Wat zijn bezoedelingen?
Bij alles in het leven is helderheid van bewustzijn cruciaal. Bezoedelingen werken dat tegen.
Inhoudsopgave
Waarom verscheidene lijsten van bezoedelingen?
Inleiding
Vanuit boeddhistisch perspectief gezien zijn bezoedelingen alle onheilzame (akusala) zaken die de geest bezoedelen, verontreinigen, onzuiver maken waardoor bewustzijn niet helder kan zijn. Een heldere geest is als een heldere spiegel die alles perfect weerspiegelt wat er voor hem is, maar een bezoedelde geest kan dat niet.

Een kalme (passaddhi) geest is als een kalm wateroppervlak dat alles in de omgeving perfect weerspiegelt zoals het werkelijk is.
Dit is de weg naar mentale onverstoorbaarheid (aneñja). Het kardinale startpunt daarvoor is indachtigheid (sati).
De Boeddha leert dat juist begrip (samma ditthi) de voorwaarde is voor de bevrijding van al het lijden. Om tot juist begrip te komen is helderheid van bewustzijn (sampajañña) noodzakelijk. Dit komt neer op wijsheid of inzicht waardoor we de dingen kunnen zien zoals ze werkelijk zijn (yathabhuta). Dit is de voorwaarde voor de beëindiging van lijden (dukkha).
Bij elk niet verlicht mens echter, zijn bezoedelingen in de geest aanwezig hetgeen helderheid van bewustzijn tegenwerkt waardoor er dus geen (volledig) juist begrip oftewel wijsheid kan zijn. Door de training in aandacht (avajjana) wordt het bewustzijn (viññana) helderder. Hierdoor verdwijnen de bezoedelingen en ontstaat er juist begrip oftewel wijsheid, inzicht. Dit impliceert de bevrijding (vimutti) van lijden (dukkha).
De sutta's die sluiten met de verwerkelijking van arahatschap door de luisteraars, eindigen vaak met de woorden: 'En gedurende deze toespraak, werd de geest van die monniken, bevrijd vanwege de onthechting van de bezoedelingen (anupadaya asavehi cittani vimuccimsu ti).'
'Onthechting' staat voor het loslaten, het laten varen, het verzaken, het opgeven, het niet in stand houden.
Waarom verscheidene lijsten van bezoedelingen?
De Boeddha gebruikte meerdere lijsten van bezoedelingen om bepaalde leerstellingen of aspecten te accentueren waarin bepaalde bezoedelingen een vooraanstaande sleutelrol vervullen. In de teksten treffen we zowel specifieke als algemene lijsten van bezoedelingen aan.
Hieronder de belangrijkste lijsten.
De drie immorele wortels (zie mula) zijn de 'wortels' waar alle onheilzame zaken (bezoedelingen) uit ontspruiten.
Met asava wordt verwezen naar de hoofdbezoedelingen, vaak aangeduid met 'alle bezoedelingen' omdat deze hoofdbezoedelingen de bases vormen voor de 'uitbreiding' of het 'instromen' van meer bezoedelingen. Je kunt de hoofdbezoedelingen vergelijken met een zwakke plek in een dijk die het land moet beschermen tegen het water. Bij een overstroming is de zwakke plek er de hoofdzaakoorzaak van en de overstroming zal zich steeds verder uitbreiden naar meer gebieden.
De vijf hindernissen (pañca nivarana) zijn vooraanstaande bezoedelingen die de mentale ontwikkeling blokkeren. De eerste bezoedeling in de lijst, zintuiglijk verlangen (kamacchanda), is de primaire hindernis van deze bezoedelingen omdat deze de ontwikkeling van juist begrip (samma ditthi) tegenwerkt. Dit is dan ook de bezoedeling waar de Boeddha voortdurend de nadruk op legt.
De tien banden (saññojana) zijn bezoedelingen die wezens aan het lijden binden en hierin een vooraanstaande sleutelrol hebben. Ze markeren de volgorde van de fasen waarin iemand bevrijding van lijden verwerft. De eerste bezoedeling in deze lijst 'geloof in persoonlijkheid' (sakkaya ditthi) oftewel 'opvattingen over persoonlijkheid', is de primaire band van deze bezoedelingen omdat dit de ideeën van 'ik' in stand houdt hetgeen de ontwikkeling van juist begrip (samma ditthi) tegenwerkt.
Er zijn drie vormen van begeerte (tanha) die de ontwikkeling van inzicht ernstig in de weg staan omdat ze de geest bezoedelen. Het is dan ook vanwege deze reden waarom de Boeddha in de tweede edele waarheid begeerte aanwijst als de hoofdoorzaak van lijden. Het wordt door de ideeën en neigingen van 'ik' versterkt. Het 'ik' dat een illusie is, een illusie die overwonnen moet worden. Vandaar dat de Boeddha 'de Leraar van de Leer van geen-zelf' (sattha anatta vadi) is (zie S22-059) waarbij zelfoverwinning de cruciale kern vormt.
Zie Tanha — De drie vormen van begeerte.
Latente neigingen (anusaya) zijn bezoedelingen die zich in de diepere lagen van de geest bevinden. Dit dient te worden verstaan als zijnde de bezoedelingen die dusdanig vaak voorkomen, dat ze vanwege gewoontepatronen (conditionering) niet of nauwelijks gezien worden.
Als bezoedelingen noemt de Boeddha ook symbolisch het krachtige leger van Mara dat verslagen moet worden.
Voor bezoedelingen in het algemeen gebruikte de Boeddha vaak lijsten als kilesa en upakkilesa.
Op vele manieren wijst de Boeddha bezoedelingen aan. Raadpleeg hiervoor o.a. de volgende links:
Ditthi — Speculatieve opvattingen, bron van verkeerde en kwade aspiraties; niyata miccha ditthi; kamma patha.
Extra aanbevelingen
- Zie ook het deel Bezoedelingen van de sectie Inzicht meditatie.
- Voor hoe de bezoedelingen uitgerukt worden, zie De ontwikkeling van wijsheid.
- Bekijk ook eens het hoofdstuk Rechtvaardigheid.
- M002 — Sabbasava Sutta — Alle bezoedelingen is een beroemde uiteenzetting over bezoedelingen.
RegID | RWlLXjRFbcq7b0u |
---|---|
Bijgewerkt | 15 december 2023 15:58:58 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |