Voorwaardelijke conditie
Paccaya
Het begrijpen wat voorwaardelijke conditie is, is een noodzakelijke voorwaarde om de kern van de boeddhistische Leer te doorgronden.
Inhoudsopgave
Verschijnselen, dingen, situaties, ervaringen
Afhankelijkheid en onafhankelijkheid
'Voorwaardelijke conditie'; 'voorwaardelijke toestand'; 'voorwaarde'.
Beschrijving van de 24 paccaya's
Op STI wordt soms verwezen naar paccaya 1, 2, etc. waarmee de beschrijving wordt bedoeld van de 24 voorwaarden. Deze beschrijvingen vind je op Paticcasamuppada — De leer van het afhankelijk ontstaan.
Algemeen
Het begrijpen wat voorwaardelijke conditie is, is een noodzakelijke voorwaarde om de kern van de boeddhistische Leer te doorgronden.
Een 'voorwaardelijke conditie' is het 'conditionerende ding', iets waar iets anders (het zogeheten 'geconditioneerde ding') afhankelijk van is; het 'geconditioneerde ding' kan dus zonder die voorwaarde (het 'conditionerende ding') niet bestaan.
Wanneer dit er is, ontstaat dat. Wanneer dit er niet is, kan dat niet ontstaan. Iets kan alleen ontstaan uit iets anders als er een afhankelijkheid is. Wanneer die afhankelijkheid van iets er niet is, kan daar niets uit ontstaan.
Paccaya betekent o.a. ook de 'benodigdheden' of 'ondersteuningen' van een monnik of non, d.w.z. gewaden etc.
Op deze pagina wordt op eenvoudige wijze uitgelegd wat 'voorwaardelijke conditie' is en hoe dit in relatie staat met conditionering. Dit is namelijk een erg belangrijk onderwerp om te begrijpen zodat je het doel — Nibbana — kunt verwerkelijken.
Afhankelijkheid (nissito) manifesteert zich als begeerte (tanha) met onwetendheid (avijja) als ondersteuning. Deze twee gaan steeds hand in hand waardoor 'dingen in het bestaan komen' (bhava).
Wanneer er begeerte is, is er namelijk ook onwetendheid omdat juist begrip (samma ditthi) oftewel wijsheid (pañña) ontbreekt. Wanneer een object wordt begeert, ontbreekt het doordringende inzicht (pativedha) in de ware aard van dingen waarvan de drie kenmerken (ti lakkhana) de cruciale bases vormen. Dat is de onwetendheid die eraan schort. Onwetendheid (avijja) is niet negatief bedoeld in de zin van 'dom', maar is een gebrek aan hogere kennis. Iemand die nooit gehoord heeft van de vier Edele Waarheden is niet dom, maar onwetend omtrent essentiële universele waarheden. Dus als we gewillig zijn om te leren, zullen we niet eeuwig afhankelijk zijn van onwetendheid en kunnen we er op een zeker moment geheel vrij van zijn. Het wordt veel lastiger als we niet willen leren. Dit is wat we begoocheling (moha) noemen, een vorm van niet willen weten.
Stel, dat er angst in je is. Angst is een gevoel dat geconditioneerd is door iets. Het heeft een voorwaardelijke conditie hetgeen 'het conditionerend ding' is. Als het conditionerende ding er niet is, kan angst niet geconditioneerd worden oftewel 'in het bestaan komen'. M.a.w.: als we niets vastgrijpen, laten we ons nergens door conditioneren. Waardoor kan angst dan nog geconditioneerd worden? Waar kan angst dan nog vandaan komen? Als we niets vastgrijpen, waardoor kan verdriet dan nog geconditioneerd worden? Waar kan verdriet dan nog vandaan komen?
We zijn niet afhankelijk van dingen, van mensen en allerlei fenomenen en gebeurtenissen, maar we maken onszelf afhankelijk (nissito) door vast te grijpen waardoor we niet vrij en onafhankelijk (anissito) kunnen zijn. In afhankelijkheid kan geen ware innerlijke vrijheid bestaan. Zo komt lijden (dukkha) in het bestaan. We kunnen het ook omkeren door onszelf te trainen om niets vast te grijpen. Dan gaat het richting onafhankelijkheid en ware vrijheid. Zo verdwijnt lijden uit het bestaan. Dit is waarom de Boeddha in de paticcasamuppada het toenemen en het afnemen van lijden demonstreert (de voorwaartse en achterwaartse richting waarin lijden toeneemt of afneemt).
Veelvuldig zijn de manieren waarop een ding of een verschijnsel, de voorwaarde of bron kan zijn van een ander ding of verschijnsel. In Patth, het laatste boek van de Abhidhamma Pitaka (deze omvat 6 volumes in de Thaise editie), zijn deze 24 vormen van voorwaardelijkheid oftewel relaties opgesomd en uitgelegd. Vervolgens worden ze toegeschreven aan alle waarneembare mentale en fysieke fenomenen en gebeurtenissen waardoor hun geconditioneerde aard wordt gedemonstreerd. Ga hiervoor naar de verwijzing naar de 24 voorwaarden helemaal vooraan in dit artikel.
Opvolgende kernpagina's
'Wie de Dhamma ziet, ziet mij', zei de Boeddha. Maar hoe kun je de ware Dhamma zien tussen alles wat hierover geschreven is door mensen met uiteenlopende opvattingen? Leer op een eenvoudige en opbouwende manier het hart kennen van wat de Boeddha werkelijk heeft onderwezen. De kern van de boeddhistische Leer. Voor dit doel zijn speciale opvolgende kernpagina's gegroepeerd die te vinden zijn op De beëindiging van conditionering.
Verschijnselen, dingen, situaties, ervaringen
Door dingen, verschijnselen, situaties, ervaringen, kortweg: 'toestanden' in stand te houden, wordt het ene door het andere geconditioneerd. Zo kun je iets zien, iets horen etc., en wanneer je datgene wat je waarneemt vastgrijpt, ontstaan er gevoelens, ideeën en allerlei mentale associaties. Zo breiden dingen zich uit, zo nemen dingen toe (papañca). Doordat al die dingen onderling met elkaar 'geassocieerd' zijn, samenhangen, afhankelijk van elkaar 'samengesteld' of 'opgekomen' zijn, noemen we al die dingen 'formaties' (sankhara).
Omdat geen enkel ding (dhamma) of verschijnsel op zichzelf kan bestaan, staan dingen niet los van elkaar. Daarom is het niet correct te stellen dat het ene 'ding' wel sankhara is en het andere 'ding' niet. Hierover bestaat veel onwetendheid.
Omdat alle dingen meerdere oorzaken hebben, is elk ding een samenstelling van meerdere dingen. Dit betekent dat elk fenomeen aangemerkt kan worden als een 'formatie van samengestelde dingen', d.w.z. een sankhara. Binnen de sankhara's is er echter wel een onderscheid.Zo is bijvoorbeeld een wind (een scheet ) ook een 'samengesteld ding', en dus een sankhara, en heeft eveneens voorwaardelijke condities. Maar het is geen kamma sankhara wat in de paticcasamuppada (nr 2) bedoeld wordt.
Een scheet op zich is gewoon lucht met eventueel wat geurtjes. Meer is het niet. Een verschijnsel, een sankhara. Maar je druk maken om een scheet is lijden, en boos worden op iemand die een scheet laat, is kamma sankhara. Boosheid genereert kamma, maar een scheet laten niet.
Sankhara is een initiële oftewel aanvankelijke aanduiding voor alle samengestelde dingen (dhamma's), verschijnselen. Wie de ware weg van boeddhistische meditatie beoefent, is dan ook nergens naar op zoek, grijpt zich nergens aan vast, aan wat dan ook. Hij begrijpt dat alle samengestelde dingen weer moeten vergaan. Vastgrijpen is vragen om moeilijkheden omdat het een toename (papañca) impliceert, dat dingen dan in het bestaan komen. Dat is niet het boeddhistisch doel. Dit is waarom de Boeddha met zijn laatste woorden zei:
Handa dani bhikkhave amantayami vo: vayadhamma sankhara, appamadena sampadetha.
Welnu, monniken, ik spoor jullie aan: alle samengestelde dingen moeten weer vergaan. Bewerkstellig vastbesloten door indachtigheid jullie eigen bevrijding.
D16 — Maha Parinibbana Sutta — Het grote heengaan
Worden of zijn
Je gedragen volgens de cultuur of traditie van een bepaalde groep mensen, je er de gewoonte van maken om dingen en situaties in stand te houden, klakkeloos en onnadenkend over te nemen en veelvuldig te herhalen, is de manier van hoe 'dingen' in het bestaan komen. Dan conformeer je jezelf aan de wereld, zowel aan de innerlijke- als aan de externe wereld. Dit is wat vanuit boeddhistisch perfectief gezien wordt als 'worden' (bhava). Dit is niet de manier waarop de geest intelligent (viññu) en wijs kan worden. Boeddhisme is vooral een weg van het oude achterlaten en het nieuwe ontdekken, maar in conformisme valt er niets nieuws te ontdekken. Door conditionering 'wordt je zoals anderen zijn' waardoor je nooit jezelf kunt zijn. Wat liever voor jezelf zijn is heel essentieel...
Door niet aandachtig te zijn (zie de laatste woorden van de Boeddha) grijpen mensen zich onbewust vast aan allerlei toestanden. Omdat je jezelf op die manier 'op sleeptouw laat nemen' raak je door die voorwaardelijke condities 'geconditioneerd'. Je laat je door toestanden 'zo worden'. De externe wereld leent zich hier goed voor, maar het vangt aan in de geest die de Boeddha dan ook 'de voorloper' (pubbangama) noemt.
Elke ervaring die je vastgrijpt, of die nu aangenaam of onaangenaam is, intern of extern, betekent een wereld, een sfeer (avacara) vasthouden die de zintuigsferen (ayatana) als bron heeft. Dit vasthouden van die wereld is 'waar je je mee bezigt' en waar je naar toe 'afbuigt'. Zo kunnen we zien dat de interne- en de externe wereld niet echt los van elkaar bestaan. Het zijn geen twee op zichzelf bestaande of afzonderlijke werelden die niks met elkaar van doen hebben. Precies zoals het ene ding niet los van een ander ding kan bestaan.
Door conditionering kun je niet nieuw, niet echt en niet jezelf zijn. Het is dan niet mogelijk je ware natuur te verwerkelijken hetgeen Nibbana is en het doel van boeddhisten. Het afwerpen van alle ballast. In werkelijkheid is dit de taak waar elk wezen voor staat. Nibbana is het ongeconditioneerde (asankhata) en het tegenovergestelde van het geconditioneerde (sankhata). Richting het geconditioneerde is 'in het bestaan komen'. Dit is gelijk aan 'worden'. Bhava betekent letterlijk: 'in het bestaan komen'. Wat wil je: worden of zijn?
Door je afhankelijk (nissito) te maken van iets, je aan iets vast te grijpen, neemt conditionering toe. Door je niet afhankelijk (anissito) te maken van iets, je aan niets vast te grijpen, neemt conditionering af.
Dit is precies zoals de Boeddha het zei tegen Bahiya, die twijfelde of hijzelf wel of geen arahat was.
"Hier (idha), Bahiya, moet je jezelf aldus trainen: 'In hetgeen men ziet, zal slechts zijn wat gezien is; in hetgeen men hoort, zal slechts zijn wat gehoord is; in hetgeen gevoeld wordt, zal slechts zijn wat gevoeld is; in hetgeen men waarneemt, zal slechts zijn wat waargenomen is.' Op deze manier moet je jezelf trainen, Bahiya."
"Als, Bahiya, in hetgeen je ziet, slechts is wat gezien is; in hetgeen je hoort, slechts is wat gehoord is; in hetgeen je voelt, slechts is wat gevoeld is; in hetgeen je waarneemt, slechts is wat waargenomen is, dan, Bahiya, zul je niet 'daarbij' horen; als, Bahiya, je niet 'daarbij' hoort, dan, Bahiya, zul je niet 'daarin' zijn; als, Bahiya, je niet 'daarin' bent, dan, Bahiya, zul je noch hier, noch aan de andere zijde, noch tussen beide in zijn. Precies dit is het einde van lijden."
Ud1-10 — Bahiya Sutta — Bahiya
En het is hierom dat de Boeddha na elk van de meditatie onderwerpen in de satipatthana training deze instructie herhaalt:
"(...) en hij verblijft (viharati) onafhankelijk (anissito) en grijpt zich nergens in de wereld aan vast."
D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid
Afhankelijkheid en onafhankelijkheid
De Boeddha onderwijst de Leer van het afhankelijk ontstaan hetgeen niet makkelijk te begrijpen is. Vooraan op deze pagina hebben we een eenvoudig voorbeeld gegeven om het enigszins te verduidelijken.
"Diepgaand, Ananda, is dit voorwaardelijk ontstaan, en diepgaand doet het zich voor. Het is door het niet begrijpen, het niet doorgronden van deze wet, dat deze wereld lijkt op een verwarde bol van draden, een bedekt vogelnest, een struikgewas van zegge of riet. Hierdoor ontsnapt de mens niet uit de lagere staten van het bestaan, uit de koers van weeklagen en verdriet, van lijden vanwege de ronden van wedergeboorten."
D15
Wanneer we de wet van oorzakelijkheid oftewel de wet van het afhankelijk ontstaan op eenvoudige wijze beschouwen, kunnen we dit stellen: afhankelijk van onwetendheid (avijja) ontstaat lijden (dukkha). Afhankelijkheid in deze, wil zeggen dat als we onwetend blijven, als we de weg naar bevrijding niet zien (of erger: niet willen zien (moha)), als we onszelf niet willen inspannen om wijzer te worden, als dit ons allemaal niet interesseert, zal lijden alleen maar toenemen en blijven we er altijd aan verbonden.
Maar zodra het ware inzicht begint te dagen waardoor de hachelijke situatie waarin wij ons bevinden wordt blootgelegd, zal er een radicale verandering in ons plaatsvinden. Dan komt de geest in opstand en wil hij niet meer afhankelijk zijn van lijden en daarom wil hij niet afhankelijk van onwetendheid zijn. Dan wil hij leren en ontstaat er een urgent gevoel (samvega). Het is deze houding die de afhankelijkheid van onwetendheid doet omkeren, doet verwelken, teniet zal doen. Wanneer afhankelijkheid (nissito) afneemt, neemt onafhankelijkheid (anissito) toe hetgeen cruciaal is voor bevrijding (vimutti). Die onafhankelijkheid heeft niet louter betrekking op onwetendheid, maar alle mentale associaties en alle verschijnselen in de externe wereld. Het heeft in het bijzonder betrekking op de 12 schakels van de paticcasamuppada, de cruciale aspecten in het leven. Al deze aspecten zullen we gaandeweg beter gaan begrijpen naarmate onwetendheid langzaam maar zeker plaats maakt voor wijsheid. Dan zien we de dingen in de wereld niet als afzonderlijke dingen, maar als een groot geheel waarin elk ding of gebeurtenis, een ander ding of gebeurtenis ondersteund. Dit geldt ook voor de opsomming van de paticcasamuppada dat we dan niet louter zien als een chronologisch rijtje van twaalf schakels.
Als onwetendheid (avijja) — dat lijden (dukkha) in stand houdt — geleidelijk aan wordt weggenomen, daagt geleidelijk aan het licht van wijsheid (pañña) van inzicht waarin uiteindelijk bevrijding een feit zal zijn. Waarom is dat zo? Omdat er in wijsheid, wanneer dit tot volle wasdom (gotrabhu) is gekomen, geen voorwaarde voor lijden zal opkomen. Dit is het volledig ophouden van alle lijden.
Dit is waarom de Boeddha in de Paticcasamuppada — De leer van het afhankelijk ontstaan, het toenemen en het afnemen van lijden demonstreert (de voorwaartse en achterwaartse richting waarin lijden toeneemt of afneemt).
Geen eerste begin
De opsomming van de basisformule van het afhankelijk ontstaan (paticcasamuppada) begint bij onwetendheid, vervolgens worden mentale formaties, bewustzijn etc. genoemd. Dit betekent niet dat onwetendheid het eerste begin is. Boeddhisme leert dat er juist geen eerste begin van het ontstaan van dingen is. Maar om een verheven realiteit uit te leggen moet de Boeddha natuurlijk wel ergens beginnen. Daarbij is onwetendheid het meest logische startpunt voor de standaard uitleg oftewel de basisformule voor de paticcasamuppada. Voor bevrijding van lijden is immers wijsheid nodig, waarbij een doordringend inzicht (pativedha) inzicht in de drie kenmerken (ti lakkhana) de cruciale basis vormt. Dit is de tegenpool van onwetendheid.
Daarom is het logisch dat onwetendheid de eerste schakel is in de paticcasamuppada. Maar het moet goed begrepen worden dat al de 12 schakels die genoemd worden, geen afzonderlijk op zichzelf bestaande fenomenen zijn. Het rijtje van de 12 schakels vertegenwoordigt de conventionele realiteit (vohara sacca) die met woorden (vohara vacana) aangeduid wordt om een verheven realiteit (paramattha sacca) aan te verwoorden. Zie paramattha voor een eenvoudige uitleg.
De Boeddha heeft ervoor gekozen om '12 schakels' te noemen om de wet van het afhankelijk ontstaan op de meest logische en begrijpelijke manier met woorden uiteen te zetten. Met deze 12 schakels (nidana's) kan het duidelijkst het ontstaan en het ophouden van lijden met woorden worden uitgedrukt[1].
Echter, wanneer iets in een chronologische rij opgesomd is of met woorden uitgedrukt wordt zoals bij de paticcasamuppada, ontstaat snel het idee dat een item in die lijst pas ontstaat ná het item ervóór. Maar zo is het niet. Zie het eerder zo, dat elk item in de lijst geconditioneerd wordt door elk ander item in de lijst. Het is niet juist om dingen te zien als aparte, afgebakende delen, want dan zouden dingen geen invloed op elkaar hebben. Alle schakels in de paticcasamuppada beïnvloeden elkaar kruislings.
Ontelbare waterdruppeltjes vormen samen de oceaan. En elk waterdruppeltje in die oceaan raakt steeds vermengd met andere waterdruppeltjes waardoor de samenstelling van elk waterdruppeltje wijzigt. Zo ook is een waterdruppeltje niet een afzonderlijk op zichzelf bestaand ding. Zelfs de oceanen zijn dat niet. Het zijn alleen de namen die we aan meerdere oceanen toekennen waardoor het idee van afzonderlijke oceanen ontstaat zoals 'de Grote oceaan', 'de Atlantische oceaan' etc. Maar deze oceanen zijn in werkelijkheid één grote watermassa.
Op dezelfde wijze werken alle 12 schakels geleidelijk en als een geheel samen; omdat elke schakel door een andere schakel wordt geconditioneerd. Niet per definitie zoals de basisformule van de paticcasamuppada. Zoals eerder gezegd is dat een conventionele aanduiding om een verheven realiteit te verwoorden. Wanneer je sutta's over het afhankelijk ontstaan leest, zal je zien dat de Boeddha bij lange na niet altijd uitsluitend 12 schakels noemt en dus ook niet altijd per definitie bij onwetendheid begint. Hij heeft de Dhamma daarentegen op verschillende manieren uiteengezet.
Vergeet daarom nooit dat alle fenomenen, alle dingen, meerdere oorzaken hebben en dat alle dingen elkaar op elk moment onderling kunnen beïnvloeden. Daarom is er niet een eerste begin van het ontstaan van dingen. Het is belangrijk te begrijpen dat het doen ontstaan van dingen of 'het in het bestaan komen van dingen' het proces van wedergeboorte (kamma bhava) in de hand werkt.
De Boeddha heeft begeerte als oorzaak van lijden aangegeven, maar omdat er niet één begin van dingen is, moeten we goed begrijpen dat begeerte de hoofdoorzaak is en dat begeerte altijd ondersteund wordt door onwetendheid. Wat essentieel is, is dat we oorzaken en gevolgen zien. De standaard canonieke tekst die we vaker in de sutta's tegenkomen gaat als volgt:
"Van een niet te verklaren begin komt wedergeboorte. Een allereerste begin is niet zichtbaar, maar wezens worden gehinderd door onwetendheid (avijja) en zijn gebonden door begeerte (tanha) waardoor zij worden wedergeboren en ronddolen."
Extra aanbevelingen
'Wie de Dhamma ziet, ziet mij', zei de Boeddha. Maar hoe kun je de ware Dhamma zien tussen alles wat hierover geschreven is door mensen met uiteenlopende opvattingen? Leer op een eenvoudige en opbouwende manier het hart kennen van wat de Boeddha werkelijk heeft onderwezen. De kern van de boeddhistische Leer. Voor dit doel zijn speciale opvolgende kernpagina's gegroepeerd die te vinden zijn op De beëindiging van conditionering.
Eindnoten
[1] Het is natuurlijk aan de mediteerder om te oefenen (patipatti) en het Edel Achtvoudige Pad volledig te ontwikkelen teneinde tot een juist begrip van de paticcasamuppada te komen.
RegID | SXmMYkSGccr8cAv |
---|---|
Bijgewerkt | 28 januari 2024 22:50:56 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |