Jhana factoren die de vijf hindernissen opruimen
Jhananga
Er zijn vijf hindernissen die de mentale ontwikkeling ernstig blokkeren. De jhana-factoren zijn de tegenhangers van de vijf hindernissen en ruimen deze op.
Inhoudsopgave
De tegenhangers van de vijf hindernissen
'Jhana-factoren'.
De tegenhangers van de vijf hindernissen
Jhananga oftewel 'jhana-factoren', zijn de factoren die nodig zijn om de meditatieve verdiepingen (jhana's) te verwerven. Het zijn er vijf:
1. aanvangende gedachten (vitakka); 2. aanhoudende gedachten (vicara); 3. vreugde (piti); 4. geluk (sukha); 5. geestelijke eenheid (ekaggata = samadhi).
Om de jhana's oftewel de meditatieve verdiepingen te verwezenlijken, moeten de vijf hindernissen (pañca nivarana) worden opgeruimd. Dat gebeurt door deze vijf psychische factoren, de tegenhangers van de vijf hindernissen, te ontwikkelen. Dit zijn de factoren die de mediteerder van een lager naar een hoger niveau van mentale zuivering voeren. Het bewustzijn dat hiermee gepaard gaat staat bekend als jhana.
De jhana-factoren zullen stap voor stap de vijf hindernissen die de weg van concentratie blokkeren, opruimen.
Opmerking De vijf hindernissen blokkeren de weg naar een betere concentratie. Een betere concentratie is een voorwaarde voor ware wijsheid die de uiteindelijke bevrijding waarborgt. Wanneer de vijf hindernissen (grotendeels) verdwenen zijn, is bevrijding dus nog geen feit omdat dan pas de 1e jhana is verworven. Zelfs het verwerven van de 4 lagere jhana's (concentratie op het hoogste niveau) behelst nog geen bevrijding. Zie ook jhana. Juiste concentratie (samma samadhi) mag dan wel de laatste factor van het Pad zijn, maar het is uiteindelijk juist begrip (samma ditthi) oftewel wijsheid (pañña) dat de verlichting markeert.
Tip De jhana-factoren gebruiken we specifiek om jhana te bereiken. Maar om de vijf hindernissen te overwinnen in het algemeen, zijn meerdere methodes beschikbaar. Zo kun je bijvoorbeeld kwade wil overwinnen door liefdevolle vriendelijkheid, zintuiglijke verlangens door mentale verzaking etc.
- Zinnelijk verlangen (kamacchanda) wordt gereduceerd door: geestelijke eenheid (ekaggata).
- Kwade wil (vyapada) door: vreugde (piti).
- Luiheid en traagheid (thina middha) door: aanvangende gedachten (vitakka).
- Rusteloosheid en bezorgdheid (uddhacca kukkucca) door: geluk (sukha).
- Twijfel (vicikiccha) wordt teruggedrongen door: aanhoudende gedachten (vicara).
Het is moeilijk om een Nederlands woord te vinden voor jhana, maar om jhana te bereiken moeten in elk geval de tegenoverliggende hindernissen teniet worden gedaan. Jhana is niet een plaats of een trance maar een morele staat, een religieuze ervaring. Vanuit de jhana's mediteert de mediteerder op de drie kenmerken van het bestaan: vergankelijkheid (aniccata), lijden (dukkha) en geen-zelf (anatta), en verwerft hij arahatschap. Na het verwerven van arahatschap leeft hij bevrijd, onafhankelijk (anissito) van begeerte (tanha) en verkeerde kijk (ditthi) voort, hij klampt zich nergens in de wereld aan vast en denkt daarom ook niet abusievelijk in termen van 'mijn', 'mij' of 'ik', noch van een goddelijke schepper, noch van de wereld.
Het uiteindelijke doel van anapana sati, is om eerst de jhana's te bereiken, te verwerven, en dan de vier bovenwereldse paden en vruchten (de vier graden van heiligheid met de daaruit voortkomende vruchten of zegeningen, zie ariya puggala).
Dat is waarom in het begin van D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid, door de Boeddha werd gezegd:
"Dit is de enige weg (ekayana), monniken, voor de zuivering van wezens, voor het overwinnen van verdriet en weeklagen, voor de vernietiging van lijden en smart, om het juiste pad[1] te bereiken, voor de verwezenlijking van Nibbana, namelijk, de vier fundamenten van indachtigheid (satipatthana)."
D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid
Toelichting jhana-factoren
1. Aanvangende gedachten (vitakka) heeft als functie 'het sturen van de geest' naar een object. Het neemt de geest als het ware op en drijft hem in het object zoals iemand een spijker in een blok hout slaat. Wanneer dit gedaan is, vestigt 2. aanhoudende gedachten (vicara), de geest op het object en houdt het daar vanwege haar onderzoekende functie; een aanhoudende concentratie functioneert als een onderzoekende geest. Om het verschil tussen deze twee factoren te verduidelijken, wordt aanvangende gedachten (vitakka) vergeleken met het tegen een bel slaan, en aanhoudende gedachten (vicara) met het weerkaatsende geluid van de slag op de bel.
3. Vreugde (piti), de derde factor, is de vreugde die gepaard gaat met enthousiaste interesse in het object, terwijl 4. geluk (sukha), de vierde factor, het aangename gevoel is dat op succesvolle concentratie volgt. Omdat vreugde en geluk overeenkomstige kwaliteiten met elkaar delen, heeft men de neiging deze met elkaar te verwarren, maar deze twee zijn niet identiek aan elkaar. Het verschil tussen hen wordt geïllustreerd door vreugde te vergelijken met de blijdschap van iemand die in een woestijn wandelt en in de verte een oase ziet; geluk kan men vergelijken met het genoegen dat hij beleeft wanneer hij van de poel gedronken heeft en in de schaduw rust.
De vijfde en laatste factor van verdieping is 5. geestelijke eenheid (ekaggata), die de onmisbare functie heeft om de geest tot eenheid met het object te brengen.
Wat is een object?
'Object' is een universele aanduiding voor 'een ding' en kan in principe dus alles zijn. In dit geval betreft het een onderwerp van meditatie, een onderwerp dat bespiegeld of overdacht wordt. Zo kun je bijvoorbeeld nadenken over de gevolgen van geboorte, ouderdom, ziekte en dood. Wanneer je hier verstandig over nadenkt (yoniso manasikara) kan dit je naar een hoger niveau van bewustzijn tillen omdat je de gevaren ervan gaat inzien.
Een ander voorbeeld is, dat toen de Boeddha nog een Bodhisatta was, hij onder een boom zat en een ploegfestival gadesloeg dat in Kapilavatthu werd gehouden. De ploegen ploegden het land om waardoor er pieren en diverse andere beestjes tevoorschijn kwamen. Daar kwamen reptielen op af die die beestjes opaten. Vervolgens kwamen daar weer roofvogels op af die die reptielen opaten. De Bodhisatta huiverde van deze aanblik. Toen hij daarover nadacht kwam hij tot het begrip dat het bestaan vol lijden is.
Een object kan dus dienen om de eerste jhana te verwerven. Zowel vitakka als vicara kunnen beide op een heilzaam (kusala) als op een onheilzaam (akusala) object gericht zijn. Zowel vitakka als vicara kunnen ook neutraal zijn. Uiteraard kan een onheilzaam object niet leiden tot de verwerving van de jhana's. Zie ook vitakka vicara.
Zie ook object.
Eindnoten
[1] Voor het 'juiste pad' zie ariya puggala.
RegID | z9gMVpA8jA6pdDx |
---|---|
Bijgewerkt | 6 november 2021 22:15:40 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |