Dhammapada hoofdstuk 21 — Gemengd
Pakinnaka vagga
Dhammapada 290-305
290. Als iemand een groter geluk ziet in het opgeven van het kleiner geluk, dan moet de wijze het kleine geluk opgeven en het grote geluk goed onderscheiden.
matta sukhapariccaga passe ce vipulam sukham caje mattasukham dhiro sampassam vipulam sukham
Door het beetje geluk dat de wereldse activiteiten met zich meebrengt, op te geven wanneer iemand verzekerd kan zijn van onnoemelijk veel geluk, welke Nibbana is — zou de wijze persoon het kleinere geluk moeten opgeven.
291. Iemand die voor zichzelf naar geluk verlangt en anderen pijn aandoet, is verstrikt in het web van boosheid en daarom nooit vrij van boosheid.
paradukkhupadanena attano sukham icchati verasamsaggasamsattho vera so na parimuccati
De individu die 'geluk' verwerft door bij anderen pijn te veroorzaken, is nooit bevrijd van boosheid. Dat is omdat hij gevangen zit in het web van boosheid vanwege het contact met de boosheid van die andere mensen die hij pijn heeft gedaan.
292. Wat gedaan zou moeten worden wordt niet gedaan, en wat gedaan is zou niet gedaan moeten worden. De bezoedelingen (asava) van hen die trots en onoplettend zijn nemen altijd toe.
yam hi kiccim tadapaviddham akiccam pana kayirati unnalanam pamattanam tesa'm vaddhanti asava
Als mensen doen wat niet gedaan zou moeten worden en nalaten wat wel gedaan zou moeten worden, dan beginnen de bezoedelingen van die trotse mensen toe te nemen.
293. Maar zij die altijd goed de indachtigheid van het lichaam beoefenen, doen nooit wat niet gedaan zou moeten worden en doen altijd wat gedaan zou moeten worden. Want voor hen die indachtig zijn, zij die volledig gewaar zijn, verdwijnen de bezoedelingen (asava).
yesañ ca susamaraddha niccam kayagata sati akiccam te na sevanti kicce sataccakarino satanam sampajananam attham gacchanti asava
Als iemand constant de indachtigheid van de fysieke realiteit beoefend, standvastige aandacht handhaaft op datgene wat gedaan moet worden, dan zal hij verafschuwen wat niet gedaan zou moeten worden. De bezoedelingen van hen die op zo'n manier indachtig zijn, zullen verdwijnen.
294. Na moeder en vader te hebben vermoord en daarna twee krijgskoningen, zo ook een koninkrijk met haar schatbewaarder, reist iemand onvatbaar, een waar brahmaan.
mataram pitaram hantva rajano dve ca khattiye rattham sanucaram nantva anigho yati bramano
De brahmaan doodt de moeder (begeerte (tanha)); doodt de vader (eigendunk, arrogantie (mana)); hij doodt deze twee krijgskoningen. De krijgskoningen vertegenwoordigen de twee geloven die door tanha en mana sterk ondersteund worden, namelijk het geloof dat alles eeuwig is (sassata ditthi) en het geloof dat alles wordt vernietigd (uccheda ditthi), de tegengestelde geloven in de boeddhistische denkwijze. De schatbewaarders zijn het hechten aan het leven (nandi raga); ook dat koninkrijk vernietigt hij. Het is het koninkrijk dat opgebouwd is door de zes zintuigbases en de zes zintuigobjecten die samen de twaalf sferen (ayatana's) zijn. Hij vernietigt de schatbewaarders die de nandi raga's zijn. Het zijn bezoedelingen (asava's) waardoor men aan het leven of aan het bestaan hecht. Na deze allemaal te hebben vernietigd, gaat de brahmaan vrijuit, zonder gestraft te worden.
295. Na moeder en vader te hebben vermoord en daarna twee geleerde koningen, zo ook de vijf wrede tijgers, reist iemand onvatbaar, een waar brahmaan.
mataram pitaram hantva rajano dve ca sotthiye veyyagghapañcamam hantva anigho yati bramano
De brahmaan doodt de moeder (begeerte (tanha)); doodt de vader (eigendunk, arrogantie (mana)); hij doodt deze twee geleerde koningen. Zij vertegenwoordigen de twee verkeerde geloven; geloof in eeuwigheid (sassata ditthi) en geloof dat alles vernietigt wordt (uccheda ditthi, nihilisme). Hij doodt de vijf tijgers (pañca nivarana) die het pad belemmeren. En na al deze 'moorden' volbracht te hebben, reist de arahat zonder bezoedelingen (asava's).
296. Goed ontwaakt, zijn de discipelen van Gotama altijd waakzaam. Hun geest is voortdurend, dag en nacht, geconcentreerd op de Boeddha.
suppabuddham pabujjhanti sada Gotamasavaka yesam diva ca ratto ca niccam Buddhagata sati
De discipelen van de Boeddha, die de deugden van hun Leraar dag en nacht indachtig zijn, staan altijd goed ontwaakt en met volledige controle over hun zintuigen, op.
297. Goed ontwaakt, zijn de discipelen van Gotama altijd waakzaam. Hun geest is voortdurend, dag en nacht, geconcentreerd op de Dhamma.
suppabuddham pabujjhanti sada Gotamasavaka yesam diva ca ratto ca niccam Dhammagata sati
De discipelen van de Boeddha, die de deugden van de Dhamma dag en nacht indachtig zijn, staan altijd goed ontwaakt en met volledige controle over hun zintuigen, op.
298. Goed ontwaakt, zijn de discipelen van Gotama altijd waakzaam. Hun geest is voortdurend, dag en nacht, geconcentreerd op de Sangha.
suppabuddham pabujjhanti sada Gotamasavaka yesam diva ca ratto ca niccam Sanghagata sati
De discipelen van de Boeddha, die de deugden van de Sangha dag en nacht indachtig zijn, staan altijd goed ontwaakt en met volledige controle over hun zintuigen, op.
299. Goed ontwaakt, zijn de discipelen van Gotama altijd waakzaam. Hun geest is voortdurend, dag en nacht, geconcentreerd op (de voorbijgaande aard van) het lichaam.
suppabuddham pabujjhanti sada Gotamasavaka yesam diva ca ratto ca niccam kayagata sati
De discipelen van de Boeddha, die de ware natuur van het lichaam dag en nacht indachtig zijn, staan altijd goed ontwaakt en met volledige controle over hun zintuigen, op.
De discipelen van de Boeddha, die de ware natuur van het lichaam dag en nacht indachtig zijn, staan altijd goed ontwaakt en met volledige controle over hun zintuigen, op.
300. Goed ontwaakt, zijn de discipelen van Gotama altijd waakzaam. Hun geest is voortdurend, dag en nacht, in de deugd van geweldloosheid.
suppabuddham pabujjhanti sada Gotamasavaka yesam diva ca ratto ca niccam ahimsaya rato mano
De discipelen van de Boeddha, wier gedachten dag en nacht vreugde vinden in geweldloosheid, staan altijd goed ontwaakt en met volledige controle over hun zintuigen, op.
301. Goed ontwaakt, zijn de discipelen van Gotama altijd waakzaam. Hun geest verheugt zich, dag en nacht, in meditatie.
suppabuddham pabujjhanti sada Gotamasavaka yesam diva ca ratto ca bhavanaya rato mano
De discipelen van de Boeddha, wier gedachten dag en nacht vreugde vinden in meditatie, staan altijd goed ontwaakt en met volledige controle over hun zintuigen, op.
302. Moeilijk is het leven van een monnik, moeilijk is het om daar vreugde in te vinden. Moeilijk is ook het huiselijke leven, ook dat is dukkha. Eveneens is het dukkha om te leven met hen die verschillend van karakter zijn. Dukkha achtervolgt ook de zwerver (in samsara). Ben daarom geen zwerver; ben niet iemand die onderhevig is aan dukkha.
duppabbajjam durabhiramam duravasa ghara dukkha dukkho samanasamvaso dukkhanupatitaddhagu tasma na c'addhagu siya na ca dukkhanupatito siya
Het is moeilijk om een monnik te zijn; het is moeilijk om gelukkig te zijn met de oefeningen van een monnik. Het moeilijke leven van een huishouder is pijnlijk, en te leven met hen die een heel ander karakter hebben is ook pijnlijk. Een zwerver in samsara is continu onderhevig aan dukkha; ben daarom niet een reiziger in samsara, ben niet iemand die continu onderhevig is aan lijden.
303. Wie vol van geloof en deugdzaamheid is, begiftigd met rijkdom en vermaardheid, wordt overal geëerd, waarheen hij ook gaat.
saddho silena sampanno yasobhogasamappito yam yam padesam bhajati tattha tatth'eva pujito
Hij die vol van geloof en deugdzaamheid is, die ook vermaardheid en rijkdom bezit, die wordt overal geëerd waarheen hij ook gaat.
304. Zoals de Himalaya, zo worden zij die kalm van geest zijn, zelfs van grote afstand gezien, maar de slechten worden niet gezien; zij zijn als pijlen die in de nacht zijn afgeschoten.
dure santo pakasenti Himavanto'va pabbato asant'ettha na dissanti rattikhitta yatha sara
Zoals de Himalaya ('besneeuwde bergtoppen') worden de goede, kalme mensen van grote afstand gezien, maar zoals pijlen die in de nacht zijn afgeschoten niet gezien worden, zo worden ook de slechten niet gezien, ondanks het feit dat zij dichtbij zijn.
305. Iemand zit alleen, iemand ligt alleen, iemand loopt onvermoeibaar, in afzondering traint iemand zichzelf. Daarom vind iemand vreugde door alleen in het woud te leven.
ekasanam ekaseyyam eko caram atandito eko damayam attanam vanante ramito siya
Hij die alleen zit, alleen neerligt, alleen loopt, met ijverige beoefening en zichzelf alleen traint, zou vreugde moeten ervaren door alleen in het woud te leven.
RegID | Dhphfd21 |
---|---|
Bijgewerkt | 9 februari 2024 21:23:44 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |