Alle bezoedelingen

Sabbasava Sutta

De Boeddha onderwijst de monniken zeven methoden voor het verlaten en de volledige uitblussing van de bezoedelingen die een ware belemmering zijn om tot de realiteit te ontwaken.

Inhoudsopgave

Opsomming

Het verlaten van bezoedelingen door te zien

Zintuiglijke begeerte, bestaan en onwetendheid

kamasava

bhavasava

avijjasava

Ideeën over een zelf

ditthasava

Het verlaten van bezoedelingen door ingetogenheid

Het verlaten van bezoedelingen door ergens gebruik van te maken

Het verlaten van bezoedelingen door verdraagzaamheid

Het verlaten van bezoedelingen door te vermijden

Het verlaten van bezoedelingen door te verwijderen

Het verlaten van bezoedelingen door te ontwikkelen

Conclusie

1. Aldus heb ik gehoord (evam me sutam). Eens verbleef de Gezegende nabij Savatthi in het Jetavana, het park van Anathapindika. Daar wendde hij zich tot de monniken en zei: "Monniken." En zij antwoordden hem: "Bhante." En de Gezegende sprak toen als volgt:

2. "Monniken, ik zal jullie de methode uitleggen waarmee alle bezoedelingen teniet worden gedaan. Luister en denk goed na over wat ik ga zeggen." — "Ja, bhante", antwoordden zij hem. En de Gezegende zei dit:

Opsomming

3. Monniken, ik zeg dat de uitblussing van bezoedelingen mogelijk is voor degene die weet en ziet, maar niet voor degene die niet weet en ziet. Wat moet iemand weten en zien? Er zijn wijze overwegingen (yoniso manasikara) en dwaze overwegingen (ayoniso manasikara). Voor iemand die onverstandig nadenkt, ontstaan er bezoedelingen die nog niet ontstaan zijn en nemen de bezoedelingen die al ontstaan zijn toe. Maar voor degene die op een wijze manier nadenkt, ontstaan de bezoedelingen die nog niet opgekomen zijn niet, en de bezoedelingen die al opgekomen zijn, verdwijnen.

4. Monniken,

  1. er zijn bezoedelingen die kunnen worden verlaten door te zien (inzicht);
  2. er zijn bezoedelingen die kunnen worden verlaten door ingetogenheid;
  3. er zijn bezoedelingen die kunnen worden verlaten door ergens gebruik van te maken;
  4. er zijn bezoedelingen die kunnen worden verlaten door verdraagzaamheid;
  5. er zijn bezoedelingen die kunnen worden verlaten door te vermijden;
  6. er zijn bezoedelingen die kunnen worden verlaten door te verwijderen;
  7. er zijn bezoedelingen die kunnen worden verlaten door te ontwikkelen.

Het verlaten van bezoedelingen door te zien

Noot[1]

5. Monniken, wat zijn de bezoedelingen (asava's) die kunnen worden verlaten door te zien?

Hier (idha) monniken, is de niet onderrichtte (assutava), gewone mens (puthujjana), die de edele mensen (ariya puggala) niet ziet, die niet bedreven en ongeschoold is in hun leringen, die de goede mensen niet ziet, die niet bedreven en ongeschoold is in hun leringen. Hij begrijpt niet waarover nagedacht moet worden en waarover niet nagedacht moet worden.

Omdat dat zo is, denkt hij niet na over dingen waarover nagedacht moet worden en denkt hij na over dingen waarover niet nagedacht moet worden.

Zintuiglijke begeerte, bestaan en onwetendheid

6. Welnu, monniken, wat zijn de dingen waarover niet nagedacht moet worden, maar waar hij toch over nadenkt? Het zijn de dingen die, wanneer hij daarover nadenkt:

kamasava

de niet ontstane bezoedeling van zintuiglijkheid (kamasava) in hem ontstaat en de reeds ontstane bezoedeling van zintuiglijkheid toeneemt;

bhavasava

de niet ontstane bezoedeling van worden (bhavasava) in hem ontstaat en de reeds ontstane bezoedeling van worden toeneemt;

avijjasava

de niet ontstane bezoedeling van onwetendheid (avijjasava) in hem ontstaat en de reeds ontstane bezoedeling van onwetendheid toeneemt.

Dit zijn de dingen waarover niet nagedacht moet worden maar waar hij wel over nadenkt.

Monniken, wat zijn de dingen waarover nagedacht moet worden, maar waar hij niet over nadenkt? Het zijn de dingen die, wanneer hij daarover nadenkt:

de niet ontstane bezoedeling van zintuiglijkheid (kamasava) niet in hem ontstaat en de reeds ontstane bezoedeling van zintuiglijkheid verdwijnt;

de niet ontstane bezoedeling van worden (bhavasava) niet in hem ontstaat en de reeds ontstane bezoedeling van worden verdwijnt;

de niet ontstane bezoedeling van onwetendheid (avijjasava) niet in hem ontstaat en de reeds ontstane bezoedeling van onwetendheid verdwijnt.

Dit zijn de dingen waarover nagedacht moet worden maar waar hij niet over nadenkt.

Door na te denken over dingen waarover niet nagedacht moet worden en door niet na te denken over dingen waarover wel nagedacht moet worden, ontstaan bezoedelingen die nog niet ontstaan waren en nemen de bezoedelingen die reeds ontstaan zijn toe.

Ideeën over een zelf

ditthasava

ditthasava

Noot[2]

7. Dan overweegt hij onverstandig op deze wijze: 'Was ik er in het verleden? Was ik er niet in het verleden? Wat was ik in het verleden? Hoe was ik in het verleden? Als ik iets geweest ben, wat was ik dan in het verleden? Zal ik bestaan in de toekomst? Zal ik niet bestaan in de toekomst? Wat zal ik zijn in de toekomst? Hoe zal ik zijn in de toekomst? Als ik iets geweest ben, wat zal ik dan zijn in de toekomst?'

Of hij twijfelt nu, in het heden aan zichzelf en overweegt: 'Ben ik? Ben ik niet? Wat ben ik? Hoe ben ik? Waar kwam dit wezen vandaan? Waar gaat dit wezen naar toe?'

8. Wanneer hij op deze manier onverstandig nadenkt, ontstaat in hem één van de zes verkeerde visies (ditthi):

  1. De mening 'Ik heb een zelf' ontstaat in hem als zijnde waar en werkelijk.
  2. Of de mening 'Ik heb geen zelf' ontstaat in hem als zijnde waar en werkelijk.
  3. Of de mening 'Ik neem het zelf met het zelf waar' ontstaat in hem als zijnde waar en werkelijk.
  4. Of de mening 'Ik neem het niet-zelf met het zelf waar' ontstaat in hem als zijnde waar en werkelijk.
  5. Of de mening 'Ik neem het zelf met het niet-zelf waar' ontstaat in hem als zijnde waar en werkelijk.
  6. Of hij houdt er de mening op na zoals dit: 'Het is mijn zelf, dat spreekt en voelt, dat nu hier dan daar de vruchten ervaart van goede en slechte daden, en dit zelf is duurzaam, stabiel, eeuwigdurend, niet onderhevig aan verandering, en het zal eeuwig voortduren.'

Dit soort meningen, monniken, is wat 'het verstrikt raken in meningen' wordt genoemd, het oerwoud van meningen, de verdraaiing van meningen (ditthi vipallasa), de twijfel van meningen, de keten van meningen. De niet onderrichtte (assutava) gewone mens (puthujjana), die vastgeketend is door de keten van meningen, is niet bevrijd van geboorte, ouderdom en dood, van verdriet, weeklagen, pijn, smart en wanhoop; ik zeg dat hij zichzelf niet bevrijdt van het lijden[3].

(Degene die goed nadenkt.)

9. De ijverige leerling van edele mensen (ariya puggala), die de edele mensen ziet, en die bedreven is en geschoold is in hun leringen, die de goede mensen ziet en die bedreven is en geschoold is in hun leringen, begrijpt waarover nagedacht moet worden en waarover niet nagedacht moet worden.

Omdat dat zo is, denkt hij niet na over dingen waarover niet nagedacht moet worden. Hij denkt na over dingen waarover wel nagedacht moet worden.

10. Welnu, monniken, wat zijn de dingen waarover niet nagedacht moet worden en waarover hij niet nadenkt? Het zijn de dingen die, wanneer hij daarover nadenkt, de niet ontstane bezoedeling van zintuiglijkheid in hem ontstaat (...) als bij §6. (...)

Dit zijn de dingen waarover niet nagedacht moet worden en waar hij niet over nadenkt.

Monniken, wat zijn de dingen waarover nagedacht moet worden en waarover hij nadenkt? Het zijn de dingen die, wanneer hij daarover nadenkt, de niet ontstane bezoedeling van zintuiglijkheid niet in hem ontstaat (...) als bij §6, tweede deel. (...)

Dit zijn de dingen waarover nagedacht moet worden en waarover hij nadenkt.

Door niet na te denken over de dingen waar hij niet over moet nadenken, en na te denken over de dingen waarover hij wel moet nadenken, ontstaan de bezoedelingen die nog niet ontstaan zijn niet, en verdwijnen de bezoedelingen die reeds ontstaan zijn.

11. In wijsheid (pañña) overdenkt hij: 'Dit is lijden'. In wijsheid overdenkt hij: 'Dit is de oorzaak van lijden'. In wijsheid overdenkt hij: 'dit is de opheffing van lijden'. In wijsheid overdenkt hij: 'Dit is het Pad dat leidt naar de beëindiging van lijden.'

Wanneer hij op deze manier in wijsheid nadenkt, vallen drie banden van hem af[4]:

  1. Opvattingen over persoonlijkheid (sakkaya ditthi).
  2. Sceptische twijfel (vicikiccha).
  3. Gehechtheid aan riten en ceremonies (silabbata paramasa).

Dit, monniken, worden de bezoedelingen genoemd die kunnen worden verlaten door te zien (inzicht).

Het verlaten van bezoedelingen door ingetogenheid

12. Monniken, wat zijn de bezoedelingen die kunnen worden verlaten door ingetogenheid?

Een monnik leeft, vanuit wijze overwegingen, met de ogen ingetogen. Als er dan destructieve en verterende bezoedelingen in een monnik ontstaan wanneer hij niet met de ogen ingetogen leeft, dan zijn deze destructieve en verterende bezoedelingen in hem er niet wanneer hij leeft met de ogen ingetogen.

Een monnik leeft, vanuit wijze overwegingen, met de oren ingetogen (...) met de neus ingetogen (...) met de tong ingetogen (...) met het lichaam ingetogen (...) met de geest ingetogen. Als er dan destructieve en verterende bezoedelingen in een monnik ontstaan wanneer hij niet met de geest ingetogen leeft, dan zijn deze destructieve en verterende bezoedelingen in hem er niet wanneer hij leeft met de geest ingetogen.

Als er destructieve en verterende bezoedelingen zijn terwijl iemand leeft zonder ingetogenheid, dan zijn deze destructieve en verterende bezoedelingen er niet wanneer iemand ingetogen leeft.

Dit, monniken, worden de bezoedelingen genoemd die kunnen worden verlaten door ingetogenheid.

Het verlaten van bezoedelingen door ergens gebruik van te maken

13. Monniken, wat zijn de bezoedelingen die kunnen worden verlaten door gebruik van iets te maken?

Een monnik maakt, vanuit wijze overwegingen, gebruik van zijn gewaden — slechts om kou af te weren, hitte af te weren, steekvliegen, muggen, de wind en de zon af te weren, ongedierte af te weren, en zichzelf fatsoenlijk te kleden.

14. Vanuit wijze overwegingen maakt hij gebruik van voedsel — niet voor genoegens of uitspattingen, noch voor schoonheid of versiering, maar slechts om zijn lichaam te verzorgen, voor de beëindiging van ongemak en om een geestelijk leven te kunnen leiden (en hij overweegt): 'Op deze manier maak ik een eind aan het gevoel van honger dat er al is, en veroorzaak ik geen nieuw gevoel van honger en het leven zal voortgaan in onberispelijkheid en in gezondheid.'

15. Vanuit wijze overwegingen maakt hij gebruik van huisvesting — slechts om de kou buiten te sluiten, de hitte buiten te sluiten, de steekvliegen, de muggen, de wind en de zon, ongedierte buiten te sluiten, de risico's van de seizoenen buiten te sluiten en om zich te verheugen in zijn afzondering.

16. Vanuit wijze overwegingen maakt hij gebruik van geneesmiddelen en medische voorzieningen voor de zieken — louter om pijn en ziekten kwijt te raken en om zijn gezondheid te behouden.

17. Monniken, hoewel er destructieve en verterende bezoedelingen in hem kunnen ontstaan wanneer hij hier geen gebruik van maakt (van 13-16), zullen deze destructieve en verterende bezoedelingen er niet zijn wanneer hij hier wel gebruik van maakt.

Dit, monniken, worden de bezoedelingen genoemd die kunnen worden verlaten door ergens gebruik van te maken.

Het verlaten van bezoedelingen door verdraagzaamheid

18. Monniken, wat zijn de bezoedelingen waarvan je je kunt bevrijden door verdraagzaamheid?

Een monnik verdraagt vanuit wijze overwegingen koude en hitte, honger en dorst, steekvliegen, muggen, de wind en de zon. Hij verdraagt grove en kwetsende woorden. Hij raakt gehard in het verdragen van lichamelijke gevoelens die pijnlijk, acuut, scherp, hevig, onaangenaam, afgrijselijk en dodelijk zijn.

Hoewel er destructieve en verterende bezoedelingen in hem kunnen ontstaan wanneer hij deze dingen niet verdraagt, zullen deze destructieve en verterende bezoedelingen er niet zijn wanneer hij deze dingen wel verdraagt.

Dit, monniken, worden de bezoedelingen genoemd die kunnen worden verlaten door verdraagzaamheid.

Het verlaten van bezoedelingen door te vermijden

19. Monniken, wat zijn de bezoedelingen waarvan je je kunt bevrijden door vermijden?

Een monnik vermijdt vanuit wijze overwegingen een wilde olifant, een wild paard, een wilde stier, een wilde hond, hij vermijdt een slang, een boomstronk, een doornstruik, een kuil, een afgrond, een vuilnisbelt of een smerige vijver. Wijselijk vermijdt hij regelmatig bezoek aan onbetamelijke plaatsen en het vertoeven in slecht gezelschap (asappurisa samseva), waardoor de verstandige onder zijn medemonniken zouden kunnen denken dat hij op het verkeerde pad is geraakt.

Hoewel er destructieve en verterende bezoedelingen in hem kunnen ontstaan wanneer hij deze dingen niet vermijdt, zullen deze destructieve en verterende bezoedelingen er niet zijn wanneer hij deze dingen wel vermijdt.

Dit, monniken, worden de bezoedelingen genoemd die kunnen worden verlaten door te vermijden.

Het verlaten van bezoedelingen door te verwijderen

20. Monniken, wat zijn de bezoedelingen waarvan je je kunt bevrijden door ze te verwijderen?

Een monnik staat, vanuit wijze overwegingen, geen enkele gedachte van zintuiglijkheid (kama sankappa) toe; hij verwerpt deze, verwijdert deze, ontdoet zich ervan en roeit deze uit.

Een monnik staat, vanuit wijze overwegingen, geen enkele gedachte van kwaadwilligheid (vyapada sankappa) toe; hij verwerpt deze, verwijdert deze, ontdoet zich ervan en roeit deze uit.

Een monnik staat, vanuit wijze overwegingen, geen enkele gedachte van gewelddadigheid (vihimsa sankappa) toe; hij verwerpt deze, verwijdert deze, ontdoet zich ervan en roeit deze uit[5].

Hij staat geen kwade (papa), onheilzame (akusala) dingen (dhamma) toe die in hem ontstaan zijn; hij verwerpt ze, verwijdert ze, ontdoet zich ervan en roeit ze uit.

Hoewel er destructieve en verterende bezoedelingen in hem kunnen ontstaan wanneer hij deze gedachten niet verwijdert, zullen deze destructieve en verterende bezoedelingen er niet zijn wanneer hij deze gedachten wel verwijdert.

Dit, monniken, worden de bezoedelingen genoemd die kunnen worden verlaten door ze te verwijderen.

Het verlaten van bezoedelingen door te ontwikkelen

21. Monniken, wat zijn de bezoedelingen waarvan je je kunt bevrijden door iets te ontwikkelen[6]?

Een monnik ontwikkelt, vanuit wijze overwegingen (yoniso manasikara), de verlichtingsfactor indachtigheid (sati sambojjhanga) die verbonden is met onthechting, met hartstochtloosheid, met beëindiging, met het ontwikkelen van onzelfzuchtigheid.

Hij ontwikkelt, vanuit wijze overwegingen, de verlichtingsfactor onderzoek naar de realiteit (dhamma vicaya sambojjhanga) die verbonden is met onthechting, met hartstochtloosheid, met beëindiging, met het ontwikkelen van onzelfzuchtigheid.

Hij ontwikkelt, vanuit wijze overwegingen, de verlichtingsfactor energie (viriya sambojjhanga) die verbonden is met onthechting, met hartstochtloosheid, met beëindiging, met het ontwikkelen van onzelfzuchtigheid.

Hij ontwikkelt, vanuit wijze overwegingen, de verlichtingsfactor vreugde (piti sambojjhanga) die verbonden is met onthechting, met hartstochtloosheid, met beëindiging, met het ontwikkelen van onzelfzuchtigheid.

Hij ontwikkelt, vanuit wijze overwegingen, de verlichtingsfactor kalmte (passaddhi sambojjhanga) die verbonden is met onthechting, met hartstochtloosheid, met beëindiging, met het ontwikkelen van onzelfzuchtigheid.

Hij ontwikkelt, vanuit wijze overwegingen, de verlichtingsfactor concentratie (samadhi sambojjhanga), die verbonden is met onthechting, met hartstochtloosheid, met beëindiging, met het ontwikkelen van onzelfzuchtigheid.

Hij ontwikkelt, vanuit wijze overwegingen, de verlichtingsfactor gelijkmoedigheid (upekkha sambojjhanga) die verbonden is met onthechting, met hartstochtloosheid, met beëindiging, met het ontwikkelen van onzelfzuchtigheid.

Hoewel er destructieve en verterende bezoedelingen in hem kunnen ontstaan wanneer hij deze factoren van verlichting niet ontwikkelt, zullen deze destructieve en verterende bezoedelingen er niet zijn wanneer hij deze factoren van verlichting wel ontwikkeld heeft.

Dit, monniken, worden de bezoedelingen genoemd die kunnen worden verlaten door iets te ontwikkelen.

Conclusie

22. Monniken,

  1. wanneer de bezoedelingen van een monnik die door te zien (inzicht) kunnen worden verlaten, zijn verlaten door te zien;
  2. wanneer de bezoedelingen van een monnik die door ingetogenheid kunnen worden verlaten, zijn verlaten door ingetogenheid;
  3. wanneer de bezoedelingen van een monnik die door ergens gebruik van te maken kunnen worden verlaten, zijn verlaten door ergens gebruik van te maken;
  4. wanneer de bezoedelingen van een monnik die door verdraagzaamheid kunnen worden verlaten, zijn verlaten door verdraagzaamheid;
  5. wanneer de bezoedelingen van een monnik die door te vermijden kunnen worden verlaten, zijn verlaten door te vermijden;
  6. wanneer de bezoedelingen van een monnik die door te verwijderen kunnen worden verlaten, zijn verlaten door te verwijderen;
  7. wanneer de bezoedelingen van een monnik die door te ontwikkelen kunnen worden verlaten, zijn verlaten door te ontwikkelen,

dan wordt hij een monnik genoemd die ingetogen leeft vanwege de perfecte beheersing van alle bezoedelingen: hij heeft begeerte (tanha) weggesneden, de banden (saññojana) van zich afgeworpen en heeft een einde gemaakt aan het lijden (dukkha) door het volledig doorgronden van eigendunk (manabhisamaya; mana).

Dat is wat de Gezegende zei. De monniken waren tevreden en verheugden zich in de woorden van de Gezegende.

Eindnoten

[1] In deze rubriek somt de Boeddha de hoofdbezoedelingen op. Voor meer, zie asava.

[2] Deze bezoedeling heeft betrekking op sassata ditthi en uccheda ditthi.

[3] Voor 'ketenen' oftewel 'banden', zie ook yoga.

[4] Dit zijn de eerste drie van de tien banden (saññojana).

[5] Deze vormen samen de juiste gedachten (samma sankappa), de tweede factor van het Edel Achtvoudige Pad (ariya atthangika magga).

[6] De zeven factoren van verlichting (satta sambojjhanga).

Document info
RegID M002
Bijgewerkt 27 november 2022 12:40:20
Auteur Peter van Loosbroek — Ananda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen