De meditatie van indachtigheid

Satipatthana

Wat zijn de vier fundamenten van indachtigheid en hoe mediteer je daarop? Velen spreken over mindfulness (indachtigheid), maar is het die indachtigheid, die inzicht meditatie, die de Boeddha heeft onderwezen?

Inhoudsopgave

Waar te beginnen met meditatie?

Uitgangspunt voor satipatthana

Waarom satipatthana?

Algemene essentiële toelichting

Hoe beoefen je satipatthana?

Je meditatie methodisch opbouwen

Het totale gebeuren

De satipatthana training is een onderdeel van het Pad

De ademhaling als primaire oefening

Indachtigheid van het lichaam — Kayanupassana

Indachtigheid omtrent de ademhaling — Anapana Sati

De vier posities van het lichaam — Iriyapatha

Overige meditatie onderwerpen van Indachtigheid van het lichaam — Kayanupassana

Indachtigheid van gevoelens — Vedananupassana

Indachtigheid van de geest — Cittanupassana

Indachtigheid van mentale objecten — Dhammanupassana

1. De hindernissen (nivarana pariggaha)

2. De aggregaten (khandha pariggaha)

3. De zintuigsferen (ayatana pariggaha)

4. De factoren van verlichting (bojjhanga pariggaha)

5. De vier Edele Waarheden (cattari ariya sacca pariggaha)

Satipatthana

'Fundamenten van indachtigheid'. Letterlijk: 'gewaarzijn van indachtigheid' (sati upatthana).

Waar te beginnen met meditatie?

Zie de link naar de groep pagina in de tip hieronder.

Satipatthana training

Satipatthana is de kern van de boeddhistische inzicht meditatie vormen en daarmee de belangrijkste binnen het gehele boeddhistische systeem. Om de satipatthana training oftewel mindfulness correct te beoefenen, start je op de groep pagina Satipatthana training. Deze wijst de weg voor zowel beginners als voor gevorderden.

Uitgangspunt voor satipatthana

Dit hoofdstuk van de sectie Inzicht meditatie is hét uitgangspunt dat specifiek is voor je training in satipatthana. Zo leer je heel exact wat satipatthana is, hoe dat in elkaar steekt en hoe je dat beoefent. Zo ben je ervan verzekerd dat je de allerbelangrijkste training die de Boeddha heeft onderwezen, perfect in praktijk brengt.

Ook als je beginner bent, leg je een goede basis als je delen van dit hoofdstuk eens globaal doorneemt. Dus gewoon even 'doorheen wandelen'. Een gedetailleerde bestudering en beoefening heeft echter tijd nodig en zal — bij de juiste inspanning (samma vayama) — dieper en breder worden. Neem delen van dit hoofdstuk meerdere keren van tijd tot tijd door. Dan komt alles goed in Het hart.

Raadpleeg ook de rubriek Waar te beginnen met meditatie?

Waarom satipatthana?

De satipatthana training, ook wel 'mindfulness' genoemd, is de allerbelangrijkste vorm van Inzicht meditatie (vipassana) en daarmee de belangrijkste binnen het gehele boeddhistische systeem. Dit betekent niet dat alleen de satipatthana training volstaat in het bereiken van het doel hetgeen Nibbana is. De reden is eenvoudigweg omdat de volledige ontwikkeling van het Edel Achtvoudige Pad (ariya atthangika magga) nodig is voor de bevrijding van lijden. Van dit Pad vertegenwoordigt de satipatthana training slechts een deel, namelijk de 7e factor: juiste indachtigheid. Het is niet mogelijk om het eindresultaat te bereiken zonder de overige factoren van het Pad te ontwikkelen.

De satipatthana training — de fundamenten van indachtigheid — bestaat uit de volgende 4 hoofdgroepen waarvan de laatste uit 5 groepen bestaat.

(Naar alle bovenstaande onderwerpen wordt straks verwezen.)

De functie van de satipatthana training is het verwerven van inzicht-wijsheid (vipassana pañña) waarmee de verwerkelijking van Nibbana een feit is. Maar zoals alle factoren van het Achtvoudige Pad elkaar ondersteunen, is ook de satipatthana training een onderdeel van een geheel dat niet compleet is zonder de overige factoren van het Pad.

Iemand die inzicht meditatie beoefent dient steeds de drie kenmerken van het bestaan (zie ti lakkhana) in ogenschouw te nemen, namelijk: vergankelijkheid (aniccata), lijden of het onbevredigende aspect (dukkha), en instabiliteit of het onwezenlijke (anatta) van dingen. Alle verschijningsvormen, alle dingen hebben deze drie eigenschappen gemeen, en omdat de beoefenaar zich dat volledig gewaar is, grijpt hij zich nergens meer in de wereld aan vast. De belangrijkste inzicht meditatie is de satipatthana training.

De vier fundamenten van indachtigheid komen voor in zowel in M010 als in D22, maar D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid is uitgebreider.

D22 wordt gezien als één van de allerbelangrijkste toespraken (sutta's), en dat is niet zonder reden. De Boeddha benadrukt namelijk zelf dat dit de enige weg is:

"Dit is de enige weg (ekayana), monniken, voor de zuivering van wezens, voor het overwinnen van verdriet en weeklagen, voor de vernietiging van lijden en smart, om het juiste pad[1] te bereiken, voor de verwezenlijking van Nibbana, namelijk, de vier fundamenten van indachtigheid (satipatthana)."

Aan het einde van de toespraak onderbouwt de Boeddha zijn belofte en verzekert hij ons dat door deze training succes verzekerd is. En hij heeft het over 'zeven jaar', maar de satipatthana meditatie is zó krachtig dat het resultaat ook in een week kan worden bereikt…

22. "Waarlijk, monniken, als iemand deze fundamenten van indachtigheid, op deze wijze, zeven jaar[2] zou beoefenen, dan kan hij één van deze twee resultaten verwachten: of heiligheid (arahatschap) in dit leven of, als er nog enige vorm van hechten aanwezig is, de staat van de niet-terugkerende (anagami)."

Deze 4 contemplaties moeten in de praktijk niet gezien worden als louter los van elkaar staande oefeningen, maar in tegenstelling hiervan, althans in vele gevallen en in het bijzonder in de meditatieve verdiepingen (jhana), als dingen die onafscheidelijk met elkaar verbonden zijn. Daarbij vormt de Maha Satipatthana Sutta een illustratie van een manier waarop deze 4 contemplaties met betrekking tot de 5 groepen van het bestaan (pañca kkhandha, zie pañca upadana kkhandha), geleidelijk aan gerealiseerd worden en uiteindelijk leiden naar het inzicht in de onpersoonlijkheid van elke bestaansvorm.

De instructies op deze pagina zijn gebaseerd op D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid. Raadpleeg de toespraak voor een gedetailleerde verhandeling omtrent alle onderwerpen van de satipatthana meditatie in de woorden van de Boeddha zelf, inclusief belangrijke eindnoten. Zoals op veel pagina's van STI, geeft de inhoudsopgave de structuur goed weer.

Algemene essentiële toelichting

In deze rubriek wordt verwezen naar de volgende aspecten die — zoals de naam aangeeft — algemeen en zeer essentieel zijn. Deze informatie is voor zowel beginners als gevorderden van groot belang. Het gaat om de volgende hoofdstukken:

Louter aandacht

Wat betekent het wanneer de Boeddha zegt: '(…) beschouwt hij intern het lichaam als een lichaam, of hij beschouwt extern het lichaam als een lichaam (…)'? (Dit zegt hij ook bij andere meditatie onderwerpen.)

Je leest het in Louter aandacht.

De drie algemene stadia

In inzicht meditatie zijn er altijd drie belangrijke stadia die elkaar stapsgewijs opvolgen en tot begrip oftewel wijsheid leiden. Het is aandacht schenken > zien > begrijpen. Of je nu mediteert op de ademhaling, op gevoelens, de staat van de geest of wat dan ook, deze aspecten vormen altijd de essentiële stadia in de ontwikkeling van inzicht.

Je leest het in De drie algemene stadia.

De Boeddha zei dat er zes dingen zijn die zelden in de wereld verschijnen. Het eerste dat hij opnoemde is het verschijnen van de Tathagata. Het tweede het verschijnen van iemand die de (ware) Leer onderwijst die door de Tathagata is verkondigd.

Als je inziet dat Sleutel tot Inzicht inderdaad de ware Leer is die door de Boeddha is verkondigd en niet iets anders, kan je dit bekrachtigen door zo nu en dan een donatie over te maken waardoor je de woorden van de Boeddha levendig houdt.

A06-096 — Zes zeldzaamheden

Hoe beoefen je satipatthana?

De 4 contemplaties bevatten verscheidene oefeningen. Deze worden in eerste instantie afzonderlijk getraind. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de beoefening van alle afzonderlijke satipatthana onderwerpen samensmelten zodat ze één krachtig instrument van gewaarzijn (vijañana) in het dagelijks leven vormen.

Ofschoon de meeste van de oefeningen ook elders in de boeddhistische geschriften verschijnen, zijn ze in de context van D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid hoofdzakelijk bedoeld voor indachtigheid en inzicht, zoals de Boeddha dat zegt in de zich steeds herhalende passage ter afsluiting van elke sectie van de toespraak.

De 4 contemplaties omvatten alle 5 groepen van het bestaan (pañca upadana kkhandha) omdat indachtigheid bedoeld is om de gehele persoonlijkheid te belichten. Vandaar dat voor de volledige ontwikkeling van indachtigheid, de oefening zich moet uitstrekken naar alle 4 de types van contemplatie. Echter, niet elke oefening die genoemd is als deze vier fundamenten, hoeft steeds beoefend te worden.

Je meditatie methodisch opbouwen

De ontwikkeling van totaal gewaarzijn (vijañana) dient opgebouwd te worden door steeds te kiezen voor één onderwerp. Na een tijdje — enkele dagen, een week — kies je een ander onderwerp waar je jezelf op gaat toeleggen. Door doelbewust steeds één onderwerp uit de satipatthana training te kiezen, raak je in dat ene specifieke onderwerp goed bedreven. Je wordt er 'een specialist' in zoals ook een vakbekwaam iemand zich gespecialiseerd heeft in één specifiek vakgebied. Je kunt immers maar één ding heel goed doen, zeker bij aanvang van de training.

Het doelbewust kiezen van één specifiek onderwerp is tevens belangrijk omdat dan het object van meditatie helder voor de geest komt. Langzaamaan zullen meerdere onderwerpen in je hart samensmelten zodat het totaal gewaarzijn ook echt kan ontwikkelen. Dit betekent dat de kracht van al die specifieke oefeningen samengebundeld worden tot één krachtig totaal gewaarzijn (vijañana).

Totaal gewaarzijn betekent dus dat je alles binnen de 5 groepen van het bestaan helder begrijpt. Dat is althans de bedoeling. En totaal objectief gewaarzijn is het helder gewaarzijn zonder de bemoeienis van 'ik', anders is het niet objectief. Vandaar dat Het zelf moet worden overwonnen. Door heel de sectie Inzicht meditatie heen wordt hier op eenvoudige wijze uitleg aan gegeven. Uiteraard ook middels de toespraken en de pagina's inzake de essentie van de boeddhistische Leer, want heel de Leer draait in het bijzonder om dat aspect. De Boeddha is immers de Leraar van de 'Leer van geen-zelf' (Anatta Vadi).

Het totale gebeuren

Bij aanvang van de oefening begin je met kleine stapjes. Beetje bij beetje raak je meer 'gespecialiseerd' in een bepaald onderwerp. Ook het aantal onderwerpen wordt langzaamaan uitgebreid waardoor je 'specialisme' een ruimer gebied zal bestrijken. Ons gewaarzijn wordt breder en dieper. We gaan steeds meer zien en begrijpen.

De training in de Indachtigheid van het lichaam — Kayanupassana, vooral de training in Indachtigheid omtrent de ademhaling — Anapana Sati, maakt je opmerkzamer en vormt een essentiële basis voor een betere concentratie in het algemeen zodat dit op meerdere fronten zijn vruchten zal afwerpen.

Omdat de aandacht is aangescherpt (fundament 1), je geleerd hebt gevoelens te beschouwen en weet hoe ze opkomen en weer vergaan (fundament 2), je geleerd hebt de staat van de geest te beschouwen (fundament 3), en je kennis van de Dhamma hebt (fundament 4), zullen veel toestanden — zowel in de interne- als in de externe wereld — sneller en helderder gezien en begrepen worden.

Bij de volgende voorbeelden gaat het er niet om of er iemand wel of niet op sterven ligt en ook niet of je wel of niet rookt, maar hoe indachtigheid in de praktijk werkt.

Stel dat je moeder of vader waar je heel veel van houdt, het vervelende bericht krijgt dat er een ongeneeslijke ziekte bij haar/hem is geconstateerd. Je begrijpt die toestand want je bent goed op de hoogte van de Dhamma, die kort samengevat is in fundament 4. Er is voor jou niets vreemds aan dat wezens die geboren worden ook moeten sterven. Want je bent 'gewekt', 'wakker geschud' door de Leraar. Niet meer ondergedompeld in het moeras van lijden. Daarom, wanneer jij het vervelende bericht waarneemt, begrijp je dat je in dat waarnemen niet vast moet grijpen. Want je begrijpt dat daardoor conditionering ontstaat waardoor het lijden in stand wordt gehouden. Je begrijpt dat er dan een gevoel ontstaat wat je heel verdrietig zal maken. Je weet hoe gevoelens werken, je begrijpt hun ware aard. Je begrijpt dat je de situatie daar niet beter op maakt, maar slechter. En allemaal doordat je jezelf door gevoelens op sleeptouw laat nemen vanwege het vastgrijpen in het waarnemen.

Maar een goede leerling, een echte dhammanuvatti, iemand die de Leer kent en beoefent, identificeert zich niet met de toestand, hij omarmt niets en hij duwt niets weg zodat hij kan openstaan voor alles wat er is. Vaak worden mensen boos al iemand sterft, maar een goede leerling is vol liefdevolle vriendelijkheid en mededogen. Want je begrijpt dat dat goed is voor degene die gaat sterven en goed is voor jezelf. Omdat je geest wijdt openstaat voor alles wat er is, kun je gebruik maken van de situatie om je inzicht uit te breiden. Totaal gewaarzijn betekent dat je al die fenomenen ziet en het totale gebeuren begrijpt.

De essentie is, dat je ziet dat er een reeks van reacties is. Een reeks van oorzaken en gevolgen. Een proces van opkomen (uppada) en vergaan (vaya) van fenomenen. Bij het zien en het begrijpen van dit proces wordt de keten van die reacties steeds wat doorgekapt waardoor conditionering afneemt. Het grootste voordeel is dat in het onderbewustzijn (bhavanga sota) de stroom van reacties eveneens geleidelijk aan wordt doorgekapt. Dit is hoe je een volledig einde aan lijden maakt.

Roken is een gewoonte. Wanneer je niet aandachtig bent, heb je al een sigaret in je mond voordat je het weet. Het is het niet aandachtig zijn waardoor we toestanden en situaties niet begrijpen. Door onoplettend te zijn houden we de gewoonte oftewel de conditionering in stand.

Stel dat je naar een sigaret verlangt. Iemand die geleerd heeft de staat van de geest te beschouwen (fundament 3) zal dat verlangen in de geest onmiddellijk zien en die staat begrijpen en weten: 'Dit is een zintuiglijk verlangen'.

Het beschouwen en zien van de staat van de geest, wordt ondersteund door de training in de ademhaling omdat dat (o.a.) de concentratie verbeterd. Het begrijpen (weten dat het een van de vijf hindernissen is) wordt ondersteund doordat je de Dhamma begrijpt (fundament 4).

Maar als je de staat van de geest mist en je dat verlangen niet ziet, is er ook nog een grote kans dat je je situatie ziet en begrijpt doordat je de posities van het lichaam gewaar bent (fundament 1). Bijvoorbeeld als je aandachtig bent als je naar je 'sigaretten fabriekje' loopt om er een te draaien, of als je indachtig bent wanneer je een sigaret handmatig draait, of een sigaret uit een pakje neemt of je hand naar je mond gaat en je een trekje neemt. In al die fysieke handelingen kun je zien en begrijpen wat er gaande is.

Ook hier is de essentie dat je de reeks van reacties ziet en begrijpt. En elke keer wanneer je er met heel je hart bij bent, kap je de reeks van reacties beetje bij beetje door. Zowel fysieke als mentale reacties. Zo worden gewoonte- en gedachtepatronen doorbroken. Zo wordt conditionering tegengegaan. Het gaat hier niet alleen om het stoppen van het roken, wat natuurlijk erg voordelig is. Het ultieme voordeel is dat reacties in het onderbewustzijn (bhavanga sota) doorbroken worden.

Zie jij de boodschap van de Boeddha en www.sleuteltotinzicht.nl ook als een waardevolle bijdrage voor jezelf, voor anderen, voor de hele maatschappij en voor de toekomst? Je kunt dit laten blijken door zo nu en dan een donatie over te maken. Elk bedrag wordt met dank ontvangen.

De satipatthana training is een onderdeel van het Pad

Alle afzonderlijke onderdelen van de satipatthana training versmelten met elkaar. En deze satipatthana training dient ook samen te gaan met de gelijktijdige ontwikkeling van het Edel Achtvoudige Pad (ariya atthangika magga). Vergeet nooit dat deze twee niet los van elkaar bestaan. Satipatthana is notabene de 7e factor van het Pad, juiste indachtigheid. Het Pad kan niet ontwikkeld worden zonder de satipatthana training, en de satipatthana training is niet volledig zonder de beoefening van het Pad.

Wat erg waardevol is, is dat je gaandeweg ook steeds beter de essentiële kern omtrent de zuivere Dhamma leert kennen, die onderbouwd is door de woorden van de Boeddha zelf.

De ademhaling als primaire oefening

Het is aan te bevelen om te starten met de oefening van de in- en uitademing omdat deze het meest eenvoudig is en de basis vormt voor de training in gewaarzijn (vijañana). Echter, voordat je start met de volledige satipatthana training, is het raadzaam om eerst de instructies in de rubriek Waar te beginnen met meditatie? te volgen. Dan weet je namelijk zeker dat je een goede basis legt voor de satipatthana training.

Nadat je de instructies onder Waar te beginnen met meditatie? hebt gevolgd, dient een methodische beoefening van deze satipatthana te worden gestart met één van de oefeningen uit de groep Indachtigheid van het lichaam — Kayanupassana die dienst zal doen als het primaire en vaak terugkerende onderwerp van meditatie. Van tijd tot tijd kun je uit deze groep dan een ander onderwerp kiezen.

Ten tijde van de Boeddha werd meteen begonnen met M118, maar de mensen toen waren veel meer vertrouwd met de Leer dan tegenwoordig. Vandaar het advies om eerst de instructies in de rubriek Waar te beginnen met meditatie? te volgen. Daarna kun je hier de draad opvatten.

In M118 — Anapanasati Sutta — De indachtigheid van ademen wordt aangetoond hoe de vier fundamenten van indachtigheid tot stand gebracht kunnen worden door de oefening van de in- en uitademing. Het is goed deze toespraak te bestuderen en een tijdje te oefenen voordat je overgaat naar de satipatthana methode.

De andere oefeningen van de groep en die van de andere contemplaties, zijn ervoor, om gecultiveerd te worden alleen wanneer de omstandigheden zich voordoen gedurende de meditatie en in de sleur van het dagelijkse leven waarmee meditatie altijd verweven is.

Na elke contemplatie laat de Boeddha (in D22) zien hoe dit uiteindelijk leidt tot inzicht-wijsheid (vipassana pañña). Raadpleeg Louter aandacht.

Indachtigheid van het lichaam — Kayanupassana

Raadpleeg ook de woorden van de Boeddha in D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid.

Indachtigheid omtrent de ademhaling — Anapana Sati

Opmerking

Vaak wordt dit geoefend door de bewegingen van de buik te volgen omdat men de term sabbakayapatisamvedi verkeerd interpreteert. Het woord 'kaya' wordt namelijk vaak in relatie gebracht met 'lichaam', maar in dit geval is dat niet juist. De Boeddha bedoelt hier de gehele beweging van de ademhaling. Zie sabbakayapatisamvedi.

Dit oefent men door de in- en uitgaande bewegingen van de ademhaling op te merken. Met je geest kijk je naar het inademen en het uitademen en word je je van tijd tot tijd veranderingen in het ademhalingsritme gewaar. Ademhalingen kunnen diep of oppervlakkig zijn, langzamer of sneller worden en volgen daarbij natuurlijke neigingen die op geen enkele manier beïnvloed dienen te worden. Het is belangrijk het lichaam recht en de geest alert te houden, terwijl je scherp oplet en je zo min mogelijk beweegt. Je moet gemakkelijk zitten, maar zonder achterover te leunen of te liggen, anders komt de slaap misschien tussenbeide. De handen moeten losjes in de schoot liggen en de ogen moeten gesloten zijn. Het lichaam moet in evenwicht en rechtop zijn, maar niet gespannen of stijf. Uitersten als stijfheid en slapheid moeten vermeden worden, want het boeddhisme bewandelt De middenweg. Aanwezigheid van geest is nu het thema en de aandacht moet op de in- en uitademing rusten. Telkens wanneer de geest afdwaalt of een willekeurige gedachte volgt, moet je dat onderkennen en terugkeren naar de in- en uitademing.

Om te volharden in het gewaarzijn van deze bewegingen zoals zij zich voordoen, kun je van elk stadium nota nemen door in de geest de op- en neergaande beweging steeds opmerkzaam te zijn zonder te denken 'in... uit... in... uit…', maar er alleen met niets anders dan met helderheid van geest ernaar te kijken. Het weten wat er is en wat er gebeurt, is genoeg. Je moet niet denken of in jezelf opzeggen wat je doet, maar er alleen maar passief naar kijken zodat alles wat er op dat moment is en gebeurt je volledig duidelijk wordt. Het opzeggen, het benoemen van wat er is, wordt wel dikwijls onderwezen, maar hierdoor breng je weer allerlei gedachtenprocessen en andere mentale associaties op gang waardoor je 'labels' gaat plakken. De gedachtenprocessen moeten juist tot rust komen zodat we objectiever kunnen kijken.

Indachtigheid komt neer op bij de tijd blijven. Het echte leven speelt zich niet af in het verleden of in de toekomst, maar alleen op dit moment. Bij alles wat je doet moet je leren bij de handeling te blijven, niet bij het idee of in je verbeelding. Tijdens deze oefening dien je te observeren wat langer duurt, de in- of uitademing, of welke van de twee duidelijker is, de in- of uitademing. Als je het niet duidelijk kunt zien, moet je zeer aandachtig blijven voor het ritmische proces van het ademhalen. Verder let je erop dat je lichaam recht blijft; voor de rest blijf je met je aandacht uitsluitend bij de ademhaling.

Naarmate men deze oefening onder de knie krijgt, ontspant het lichaam zich en wordt de ademhaling rustig. Je zult je heel vredig voelen en niet gestoord worden door gebeurtenissen in de geest of daarbuiten. Op zo'n moment heeft de geest geen behoefte aan noties van het zelf, ego, of de ziel. Er is geen gevoel van eigen activiteit, slechts een objectief gewaarzijn van voorbijgaande verschijnselen en de daarmee verband houdende toestanden. Nu kan men begrijpen hoe de gehele beweging van de ademhaling (sabbakayapatisamvedi) van moment tot moment plaatsvindt. Als men zich dit realiseert, ontstaat er kennis en openbaart inzicht het licht der waarheid. Met een dergelijk gewaarzijn kun je gelukkig en onafhankelijk leven in een wereld die ingewikkeld en in verwarring is. De tot volmaaktheid gekomen mens is het mooiste wezen van al; maar geïsoleerd in zijn persoonlijkheid en ego is hij een van de slechtste. In de gewone menselijke staat is er altijd de mogelijkheid en het vermogen om volmaaktheid te bereiken, maar als de kwaliteiten die daaraan inherent zijn niet beoefend worden, kan de mens gemakkelijk tot slechtere geestelijke en lichamelijke toestanden vervallen en een gevaar voor zichzelf en voor anderen worden. Je dient te allen tijde alle lichaamsbewegingen en houdingen met opmerkzaamheid uit te voeren en goed te begrijpen wat je elk moment doet.

Vipassana meditatie is veel objectiever dan de toevallige toeschouwer zou denken. Het idee van zelf, ego, of ik gaat bijgevolg verloren door het groeiende gewaarzijn van het 'hier en nu'. Onrustige bewegingen in lichaam en geest belemmeren je om objectief gewaar te zijn zodra je je van jezelf bewust bent, wanneer je ik belangrijk wordt. Zelfbewustzijn is een hinderpaal voor waar inzicht. Bovendien is het de functie van vipassana om helder en precies duidelijk te maken dat er nergens een onveranderd zelf of onveranderlijke ziel gevonden kan worden. Alle gebeurtenissen en dingen beïnvloeden elkaar, of hebben een onderling verband. Ontstaat het een, dan ontstaat het andere ook; of, zonder dit kan er dat óók niet zijn. Of, nog anders, het ene eindigt door het andere en zou anders niet afgelopen zijn. De boeddhist ziet dit als de regels van het bestaan en het niet-bestaan. Het idee van een tijdseenheid is louter een product van de geest, net zoals ideeën over een zelf of een ziel. Zij bestaan slechts totdat de uiteindelijke waarheid gerealiseerd wordt.

Het verbreiden van de ware Dhamma (en eraan meehelpen) is door de Boeddha aangetoond als het allerhoogste in de wereld. Steun a.u.b. dit werk door zo nu en dan een donatie over te maken. Jouw vrijgevigheid heeft een zeer gunstig effect op je. Vrijgevigheid (dana) is niet voor niets de basis oefening van het boeddhisme.

Extra aanbevelingen

In M118 — Anapanasati Sutta — De indachtigheid van ademen toont de Boeddha aan hoe de vier fundamenten van indachtigheid tot stand gebracht kunnen worden door de oefening van de in- en uitademing.

Een goede hulp bij het bestuderen van M118 en het beoefenen van de indachtigheid van de ademhaling, zie De anapana sati oefening.

De vier posities van het lichaam — Iriyapatha

Bij 'de vier posities van het lichaam', d.w.z. lopen, staan, zitten, liggen, moet je bijvoorbeeld zo gedetailleerd mogelijk aandacht schenken aan je bewegingen. Wat je in dit stadium nastreeft, is alles wat het lichaam doet goed te blijven begrijpen. Het doel hiervan is de aandacht goed te bepalen bij elke gebeurtenis die zich voordoet, maar er niet je fantasie bij te halen. Eén ding tegelijk is essentieel; het doel gaat verloren als men tijdens een bezigheid aan iets anders denkt. Het is belangrijk de notie van een wezenlijk 'ik' in verband met deze observaties te vermijden want niemand kan bewijzen dat er een 'ik' is die handelt. Waar is die onveranderlijke blijvende ik? Die is er niet, dus alle rede om 'ik' los te laten.

Overige meditatie onderwerpen van Indachtigheid van het lichaam — Kayanupassana

Opmerking De rubriek Indachtigheid van het lichaam — Kayanupassana in D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid, bevat ook nog de volgende meditatie onderwerpen:

  • De vier soorten van helder begrip — Catusampajañña
  • Het beschouwen van de walgelijkheden van het lichaam — Patikkulamanasikara
  • De beschouwing van de materiële elementen — Dhatumanasikara
  • Beschouwingen van de negen soorten lichamen — Navasivathikapabba

Raadpleeg ook de woorden van de Boeddha in D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid.

Indachtigheid van gevoelens — Vedananupassana

Raadpleeg ook de woorden van de Boeddha in D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid.

Leer meer over vedana.

Gevoelens nemen een erg belangrijke plaats in die de kwaliteit van het mentale gebied sterk beïnvloeden. Ze hebben een functie, maar als de geest niet correct functioneert, functioneren de gevoelens ook niet correct. Er bestaat dan de kans dat we door gevoelens overweldigd worden en dat ons leven door gevoelens wordt beheerst. Om dit te voorkomen is het belangrijk te weten hoe gevoelens ontstaan.

Eenvoudig gezegd zijn er drie soorten gevoelens: aangename, onaangename en neutrale gevoelens. Wanneer onze zintuigen krijgen wat ze begeren, ontstaat er een aangenaam gevoel; krijgen ze dat niet, dan ontstaat er een onaangenaam gevoel in de vorm van frustratie, teleurstelling, depressie of zelfs woede.

Om gevoelens de baas te worden, moet je leren om ernaar te kijken, net als een poortwachter die ziet welke mensen naar binnen gaan en welke mensen naar buiten gaan. Zodra er een aangenaam, onaangenaam of neutraal gevoel ontstaat, dien je het als zodanig te herkennen. Hoewel het object van meditatie de gevoelens zijn, is er niet een persoon die op zoek is naar een gevoel. Mediteer altijd zonder verwachtingen. Je moet leren om naar gevoelens te kijken en er verder niets mee te doen. Op den duur zul je met het oog van wijsheid zien, dat je slechts een stroom van gebeurtenissen gadeslaat, gebeurtenissen die opkomen en weer moeten vergaan. Dat is hun ware aard, net zoals de ademhaling. Alle gevoelens, alle verschijnselen moeten weer verdwijnen. Net zoals een streep op het wateroppervlak.

Elk soort gevoel (vedana) dient in de geest onderkend te worden zodra het opkomt. Wanneer je een gevoel van genot krijgt bijvoorbeeld, dient het onmiddellijk beschouwd te worden als: 'Dit is een gevoel van genot.' Zo dien je ook mentaal nota te nemen van onaangename gevoelens of neutrale gevoelens. Je moet proberen naar het gevoel te kijken, min of meer als een poortwachter die ziet hoe mensen in en uit gaan. Verder moet je observeren hoe het gevoel ontstond en hoe het voorbijging. Met oefening zul je waarlijk alle gevoelens beginnen te begrijpen, totdat het gemakkelijk wordt om ze in toom te houden en ze ervan te weerhouden de geest in beroering te brengen. Pas wanneer gevoelens ongemerkt komen aansluipen, lopen we gevaar erdoor overweldigd en misschien eraan onderworpen te worden, maar zodra we ze zien zoals ze zijn, heersen ze niet meer over ons. Dit leidt tot inzicht in gevoelens met het oog van wijsheid, waardoor ware kennis ontstaat. Hoewel gevoelens bestaan, gezien het feit dat ze opkomen en verdwijnen, is er in werkelijkheid geen zelf of ego dat voelt. Je zult je gewaar worden dat het — net zoals alle andere dingen — opkomende en verdwijnende verschijnselen zijn. Gebeurtenissen die komen en gaan; dat is hun ware aard.

Indachtigheid van de geest — Cittanupassana

Raadpleeg ook de woorden van de Boeddha in D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid.

Wanneer de geest in een staat (citta) van begeerte verkeert, moet je je dat gewaar zijn en ook wanneer die begeerte afwezig is. Op dezelfde wijze moet je objectief opmerken wanneer de geest in een toestand (citta) van haat, begoocheling of instabiliteit is, of juist niet en (na voldoende oefening) moet je de staat van vrijheid en onvrijheid van de geest opmerken. Het opkomen en verdwijnen van gedachten, emoties en sentimenten, of enige andere staat die invloed heeft op de geest, moet zorgvuldig opgemerkt, herkend en begrepen worden wanneer hij zich voordoet. Door alle toestanden van de geest te kennen, kom je tot het begrip: 'Er zijn alleen gedachten of denkprocessen, maar er is geen aanwijzing dat er een denker bestaat. Het denken ontstaat vanwege bepaalde voorwaarden (paccaya), bepaalde omstandigheden; wanneer de omstandigheden ophouden te bestaan, gebeurt dat ook met de gedachte en meer is het niet.'

Indien de geest op de juiste manier ontwikkeld wordt, brengt hij zegen en geluk tot stand, maar indien veronachtzaamd, komt hij eindeloos in moeilijkheden, want een wankele geest is zwak en ineffectief. Om deze redenen trainen verstandige mensen hun geest zo grondig als pikeurs hun paarden. De natuurlijke toestand van de geest zou zuiver zijn indien hij niet werd vervuild door zintuiglijke indrukken. Het oefenen van indachtigheid is bedoeld om verder bederf van de geest tegen te gaan en onzuiverheden die er tot dusver ingeslopen zijn te verwijderen. De geest die waarlijk geschoond is van hinderlijke geestestoestanden is als een heldere spiegel.

Indachtigheid van mentale objecten — Dhammanupassana

Raadpleeg ook de woorden van de Boeddha in D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid.

Zie jij de boodschap van de Boeddha ook als een groot geluk? De Boeddha is niet meer, maar als erfgenaam van de Dhamma kun je meehelpen om zijn missie voort te zetten door zo nu en dan te doneren. Ook hiermee betuig je respect aan de Boeddha.

Dhammanupassana bhavana betekent letterlijk: 'De ontwikkeling van indachtigheid van de (onderwerpen) van de Dhamma.'

Dhammanupassana is het vierde onderdeel van de satipatthana training. Dhammanupassana betekent het observeren van dingen zoals gedachten omtrent de Dhamma (cetasika dhamma): de hindernissen zoals kamacchanda, vyapada, etc. (nivarana), de aggregaten zoals rupa, vedana, etc. (khandha), de zintuigbases zoals oog, oor, etc. (ayatanadhamma), de factoren van verlichting zoals sati, dhamma vicaya, etc. (bojjhangadhamma), en de vier Edele Waarheden (cattari ariya sacca). Deze meditatie kan beschouwd worden als de moeilijkste in de satipatthana meditatie reeksen.

Indachtigheid van mentale objecten waardoor men de vier fundamenten van indachtigheid completeert, betekent het beschouwen van de gehele weg van verlichting die in de Leer van de Boeddha gegeven wordt. Om hem die mediteert te helpen inzien hoe hij naar lichaam en geest in elkaar steekt, benadrukt de Leer het bestuderen van de vijf volgende objecten van de geest; je die volledig gewaar zijn is het doel van de oefening en door ze goed te observeren en te overdenken zal je geest steeds beter de onderlinge relatie gaan begrijpen.

Hierna volgen de onderdelen in detail. 'Pariggaha' betekent 'het in delen bespiegelen'.

1. De hindernissen (nivarana pariggaha)

Aanvullende ondersteuning: zie Pañca nivarana — De vijf hindernissen.

De groep van de hindernissen. Er zijn vijf hindernissen die het pad naar Nibbana blokkeren. Het zijn: 1. zinnelijk verlangen (kamacchanda); 2. kwade wil (vyapada); 3. luiheid en traagheid (thina middha); 4. rusteloosheid en zorgelijkheid (uddhacca kukkucca); 5. sceptische twijfel (vicikiccha).

a. kamacchanda: zintuiglijke verlangens ontstaan door objecten als bevredigend zijnde te beschouwen. Men dient naar kamacchanda op de volgende vijf manieren te kijken:

  1. Als een zintuiglijk verlangen (kamacchanda) opkomt in de geest, de aanwezigheid ervan gewaar zijn.
  2. Als er geen zintuiglijk verlangen in de geest is, de afwezigheid ervan gewaar zijn.
  3. De manier gewaar zijn waarop een zintuiglijk verlangen dat tot nu toe nog niet in de geest is opgekomen, tot stand zal komen.
  4. De manier gewaar zijn waarop een zintuiglijk verlangen dat is opgekomen in de geest, zal ophouden te bestaan.
  5. De manier gewaar zijn waarop een zintuiglijk verlangen, dat niet meer in iemands geest bestaat, niet meer tot stand zal komen.

b. vyapada: kwade wil bezoedelt de geest en blokkeert de weg naar Nibbana. Men dient naar vyapada op de volgende vijf manieren te kijken:

  1. Als er kwade wil (vyapada) in de geest opkomt, de aanwezigheid ervan gewaar zijn.
  2. Als er geen kwade wil in de geest is, de afwezigheid ervan gewaar zijn.
  3. De manier gewaar zijn waarop kwade wil die tot nu toe nog niet in de geest is opgekomen, tot stand zal komen.
  4. De manier gewaar zijn waarop kwade wil die is opgekomen in de geest, zal ophouden te bestaan.
  5. De manier gewaar zijn waarop kwade wil die is opgehouden te bestaan in iemands geest, niet meer tot stand zal komen.

c. thina middha: luiheid en traagheid hebben hier vooral betrekking tot het mentale gebied. Thina middha moet bespiegeld worden op dezelfde vijf manieren die eerder bij kamacchanda en vyapada gegeven zijn.

d. uddhacca kukkucca: rusteloosheid en overbezorgdheid die in de geest ontstaat. Deze mentale agitatie is een blokkade voor kalmte, en een hindernis op het pad naar Nibbana. Ook deze hindernis moet op de vijf manieren bespiegeld worden die al eerder zijn genoemd.

e. vicikiccha: twijfel die verschijnt omtrent de volgende acht aspecten van de Leer, namelijk:

  1. Twijfel omtrent de Boeddha.
  2. Twijfel omtrent de Dhamma.
  3. Twijfel omtrent de Sangha.
  4. Twijfel omtrent de regels/training (sikkha).
  5. Twijfel omtrent iemands vorige leven.
  6. Twijfel omtrent iemands volgende leven.
  7. Twijfel omtrent iemands vorige én volgende levens.
  8. Twijfel omtrent de Leer van het afhankelijke ontstaan (paticcasamuppada).

Ook deze twijfels moeten bespiegeld worden op de vijf manieren die al eerder zijn genoemd. De bespiegeling van elke van deze vijf hindernissen (nivarana) in delen, wordt nivarana pariggaha genoemd.

Raadpleeg ook de woorden van de Boeddha in D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid.

2. De aggregaten (khandha pariggaha)

Aanvullende ondersteuning: zie Pañca upadana kkhandha — De vijf groepen van hechten.

De vijf groepen van hechten (ook wel 'aggregaten' of 'groepen van het bestaan') — lichamelijkheid, gevoelens, waarnemingen, mentale factoren en bewustzijn — zijn de groepen die zowel een wezen als het hele bestaan uitmaken. Zij bestaat uit:

  1. Het aggregaat van hechten aan vorm (rupa upadana kkhandha).
  2. Het aggregaat van hechten aan gevoelens (vedana upadana kkhandha).
  3. Het aggregaat van hechten aan waarnemingen (sañña upadana kkhandha).
  4. Het aggregaat van hechten aan mentale formaties (sankhara upadana kkhandha).
  5. Het aggregaat van hechten aan bewustzijn (viññana upadana kkhandha).

Men dient vorm (rupa) op de volgende manier te bespiegelen: "Vorm heeft een wereldse aard. Op deze manier is vorm in het bewustzijn gekomen. Vorm zal ook op deze manier weer verdwijnen." Dezelfde procedure dient men ook te volgen bij de bespiegeling van de andere aggregaten van hechten: gewaarwordingen of gevoelens (vedana), waarnemingen (sañña), mentale formaties (sankhara), en bewustzijn (viññana). Het doel van deze meditatie is om bevrijd te raken van iedere gehechtheid aangaande deze aggregaten, door hun vergankelijke natuur te beseffen, oftewel hun leegheid in te zien in het licht van de drie kenmerken (ti lakkhana) van het bestaan: vergankelijkheid, onbevredigende aard en instabiliteit of onwezenlijk karakter.

Raadpleeg ook de woorden van de Boeddha in D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid.

3. De zintuigsferen (ayatana pariggaha)

Aanvullende ondersteuning: zie Ayatana — De zintuigsferen.

Ayatana betekent zintuigbasis. Er zijn er twaalf in getal, en zij zijn in twee groepen ingedeeld — inwendige en uitwendige.

De zes inwendige zintuigbases (adhyatma ayatana) zijn:

  1. De basis van het oog (cakkhayatana).
  2. De basis van het oor (sotayatana).
  3. De basis van de neus (ghanayatana).
  4. De basis van de tong (jivhayatana).
  5. De basis van het lichaam (kayayatana).
  6. De basis van de geest (manayatana).

De zes uitwendige zintuigbases (bahir ayatana) zijn:

  1. De basis van vorm oftewel zichtbare objecten (rupayatana).
  2. De basis van geluid (saddayatana).
  3. De basis van reuk (gandhayatana).
  4. De basis van smaak (rasayatana).
  5. De basis van tastbare objecten (photthabbayatana).
  6. De basis van mentale objecten (dhammayatana).

Men dient elke zintuigbasis op de volgende vijf manieren te bespiegelen:

  1. Weten wat die zintuigbasis is.
  2. Weten hoe de zintuigbasis opgekomen is.
  3. Weten hoe de zintuigbasis die tot nu toe nog niet is opgekomen, tot stand komt.
  4. Weten hoe de zintuigbasis die opgekomen is, ophoudt te bestaan.
  5. Weten hoe de zintuigbasis die opgehouden heeft te bestaan, niet meer opkomt.

Wanneer je de beide werelden (de interne en de externe) gewaar bent, kun je de samenhang van dingen zien en zul je beseffen dat de innerlijke en uiterlijke wereld niet echt van elkaar gescheiden zijn. Innerlijk en uiterlijk worden dan niet langer meer als twee apart van elkaar bestaande verschijnselen gezien.

Steeds wanneer er een afhankelijkheid is — een vastgrijpen vanuit oude gewoontepatronen — in zien, horen, ruiken, proeven, aanraken en denken, zal het één een voorwaarde voor het andere zijn. Zo beïnvloeden de inwendige zintuigsferen elkaar onderling en worden ze steeds weer opnieuw geprikkeld door de uitwendige zintuigsferen. De controle over de zintuigen is allesbepalend van hoe wij in de wereld staan. Of we richting vrijheid gaan of vastgeketend blijven aan onze 'wereld'.

De inwendige en uitwendige zintuigsferen zijn geëvolueerd om ideeën en gedachten waar te nemen. Zonder deze zou het onmogelijk zijn te weten wat er in de wereld of in je eigen geest gebeurt. Dientengevolge raakt het contact tussen materie en geest verloren als een van deze om de een of andere reden niet meer functioneert.

Aangezien er zes zintuigen zijn waardoor contact plaats kan vinden, hebben we twaalf sferen waarin ze functioneren. Zes ervan zijn inwendig en zes uitwendig. De basis van het oog, oor, neus, tong, lichaam en de geest bevatten de zes inwendige sferen van de zintuigen. De zes soorten van objecten die hiermee corresponderen worden de uitwendige sferen van de zintuigen genoemd, in die zin dat ze de stimulans verschaffen die hun respectievelijke inwendige sferen prikkelen. Zichtbare vormen komen in contact met de basis van het oog, geluiden met het oor, geuren met de neus, smaken met de tong, voelbare dingen met het lichaam als basis voor contact terwijl gedachten of ideeën in de geest voelbaar zijn. Het resultaat van dit contact tussen de uitwendige en inwendige sferen van elk van de zintuigen is: zien, horen, ruiken, proeven, aanraken en denken. Het zijn deze die ons aan het levensrad binden met zijn onbevredigende vergankelijkheid en zelfzucht. Hierbij zijn inbegrepen ideeën over de ziel of verlangen naar het zelf, afkeer, begoocheling, verwaandheid, rusteloosheid en angst. Zij binden ons niet alleen aan deze wereld, maar ook aan de fijnstoffelijke wereld (rupavacara) en de onstoffelijke (arupavacara) wereld in een toestand van niet-bevrijding.

Extra aanbevelingen

In M149 — Maha Salayatanika Sutta — De grote toespraak over de zesvoudige basis, geeft de Boeddha uitgebreide instructies voor deze meditatie.

A03-061 — Tittha Sutta — Dwaalleren, met name de rubrieken De zes zintuigbases en De achttien mentale onderzoeken.

In A04-010 — Yoga Sutta — Banden onderwijst de Boeddha hoe banden ontstaan en hoe ze verbroken kunnen worden.

Raadpleeg ook de woorden van de Boeddha in D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid.

4. De factoren van verlichting (bojjhanga pariggaha)

Aanvullende ondersteuning: zie Satta sambojjhanga — De zeven factoren van verlichting.

Bij de beoefening van meditatie dient men elk van deze factoren van verlichting op de volgende vier manieren te bespiegelen:

  1. De aanwezigheid van een factor van verlichting (bojjhanga) op te merken, wanneer deze in je aanwezig is.
  2. De afwezigheid van een factor van verlichting op te merken, wanneer deze afwezig is.
  3. Weten hoe een factor van verlichting ontwikkeld kan worden wanneer deze niet in je aanwezig is.
  4. Weten hoe een factor van verlichting die in je aanwezig is, verder ontwikkeld kan worden.

Door de zeven factoren van verlichting op deze manier te bespiegelen, is het mogelijk ze verder te ontwikkelen, hetgeen iemand helpt om Nibbana vast en zeker te verwezenlijken.

Raadpleeg ook de woorden van de Boeddha in D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid.

5. De vier Edele Waarheden (cattari ariya sacca pariggaha)

Aanvullende ondersteuning: zie Cattari Ariya Sacca — De vier Edele Waarheden.

De groep van de Vier Edele Waarheden. Dit houdt in dat men zich de feiten realiseert aangaande de Vier Edele Waarheden (Cattari Ariya Sacca), namelijk: 1. dukkha; 2. samudaya; 3. nirodha; 4. magga.

a. dukkha: de waarheid van lijden. Overeenkomstig de Leer van de Boeddha is de gehele wereld voortdurend in verandering, en daarom vol van lijden. Alles glijdt van ons weg. De Boeddha heeft het pad gewezen om een einde aan dat lijden te maken. Er zijn dertien verschijningsvormen die het bestaan van dat lijden duidelijk zichtbaar maken:

  1. Geboorte is lijden (jati).
  2. Ouderdom is lijden (jara).
  3. Ziekte (vyadhi) is lijden.
  4. Dood is lijden (marana).
  5. Verdriet is lijden (soka).
  6. Weeklagen is lijden (parideva).
  7. Lichamelijke pijn is lijden (dukkha).
  8. Mentale pijn is lijden (domanassa).
  9. Wanhoop is lijden (upayasa).
  10. Verenigd zijn met (sampayoga) iets dat men niet lief heeft (appiyehi), is lijden.
  11. Gescheiden zijn (vippayoga) van iets dat men lief heeft (piyehi).
  12. Niet krijgen wat men verlangt is lijden (yampiccham nalabhati tam pi dukkam).
  13. Kortom (sankhittena), de vijf groepen van hechten (pañca upadana kkhandha), zijn lijden.

Lijden kan ook begrepen worden door het te bezien vanuit zeven aspecten, namelijk:

  1. Lijden ontstaat door de tastbare, gewone, alledaagse pijn (dukkha).
  2. Lijden ontstaat door het in bestaan komen en vergaan van geconditioneerde toestanden (sankhara dukkhata of sankhata dukkhata).
  3. Lijden ontstaat door verandering (viparinama dukkhata).
  4. Lijden ontstaat door lichamelijke en mentale kwalen, waarvan de oorzaken van ontstaan zijn verborgen (paticchanna dukkhata).
  5. Lijden ontstaat door vele beproevingen en wederwaardigheden, waarvan de oorzaken van ontstaan zichtbaar zijn (appaticchanna dukkhata).
  6. Lijden ontstaat door actuele pijn (dukkha dukkhata) (nippariyaya dukkhata) te voelen, zowel lichamelijk als mentaal.
  7. Lijden ontstaat door alle andere soorten van pijn dan dukkha dukkhata (pariyaya dukkhata).

De opsomming van deze zeven aspecten geeft aan hoe lijden ontstaat. Aldus moet men het lijden op verschillende manieren bespiegelen en het feit in acht nemen dat het een staat is die geconditioneerd is door oorzaak en gevolg. Op deze wijze dient men ernaar te streven om zich de ware natuur van lijden te realiseren. Zie ook dukkha.

b. samudaya: de waarheid van de oorzaak van lijden. Hier wordt de hunkering bedoeld welke de hoofdoorzaak van alle lijden is. Die hunkering is in oorsprong drievoudig: 1. hunkering naar zintuiglijke dingen (kama tanha); 2. hunkering naar continuïteit en worden (bhava tanha); 3. hunkering naar het idee dat er geen continuering en worden bestaat (vibhava tanha). Deze hunkering of begeerte is verder geclassificeerd in relatie tot de verscheidene zintuigobjecten:

  1. Begeerte naar vorm (rupa tanha).
  2. Begeerte naar geluid (sadda tanha).
  3. Begeerte naar geur (gandha tanha).
  4. Begeerte naar smaak (rasa tanha).
  5. Begeerte naar tastbare objecten (photthabba tanha).
  6. Begeerte naar mentale objecten (dhamma tanha).

c. nirodha: de waarheid van de opheffing van lijden. Dit behelst de volmaakte staat van Nibbana die men bereikt door de uitroeiing van alle bezoedelingen (asava's). Nirodha is tweevoudig, namelijk: het Nibbana verwezenlijken terwijl men dit leven voortzet (sopadisesa nibbana), en het Nibbana verwezenlijken op het moment van de dood (nirupadisesa nibbana).

d. magga: het pad. Met de term magga wordt het achtvoudige pad bedoeld, welke de enige weg is om Nibbana te verwezenlijken. Het pad bestaat uit:

  1. Juist begrip (samma ditthi).
  2. Juiste gedachten (samma sankappa).
  3. Juist spreken (samma vaca).
  4. Juiste handelingen (samma kammanta).
  5. Juist levensonderhoud (samma ajiva).
  6. Juiste inspanning (samma vayama).
  7. Juiste indachtigheid (samma sati).
  8. Juiste concentratie (samma samadhi).

Aanvullende ondersteuning: zie Ariya Atthangika Magga — Het Edel Achtvoudige Pad.

Elk van deze factoren moet apart genomen en bespiegeld worden en men dient ernaar te streven deze bedachtzaam te beoefenen in het dagelijkse leven. Iemand moet waakzaam zijn omtrent zijn gedachten en ernaar streven om zich van kwade gedachten te verlossen en om goede gedachten op te wekken (samma sankappa) door de training in juist begrip (samma ditthi). Vervolgens zal iemand in staat zijn, zijn lichaam, zijn spreken, en zijn denken te bedwingen, en door juiste contemplatie (samma samadhi) de geest te richten op de verwezenlijking van Nibbana.

Raadpleeg ook de woorden van de Boeddha in D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid.

Eindnoten

[1] Voor het 'juiste pad' zie ariya puggala.

[2] 'Zeven jaar' is niet letterlijk zeven jaar. In het Pali staat dit voor enkele jaren hetgeen er plusminus zeven kunnen zijn. Het kunnen er dus ook goed vijf of negen zijn. Verderop verklaart hij dat het resultaat zelfs in een week kan worden bereikt.

Document info
RegID FEpnd0Vxf3uWNby
Bijgewerkt 6 november 2023 07:30:27
Auteur Peter van LoosbroekAnanda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen