De eerwaarde Channa

De erkenning van de arrogante Channa.

In het gezelschap van deugdzame mensen

078. Kom niet in de nabijheid van slechte vrienden, zoek geen toevlucht in schurken. Breng je tijd door met edele vrienden, ga met edele mensen om die beter zijn.

na bhaje papake mitte na bhaje purisadhame bhajetha mitte kalyane bhajetha purisuttame

Ga niet met de verdorven en de kwade om. Kijk uit naar het gezelschap van edele en deugdzame vrienden.

Ga niet met mensen om die er een slechte levenswijze op nahouden. Vermijdt het gezelschap van verdorven, kwade mensen die gemeen en slecht zijn. Ga om met waardige vrienden. Houdt het gezelschap aan van edele mensen die hoger zijn in kwaliteit en deugd. Dat zijn de mensen die je niveau kunnen verhogen.

Terwijl hij in het Jetavana Klooster verbleef, sprak de Boeddha dit vers, verwijzende naar de eerwaarde Channa.

Channa was de begeleider die prins Siddhattha vergezelde toen hij de wereld verzaakte en het paleis verliet op zijn paard Kanthaka. Toen de prins arahatschap verwierf werd ook Channa een monnik. Als monnik was hij erg arrogant (mana) en overmatig vanwege zijn nauwe betrokkenheid met de Boeddha. Channa had er een handje van om te zeggen: "Ik ging met mijn meester mee toen hij het paleis verliet en naar het bos ging. Ik was toen de enige metgezel van mijn meester en verder was er niemand. Maar nu zeggen Sariputta en Maha Moggallana: 'Wij zijn de voornaamste discipelen', en paraderen door de plaats."

Toen de Boeddha hem bij zich liet komen en hem vermaande voor zijn gedrag, zweeg hij, maar bleef de twee hoofd discipelen minachten en beschimpen. Zo liet de Boeddha hem tot driemaal bij zich roepen en waarschuwde hem, maar hij veranderde niet. En opnieuw liet de Boeddha Channa bij zich komen en zei: "Channa, deze twee edele monniken zijn goede vrienden voor je. Je zou met ze om moeten gaan en op goede voet met ze staan."

Ondanks herhaalde vermaningen en adviezen van de Boeddha deed Channa wat hij wilde en ging hij door met het uitschelden en beledigen van de monniken. De Boeddha, die dit wist, zei dat Channa niet zou veranderen tijdens het leven van de Boeddha, maar dat Channa na zijn overlijden (parinibbana) zeker zou veranderen. Aan de vooravond van zijn parinibbana riep de Boeddha Ananda aan zijn bed en droeg hem op om Channa de brahma-straf (brahmadanda) op te leggen; d.w.z. dat de monniken hem eenvoudigweg negeren en niets met hem te maken hebben.

Na het parinibbana van de Boeddha voelde Channa, toen hij van de eerwaarde Ananda hoorde over de straf, een diep en bitter berouw omdat hij iets verkeerds had gedaan, en hij viel drie keer flauw. Vervolgens erkende (abhiññeyya) hij zijn schuld aan de monniken en vroeg hij om vergeving. Vanaf dat moment veranderde hij zijn manier van doen en visie. Hij gehoorzaamde ook hun instructies in zijn meditatiebeoefening en bereikte al snel arahatschap.

Uitleg vertaling vers 78

papake mitte na bhaje purisadhame na bhaje kalyane mitte bhajetha purisuttame bhajetha

papake mitte: slechte vrienden; na bhaje: niet omgaan met; purisadhame: gemene kwade mensen; na bhaje: niet omgaan met; kalyane mitte: waardige vrienden; bhajetha: omgaan met; purisuttame: edele, betere mensen; bhajetha: omgaan met

Commentaar

Tip Voor een nadere uitleg van de essentie van het commentaar en meer, raadpleeg de link(s). Vaak zijn er meer verwijzingen.

mitta: 'Vriend'.

Document info
RegID Dhp078
Bijgewerkt 10 mei 2024 10:59:22
Auteur Peter van LoosbroekAnanda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Dhammapada 78