Bovenwerelds juist begrip
Lokuttara samma ditthi
Het juiste begrip met en zonder bezoedelingen.
'Bovenwerelds juist begrip'.
Juist begrip (samma ditthi) is tweeledig: werelds en bovenwerelds. Doorgaans wordt gewoon 'juist begrip' gebruikt.
Het conceptuele begrip van de vier Edele Waarheden valt onder het werelds (lokiya) juist begrip, terwijl de directe doordringing (pativedha) van de vier Edele Waarheden door Nibbana te realiseren middels het Pad, het bovenwerelds (lokuttara) juist begrip vormt.
Wanneer er bijvoorbeeld begeerte (een bezoedeling) is naar verdiensten (puñña), naar een gunstige geboorte, etc., zijn er dingen waarmee je verbonden raakt. Maar alle dingen die in het bestaan komen (uppada) moeten ook weer vergaan (vaya), dus zal er een scheiding volgen en dat is lijden (dukkha).
De begeerte naar dingen is verbonden met een opzettelijk, een gekunsteld handelen, en dat is niet het ongekunstelde (anatam) oftewel Nibbana. Omdat de arahat die het Nibbana heeft gerealiseerd door alle bezoedelingen uit te rukken en daarom een zuiver wezen is, is hij echt in al zijn handelingen. Hij is tot volle wasdom (gotrabhu) gekomen. Hij voert zeker daden uit die verdiensten (puñña) opleveren, maar doet dat niet opzettelijk met de intentie van begeerte (tanha), zie cetana. Hierdoor genereert hij geen kamma, oftewel het kamma proces (kamma bhava) wordt hiermee niet geactiveerd (nisankhiti); het wedergeboorte proces (upapatti bhava) wordt hiermee niet in gang gezet. Zijn geest is spontaan, niet vooropgezet (asankharika citta). Hoewel er verdiensten zullen zijn, is er dus niet de intentie (cetana) zelf om verdienstelijke daden uit te voeren en ook niet de intentie om voor verdienstelijke daden een beloning te krijgen of te ervaren. Dat is omdat met alle zelfzucht is afgedaan. Zou die intentie er wel zijn, dan handelt iemand vanuit zelfzucht. Dat geldt dus ook bij de intentie, de wil, die gepaard gaat bij goede daden om daar voordeel uit te halen.
Uit de Dhammapada:
410. In hem waarin geen begeerte is naar deze wereld of de volgende, hij die zonder begeerte en ongebonden is; hij is degene die ik een brahmaan noem.
asa yassa na vijjanti asmim loke paramhi ca nirasayam visamyuttam tamaham brumi brahmanam
Het is natuurlijk altijd goed om goed te doen, want daarmee creëer je voor jezelf gunstigere omstandigheden. Dit is zelfs cruciaal, maar doe dat niet met de intentie om ervoor beloond te worden, want dan is er zelfzucht in het spel hetgeen juist verzaakt (nekkhamma) moet worden. Dan is de geest namelijk 'geconditioneerd'. Vertrouw er daarentegen op dat het goede doen nooit verkeerd is en altijd tot het goede leidt. Want dat is 'zoals dingen werken'. De geest moet dusdanig ontwikkeld worden dat het doen van het goede een natuurlijke eigenschap wordt zonder de aanzet of tussenkomst van 'ik'.
Een verkeerde intentie doet je afbuigen naar een lagere wereld (apaya). Een goede intentie doet je afbuigen naar een hogere wereld (deva loka). Maar geen intentie (voor wat betreft verdiensten (puñña)) doet je afbuigen naar het hoogste doel, Nibbana.
Waarom is dat zo? Wanneer er geen intentie is, zijn er 'geen dingen in de geest', dan is de geest niet vooropgezet (asankharika citta), niet beïnvloed (asava), niet geconditioneerd. Dan is hij dus ook vrij van hebzucht (lobha). 'Dingen', 'de wereld', 'sferen' etc., is het geconditioneerde (sankhata). Maar dat is niet ons doel. De niet vooropgezette geest, de geest die niet beïnvloed is, is de asankharika citta wat gelijk is aan het ongeconditioneerde (asankhata). Dat is ons doel.
Doe veel goeds, maar laat daarom alle zelfzuchtige intenties achterwege! Dit is waar juiste gedachten — de 2e factor van het Pad — voor staat.
Als de geest zeer zuiver is, wanneer hij nergens door beïnvloed wordt, niet geconditioneerd is, onbezoedeld is, raakt hij doordrongen met een diep inzicht (lokuttara samma ditthi). Zo'n staat van de geest wil vrij zijn van elke vorm van bestaan. Dan is er geen 'begeerte meer om in het bestaan te komen' (bhava tanha), in welke sfeer (avacara) dan ook. Dit is het echte begrijpen van de Dhamma. De Boeddha heeft dit o.a. heel duidelijk uiteengezet in M117.
6. "En wat, monniken, is juist begrip (samma ditthi)? Ik zeg dat juist begrip tweeledig is: er is juist begrip dat aangetast is door bezoedelingen (kilesa), dat meedoet aan verdiensten (puñña), dat rijpt aan de kant van gehechtheid (upadana)[1]; en er is juist begrip dat edel is, zonder bezoedelingen, bovenwerelds (lokuttara samma ditthi), een factor van het Pad."
M117 — Maha Cattarisaka Sutta — De belangrijke veertig
Extra aanbevelingen
- M117 is een methodische omschrijving van het Achtvoudige Pad waarin het hoogste begrip wordt behandeld als torenhoge architectonische constructies die op veilige fundamenten rusten.
- Puññapapa pahinassa — Voorbij verdienstelijke en verkeerde daden
Eindnoten
[1] Dit is juist begrip van werelds (lokiya) niveau, een verdienstelijke factor die bijdraagt tot een gunstige wedergeboorte, maar die op zichzelf niet kan leiden tot een transcendentie van het geconditioneerde bestaan.
RegID | n0p61UknuXcAlGA |
---|---|
Bijgewerkt | 7 september 2024 16:21:27 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |