De Boeddha — Van zijn geboorte tot aan zijn dood
Geboren als een prins en gestorven als een Boeddha.
Inhoudsopgave
Uitersten boden geen oplossing
De Boeddha keert terug naar Kapilavatthu
Vier belangrijke gebeurtenissen
Zijn geboorte

De geboorte van de Bodhisatta.
Aan de voet van het Himalaya gebergte, juist over de grens van India in het huidige Nepal, rustte koningin Maha Maya met haar koninklijk gevolg in het park van Lumbini nabij Kapilavatthu, toen zij op weg was naar haar ouderlijke woonplaats Devadaha. Het was hier, op deze plaats, waar een edele prins werd geboren, een man die was voorbestemd eens de meest verheven religieuze leider in de wereld te zijn. De geboorte vond plaats tijdens de volle maan in de maand Mei (Vesakha) van het jaar 623 v.Chr. Koningin Maha Maya beviel van haar zoon al staande onder een bloeiende Sala boom.
De Sakya stam
De stam waarin hij werd geboren was die van de Sakya's, een heldhaftige krijgerstam. Zijn naam was Siddhatta (Sanskriet: Siddharta), hetgeen betekent: 'wens vervuld'. Deze naam werd hem gegeven omdat de raadsman van de koning, Asita (ook bekend als Kaladevala), voorspelde dat het koningskind een Boeddha zou worden. De vader van de prins heette Suddhodana; hij was de koning[1] van de Sakya's. Koning Suddhodana had twee vrouwen: koningin Maha Maya en haar zuster Maha Pajapati Gotami. Hun familienaam was Gotama. Zeven dagen na de geboorte van Siddhatta stierf zijn moeder Maha Maya; haar zuster Maha Pajapati Gotami had haar beloofd Siddhatta verder op te voeden.
Een leven als een prins…

Zijn leven als prins.
De jonge prins genoot de beste scholing die er maar was en overtrof al snel zijn leraren in wijsheid. Ook in de krijgskunst was hij heer en meester. Op 16 jarige leeftijd trouwde hij met zijn nicht, Yasodhara, de dochter van Suppabuddha, de broer van Maha Maya. Uit het huwelijk van Siddhatta en Yasodhara kwam een zoon voort: Rahula. De prins groeide op binnen de muren van het koninklijke paleis waar alles dat de tekenen van verval vertoonde, opgeschoond werd om de lelijke kant van het leven te verbergen. Zijn vader wilde voorkomen dat hij de wereld zou verzaken wanneer hij de vergankelijke natuur der dingen zou aanschouwen. Maar de drang om de ware aard van dingen te onderzoeken bleef de jonge prins prikkelen, en op een dag trok hij er met zijn wagenmenner Channa en zijn paard Kanthaka op uit om een rondje door de stad te maken. Daar maakte hij kennis met de harde, naakte realiteit.
Drie hemelse boodschappers
Hij zag vervolgens een oude, een zieke en een dode man (de drie hemelse boodschappers (deva duta)). Hij vroeg aan zijn wagenmenner of dit de enige wezens in de wereld waren die dit lot treft, waarop Channa ontkennend antwoordde. Ook al is iemand rijk of arm, lelijk of mooi, wijs of onwetend — het idee dat dit vreselijke lot alle voelende wezens eens zal treffen, deed Siddhatta door merg en been sidderen. Hij voelde een intens mededogen voor alle voelende wezens en uiteindelijk besluit hij met een vastberaden wil, een medicijn te zoeken dat voorgoed een eind kan maken aan deze gruwelijke toestanden waar alle wezens aan onderworpen zijn.
Kort nadat hij de oude, de zieke en de dode man had gezien, zag hij in een visioen een monnik. Diep onder de indruk vanwege zijn eenvoudige gewaad en het rustige voorkomen van de monnik, keek de prins hem lang en indringend aan. De diepe indruk van de kalme kluizenaar inspireerde hem in zijn besluitneming het thuisloze leven (pabbajja) aan te gaan.
De grote verzaking
Op de dag van de volle maan in de maand juli (asalha) ontving de kroonprins het bericht dat zijn mooie vrouw Yasodhara was bevallen van een zoon. Verontrust door deze nieuwe ontwikkeling, door deze nieuwe band die hem nog steviger aan de wereld zou binden, besloot de prins nog dezelfde nacht het paleis te verlaten. Op dat moment is hij 29 jaar.

De grote verzaking.
Alles wat hij had gaf hij uit mededogen voor de ganse wereld op. Zelfs zijn vrouw en enige kind die hem zeer geliefd waren, liet hij achter — een hartverscheurend afscheid dat hem diep raakte. Dit staat bekend als de grote verzaking. Maar hij beloofde in zijn hart terug te keren wanneer hij zijn zoektocht volbracht had en het medicijn tegen het lijden gevonden had. Zijn zoektocht eindigde 6 jaren later onder de Bodhi boom, de 'Boom der Verlichting' te Uruvela (nu Bodh Gaya).
Uitersten boden geen oplossing
Vóór zijn verzaking leidde hij het leven van een prins en genoot hij alle luxe terwijl het lijden een feit bleef; zes lange jaren van strenge zelfkastijding konden hem evenmin verlossen van het universele symptoom dat iedere vorm van bestaan doordringt: lijden. Na deze twee uitersten persoonlijk ondervonden te hebben, ontdekte hij de middenweg, het Edel Achtvoudige Pad (ariya atthangika magga) dat uitersten vermijdt.

De Boeddha zet de vier Edele Waarheden uiteen in het hertenpak. S56-011 — Dhamma Cakka Ppavattana Sutta — Het in beweging zetten van het Wiel der Wet
In zijn verheven verlichting ontdekt hij de Vier Edele Waarheden (ariya sacca), namelijk: 1. lijden, 2. de oorzaak van lijden, 3. de opheffing van lijden, en 4. het pad dat leidt naar de opheffing van lijden (het Edel Achtvoudige Pad).
Omdat hij geen leraar heeft gehad die hem naar dit doel had gebracht, werd Siddhatta de Samma Sambuddha — de Volledig Verlichte. Twee maanden na zijn verlichting zal hij zijn Leer voor het eerst in het hertenpark te Isipatana prediken aan de eerste vijf monniken. Deze toespraak is S56-011 — Dhamma Cakka Ppavattana Sutta — Het in beweging zetten van het Wiel der Wet.
De Boeddha keert terug naar Kapilavatthu
Een jaar na zijn verlichting keerde hij, nu een Boeddha, terug naar Kapilavatthu waar hij zijn jeugd had doorgebracht. Toen zijn zoon Rahula, nu 7 jaar, vlak bij hem stond, zei deze: "Zelfs uw schaduw is heerlijk!" Rahula trad direct toe tot de Sangha (gemeenschap van monniken en nonnen) en later volgde ook zijn voormalige vrouw Yasodhara. Beiden verwierven later de verlichting (arahatschap).
Vier belangrijke gebeurtenissen
De Boeddha verzaakte op zijn negenentwintigste jaar de wereld, op zijn vijfendertigste jaar verwierf hij de verheven verlichting, en hij predikte de Dhamma tot aan zijn dood op zijn tachtigste jaar. Omringd door zijn liefdevolle vriendelijkheid, mededogen en wijsheid, liep deze prachtige mens zo'n 2600 jaar geleden over de stoffige wegen van noordoost India en zette zich onvermoeibaar en onvoorwaardelijk in voor het geluk en het welzijn van alle voelende wezens.
De volgende vier gebeurtenissen zijn de belangrijkste voor iedere boeddhist. De genoemde plaatsen zijn de meest belangrijkste bedevaartplaatsen.
- De Boeddha werd in 623 v. Chr. geboren te Lumbini.
- Hij verwierf op 35 jarige leeftijd de verlichting te Uruvela (nu Bodh Gaya).
- Twee maanden later predikte hij zijn Leer voor het eerst in het hertenpark te Isipatana (nu Sarnath).
- Hij stierf op 80 jarige leeftijd te Kusinagar (of Kusiñara).
Eindnoten
[1] Suddhodana was een grootgrondbezitter. Deze werden destijds meestal 'koning' genoemd.
RegID | vdWTfAt2JgeEhcK |
---|---|
Bijgewerkt | 18 november 2020 14:21:23 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |