De indachtigheid van ademen

Anapanasati Sutta

Een uiteenzetting van zestien oefeningen omtrent de indachtigheid van ademen en de relatie van deze meditatie tot de vier fundamenten van indachtigheid en de zeven factoren van verlichting.

Aan het einde van een regentijdretraite (vassa), was de Boeddha zo tevreden met de vorderingen van de groep monniken die daar samengekomen was, dat hij hen aanmoedigde om hun retraite met één maand te verlengen. Op de vollemaansdag die het eind van deze vierde maand van deze retraite markeerde, presenteerde de Boeddha voor de eerste keer zijn beroemde instructies voor het indachtig zijn van de ademhaling.

Inhoudsopgave

Inleidende sectie

Monniken bereiken stadia van heiligheid

Een gift waardig

Edele personen

De 37 toebehoren voor verlichting

De vier verheven bewustzijnsstaten en inzicht

Indachtigheid van ademen

Indachtigheid van ademen omtrent het lichaam

Indachtigheid van ademen omtrent gevoelens

Indachtigheid van ademen omtrent de geest

Indachtigheid van ademen omtrent mentale objecten

De vervulling van de vier fundamenten van indachtigheid

Het lichaam

Gevoelens

De geest

Mentale objecten

De vervulling van de zeven factoren van verlichting

De vervulling van ware wijsheid en bevrijding

Noot[1]

Inleidende sectie

1. Aldus heb ik gehoord. Eens verbleef de Gezegende te Savatthi in het Oostelijk Park, in het Klooster van Migara's Moeder, tezamen met veel zeer goed bekende ouderlingen: de eerwaarde Sariputta, de eerwaarde Maha Moggallana, de eerwaarde Maha Kassapa, de eerwaarde Maha Kaccayana, de eerwaarde Maha Kotthita, de eerwaarde Maha Kappina, de eerwaarde Maha Cunda, de eerwaarde Anuruddha, de eerwaarde Revata, de eerwaarde Ananda en andere vooraanstaande ouderlingen.

Monniken bereiken stadia van heiligheid

Noot[2]

2. Toen, tijdens die gelegenheid, hadden de ouderlingen nieuwe monniken onderwezen en geïnstrueerd; sommige ouderlingen hadden tien nieuwe monniken onderwezen en geïnstrueerd, sommige ouderlingen hadden twintig (...) dertig (...) veertig (...) nieuwe monniken onderwezen en geïnstrueerd. En de nieuwe monniken, onderwezen en geïnstrueerd door de ouderlingen, hadden opeenvolgende stadia verworven van hoge graden.

3. Tijdens die gelegenheid — op de vijftiende Uposatha dag, de nacht van volle maan van de Pavarana ceremonie — was de Gezegende gezeten in de open lucht, omgeven door de Sangha van monniken. Toen hij de zwijgende Sangha van monniken overzag, sprak hij hen aan met de woorden:

4. "Monniken, ik ben tevreden met deze vooruitgang. Mijn geest is tevreden met deze vooruitgang. Wek nu nóg meer energie op om het niet-bereikte te bereiken, om het niet-verworvene te verwerven, om het niet-gerealiseerde te realiseren. Ik zal hier in Savatthi op de Komudi volle maan van de vierde maand wachten."

5. De monniken van het platteland hoorden: "De Gezegende zal daar in Savatthi op de Komudi volle maan van de vierde maand wachten." En de monniken van het platteland vertrokken te zijner tijd naar Savatthi om de Gezegende te zien.

6. En de ouderlingen onderwezen en instrueerden de nieuwe monniken nóg intensiever; sommige ouderlingen onderwezen en instrueerden tien nieuwe monniken, sommige ouderlingen onderwezen en instrueerden twintig (...) dertig (...) veertig (...) nieuwe monniken. En de nieuwe monniken, onderwezen en geïnstrueerd door de ouderlingen, hadden opeenvolgende stadia verworven van hoge graden.

Een gift waardig

7. Tijdens die gelegenheid — op de vijftiende Uposatha dag, de nacht van de Komudi volle maan van de vierde maand — was de Gezegende gezeten in de open lucht, omgeven door de Sangha van monniken. Toen hij de zwijgende Sangha van monniken overzag, sprak hij hen aan met de woorden:

8. "Monniken, deze bijeenkomst is vrij van onzinnig geklets (samphappalapa), deze bijeenkomst is vrij van gekakel. Zij bestaat puur uit kernhout. Zo is de Sangha van monniken, zo is de bijeenkomst. Zo'n bijeenkomst is gaven waardig, gastvrijheid waardig, offergaven waardig, respectvolle begroeting waardig, het is een onvergelijkbaar veld van verdiensten voor de wereld — zo is de Sangha van monniken, zo is deze bijeenkomst. Het is zulk een Sangha, dat een kleine gift die is gegeven, een grote gift wordt en een grote gift een nóg grotere — zo is de Sangha van monniken, zo is deze bijeenkomst. Zulk een bijeenkomst is zeldzaam voor de wereld om te zien — zo is de Sangha van monniken, zo is deze bijeenkomst. Zulk een bijeenkomst, welke waard is om vele mijlen met een reistas voor te reizen — zo is de Sangha van monniken, zo is deze bijeenkomst."

Edele personen

Noot[3]

9. "In deze Sangha van monniken, zijn er monniken, die arahats zijn met de bezoedelingen (asava's) vernietigd, die het heilige leven hebben geleefd, die gedaan hebben wat gedaan moest worden, die de ballast neergelegd hebben, die het ware doel bereikt hebben, die de banden (saññojana ) van het bestaan vernietigd hebben en die volkomen bevrijd zijn door perfecte wijsheid — zulke monniken zijn er in deze Sangha van monniken[4]."

10. "In deze Sangha van monniken, zijn er monniken die, met de vernietiging van de vijf lagere banden (orambhagiya saññojana), als gevolg daarvan spontaan verschijnen (in de Zuivere Verblijven, Suddhavasa) en van daaruit het uiteindelijke Nibbana bereiken zonder ooit nog naar die wereld terug te keren — zulke monniken zijn er in deze Sangha van monniken[5]."

11. "In deze Sangha van monniken, zijn er monniken die — met de vernietiging van de drie banden en met de reducering van hartstocht (raga), haat (dosa) en begoocheling (moha) — eenmaal terugkerenden zijn, die nog éénmaal naar deze wereld terugkeren om een einde aan lijden te maken — zulke monniken zijn er in deze Sangha van monniken[6]."

12. "In deze Sangha van monniken, zijn er monniken die, met de vernietiging van de drie banden (saññojana), in de stroom getredenen zijn, die niet langer onderhevig aan verdoemenis zijn, die op weg (naar bevrijding) zijn, die bestemd voor verlichting zijn — zulke monniken zijn er in deze Sangha van monniken[7]."

De 37 toebehoren voor verlichting

13. "In deze Sangha van monniken, zijn er monniken die toegewijd zijn aan de ontwikkeling van de vier fundamenten van indachtigheid (satipatthana) — zulke monniken zijn er in deze Sangha van monniken. In deze Sangha van monniken, zijn er monniken die toegewijd zijn aan de ontwikkeling van de vier juiste vormen van inspanningen (samma padhana) (...) de vier bases voor spirituele krachten (iddhi pada) (...) van de vijf vermogens (indriya) (...) van de vijf krachten (bala) (...) van de zeven factoren van verlichting (satta sambojjhanga) (...) van het Edel Achtvoudige Pad (ariya atthangika magga) — zulke monniken zijn er in deze Sangha van monniken[8]."

De vier verheven bewustzijnsstaten en inzicht

14. "In deze Sangha van monniken, zijn er monniken die toegewijd zijn aan de ontwikkeling van liefdevolle vriendelijkheid (metta) (...) van mededogen (karuna) (...) van meelevende vreugde (mudita) (...) van gelijkmoedigheid (upekkha) (...) van de meditatie op onreinheid (asubha) (...) van de waarneming van vergankelijkheid (anicca sañña) — zulke monniken zijn er in deze Sangha van monniken. In deze Sangha van monniken, zijn er monniken die toegewijd zijn aan de ontwikkeling van de indachtigheid van ademen (anapana sati)."

Indachtigheid van ademen

15. "Monniken, wanneer de indachtigheid van ademen ontwikkeld en gecultiveerd is, is het van grote vrucht en van groot voordeel. Wanneer de indachtigheid van ademen ontwikkeld en gecultiveerd is, vervult het de vier fundamenten van indachtigheid (satipatthana). Wanneer de vier fundamenten van indachtigheid ontwikkeld en gecultiveerd zijn, vervullen zij de zeven factoren van verlichting (satta sambojjhanga). Wanneer de zeven factoren van verlichting ontwikkeld en gecultiveerd zijn, vervullen zij perfecte wijsheid (pañña) en bevrijding (vimutti)."

16. "En hoe, monniken, wordt de indachtigheid van ademen ontwikkeld en gecultiveerd, zodat het van grote vrucht en van groot voordeel is?"

17. "Hierin, monniken, zit een monnik neer[9] die naar het woud is gegaan, naar de voet van een boom, of naar een lege ruimte, buigt zijn benen kruiselings[10] in zijn schoot, houdt zijn lichaam rechtop en wekt indachtigheid op recht voor hem."

Indachtigheid van ademen omtrent het lichaam

18. "Indachtig (sato) ademt hij in, en indachtig ademt hij uit. Wanneer hij lang inademt[11], dan weet[12] hij: 'Ik adem lang in'; wanneer hij lang uitademt, dan weet hij: 'Ik adem lang uit'; wanneer hij kort inademt, dan weet hij: 'Ik adem kort in'; wanneer hij kort uitademt, dan weet hij: 'Ik adem kort uit.' — Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en het hele (adem)lichaam (sabbakayapatisamvedi) ervaren'. Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en het hele (adem)lichaam ervaren'. Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en de activiteit van de formatie van het (adem)lichaam kalmeren (passambhayam kayasamkharam)'. Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en de activiteit van het (adem)lichaam kalmeren.'"

Indachtigheid van ademen omtrent gevoelens

19. "Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en vreugde (piti) ervaren[13].' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en vreugde ervaren.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en geluk (sukha) ervaren.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en geluk ervaren.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en de mentale formatie (citta sankhara) ervaren.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en de mentale formatie ervaren.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en de mentale formatie kalmeren.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en de mentale formatie kalmeren[14].'"

Indachtigheid van ademen omtrent de geest

20. "Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en de geest (citta) ervaren.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en de geest ervaren.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en de geest verblijden.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en de geest verblijden.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en de geest concentreren.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en de geest concentreren.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en de geest bevrijden.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en de geest bevrijden[15].'"

Indachtigheid van ademen omtrent mentale objecten

21. "Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en vergankelijkheid beschouwen (aniccanupassana).' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en vergankelijkheid beschouwen.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en onthechting beschouwen (viraganupassana).' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en onthechting beschouwen.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en de uitblussing beschouwen (nirodhanupassana).' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en de uitblussing beschouwen.' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal inademen en het opgeven beschouwen (patinissagganupassana).' Zo traint hij zichzelf: 'Ik zal uitademen en het opgeven beschouwen[16].'"

22. "Monniken, dit is hoe de indachtigheid van ademen ontwikkeld en gecultiveerd wordt, zodat het van grote vrucht en van groot voordeel is."

De vervulling van de vier fundamenten van indachtigheid

Noot[17]

23. "En hoe, monniken, vervult de indachtigheid van ademen, wanneer die ontwikkeld en gecultiveerd is, de vier fundamenten van indachtigheid?"

Het lichaam

24. "Monniken, tijdens welke gelegenheid dan ook een monnik lang inademt, en hij weet: 'Ik adem lang in'; wanneer hij lang uitademt, en hij weet: 'Ik adem lang uit'; wanneer hij kort inademt, en hij weet: 'Ik adem kort in'; wanneer hij kort uitademt, en hij weet: 'Ik adem kort uit', zich aldus traint: 'Ik zal inademen en het hele (adem)lichaam ervaren', zich aldus traint: 'Ik zal uitademen en het hele (adem)lichaam ervaren', zich aldus traint: 'Ik zal inademen en de activiteit van de formatie van het (adem)lichaam kalmeren', zich aldus traint: 'Ik zal uitademen en de activiteit van de formatie van het (adem)lichaam kalmeren' — tijdens die gelegenheid verblijft (viharati) een monnik terwijl hij het lichaam beschouwt als een lichaam. Hij doet dat ijverig (atapi), met helder begrip (sampajañña) en indachtig (satima), terwijl hij (tijdelijk)[18] begeerte (abhijjha) en smart (domanassa) in deze wereld (loke) (van het lichaam) opgeeft. Ik zeg, dat dit een lichaam is onder de lichamen, namelijk, de inademing en de uitademing[19]. Dat is waarom tijdens die gelegenheid een monnik verblijft terwijl hij het lichaam beschouwt als een lichaam. Hij doet dat ijverig, met helder begrip en indachtig, terwijl hij (tijdelijk) begeerte en smart in deze wereld (van het lichaam) opgeeft."

Gevoelens

25. "Monniken, tijdens welke gelegenheid dan ook een monnik aldus traint: 'Ik zal inademen en vreugde (piti) ervaren'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en vreugde ervaren'; aldus traint: 'Ik zal inademen en geluk (sukha) ervaren'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en geluk ervaren'; aldus traint: 'Ik zal inademen en de mentale formatie ervaren'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en de mentale formatie ervaren'; aldus traint: 'Ik zal inademen en de mentale formatie kalmeren'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en de mentale formatie kalmeren' — tijdens die gelegenheid verblijft (viharati) een monnik terwijl hij gevoelens beschouwt als gevoelens. Hij doet dat ijverig, met helder begrip en indachtig, terwijl hij (tijdelijk) begeerte en smart in deze wereld (van gevoelens) opgeeft. Ik zeg, dat dit een zeker gevoel is onder de gevoelens, namelijk het diep aandacht schenken (sadhuka manasikara) aan de inademing en de uitademing. Dat is waarom tijdens die gelegenheid een monnik verblijft terwijl hij gevoelens beschouwt als gevoelens. Hij doet dat ijverig, met helder begrip en indachtig, terwijl hij (tijdelijk) begeerte en smart in deze wereld (van gevoelens) opgeeft.[20]."

De geest

26. "Monniken, tijdens welke gelegenheid dan ook een monnik aldus traint: 'Ik zal inademen en de geest ervaren'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en de geest ervaren'; aldus traint: 'Ik zal inademen en de geest verblijden'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en de geest verblijden'; aldus traint: 'Ik zal inademen en de geest concentreren'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en de geest concentreren'; aldus traint: 'Ik zal inademen en de geest bevrijden'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en de geest bevrijden' — tijdens die gelegenheid verblijft een monnik terwijl hij de geest beschouwt als de geest. Hij doet dat ijverig, met helder begrip en indachtig, terwijl hij (tijdelijk) begeerte en smart in deze wereld (van de geest) opgeeft. Ik zeg niet, dat de ontwikkeling van de indachtigheid van ademen voor iemand is die vergeetachtig is, die niet van helder begrip is. Dat is waarom tijdens die gelegenheid een monnik verblijft terwijl hij de geest beschouwt als de geest. Hij doet dat ijverig, met helder begrip en indachtig, terwijl hij (tijdelijk) begeerte en smart in deze wereld (van de geest) opgeeft."

Mentale objecten

27. "Monniken, tijdens welke gelegenheid dan ook een monnik aldus traint: 'Ik zal inademen en vergankelijkheid beschouwen (aniccanupassana)'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en vergankelijkheid beschouwen'; aldus traint: 'Ik zal inademen en onthechting beschouwen (viraganupassana)'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en onthechting beschouwen'; aldus traint: 'Ik zal inademen en de uitblussing beschouwen (nirodhanupassana)'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en de uitblussing beschouwen'; aldus traint: 'Ik zal inademen en het opgeven beschouwen (patinissagganupassana)'; aldus traint: 'Ik zal uitademen en het opgeven beschouwen' — tijdens die gelegenheid verblijft een monnik terwijl hij mentale objecten beschouwt als mentale objecten. Hij doet dat ijverig, met helder begrip en indachtig, terwijl hij (tijdelijk) begeerte en smart in deze wereld (van de geest) opgeeft. Nadat hij met wijsheid het uitrukken van begeerte en verdriet gezien heeft, kijkt hij nauwgezet met gelijkmoedigheid (upekkha). Dat is waarom tijdens die gelegenheid een monnik verblijft terwijl hij mentale objecten beschouwt als mentale objecten, ijverig, met helder begrip en indachtig. Hij doet dat ijverig, met helder begrip en indachtig, terwijl hij (tijdelijk) begeerte en smart in deze wereld (van mentale objecten) opgeeft[21]."

28. "Monniken, dit is hoe de indachtigheid van ademen, wanneer die ontwikkeld en gecultiveerd is, de vier fundamenten van indachtigheid vervult."

De vervulling van de zeven factoren van verlichting

29. "En hoe, monniken, vervullen de vier fundamenten van indachtigheid, wanneer die ontwikkeld en gecultiveerd zijn, de zeven factoren van verlichting?"

Noot[22]

30. "Monniken, tijdens welke gelegenheid dan ook een monnik het lichaam beschouwt als het lichaam, en wanneer hij dat ijverig doet, met helder begrip en indachtig, terwijl hij (tijdelijk) begeerte en smart in deze wereld (van het lichaam) opgeeft — is tijdens die gelegenheid aanhoudende indachtigheid in hem gevestigd. Tijdens welke gelegenheid dan ook aanhoudende indachtigheid in een monnik gevestigd is — is tijdens die gelegenheid de verlichtingsfactor indachtigheid (sati sambojjhanga) in hem opgewekt, en hij ontwikkelt haar, en door die ontwikkeling komt zij in hem tot volle wasdom."

31. "Terwijl hij aldus indachtig verblijft (viharati), spoort hij na en onderzoekt hij een staat (een fenomeen) met wijsheid en legt zich toe op een diepgaand onderzoek daarin. Tijdens welke gelegenheid dan ook, terwijl hij aldus indachtig verblijft, een monnik een staat met wijsheid naspoort en onderzoekt en zich toelegt op een diepgaand onderzoek daaromtrent — is tijdens die gelegenheid de verlichtingsfactor 'onderzoek naar staten' (dhamma vicaya sambojjhanga) in hem opgewekt, en hij ontwikkelt haar, en door die ontwikkeling komt zij in hem tot volle wasdom."

32. "In iemand die een staat met wijsheid naspoort, onderzoekt en zich toelegt op een diepgaand onderzoek daarin, is onvermoeibare energie opgewekt. Tijdens welke gelegenheid dan ook onvermoeibare energie in een monnik is opgewekt die een staat met wijsheid naspoort en onderzoekt en zich toelegt op een diepgaand onderzoek daarin — is tijdens die gelegenheid de verlichtingsfactor energie (viriya sambojjhanga) in hem opgewekt, en hij ontwikkelt haar, en door die ontwikkeling komt zij in hem tot volle wasdom."

33. "In iemand bij wie energie is opgewekt, ontstaat niet-wereldse (niramisa) vreugde. Tijdens welke gelegenheid dan ook er niet-wereldse vreugde in een monnik ontstaat die energie opgewekt heeft — is tijdens die gelegenheid de verlichtingsfactor vreugde (piti sambojjhanga) in hem opgewekt, en hij ontwikkelt haar, en door die ontwikkeling komt zij in hem tot volle wasdom."

34. "Bij iemand die vreugdevol is, wordt het lichaam en de geest kalm. Tijdens welke gelegenheid dan ook het lichaam en de geest van een monnik die vreugdevol is, kalm geworden zijn — is tijdens die gelegenheid de verlichtingsfactor kalmte (passaddhi sambojjhanga) in hem opgewekt, en hij ontwikkelt haar, en door die ontwikkeling komt zij in hem tot volle wasdom."

35. "In iemand wiens lichaam kalm is en wie geluk[23] voelt, concentreert zich de geest. Tijdens welke gelegenheid dan ook de geest tot concentratie komt in een monnik wiens lichaam kalm is en wie geluk voelt — is tijdens die gelegenheid de verlichtingsfactor concentratie (samadhi sambojjhanga) in hem opgewekt, en hij ontwikkelt haar, en door die ontwikkeling komt zij in hem tot volle wasdom."

36. "Hij kijkt nauwgezet met gelijkmoedigheid naar de geest die op die wijze geconcentreerd is. Tijdens welke gelegenheid dan ook een monnik nauwgezet naar de geest kijkt met gelijkmoedigheid die op die wijze geconcentreerd is — is tijdens die gelegenheid de verlichtingsfactor gelijkmoedigheid (upekkha sambojjhanga) in hem opgewekt, en hij ontwikkelt haar, en door die ontwikkeling komt zij in hem tot volle wasdom."

37. "Monniken, tijdens welke gelegenheid dan ook een monnik verblijft (viharati) terwijl hij gevoelens beschouwt als gevoelens, en wanneer hij dat ijverig doet, met helder begrip en indachtig, terwijl hij (tijdelijk) begeerte en smart in deze wereld (van gevoelens) opgeeft (...) (herhaal zoals bij §30-36) (...) is de verlichtingsfactor gelijkmoedigheid upekkha sambojjhanga in hem opgewekt, en hij ontwikkelt haar, en door die ontwikkeling komt zij in hem tot volle wasdom."

38. "Monniken, tijdens welke gelegenheid dan ook een monnik verblijft terwijl hij de geest beschouwt als de geest, ijverig, met helder begrip en indachtig, en wanneer hij dat ijverig doet, met helder begrip en indachtig, terwijl hij (tijdelijk) begeerte en smart in deze wereld (van de geest) opgeeft (...) (herhaal zoals bij §30-36) (...) is de verlichtingsfactor gelijkmoedigheid (upekkha sambojjhanga) in hem opgewekt, en hij ontwikkelt haar, en door die ontwikkeling komt zij in hem tot volle wasdom."

39. "Monniken, tijdens welke gelegenheid dan ook een monnik verblijft terwijl hij mentale objecten beschouwt als mentale objecten, ijverig, met helder begrip en indachtig, en wanneer hij dat ijverig doet, met helder begrip en indachtig, terwijl hij (tijdelijk) begeerte en smart in deze wereld (van mentale) opgeeft (...) (herhaal zoals bij §30-36) (...) is de verlichtingsfactor gelijkmoedigheid (upekkha sambojjhanga) in hem opgewekt, en hij ontwikkelt haar, en door die ontwikkeling komt zij in hem tot volle wasdom."

40. "Monniken, dit is hoe de vier fundamenten van indachtigheid, wanneer die ontwikkeld en gecultiveerd zijn, de zeven factoren van verlichting vervullen."

De vervulling van ware wijsheid en bevrijding

41. "En hoe, monniken, vervullen de zeven factoren van verlichting, wanneer die ontwikkeld en gecultiveerd zijn, ware wijsheid en bevrijding?"

42. "Hier, monniken, ontwikkelt een monnik de verlichtingsfactor indachtigheid, hetgeen ondersteund wordt door afzondering, hartstochtloosheid, opheffing, en tot rijping komt in het opgeven. Hij ontwikkelt de verlichtingsfactor 'onderzoek naar staten' (...) de verlichtingsfactor energie (...) de verlichtingsfactor vreugde (...) de verlichtingsfactor kalmte (...) de verlichtingsfactor concentratie (...) de verlichtingsfactor gelijkmoedigheid, hetgeen ondersteund wordt door afzondering, hartstochtloosheid, opheffing, en tot rijping komt in het opgeven.

43. "Monniken, dit is hoe de zeven factoren van verlichting, wanneer die ontwikkeld en gecultiveerd zijn, ware wijsheid en bevrijding vervullen[24]."

Dat is wat de Gezegende zei. De monniken waren tevreden en verheugden zich in de woorden van de Gezegende.

Eindnoten

[1] Een goede hulp bij het bestuderen van M118 en het beoefenen van de indachtigheid van de ademhaling, zie De anapana sati oefening.

[2] Voor de stadia van heiligheid, zie ariya puggala.

[3] Voor meer over de edele personen, zie ariya puggala.

[4] Hier benoemt de Boeddha de staat van de arahat.

[5] De staat van anagami.

[6] De staat van sakadagami.

[7] De staat van sotapanna.

[8] In deze alinea noemt de Boeddha de bodhipakkhiya dhamma, de 37 'toebehoren voor verlichting', of 'benodigdheden voor verlichting'.

[9] Soms zegt de Boeddha: 'zit een monnik neer'; een andere keer 'tijdens welke gelegenheid dan ook'. Zie Neerzitten en dagelijkse activiteiten.

[10] Zie De houding in meditatie.

[11] Zie De manier van ademen.

[12] Zie In meditatie niet benoemen.

[13] Iemand ervaart vreugde (piti) op twee manieren: 1. door het verwerven van de twee lagere jhana's waarin vreugde aanwezig is, ervaart iemand vreugde in de vorm van kalmte; 2. door boven die jhana uit te stijgen en te mediteren op die vreugde als onderwerp van vernietiging of afnemen (khayanupassana), ervaart iemand vreugde in de vorm van inzicht.

[14] Dezelfde manier van uitleg zoals voor de passage m.b.t. vreugde (piti) is van toepassing op de tweede passage (m.b.t. geluk) en derde passage (m.b.t. de mentale formatie), met inachtneming dat de tweede passage (geluk) de drie lagere jhana's omvat en de derde passage (de mentale formatie) alle vier de jhana's.

De mentale formatie staat voor waarneming (sañña) en gevoel (vedana) (zie M044.14), die gekalmeerd wordt door de ontwikkeling van opeenvolgende hogere niveaus (jhana's) van kalmte en inzicht.

[15] 'De geest ervaren' moet in de zin van de vier jhana's verstaan worden. 'De geest verblijden' is verklaard hetzij als de verwerving van de twee jhana's waarin vreugde (piti) is, of als het doorzien van die jhana's met inzicht als onderwerp tot vernietiging of afnemen, etc. 'De geest concentreren' verwijst hetzij naar de concentratie die betrekking heeft op de jhana, of naar de tijdelijke concentratie die samen met inzicht ontstaat. 'De geest bevrijden' betekent haar bevrijden van hindernissen (pañca nivarana) en grovere jhana factoren door opeenvolgende hogere niveaus van concentratie, en van de herkenbare verdraaiingen (vipallasa) door middel van inzicht-wijsheid (vipassana pañña).

[16] Voor deze meditatie onderwerpen, zie de 18 soorten van inzicht-kennis onder vipassana.

[17] Zie ook D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid.

[18] Het tijdelijk opgeven van begeerte (abhijjha) en smart (domanassa) op het moment van meditatie. Strikt gesproken betekent dit dat je er bij het verwerven van de jhana's (meditatieve verdiepingen), d.m.v. concentratie tijdelijk vrij van bent. Bij het bereiken van arahatschap zijn deze hoedanigheden totaal uitgeroeid.

[19] MA: De in- en uitademing moet aangemerkt worden als het lucht- of windelement (vayo dhatu), een van de vier elementen die het lichaam bepalen. Het behoort ook tot de basis van tastbare dingen (photthabba) onder de lichamelijke fenomenen (omdat het object van aandacht de gewaarwording van aanraken is wanneer de adem de neus binnenkomt en weer verlaat).

[20] MA legt uit dat diepe aandacht schenken (sadhuka manasikara) op zich niet echt voelen is, maar als zodanig alleen figuurlijk wordt genoemd. In de tweede groep van vier is het eigenlijke gevoel het geluk dat in de tweede zin wordt genoemd en ook het gevoel dat wordt omvat door de uitdrukking 'mentale formatie' in de derde en vierde zin.

[21] MA: begeerte en verdriet duidt op de eerste twee hindernissen, namelijk zintuiglijk verlangen (kamacchanda) en kwade wil (vyapada) en vertegenwoordigen dus de contemplatie van mentale objecten (in de satipatthana methode) die begint met de vijf hindernissen (pañca nivarana). De monnik ziet het verlaten van de hindernissen vanwege de contemplatie van vergankelijkheid, onthechting, ophouden en opgeven, en komt zo tot het met gelijkmoedigheid (upekkha) kijken naar het object.

[22] Volg de links van de verlichtingsfactoren voor meer informatie.

[23] Hier wordt het woord geluk (sukha) gebruikt i.p.v. vreugde (piti). Maar het is de verlichtingsfactor piti die de voorwaarde is voor het geluk dat men ervaart.

[24] MA vermeldt dat de indachtigheid die het ademen omvat, werelds is; de wereldse indachtigheid van ademen perfectioneert de wereldse fundamenten van indachtigheid; de wereldse fundamenten van indachtigheid perfectioneren de bovenwereldse factoren van verlichting; en de bovenwereldse factoren van verlichting perfectioneren (of vervullen) ware wijsheid en bevrijding, dat wil zeggen, de vruchten (de zegeningen) en Nibbana.

Document info
RegID M118
Bijgewerkt 9 januari 2022 11:21:11
Auteur Peter van Loosbroek — Ananda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen