In meditatie niet benoemen

Een vaak voorkomende fout is het 'benoemen' van dingen of gebeurtenissen tijdens meditatie. Leer waarom dit een verkeerde methode is en wat de Boeddha werkelijk hieromtrent onderwijst.

Inhoudsopgave

De stroom van zelfbewustzijn een halt toe roepen

Wat zijn de instructies van de Boeddha?

Geen ideeën van ik

Meer algemene toelichting

De stroom van zelfbewustzijn een halt toe roepen

In de westerse psychologie onderwijst men vaak het 'benoemen' van wat er is, wat je doet, of wat je ervaart. Maar door het benoemen van situaties of fenomenen worden er denkprocessen op gang gebracht; we gaan dan 'labels plakken' waardoor we steeds meer in termen gaan denken en het risico lopen er in te blijven steken. Dit levert vaak een ongegrond vooroordeel op, hetgeen je belet de dingen te zien zoals ze werkelijk zijn. Dat is omdat het label dat geplakt wordt in overeenstemming is met ons eigen persoonlijk idee dat we er erop nahouden. Het plakken van labels, 'dingen erbij maken' etc., is wat we 'toename' (papañca) noemen. Ideeën die gekleurd zijn door gevoelens en waarnemingen. Dit bouwt een eigen wereld op, een 'ik' wereld, een persoonlijke zienswijze vol vastgeroeste opvattingen. Het bos van ideeën creëert een grote verdeeldheid tussen de mens en de realiteit. Op die manier zal ons denken ontaarden in een verdeelde geest die veel moeilijkheden zal ondervinden. De Boeddha heeft er keer op keer op gewezen dat het van groot belang is vrij te zijn van ideeën en opvattingen om te ontwaken tot de realiteit.

Ook sommige boeddhisten (zelfs monniken) die meditatielessen verzorgen onderwijzen het 'benoemen'. Dit kan alleen doordat er slechts een idee is dat 'het benoemen' de manier is, zonder dat de ware betekenis erachter begrepen is. Zoals gezegd onderwijst de Boeddha dit ook helemaal niet zoals we zo meteen zullen zien.

Wat essentieel is, is dat we van de ideeën van 'ik' af moeten (attanuditthimuhacca), want hierdoor houden we een 'zelfbewustzijn' in stand. Dit zelfbewustzijn is een ware dwarsligger om objectief gewaar (vijañana) te zijn en daarom is dit een hindernis op ons pad naar ware vrijheid. Dit zelfbewustzijn houden we vooral in stand door het benoemen van dingen, door er iets mee te doen, iets van te maken.

Zonder dingen of gebeurtenissen te benoemen, kun je gewoon weten wat er is. Het louter ervaren van wat er is, is essentieel. Niet alleen verbaal, maar ook geestelijk moet er zwijgen zijn om objectief gewaar te kunnen zijn. In ware meditatie moeten gedachteprocessen juist tot rust komen teneinde de stroom van het zelfbewustzijn een halt toe te roepen.

Wat zijn de instructies van de Boeddha?

Het is dus belangrijk dat je niets benoemt. Want het benoemen van iets, het plakken van een label, doen we a.d.h.v. het idee dat we over iets hebben. Maar we dienen juist vrij te zijn van ideeën. Dit betekent niet dat we ze niet mogen hebben, maar we moeten er niet aan hechten en/of er een gewoonte van maken vanuit een idee tewerk te gaan. Daarom moet dit in meditatie vermeden worden. Als we aandachtig kijken naar de instructies van de Boeddha zelf, dan zien we dat hij helemaal niet zegt dat we iets moeten benoemen, maar het louter dienen te weten. Puur en alleen weten. Wanneer je lang inademt, dan weet je dat er een lange inademing is. Dat is alles en meer hoort er niet te zijn.

Het volgende citaat is afkomstig uit de meest vooraanstaande toespraken m.b.t. de inzicht (vipassana) meditatie M118 en D22.

"Wanneer hij lang inademt, dan weet hij: 'Ik adem lang in'; wanneer hij lang uitademt, dan weet hij: 'Ik adem lang uit'; wanneer hij kort inademt, dan weet hij: 'Ik adem kort in'; wanneer hij kort uitademt, dan weet hij: 'Ik adem kort uit.'"

En ook in het volgende voorbeeld duidt hij erop dat het erom gaat te weten wat er is of wat er gebeurt: wanneer je loopt, dan weet je dat je loopt, wanneer je staat, dan weet je dat je staat etc. Dit citaat is afkomstig uit D22.

"En verder, monniken, wanneer hij loopt, weet een monnik: 'Ik loop'; wanneer hij staat, weet hij: 'Ik sta'; wanneer hij zit, weet hij: 'Ik zit'; wanneer hij ligt, weet hij: 'Ik lig'; of hij begrijpt dienovereenkomstig, hoe zijn lichaam is gepositioneerd."

En om het nog duidelijker te maken:

"Hier (idha), Bahiya, moet je jezelf aldus trainen: 'In hetgeen men ziet, zal slechts zijn wat gezien is; in hetgeen men hoort, zal slechts zijn wat gehoord is; in hetgeen gevoeld wordt, zal slechts zijn wat gevoeld is; in hetgeen men waarneemt, zal slechts zijn wat waargenomen is.' Op deze manier moet je jezelf trainen, Bahiya."

"Als, Bahiya, in hetgeen je ziet, slechts is wat gezien is; in hetgeen je hoort, slechts is wat gehoord is; in hetgeen je voelt, slechts is wat gevoeld is; in hetgeen je waarneemt, slechts is wat waargenomen is, dan, Bahiya, zul je niet 'daarbij' horen; als, Bahiya, je niet 'daarbij' hoort, dan, Bahiya, zul je niet 'daarin' zijn; als, Bahiya, je niet 'daarin' bent, dan, Bahiya, zul je noch hier, noch aan de andere zijde, noch tussen beide in zijn. Precies dit is het einde van lijden."

Ud1-10 — Bahiya Sutta — Bahiya

Geen ideeën van ik

In meditatie is het altijd een kwestie van alleen maar kijken met niets dan aandacht, zonder dat er een 'ik' is die tussenbeide komt of iets doet (attanuditthimuhacca). Wanneer je bijvoorbeeld inademt, dan is er niet de gedachten 'ik adem in' en ook niet 'inademen'. Want in beide gevallen is er een 'ik' die iets doet, namelijk een 'ik' die er zijn gedachten op na houd. En het maakt daarbij niet uit of het woordje 'ik' wel of niet wordt weggelaten. Want het gaat niet om een woord, maar dat je er geen ideeën en gedachten op na moet houden. Alleen aandacht schenken, verder niets.

De kern is dat je weet dat je inademt, dat je weet dat je uitademt etc. Het gaat erom dat je ervaart wat er is. Dit leidt tot helder objectief gewaarzijn (vijañana), tot helder begrip (sampajañña) en dus tot bevrijding (vimutti). Maar als ideeën en gedachten tussenbeide komen wordt de weg van ware vrijheid geblokkeerd en kan intuïtief inzicht niet stromen.

De gedachte dat er een 'ik' is die ademt bouwt een zelfbewustzijn en/of wakkert dit aan. Dan zijn we bewust van het idee van zelf. Handelingen hebben dan het (illusionaire) 'ik' als vertrekpunt. Ik zeg 'illusionaire ik' omdat er in werkelijkheid geen (onveranderd/blijvend) ik is; het bestaat slechts als een idee. Nogmaals: het 'bewust zijn van zelf of ik' verspert de weg naar helder begrip (sampajañña). Waar het 'ik' is, daar is de waarheid niet. Zelfbewustzijn geeft ons waarnemen, ons voelen etc., een persoonlijke kleur. Dan wordt het een 'pathway' (een manier van) om dingen vanuit een persoonlijke opvatting (ditthi) te benaderen en in te vullen.

Het benoemen van of het idee van 'ik' houdt dus in dat we onszelf aanleren om vooropgezette ideeën en gedachten over iets erop na te houden hetgeen voorkomen moet worden.

Stel, iemand spreekt en je luistert met vooropgezette ideeën of allerlei gedachten komen in je op. Wanneer je daar iets mee gaat doen, je daar op reageert, dan kun je niet echt horen wat de spreker zegt omdat ideeën en gedachten tussenbeide komen en zodoende de realiteit m.b.t. wat er is gezegd, verdraaien. Je beeld over wat er is gezegd is dan anders dan wat er in werkelijkheid is gezegd. Dit komt doordat we onszelf laten conditioneren door onze eigen ideeën en gedachten. Deze vormen dan een voorwaarde voor onze visie, ze beïnvloeden onze visie. Het doel is niet het geconditioneerde (sankhata), maar het ongeconditioneerde (asankhata). Daarom is het belangrijk niets te doen met wat er in je opkomt, dus geen toename (papañca).

Naarmate we het idee van 'zelf' zullen loslaten, kan bewustzijn (viññana) haar functie volbrengen; de functie van bewustzijn is namelijk om helder objectief gewaar (vijañana) te zijn. Een kennen van dingen zonder persoonlijke kleuren of associaties.

Wanneer er alleen diepe aandacht (avajjana) is, en niets anders dan aandacht, dan ben je als een passieve toeschouwer die tegen al zijn eigen mentale associaties kan aankijken zonder de bemoeienis van het ik. Zo wordt het subject het object van meditatie hetgeen tot helder objectief gewaarzijn leidt. Dit is de essentie van vipassana meditatie. Jij hoeft niets te doen; aandacht doet het werk voor jou en wel op een ongekunstelde en ongedwongen manier.

Als je op deze manier oefent, zul je op den duur duidelijk beseffen dat er slechts 'lopen' is, en geen ik die loopt. Er is een handeling, een daad, maar er kan nergens een permanente dader, 'ik', 'ziel', 'zelf', 'geest' of wat dan ook gevonden worden. Er is geen permanent wezen achter de handeling te vinden. Noch achter het lichamelijke, achter de gevoelens, achter het bewustzijn of wat dan ook.

Document info
RegID JGtKEymM8Ld7gh0
Bijgewerkt 9 september 2024 11:58:30
Auteur Peter van LoosbroekAnanda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen