Dhammapada hoofdstuk 9 — Kwaad
Papa vagga
Dhammapada 116-128
116. Haast jezelf om het goede te doen en controleer je geest op kwade zaken. Iemand die traag is om het goede te doen, van hem beleefd zijn geest vreugde in het kwade.
abhittaretha kalyane papa cittam nivaraye dandham hi karoto puññam papasmim ramati mano
Wees altijd alert en niet aarzelend in het verrichten van deugdzame dingen, verdienstelijke daden. Bewaak de geest tegen het kwaad. Als iemand verdienstelijke daden aarzelend uitvoert, dan zal zijn geest vreugde gaan beleven in slechte zaken.
117. Als iemand een kwade daad heeft begaan, doe dat dan niet wederom. Wens niet om dat nogmaals te doen, want kwaad leidt tot lijden.
papam ce puriso kayira na tam kayira punappunam na tamhi chandam kayiratha dukkho papassa uccayo
Een persoon kan slechte dingen doen. Maar hij moet dat niet herhaaldelijk overdoen. Hij moet daar geen genoegen in scheppen. Opeenstapeling van kwaad leidt tot lijden.
118. Als iemand een verdienstelijke daad heeft verricht, doe dat dan wederom. Wens om dat nogmaals te doen, want verdienstelijke daden leiden tot geluk.
puññam ce puriso kayira kayirath'etam punappunam tamhi chandam kayiratha sukho puññassa uccayo
Een persoon kan verdienstelijke daden verrichten. Hij moet ermee doorgaan en het herhaaldelijk overdoen. Hij moet genoegen scheppen in het verrichten van verdienstelijke daden. Opeenstapeling van het doen van goed leidt tot geluk.
119. Zolang kwade daden niet tot rijping komen beschouwt degene die kwaad doet, dit als het goede. Maar wanneer kwade daden tot rijping komen, dan beschouwt de zondaar de ware natuur van het kwade.
papo'pi passati bhadram yava papam na paccati yada ca paccati papam atha papo papani passati
De zondaar, degene die kwade dingen doet, ziet het kwade als iets goeds. Maar wanneer het kwade tot rijping komt, dan begrijpt de zondaar dat het kwade het kwade is.
120. Zolang goede daden niet tot rijping komen beschouwt zelfs degene die goed doet, dit als het kwade. Maar wanneer goede daden tot rijping komen, dan beschouwt degene die goed doet dit als werkelijk goed.
bhadro'pi passati papam yava bhadram na paccati yada ca paccati bhadram atha bhadro bhadrani passati
Een persoon kan goede dingen doen. Die dingen kunnen op het eerste gezicht slecht lijken. Maar wanneer het goede rijpt, dan zal het goede pas als werkelijk goed worden beschouwd.
121. Denk niet aldus lichtjes over het kwade: 'Dit heeft geen gevolgen voor mij', want ook door het vallen van waterdruppels wordt een waterkan gevuld. De dwaas vult zichzelf met het kwade; hij verzamelt het beetje bij beetje.
ma'vamaññetha papassa na mam tam agamissati udabindu nipatena udakumbho'pi purati purati balo papassa thokathokam'pi acinam
Sommigen neigen naar een visie waarin zij het kwaad lichtjes nemen. Hun houding ten opzichten van fout gedrag is dat zij denken overal mee weg te kunnen komen. In feite zeggen zei: "Ik gedraag me op de manier zoals ik dat wil. Kwade gevolgen zullen nooit naar mij toekomen." Maar kwaad wordt beetje bij beetje vergaard, net zoals een waterkan druppel voor druppel gevuld wordt. Zo verzamelt de dwaas beetje bij beetje het kwade, totdat hij er helemaal mee gevuld is.
122. Denk niet aldus lichtjes over het goede: 'Dit heeft geen gevolgen voor mij', want ook door het vallen van waterdruppels wordt een waterkan gevuld. De heilige vult zichzelf met het goede; hij verzamelt het beetje bij beetje.
mavamaññetha puññassa na mam tam agamissati udabindu nipatena udakumbho'pi purati purati dhiro puññassa thokathokam'pi acinam
Sommigen neigen naar een visie waarin zij het goede lichtjes nemen, en dat de deugdzaamheid die beoefend is, geen spectaculaire goede resultaten afwerpt. Maar deze visie is niet correct. Het goede dat door een persoon is verricht, verzamelt zich beetje bij beetje. Dit proces lijkt op de wijze waarop een waterkan door vallende druppels beetje bij beetje wordt gevuld. Na het verstrijken van de tijd verzamelen de kleine daden van deugdzaamheid zich, totdat de doener er totaal mee gevuld is.
123. Zoals een koopman met veel weelde maar met weinig bewaking, een gevaarlijk pad vermijdt, zo vermijdt hij volledig het kwaad, net zoals hij als liefhebber van het leven, gif vermijdt.
vanijo'va bhayam maggam appasattho mahaddhano visam jivitukkamo'va papani parivajjaye
Een rijke en wijze handelaar die goederen of geld bij zich heeft zal nauwgezet een risicovol pad vermijden, vooral als hij niet een behoorlijk gevolg van medereizigers bij zich heeft om de veiligheid te verzekeren. Zo ook, vermijdt hij — als liefhebber van het leven — gif. Op dezelfde manier moet iemand het kwaad volledig vermijden.
124. Als er geen wond in een hand is, dan kan er gif in gedragen worden. Het gif dringt niet binnen als iemand geen wonden in zijn hand heeft. Op dezelfde manier zijn er geen kwade gevolgen voor iemand die geen kwaad begaat.
panimhi ce vano na'ssa hareyya panina visam nabbanam visamanveti natthi papam akubbato
Als een persoon geen wond in zijn handpalm heeft, dan kan die persoon gif in zijn hand dragen. Dat is omdat het gif niet in het lichaam van de persoon wordt opgenomen. Op dezelfde manier hoeft men niet bevreesd te zijn voor kwalijke gevolgen wanneer er geen kwade daden zijn begaan. (Dit is ook een goed voorbeeld van het doden en het eten van vlees.)
125. Wie zich vergrijpt aan iemand die smetteloos is, die zuiver is, die zonder bezoedelingen is, op die dwaas valt het kwaad terug zoals stof dat tegen de wind in geworpen is.
yo appadutthassa narassa dussati suddhassa popassa ananganassa tam'eva balam pacceti papam sukhumo rajo pativatam'va khitto
Wanneer een persoon hard en wreed is tegen een persoon die zonder smetten is, die zuiver is en die zonder bezoedelingen is, dan zal die kwade daad bij de zondaar terugkeren. Het is als bij fijn stof dat tegen de wind ingeworpen wordt. Het stof zal naar die dwaas terugkeren.
gabbham eke uppajjanti nirayam papakammino saggam sugatino yanti parinibbanti anasava
Sommigen ontvangen, na hun dood, conceptie (wedergeboorte) in de baarmoeder. Zij die zonden in hun leven hebben begaan, gaan naar de hel. Zij die er in hun leven deugdzame manieren op na hebben gehouden, gaan na hun dood naar een hemelse sfeer. Maar zij die zonder bezoedelingen (asava's) zijn, die helemaal vrij zijn van smetten en onzuiverheden, verwerven het volledige Nibbana, nadat zij hun sterfelijke levens hebben opgegeven.
127. Noch in de lucht, noch midden in de oceaan, noch door te verblijven in een berggrot; nergens is die plaats op aarde te vinden, waar iemand vrij is van zijn kwade daden.
na antalikkhe na samuddamajjhe na pabbatanam vivaram pavissa na vijjati so jagatippadeso yatthatthito muñceyya papakamma
Er is geen enkele plaats op aarde waar een kwaaddoener zich schuil kan houden om aan de gevolgen van zijn kwade daden te ontsnappen. Zulk een plaats wordt niet gevonden in de lucht of in het midden van een oceaan. Noch in een opening, een spelonk, een kloof in een bergrots, kan hij aan de gevolgen van zijn kwade daden ontkomen.
128. Noch in de lucht, noch midden in de oceaan, noch door te verblijven in een berggrot; nergens is die plaats op aarde te vinden, waar iemand aan de dood kan ontsnappen.
na antalikkhe na samuddamajjhe na pabbatanam vivaram pavissa na vijjati so jagatippadeso yatthatthitam nappasahetha maccu
Niet in de lucht, noch in het midden van de oceaan, zelfs niet in een grot of in een bergrots, is er een plaats waar iemand zich kan verschuilen om aan de dood te ontsnappen.
RegID | Dhphfd09 |
---|---|
Bijgewerkt | 3 augustus 2020 00:01:25 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |