Ascetische beoefening
Dhutanga
Iedereen kan extra ascetische oefeningen naleven, maar de Boeddha vereiste deze oefeningen niet.
Letterlijk: 'middelen om (de bezoedelingen) af te schudden'; 'middelen van zuivering', 'ascetische of sobere beoefening'.
Dit zijn strikte voorschriften die door de Boeddha aan monniken wordt aanbevolen als een hulpmiddel om tevredenheid, terugtrekking, energie en dergelijke te cultiveren. Een of meer van deze voorschriften kunnen voor kortere of langere tijd in acht worden genomen. Hoewel de Boeddha deze praktijken niet vereiste, werden ze aanbevolen voor degenen die meer ascese wilden beoefenen. Alle woudmonniken zullen ten minste één van de dhutanga soberheden in acht nemen.
"De monnik die zichzelf in moraliteit traint, dient de middelen van zuivering op zich te nemen, om die deugden te verwerven waardoor de zuiverheid van moraliteit zal worden bereikt, namelijk weinig behoeften, tevredenheid, soberheid, onthechting, energie, gematigdheid, etc."
Vis 2
Vis 2 beschrijft 13 dhutanga's die bestaan uit de volgende praktijken:
- Opgelapte vodden dragers praktijk: pamsukulik'anga.
Het dragen van gewaden van afgedankte of bevuilde stof en het niet accepteren en dragen van kant-en-klare gewaden die door huishouders worden aangeboden.
- Drie gewaden dragers praktijk: tecivarik'anga.
Slechts drie gewaden hebben en dragen en geen extra toegestane gewaden hebben.
- Voedselronde of aalmoezenronde praktijk: pindapatik'anga.
Alleen voedsel eten dat verzameld is tijdens pindapata oftewel de voedselronde, en geen voedsel accepteren in het klooster of dat op uitnodiging wordt aangeboden in het huis van een leek.
- Van huis tot huis gaan praktijk: sapadanik'anga.
Geen huis overslaan tijdens de voedselronde. Niet ervoor kiezen om alleen naar rijke huishoudens te gaan of om een andere reden zoals relaties, etc. Zo worden tevens alle lekenvolgelingen in de gelegenheid gesteld een gift te doen.
- Eten in één sessie praktijk: ekasanik'anga.
Het eten van één maaltijd per dag en het weigeren van voedsel dat op een ander tijdstip wordt aangeboden. Degenen die het thuisloze leven zijn aangegaan, mogen, tenzij zij ziek zijn, van de middag tot de volgende dag niet eten. Wel drinken.
- Bedelnap eters praktijk: pattapindik'anga:
Eten uit de bedelnap waarin al het voedsel gaat, in plaats van netjes opgediend op borden en schalen.
- Weigering van het overbodige voedsel praktijk: khalu-paccha-bhattik'anga.
Niet meer voedsel nemen wanneer je verzadigd bent, ook al wordt meer voedsel door lekenvolgelingen (of dergelijke) aangeboden.
- Wonen in het woud praktijk: arannik'anga.
Niet wonen in een stad of dorp, maar afgezonderd leven, weg van alle soorten van aanlokkelijkheden.
- Wonen aan de voet van een boom praktijk: rukkha-mulik'anga.
Onder een boom leven zonder de beschutting van een dak.
- Wonen in de openlucht praktijk: abbhokasik'anga.
De weigering van een dak en de voet van een boom. Deze praktijk kan worden ondernomen middels de beschutting van een tent van gewaden.
- Wonen op een begraafplaats praktijk: susanik'anga.
Wonen op of nabij een knekelveld, kerkhof of crematieplaats. In het oude India zouden er verlaten en onbegraven lijken zijn geweest, evenals enkele gedeeltelijk gecremeerde lijken op dergelijke plaatsen.)
- Tevredenheid met elke slaapplaats praktijk: yatha-santhatik'anga.
Tevreden zijn met elke woning die als slaapplaats is toegewezen.
- Zitters praktijk: nesjjik'anga.
Leven in de drie houdingen van lopen, staan en zitten en nooit liggen. Dus slapen in een zittende positie.
Deze 13 oefeningen zijn allemaal, zonder uitzondering, genoemd in de oude sutta teksten (zoals bijvoorbeeld in M005; M113; A05-181 t/m A05-190), maar nooit samen op één en dezelfde plaats.
"Ongetwijfeld, monniken, is het een groot voordeel om als kluizenaar in het bos te leven, je voedsel te verzamelen, je gewaden te maken van opgelapte vodden, tevreden te zijn met drie gewaden."
A01-030?
Sommige oefeningen kunnen ook in acht worden genomen door de leek.
Hier kan worden vermeld dat elke pas gewijde monnik, onmiddellijk nadat hij tot de Sangha is toegelaten, wordt geadviseerd tevreden te zijn met alle gewaden, aalmoezen, huisvesting en de medicijnen die hij krijgt. "Het leven van de monniken hangt af van de verzamelde aalmoezen als voedsel ... aan de voet van een boom als woning ... op gewaden gemaakt van opgelapte lompen ... op muffe koeienurine als medicijn. Moge je jezelf hierin je hele leven trainen."
Aangezien de morele kwaliteit van een handeling volledig afhangt van de bijbehorende intentie en wilshandeling, is dit ook het geval met deze ascetische praktijken, zoals uitdrukkelijk wordt vermeld in Vis. De louter externe uitvoering is dus niet de echte oefening, zoals Pug 275-84 wordt gezegd: "Iemand gaat misschien de voedselronde doen etc. uit domheid en dwaasheid — of met kwade bedoelingen en vervuld van verlangens, of uit waanzin en mentale verwarring, of omdat een dergelijke praktijk door de Edelen werd geprezen." Deze oefeningen worden echter alleen op de juiste manier nageleefd, als ze ter wille van soberheid, tevredenheid, zuiverheid, etc., worden uitgevoerd.
Literatuur: Zie With Robes and Bowl, door Bhikkhu Khantipalo WHEEL 82/83 voor meer informatie over het beoefenen van dhutanga in het moderne Thailand.
RegID | OTiIUgOCWXn4W7r |
---|---|
Bijgewerkt | 1 oktober 2023 19:07:55 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |