Waarom de focus in inzicht meditatie ligt op weten en kennen
Louter aandacht schenken leidt tot het begrijpen van wat er is. Dit is de voorwaarde voor bevrijding.
Inhoudsopgave
Louter aandacht en verder niets
De uitdoving van het 'ik bewustzijn'
De kalme en vredige staat van de geest
Louter aandacht en verder niets
In boeddhistische meditatie is het de bedoeling dat er slechts aandacht is en verder niets. Het is dus niet de bedoeling om er iets meer bij te doen, er iets aan toe te voegen zoals bijvoorbeeld dingen te gaan benoemen of allerlei trucs toe te passen.
In zijn instructies omtrent de ontwikkeling van inzicht, geeft de Boeddha bij de verscheidene onderwerpen steeds heel duidelijk aan, dat je slechts hoort te weten wat er is en verder niets. Dit is steeds waar het om draait. Bijvoorbeeld:
"Hierin (idha), monniken, weet een monnik, wanneer hij een aangenaam gevoel ervaart: 'Dit is een aangenaam gevoel'; wanneer hij een onaangenaam gevoel ervaart, weet hij: 'Dit is een onaangenaam gevoel' (…)."
D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid
Het is dus een kwestie van louter observeren en erkennen (abhiññeyya). Verder niets. Wanneer je zelf niets anders doet dan aandacht schenken (avajjana), dan zal aandacht al het werk kunnen doen wat nodig is. Waarom dit zo essentieel is, is omdat aandacht de eerste fase is in het proces van bewustzijn oftewel de cognitieve opeenvolgingen. Daarom onderwijst de Boeddha in zijn gehele Leer dat het steeds gaat om aandacht (avajjana), om indachtigheid (sati).
De uitdoving van het 'ik bewustzijn'
De Boeddha is de Leraar van de 'Leer van geen-zelf' (Anatta Vadi)[1]. De illusie van 'zelf', van 'ik', ontstaat vanwege een 'ik bewustzijn' hetgeen een verdraaid (vipallasa) of verstoord (iñjita) bewustzijn is. Daarom benadrukt hij in zijn gehele Leer keer op keer, dat bewustzijn (viññana) — het 'ik bewustzijn' welteverstaan — tot uitdoving (nirodha) moet komen. Want het is dit 'ik bewustzijn' dat voor zoveel problemen (dukkha) zorgt. De uitdoving, het oplossen van alle problemen, kan alleen plaatsvinden wanneer er geen brandstof (ahara) meer aan 'ik' wordt gegeven. Niet je 'ik' in stand houden en eerlijk naar jezelf toe zijn, jezelf op een eerlijke en rechtvaardige manier beschouwen. Je eigen misslagen en/of tekortkomingen willen zien. Op die manier wordt je de grootste held op elk slagveld.
Het verlies van het 'ik' is geen verlies.
Het vasthouden van het 'ik', dat is het ware verlies.
Als je kunt 'sterven' ten aanzien van het ik,
maak je een grote winst
die maar weinig mensen kennen.
Peter van Loosbroek — Ananda, auteur van sleuteltotinzicht.nl.
Uit de Dhammapada:
103. Iemand kan duizend maal duizend mensen in de strijd overwinnen, maar degene die zichzelf overwint is de grootste overwinnaar op elk slagveld.
yo sahassam sahassena sangame manuse jine ekam ca jeyyam'attanam sa ve sangamajuttamo
Weten en kennen
Waarom de focus in inzicht meditatie ligt op weten, is dat het weten van wat er is, wat er gebeurt, wat er zich voordoet, van essentieel belang is. Dit is alles waar het uiteindelijk om gaat. Want 'weten' betekent in dit geval dat je het object kent. Dit duidt op gewaarzijn (vijañana). Het gaat hierbij dus niet om het soort weten in de zin van intellectuele kennis (ñana), maar om een totaal begrijpen van wat er zich voordoet, het totale plaatje zien, de samenhang zien. Dit is het begrijpen van oorzaken en gevolgen (pativedha). Het gaat in principe dus nog iets verder dan gewaarzijn. Het Pali woord hiervoor is sampajañña. Je begrijpt niet alleen het object, maar ook het totale gebeuren er omheen, wat je doet, wat er is, wat er zich afspeelt. Zowel in de externe- als in de interne wereld. Dit is essentieel voor bevrijding (vimutti). Juist begrip (samma ditthi) is niet voor niets de eerste factor van het Achtvoudige Pad.
Er is een groot verschil tussen bewustzijn (viññana) en gewaarzijn (vijañana). Bewustzijn is een 'ego trip', maar dat 'ego', dat 'ik', dat moet eraf. Waarom is dat zo? Dat is zo, omdat het 'ik bewustzijn' de werkelijkheid verdraaid (vipallasa). Waar het ik is, daar kan de waarheid niet zijn.
Zodra je iets doet, bijvoorbeeld wanneer je je meditatie 'in goede banen probeert te leiden' omdat je je doel wilt bereiken, gaat het juist verkeert omdat het ego er zich dan mee bemoeid. Er zit een 'ik' achter de handeling. Je kunt dus stellen dat het een 'zelfzuchtige handeling' is. Daarom onderwijst de Boeddha dat alle zelfzucht opgegeven, verlaten moet worden (nekkhamma).
Bewustzijn heeft een functie
Bewustzijn (viññana) heeft een functie, en die functie is om gewaar te zijn (vijañana). Echter, met het 'ik', het 'ego' als 'dominante bepaler' van wat er is, wat er gedaan en wat er niet gedaan moet worden etc., zijn we 'zelfbewust' oftewel 'bewust van ons zelf'. Dit is waarom mensen allemaal bewust zijn, maar in hoofdzaak allemaal op hun eigen persoonlijke manier. Vandaar dat ik zeg dat bewustzijn een 'ego trip' is. Het is het ego dat in werkelijkheid problemen creëert omdat het ego niet in gelijke pas loopt met de waarheid. De dingen zien zoals je ze wilt zien is iets anders dan de dingen zien zoals ze werkelijk zijn. Daarom is het ego voortdurend in strijd met de waarheid, met wat er is. Zolang die strijd gaande is, kan er geen echte innerlijke vrede zijn. Zolang het ego actief is, blijft het in meer of mindere mate problemen en moeilijkheden veroorzaken.
Zo kan een bepaalde toestand of een geval voor de ene persoon een groot probleem zijn, terwijl het voor een ander helemaal geen probleem is. Het probleem wordt vaak gecreëerd omdat men niet 'de dingen ziet zoals ze werkelijk zijn'. Dat is omdat het 'ik' een tweedeling creëert. Er is dan een kloof tussen 'ik' en 'de rest'. Het 'ik' is de tweedrachtzaaier. Het wordt gedreven door verlangens en is daarom vol voorkeuren. Wanneer er sterke voorkeuren zijn, is er ook een sterke afkeer (anurodhapativirodha). Dit is wat de kloof creëert. Vanwege die kloof, vanwege die verdeeldheid, ondervindt het 'ik' onder vele omstandigheden moeilijkheden. Verdeeldheid betekent moeilijkheden of zoals de Boeddha het doorgaans met een universeel woord eenvoudigweg aanduidt: lijden (dukkha).
De geest is heel knap in het creëren van problemen,
maar minder knap om zich ervan te ontdoen.
Peter van Loosbroek — Ananda, auteur van sleuteltotinzicht.nl.
Wanneer je op je werk bent en je hebt nog veel te doen, kan er een verlangen in je opkomen om naar huis te gaan. Dan ontstaat er verdeeldheid. Aan de ene kant is er het werk dat gedaan moet worden, en aan de andere kant is er een 'ik' die naar huis wil. Vanwege de verdeeldheid die er is zie je tegen de situatie op, wordt het lastig. Je krijgt er minder zin in. Op dezelfde manier zorgt het 'ik' in veel meer gevallen voor een gebrek aan ware levensvreugde.
Het is het verlangen dat het 'ik' voedt.
Het is het 'ik' die de last creëert,
de ballast creëert.
Peter van Loosbroek — Ananda, auteur van sleuteltotinzicht.nl.
De verdeeldheid geldt zowel bij toestanden/situaties, als tussen mensen onderling. Het 'ik' kan heel makkelijk van elke toestand een probleem maken. Problemen ontstaan niet vanwege wijsheid, maar vanwege onwetendheid, door een verdraaide visie. Daarom creëert het 'ik' niet alleen problemen in allerlei situaties, maar ook tussen mensen onderling. Het 'ik' speelt op elk terrein omdat het overal verdeeldheid zaait. Maar als het 'ik' niet heerst, dan kan er vrede (santi) zijn.
Voor de meesten is het heel makkelijk om moeilijk te doen,
maar heel moeilijk om eenvoudig te zijn.
Peter van Loosbroek — Ananda, auteur van sleuteltotinzicht.nl.
Het is zaak om de geest goed te trainen. Wanneer de geest goed getraind is, wordt het bewustzijn zuiverder en ontdoet het zich van bezoedelingen. Pas dan kan bewustzijn correct functioneren. Dan zal bewustzijn helder zijn zodat dingen worden gezien zoals ze werkelijk zijn. Zonder toevoegingen van het 'ik', zonder toename (papañca). Dit is de manier waarop je het ongeconditioneerde (asankhata) bereikt. Dit is de functie van bewustzijn (viññana).
De kalme en vredige staat van de geest
Het 'ik bewustzijn' moet daarom tot bedaren komen, rustig worden, niet op de voorgrond staan. De geest moet leren om 'te sterven' in die zin dat hij kalm (passaddhi) en stil moet kunnen zijn. Wanneer hij rustig en stil is, kan bewustzijn echt het werk doen waarvoor het bedoeld is, namelijk om gewaar te zijn (vijañana). Dat is de functie van bewustzijn. Dus gewaarzijn is nog steeds wel bewustzijn, maar zonder dat het 'ik' dominant of aanwezig is. Dit bewustzijn is de getrainde oftewel de ontwikkelde geest. Pas dan kan er sprake zijn van echt begrijpen, van zeer helder bewustzijn. Vandaar sampajañña.
Elke handeling, inclusief het waarnemen, het beschouwen, het schenken van aandacht etc., dient zonder het idee van 'ik' gepaard te gaan. Het Pali woord hiervoor is attanuditthimuhacca.
Dit is waarom het nodig is om louter aandachtig te zijn en verder niets te doen. Zodra je meer doet, is er sprake van toename (papañca). Kort gezegd: dan komen er allerlei dingen bij, hetgeen kalmte (passaddhi) tegenwerkt. Toename gaat richting het geconditioneerde (sankhata), maar het doel is het ongeconditioneerde (asankhata).
De geest kan ook onrustig worden omdat hij nog niet aan de stilte gewend is. Maar het is een kwestie van geduld (khanti) opbrengen en gewoon beetje bij beetje door blijven oefenen. Als je niet ingaat op de eisen van de ongetrainde geest, de eis dat hij steeds iets wil hebben, steeds onderhoudend wil zijn, dan geef je er geen brandstof (ahara) aan. Op die manier zal het 'ik bewustzijn' tot uitdoving (nirodha) komen en zul je een vrede ervaren die voorheen ongekend was. Waarom 'ongekend'? Het oude, het geconditioneerde, is het bekende. Maar het ongeconditioneerde is een staat die altijd nieuw en fris is.
Eindnoten
[1] Zie o.a. S22-059 — Anatta Lakkhana Sutta — De kenmerken van niet-zelf.
RegID | 8CP3DN8wFGVmFpb |
---|---|
Bijgewerkt | 12 november 2024 09:10:32 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |