De gelijkenis van de slang
Alagaddupama Sutta
Een monnik genaamd Arittha geeft aanleiding tot een verderfelijke opvatting dat door de Boeddha verboden gedrag niet echt een belemmering is. De Boeddha berispt hem en benadrukt met een reeks gedenkwaardige vergelijkingen de gevaren van het verkeerd toepassen en verkeerd voorstellen van de Dhamma. De sutta culmineert in een van de meest indrukwekkende uiteenzettingen over niet-zelf die in de Canon gevonden zijn.
Deze sutta staat op de lijst om verder vertaald te worden. Hij is tot dusver vertaald voor de rubriek 'De gelijkenis van het vlot' dat een gedeelte van de sutta is.
Het verkeerde begrip van de monnik Arittha
1. Aldus heb ik gehoord. Eens verbleef de Gezegende nabij Savatthi in het Jetavana, het park van Anathapindika.
(…)
De gelijkenis van het vlot
13. "Monniken, ik zal jullie laten zien hoe de Dhamma als een vlot is, dat als doel heeft de oversteek te maken, en niet als doel om het vast te grijpen[1]. Luister en schenk diepe aandacht aan wat ik zal zeggen." — "Ja, bhante", antwoordden de monniken. En de Gezegende zei dit:
"Monniken, stel dat een man die in de loop van zijn reis een grote watervlakte zag, waarvan de nabije kust gevaarlijk en angstaanjagend was en waarvan de verdere kust veilig en vrij van angst was, maar er was geen veerboot of brug die naar de verre kust ging. Dan denkt hij: 'Er is een grote watervlakte waarvan de nabije kust gevaarlijk en angstaanjagend is en waarvan de verdere kust veilig en vrij van angst is, maar er is geen veerboot of brug die naar de verre kust gaat. Stel dat ik gras, twijgen, takken en bladeren verzamel en ze samenbind tot een vlot. En ondersteund door het vlot en een inspanning leverend met mijn handen en voeten, dan kom ik veilig aan de andere oever.'"
"En dan verzamelt de man gras, twijgen, takken en bladeren en bindt dat samen tot een vlot. En ondersteund door het vlot en een inspanning leverend met zijn handen en voeten, komt hij veilig aan de andere oever."
"Dan, wanneer hij aan de overkant is en bij de andere oever is gearriveerd, zou hij misschien zo kunnen denken: 'Dit vlot heeft me enorm geholpen, aangezien ik erdoor ondersteund werd en me inspande met mijn handen en voeten, ik veilig de verre oever heb bereikt. Stel dat ik hem op mijn hoofd zou hijsen of op mijn schouder zou laden, en ik dan ga waarheen ik wil.' Welnu, monniken, wat denken jullie? Door dit zo te doen, zou die man dan doen wat gedaan zou moeten worden met dat vlot?" — "Nee, bhante."
"Wat zou die man met dat vlot doen als hij doet wat ermee gedaan zou moeten worden? Hier (idha), monniken, wanneer die man is overgestoken en bij de verre kust is gearriveerd, zou hij misschien zo kunnen denken: 'Dit vlot heeft me enorm geholpen, aangezien ik erdoor ondersteund werd en me inspande met mijn handen en voeten, ik veilig de verre oever heb bereikt. Stel dat ik het naar het droge sleep of het in het water laat drijven, en ik dan ga waarheen ik wil.' Welnu, monniken, het is door dit te doen, dat die man zou doen wat er met dat vlot zou moeten gebeuren. Ik heb jullie dus laten zien dat de Dhamma is als een vlot, als doel om de oversteek te maken, niet als doel om vast te grijpen."
14. "Monniken, als je weet dat de Dhamma op een vlot lijkt, moet je zelfs de heilzame (kusala) staten (citta) opgeven, hoeveel te meer de onheilzame (akusala) staten[2]."
Eindnoten
[1] Deze beroemde 'gelijkenis van het vlot' gaat verder met hetzelfde argument tegen misbruik van leren dat door de gelijkenis van de slang werd geïntroduceerd. Iemand die gepreoccupeerd is met het gebruik van de Dhamma om controverses aan te wakkeren en debatten te winnen, draagt de Dhamma op zijn hoofd in plaats van hem te gebruiken om de vloed over te steken.
[2] Dhamma pi vo pahatabba pageva adhamma. MA identificeert de heilzame (kusala) staten met sereniteit en inzicht (samatha vipassana), en parafraseert de betekenis: "Ik leer, monniken, zelfs het opgeven van verlangen en gehechtheid aan zulke vredige en sublieme toestanden als sereniteit en inzicht, hoeveel te meer dat lage, vulgaire, verachtelijke, grove en onzuivere dat deze dwaze Arittha als onschadelijk beschouwt als hij zegt dat er geen belemmering is in verlangen en hartstocht voor de vijf koorden van sensueel genot (kama guna)."
De commentator citeert M066.26-33 als een voorbeeld van de Boeddha die leert om de gehechtheid aan sereniteit op te geven, en M038.14 als een voorbeeld van zijn Leer om de gehechtheid aan inzicht op te geven. Merk op dat het in alle gevallen de gehechtheid aan heilzame staten is die moet worden opgegeven, niet de heilzame staten zelf. De instructie van de Boeddha is geen uitnodiging tot moreel nihilisme of een voorstel dat de verlichte persoon voorbij goed en kwaad (puññapapa pahinassa) is gegaan (dat wel eens verkeerd begrepen wordt). Zie in dit verband M076.51.
RegID | M022 |
---|---|
Bijgewerkt | 7 februari 2022 00:15:47 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |