als erwten. De puisten werden zo groot als bonen, als eieren, als wilde appels, als peren. Toen barstten de puisten open en er stroomde pus en bloed uit. Kokalika stierf aan deze ziekte en ten gevolge van de kwade wil die hij getoond had, werd hij in een van de ellendige sferen geboren die bekend staat als de Paduma, de Lotus.

Tegen het einde van de nacht kwam Brahma Sahampati naar de Boeddha en vertelde hem hoe Kokalika gestorven was en dat zijn kwade wil er de oorzaak van was dat hij werd wedergeboren in de Paduma. De volgende morgen riep de Boeddha de monniken bijeen om uit te leggen wat Brahma Sahampati hem had verteld over Kokalika's dood. "Monniken, het leven van een wezen in de Paduma wereld duurt zo lang, dat wij de jaren bijna niet in aantallen kunnen uitdrukken. Kokalika is daar wedergeboren vanwege zijn kwade wil jegens Sariputta en Maha Moggallana."

En als Leraar, ging de Boeddha verder door dit te zeggen:

657. Iemand die geboren wordt, wordt geboren met een bijl in zijn mond. Hij, van wie zijn spraak onheilzaam (akusala) is, snijdt zichzelf met deze bijl.

658. Als een persoon iemand prijst terwijl die berispt dient te worden, of iemand benadeelt die prijzenswaardig is, dan verzamelt deze persoon kwaad met zijn mond. Dit kwaad zal niet tot geluk leiden.

659. Het doet maar een beetje pijn wanneer iemand geld verliest tijdens het gokken met dobbelstenen, zelfs wanneer alles wordt verloren wat hem toebehoorde. Maar als iemand haatdragend is ten opzichte van deugdzame mensen, dan is dit inderdaad veel pijnlijker.

660. Het beledigen van mensen die de waarheid spreken, haatdragend zijn in gedachte en in spreken, leidt tot wedergeboorte in een staat van ellende voor lange, lange wereldtijdperken.

661. Liegen leidt tot deze sferen. Iets doen en dan te zeggen 'Dit heb ik niet gedaan'; dit is liegen. In de zin van de dood en van wedergeboorte zijn beide handelingen gelijk: op het moment van de dood moet je de gevolgen onder ogen zien van onheilzame daden.

662. Als een persoon iemand aanvalt die vreedzaam is, die puur en integer is, dan keert de aanval zich naar de dwaas die de aanval uitvoerde, net zoals zand dat tegen de wind in gegooid wordt.

663. De persoon met een hebzuchtig karakter beledigt anderen met woorden[1]. Hij is zonder geloof, hebzuchtig, ellendig en vol laster.

664. Als jij zo iemand bent, onbetrouwbaar en onwaardig, vol laster, kwaad en van slecht gedrag, gemeen en slecht, dan kun je het best maar niet zoveel spreken anders kom je in een sfeer van ellende!

665. Als je zo handelt, verspreid je bezoedelingen. Het is een belediging voor mensen die het goede doen en het is een bezoedelde handeling op zichzelf. Als je handelingen vergaart zoals deze, dan zul je in het meer van ellendige staten vallen.

666. Waar om is dat zo? Het is vanwege het feit dat dingen die mensen doen, niet in het verleden verdwijnen. Deze daden komen naar ons terug, ze keren terug naar hun dader. Een persoon van wiens handelingen bezoedeld zijn, is een dwaas. Op een dag zal hij de pijn zelf voelen.

667. De pijn die hij zal voelen zal zijn als de pijn van ijzeren staven waarmee hij afgeranseld wordt en als ijzeren pinnen die hem priemen. In een sfeer zoals deze, voelt alles wat hij eet aan als roodgloeiende ijzeren kogels.

668. Er is daar niets, zo wordt er gezegd, wat niet zwaar en niet pijnlijk is. Er zijn geen aangename woorden van vertroosting, niets biedt een ontsnapping voor degenen die in deze sfeer lijden, de sfeer waar de wereld een vuurhaard is. Zelfs een bed is van roodgloeiende as.

669. Verwikkeld in netten, verpletterd door hamerslagen, zijn zij ondergedompeld in diepe duisternis die zich in alle richtingen uitstrekt.

670. Dan bevinden ze zich in een grote ketel, brandend en kokend, op en neer bubbelend in de hitte van de vuurhaard waardoor hun lichamen helemaal worden opgeslokt.

671. De persoon van onheilzame daden verkeert in deze staat: zwetend en kokend in bloed en rottend vlees. Waarheen hij zich ook beweegt, hij rot weg vanaf waar hij met deze rottende massa in aanraking is.

672. Dan kookt de persoon van onheilzame daden in water dat geïnfecteerd is door wormen. Het is onmogelijk voor hem om stil te staan. Bovendien hebben de kokende potten, die rond zijn en zo glad zijn als kegels, geen oppervlakten waaraan hij zich vast kan houden.

673. Dan komt hij in de jungle van de zwaardbladen, waar ledenmaten worden gehavend en gehakt, de tong opengehaald door haken, het lichaam geslagen en geranseld.

674. Vervolgens komt hij in Vetarani, een waterachtige sfeer waar moeilijk doorheen te komen is vanwege zijn twee stromen die snijdend zijn zoals scheermessen. De arme wezens vallen erin en zitten daar hun onheilzame daden die ze in het verleden hebben begaan, uit.

675. Aangevreten door hongerige jakhalzen, raven en zwarte honden, gespikkelde gieren en kraaien, kreunen zij die lijden.

676. De Paduma sfeer duurt een lange tijd. De wetenschappers berekenen haar lengte in termen van het aantal vrachtladingen met sesamzaadjes: wanneer één zaadje per honderd jaar zou worden verwijderd, en als de wagen dan leeg is, zo lang duurt het verblijf in de Paduma. Daarbij zeggen ze, dat het aantal dat vrachtladingen bevat, vijfduizend honderd en twintig miljoen zaadjes is.

678. En zo lang als dat de ellendige sferen door de mensen in deze wereld 'ellendig' worden genoemd, voor zo'n lange tijd zullen mensen in die sferen moeten leven. Wees daarom voorzichtig. Wees vol met zuivere, heilzame (kusala) en vriendelijke eigenschappen. Bewaak constant de bewegingen van de geest en de bewegingen van de spraak.

Eindnoten

[1] In het geval van Kokalika hangt de hebzucht direct samen met zijn ambities. Later werd hij de hoofdmonnik van Devadatta toen deze een scheuring in de Sanga teweegbracht. Om zelf beter of meer te lijken, spreken immorele mensen slecht over een ander die de kwaliteiten heeft waarover ze zelf zouden willen beschikken. Mocht het jou overkomen, trek je er dan niets van aan, blijf altijd jezelf en vertrouw op de wet van oorzaak en gevolg.

Document info
RegID Snp3-10
Bijgewerkt 22 juni 2020 09:23:18
Auteur Peter van LoosbroekAnanda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen