De houding in meditatie

De lichamelijke houding tijdens de zittende meditatie volgens het Theravada boeddhisme.

In de toespraken zegt de Boeddha doorgaans:

"Hierin (idha), monniken, zit een monnik neer die naar het woud is gegaan, naar de voet van een boom, of naar een lege ruimte, buigt zijn benen kruiselings in zijn schoot, houdt zijn lichaam rechtop en wekt indachtigheid op omtrent het object van meditatie (…)."

De uitspraak 'buigt zijn benen kruiselings' wordt meestal door oosterse mensen aangenomen, maar voor westerse mensen is dat erg moeilijk. Wie niet in een lotushouding kan zitten, kan gewoon op een stoel gaan zitten of op de knieën met een stevig kussen of een bankje ter ondersteuning. Als je op een stoel zit, plaats je je voeten op de grond.

Zorg ervoor dat je comfortabel zit. Als je niet comfortabel zit is het moeilijk jezelf te concentreren. Je moet gemakkelijk zitten maar de ruggengraat moet rechtop gehouden worden zonder slapte of overdreven stijfheid. De Boeddha leert de middenweg. Recht je rug, alsof je vanuit je kruin aan een haakje omhoog getrokken wordt. Je nek en je ruggengraat vormen als het ware één lijn. Je kin is iets naar beneden gericht.

Je dient nergens tegenaan te leunen. Als je ergens tegenaan leunt zul je minder aandachtig zijn.

De handen kunnen losjes op de schoot of op de benen worden gelegd. Een originele manier in Theravada boeddhisme is dat de rechterhand met de rug op de palm van de linkerhand rust. Deze houding heeft overigens geen betekenis afgezien van het feit dat het een goede manier is om de armen te ontspannen.

De ogen moeten gesloten zijn omdat anders je geest teveel wordt afgeleid door uiterlijke dingen; de lippen zijn gesloten en het puntje van je tong raakt het boven verhemelte om te voorkomen dat er steeds speeksel naar buiten stroomt.

Document info
RegID 4KSKlUVC96EmSdv
Bijgewerkt 14 oktober 2022 13:14:04
Auteur Peter van LoosbroekAnanda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen