De eerwaarde Lakuntaka Bhaddiya — De moord op vader en moeder

Begeerte en arrogantie is de voedingsbodem voor een geloof in eeuwigheid en een nihilistisch geloof.

De vernietiger die Nibbana bereikt

294. Na moeder en vader te hebben vermoord en daarna twee krijgskoningen, zo ook een koninkrijk met haar schatbewaarder, reist iemand onvatbaar, een waar brahmaan.

mataram pitaram hantva rajano dve ca khattiye rattham sanucaram nantva anigho yati bramano

Door alle tekortkomingen te hebben vernietigd, inzicht gezuiverd en de zintuigen geheel onder controle, is hij de volledig perfecte mens.

De brahmaan doodt de moeder (begeerte (tanha)); doodt de vader (eigendunk, arrogantie (mana)); hij doodt deze twee krijgskoningen. De krijgskoningen vertegenwoordigen de twee geloven die door tanha en mana sterk ondersteund worden, namelijk het geloof dat alles eeuwig is (sassata ditthi) en het geloof dat alles wordt vernietigd (uccheda ditthi), de tegengestelde geloven in de boeddhistische denkwijze. De schatbewaarders zijn het hechten aan het leven (nandi raga); ook dat koninkrijk vernietigt hij. Het is het koninkrijk dat opgebouwd is door de zes zintuigbases en de zes zintuigobjecten die samen de twaalf sferen (ayatana's) zijn. Hij vernietigt de schatbewaarders die de nandi raga's zijn. Het zijn bezoedelingen (asava's) waardoor men aan het leven of aan het bestaan hecht. Na deze allemaal te hebben vernietigd, gaat de brahmaan vrijuit, zonder gestraft te worden.

De 'moordenaar' die vrijuit gaat

295. Na moeder en vader te hebben vermoord en daarna twee geleerde koningen, zo ook de vijf wrede tijgers, reist iemand onvatbaar, een waar brahmaan.

mataram pitaram hantva rajano dve ca sotthiye veyyagghapañcamam hantva anigho yati bramano

Door zich te ontdoen van begeerte en arrogantie, de vijf hindernissen en verkeerde inzichten, is hij de door en door perfecte man.

De brahmaan doodt de moeder (begeerte (tanha)); doodt de vader (eigendunk, arrogantie (mana)); hij doodt deze twee geleerde koningen. Zij vertegenwoordigen de twee verkeerde geloven; geloof in eeuwigheid (sassata ditthi) en geloof dat alles vernietigt wordt (uccheda ditthi, nihilisme). Hij doodt de vijf tijgers (pañca nivarana) die het pad belemmeren. En na al deze 'moorden' volbracht te hebben, reist de arahat zonder bezoedelingen (asava's).

Terwijl de Boeddha in het Jetavana Klooster verbleef, sprak de Boeddha deze verzen, met verwijzing naar de eerwaarde Bhaddiya die ook wel bekend stond als Lakuntaka Bhaddiya vanwege zijn kleine gestalte.

Op een gegeven moment kwamen enkele monniken de Boeddha in het Jetavana Klooster bezoeken om hulde aan hem betuigen. Toen zij bij de Boeddha waren, gebeurde het, dat Lakuntaka Bhaddiya hen op korte afstand passeerde. De Boeddha vroeg hun aandacht voor de kleine monnik en zei tegen hen: "Eerwaarden, kijk naar die monnik. Hij heeft moeder en vader allebei gedood, en nadat hij zijn ouders gedood heeft, gaat hij zonder enige vorm van lijden." De monniken konden die houding van de Boeddha uiteraard niet begrijpen. Dus verzochten zij de Boeddha om dat voor hen te verduidelijken waarna hij de bedoeling aan hen uitlegde.

In bovengenoemd standpunt verwees de Boeddha naar een arahat, die begeerte, arrogantie, verkeerde inzichten en gehechtheid aan de zintuigbases en zintuigobjecten had uitgeroeid. De Boeddha kaartte dit standpunt aan door middel van metaforen. Zo werden de termen moeder en vader gebruikt om respectievelijk begeerte en arrogantie aan te duiden, het geloof in eeuwigheid (sassata ditthi) en het geloof in vernietiging (nihilisme) (uccheda ditthi) worden vergeleken met de twee koningen, gehechtheid wordt vergeleken met een belastingambtenaar en de zintuigbases en zintuigobjecten (de ajjhatta en bahiddha ayatana's) worden vergeleken met een koninkrijk.

Uitleg vertaling vers 294

mataram pitaram dve ca khatthiye rajano hantva sanucaram rattham hantva brahmano anigho yati

mataram: de moeder (begeerte); pitaram: de vader (arrogantie); dve ca khatthiye rajano: ook de twee krijgskoningen; hantva: te hebben gedood; sanucaram: samen met hun schatbewaarder; rattham: het koninkrijk; hantva: te hebben vernietigd; brahmano: de heilige (die bevrijdt is van bezoedelingen); anigho yati: reist zonder bevingen

Uitleg vertaling vers 295

mataram pitaram dve ca sotthiye rajano hantva veyyagghapañcamam hantva brahmano anigho yati

mataram: de moeder (begeerte); pitaram: de vader (arrogantie); dve ca sotthiye rajano: ook de twee brahmaanse koningen (geloof in eeuwigheid en geloof in vernietiging (nihilisme)); hantva: te hebben gedood; veyyagghapañcamam: de vijf wrede tijgers (de vijf hindernissen); hantva: te hebben vernietigd; brahmano: de heilige (die bevrijdt is van bezoedelingen); anigho yati: reist zonder bevingen

Commentaar

Tip Voor een nadere uitleg van de essentie van het commentaar en meer, raadpleeg de link(s). Vaak zijn er meer verwijzingen.

De verzen Dhp294-295 van de Dhammapada duiden op de variëteiten van verkeerde inzichten die vernietigd dienen te worden door een waarheidszoeker die afbuigt naar de hoogste vruchten van het spirituele leven.

ditthi: 'Visie'; 'mening'; 'kijk'; 'geloof'; 'speculatieve opvatting', 'verkeerde inzichten in psychologische zaken'.

Document info
RegID Dhp294-295
Bijgewerkt 22 juni 2024 12:14:17
Auteur Peter van LoosbroekAnanda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Dhammapada 294; 295