De apenval
De aap die laat zien hoe begeerte en onwetendheid samengaan.
Inhoudsopgave
Het lekkers dat de aap wil hebben
De herhaling en ontkenning van zintuiglijkheid
Ontkenning leidt niet tot realiteit
Het lekkers dat de aap wil hebben
In Azië wordt een bepaald soort apenval gebruikt. Een kokosnoot wordt uitgehold. Aan de boven- en onderkant worden gaten gemaakt. Het bovenste gat is klein zodat er een touw van bovenaf doorheen kan. Er wordt een knoop in het touw gelegd en het touw wordt teruggetrokken. Zo kan de kokosnoot niet van het touw loskomen. Er wordt iets lekkers in de kokosnoot gedaan en het touw wordt aan een boom vastgemaakt.
Het gat aan de onderkant van de kokosnoot is juist groot genoeg voor een aap zodat hij zijn geopende hand — met gestrekte vingers — er doorheen kan steken. Maar hij kan niet met een gesloten vuist zijn hand uit de kokosnoot terugtrekken.
Wanneer de aap het lekkers ruikt, weet hij heel goed dat hij zijn vingers moet strekken om met z'n hand in de kokosnoot te komen. Eenmaal in de kokosnoot opent hij z'n hand om het lekkers te pakken. Vervolgens sluit hij zijn hand om het lekkers vast te grijpen. Echter, zijn gebalde vuist kan hij niet terugtrekken omdat het gat in de kokosnoot daarvoor te klein is.
Wanneer de jager komt raakt de aap in paniek, hij is erg onrustig, er treedt een verstoring (iñjita) op. Want ook nu weet hij drommels goed wat er met hem zal gebeuren. Maar hoe hij ook tekeergaat, het is voor hem onmogelijk om aan zijn noodlot te ontsnappen.
Er is niemand die de aap gevangenhoudt, behalve de kracht van zijn eigen gehechtheid (upadana) in hem. Alles wat hij hoeft te doen om vrij te zijn, is slechts zijn hand te openen. Maar de kracht van hebzucht (lobha) in zijn geest is zo sterk, dat dit hem tegelijkertijd zó onwetend (avijja) houdt, dat hij niet begrijpt wat de oorzaak is waardoor hij gevangen zit. Als hij dit wel zou begrijpen, dan zou hij ook begrijpen hoe hij zichzelf kan bevrijden. Het moet wel een bijzondere aap zijn die zijn begeerte (tanha) opgeeft waardoor hij echt zou kunnen begrijpen.
De herhaling en ontkenning van zintuiglijkheid
Het zijn de zintuiglijke verlangens (kamacchanda) die steeds herhaald en geïntensiveerd worden. Zo ontstaat er een 'pathway', oude gedachte- en gewoontepatronen die steeds herhaald en daarmee in stand gehouden worden. En bij elke herhaling wordt dat krachtiger. Zo komt het hechten (upadana) langzaam maar zeker in het bestaan (bhava), zo 'groeit' het in onze geest.
De meeste mensen begrijpen niet dat het bestaan lijden inhoudt en dat dit feit een realiteit (sacca) is.
Wanneer je aandacht steeds wordt weggeleid naar iets wat je zintuigen willen hebben, dan is je aandacht niet bij datgene wat op dat moment echt van belang is. Belangrijke dingen zijn cruciale en universele dingen. Dingen, toestanden, momenten die essentiële levenslessen in zich dragen. Door zintuiglijke toegeeflijkheid mis je deze essentiële levenslessen. Het is een ontkenning van wat er is.
Je zintuigen hebben de functie om zuiver waar te nemen. Maar als de zintuigen niet bewaakt worden, niet onder controle gehouden worden, wanneer je steeds toegeeft aan wat de zintuigen willen, dan gaan ze 'hun eigen weg'. Zo raakt het oogbewustzijn, het oorbewustzijn, het neusbewustzijn, het tongbewustzijn, het lichaamsbewustzijn en het geestesbewustzijn bezoedeld. Dan kan er eenvoudigweg geen zuiver waarnemen zijn. Zie je de dingen zoals ze werkelijk zijn? Of zie je de dingen zoals je ze wilt zien?
Ontkenning leidt niet tot realiteit
Nadenken (manasikara) is erg belangrijk. Heb je ooit nagedacht over wat serieus zijn precies inhoudt? Serieus zijn is aandacht schenken aan wat er is, aan wat er zich afspeelt. Maar als we door zintuiglijke verlangens (kamacchanda) in beslag genomen zijn, als ze ons beheersen, hoe kunnen we dan aandacht schenken aan wat belangrijk is? Hoe kunnen we dan zien en begrijpen wat er zich allemaal voordoet? Hoe kunnen we dan realistisch zijn en de realiteit ontdekken? Dat is onmogelijk omdat zintuiglijke verlangens onze aandacht afleiden naar wat de zintuigen willen in plaats van wat er is. Zintuiglijk verlangen wil het liefst om de realiteit heen.
Serieus zijn is aandacht schenken
aan wat er is, aan wat er zich voordoet.
Ongeacht wat dat ook is,
zowel intern als extern.
Peter van Loosbroek — Ananda, auteur van sleuteltotinzicht.nl.
Het bestaan van lijden is een universele realiteit. Maar omdat de zintuigen niet onder controle zijn waardoor steeds de wil van de zintuigen ingewilligd wordt, wordt daarmee de realiteit ontkent. Die ontkenning betekent niet dat je dan vrij van lijden bent. Integendeel! Want ontkenning leidt nooit tot realiteit en realiteitsbesef, maar tot begoocheling (moha) wat een van de immorele wortels (mula) is.
Wanneer er een probleem is, en je ziet het, dan lost het probleem zich vaak vanzelf op. Maar door het niet te zien, stapelt het ene probleem zich op het andere. Dit geeft duidelijk aan dat lijden niet los staat van problemen. Problemen zijn feitelijk van 'alle dag', we kunnen ze allemaal tegenkomen. Het is een universeel iets. Dit geeft ook aan dat lijden kan worden opgelost door te zien en te begrijpen. Belangrijk hierin is het willen zien. Onwetendheid (avijja) kun je te boven komen als er de wil is. Dit is een belangrijk verschil met begoocheling (moha).
Het najagen van 'de wil van de zintuigen' geeft slechts een 'tijdelijke bevrediging'. Het is een sluwe truck van de geest om om de realiteit heen te gaan, om die realiteit niet onder ogen te hoeven zien. Daarom begrijpen de gewone mensen (puthujjana) niet wat lijden is.
Dit 'er omheen gaan' stapelt problemen op totdat het zich de kop opsteekt in allerlei vormen van lijden (dukkha). En dan gaan mensen vaak naar praatgroepen waar ze van andere gewone mensen (puthujjana) te horen krijgen dat ze niet de enige zijn.
Het oplossen van een probleem of problemen ligt niet in een eindeloos gepraat over een slechte jeugd, een slechte opvoeding, een slechte relatie of wat dan ook. Alle toestanden kunnen zeker wel een bijdragen leveren aan een bepaalde toestand. Daarom zijn ze weldegelijk 'mede oorzakelijk' voor het ontstaan van problemen, voor lijden, maar niet de hoofdoorzaak ervan. Echter, voor Mara is dit gepraat koren op de molen. Hij vindt dit geweldig! Waarom vindt Mara die methode van het gezever geweldig? Dat is omdat Mara daarin ziet dat niet de hoofdoorzaak aangesproken wordt en er omheen gedraaid wordt. En hij fluister je in: 'Inderdaad, het komt allemaal en alleen doordat je een slechte jeugd hebt gehad, je kunt er gewoon niks aan doen.' En dat geeft je misschien ook nog een fijn gevoel (dat je er niks aan hoeft te doen). En zo trapt je alweer in Mara's valstrik omdat je toegeeflijk bent aan je zintuigen, aan wat je ingefluisterd wordt, doordat je hieraan vastgrijpt (upadana).
Ontdekkingstocht
Misschien denk je nu dat de Boeddha leert dat wij nergens van mogen genieten. Maar zo is dat niet. Want het zijn niet de dingen en de toestanden om ons heen die ons gevangen houden en lijden veroorzaken, maar het hechten eraan. Hechten doen we zelf.
Boeddhisme is een ontdekkingstocht. Het draait allemaal om het opgeven (nekkhamma) van die zintuiglijkheid (kamacchanda), het opgeven van wat de zintuigen steeds willen hebben (en dus ook hoe je dingen wilt zien). In ruil daarvoor zal hij vrijer zijn waardoor hij onderzoekender (dhamma vicaya) wordt. Pas dan kun je echt 'ontdekken' (passe) omdat je aandacht dan niet door iets in beslag genomen wordt, niet gefixeerd is op iets waaraan de geest vasthoud of aan gekleefd is.
De interesse in het oude neemt af en de interesse in het nieuwe neemt toe. Zo raakt de weg van het geconditioneerde (sankhata) uit het zicht en komt de weg van het ongeconditioneerde (asankhata) in het zicht. Dan zul je de dingen zien zoals ze werkelijk zijn, dan zul je waarheid (sacca) herkennen (samjañana) zoals die is.
Een belangrijke basis voor echte levensvreugde
is tevredenheid.
Als er niets meer is dat je zintuigen hoeven te hebben,
dan ben je een gelukkig mens.
Echt geluk is op elk moment
begrijpen wat er is.
Peter van Loosbroek — Ananda, auteur van sleuteltotinzicht.nl.
Het zijn de zintuiglijke verlangens (kamacchanda) en het hechten (upadana) in onze geest waardoor onwetendheid (avijja) in stand gehouden wordt. Dit houdt ons gevangen en gebonden aan lijden (dukkha). Alles wat wij hoeven te doen is slechts onze 'hand te openen' zoals ook de aap dat zou moeten doen om zichzelf uit de dodelijke val bevrijden.
Extra aanbevelingen
Zie ook de groep pagina Wat is het onverstoorbare?
Op groep pagina's zijn pagina's gebundeld omtrent een cruciaal onderwerp. Ze werken gezamenlijk naar de betekenis ervan. In opbouwende en eenvoudige bewoording geven ze exact weer wat de Boeddha werkelijk heeft onderwezen.
Zie ook Samudaya — De hoofdoorzaak van lijden.
RegID | 6AN1BL6tDESkDnX |
---|---|
Bijgewerkt | 4 december 2024 11:24:17 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |