In de stroom treden

In dit hoofdstuk enkele onderwerpen die een logische relatie hebben binnen het verloop van de ontwikkeling van inzicht. Dit werpt een helder licht op het proces binnen het boeddhistisch trainingssysteem, het Edel Achtvoudige Pad (ariya atthangika magga).

Inhoudsopgave

Van wereldling tot edele leerling

De eerste signalen van juist begrip

Wat betekent het Pad ontwikkelen?

Helderheid van bewustzijn

De jhana's en de vier paden

De vier paden en de tien banden

Voorwaarden voor het in de stroom treden

Kenmerkende kwaliteiten van een in de stroom getredene

Extra aanbevelingen

Van wereldling tot edele leerling

De wereldling (puthujjana) is een persoon die niet één van de bovenwereldse paden (lokuttara magga) bereikt heeft. Zijn begrip is nog niet van dien aard dat de wet van kamma hem duidelijk voor de geest daagt, dat daden gevolgen hebben. Dit is omdat de eigen ervaring (dat goede daden goede gevolgen hebben) ontbreekt. De drie kenmerken (ti lakkhana) van het bestaan zijn hem al helemaal verre van helder. Dit zijn allemaal dingen 'van een heel andere wereld' dan de wereld waaraan de wereldling gehecht is. De kloof tussen de wereldling en de edele leerling (ariyasavaka) is best groot.

Maar in wie de drijfveer aanwezig is om zichzelf te overwinnen, in die zin dat die persoon bereid is wijs te worden en de eigen tekortkomingen onder ogen wil zien, zal al zijn handelingen, spraak en gedachten op een eerlijke wijze beschouwen. Zo tilt hij zijn eigen menswaardigheid naar een hoger niveau dat tot een groot geluk zal leiden en een radicale verandering in zijn leven teweeg zal brengen.

Uit de Dhammapada:

103. Iemand kan duizend maal duizend mensen in de strijd overwinnen, maar degene die zichzelf overwint is de grootste overwinnaar op elk slagveld.

yo sahassam sahassena sangame manuse jine ekam ca jeyyam'attanam sa ve sangamajuttamo

De overwinning op jezelf overtreft de overwinning op duizend anderen in de strijd.

Door een kritische zelfreflectie ontstaat er langzaam maar zeker een duidelijker begrip van oorzaak en gevolg en een gevoel van eigen verantwoordelijkheid dat sterk verbonden is met het goede doen en het verkeerde nalaten. Hier is het eerste niveau van wijsheid bereikt. Vanwege dit begrip zal onze wereldling zich gaan toeleggen op de training in moraliteit oftewel deugdzaamheid.

Uit de Dhammapada:

183. Het vermijden van al het kwaad, altijd het goede doen en de eigen geest zuiveren; dit is de Leer van alle Boeddha's.

sabbapapassa akaranam kusalassa upasampada saccita pariyodapanam; etam Buddhana Sasanam

Zie af van elk kwaad. Beoefen deugdzaamheid. Zuiver de geest. Dat is het onderricht van Boeddha's.

Door de training in deugdzaamheid zal een persoon zelf de gevolgen van goede daden ervaren. Die eigen ervaring is altijd de cruciale aanzet tot een serieuzer en dus contemplatiever leven. Dit is hoe de mentale training van onze wereldling aanvangt.

Terwijl de mentale training gestaag vorm aanneemt, zal zijn wijsheid toenemen. Zijn geest wordt breder en dieper, net zoals een rivier die steeds breder en dieper wordt naarmate hij zijn thuisbasis bereikt, de zee. De reeks van oorzaken en gevolgen van alle fenomenen, dus ook van daden en gevolgen, worden steeds duidelijker als universele feiten herkend. Er ontstaat een inzicht dat Het zelf, het 'ik' illusionair is en op alle fronten heeft dwarsgelegen en moeilijkheden veroorzaakte.

Door zijn mentale training bereikt onze wereldling op een gegeven moment een dermate diep inzicht dat de drie kenmerken (ti lakkhana) hem duidelijker worden. Nu begint het tweede niveau van wijsheid te dagen, maar het is nog niet volledig. Langzaam maar zeker wordt zijn geest universeler en is hij in staat steeds vaker, en in alle omstandigheden, 'door dingen heen te kijken' omdat de drie kenmerken in alle dingen worden gezien. Zo worden dingen niet meer als afzonderlijke en op zichzelf bestaande fenomenen gezien. De geest is nu minder verdeeld en komt steeds meer tot eenheid.

En zo gaat de weg van een gewoon mens, de wereldling (puthujjana), over in de weg van een bijzonder mens, de edele leerling (ariyasavaka). Hiermee is de eerste graad van edele personen (ariya puggala) bereikt. Het zelf dat zo listig was om de aantrekkingskracht van het bestaan (bhava) ontelbare levens in stand te houden, is nu doorgrond en heeft daarmee die aantrekkingskracht verloren. Het geloof oftewel het vertrouwen in de Boeddha en daarmee het begrip omtrent de Dhamma is stabieler dan ooit. Het zet onze — inmiddels edele leerling — nóg meer aan in het streven naar het einddoel. En Mara, de Verzoeker, ziet met lede ogen aan hoe zijn spel doorgrond wordt.

De edele leerling van de eerste graad heeft zichzelf van drie banden, die hem aan lijden bonden, bevrijdt. Er is niemand waarvan hij afhankelijk (nissito) was om die (gedeeltelijke) bevrijding van lijden mogelijk te maken want het is een weg die hij door eigen inspanning zelf moest begaan (ekayana). Hij heeft slechts de instructies van een uitmuntend Leraar opgevolgd.

Maar hij heeft zijn doel nog niet bereikt want er zijn nog zeven banden waarvan hij zichzelf moet bevrijden. Dus zet hij zijn training in het Edel Achtvoudige Pad voort. Wanneer de resterende zeven banden zijn doorgekapt, zal volledige bevrijding een feit zijn. Dan zullen de drie kenmerken (ti lakkhana) altijd en overal niet alleen gezien worden, maar ook door en door begrepen worden. Vanwege dit begrip is er niets meer in de wereld waaraan hij zich nog vastgrijpt en heeft hij het tweede niveau van wijsheid volledig bereikt.

"(...) en hij verblijft (viharati) onafhankelijk (anissito) en grijpt zich nergens in de wereld aan vast."

D22 — Maha Satipatthana Sutta — De grote toespraak over de vier fundamenten van indachtigheid

Onze edele leerling (ariyasavaka) was voorheen een gewoon mens (puthujjana), iemand die niet in de stroom was getreden. Maar dit betekende niet dat hij geen goede leerling kon zijn. Door vastberadenheid, door ijver, bereikte hij de eerste graad en werd hij een bijzonder mens, een edele leerling (ariyasavaka). En na het doorkappen van alle tien banden die hem aan het lijden bonden, wordt hij geen edele leerling meer genoemd, eenvoudigweg omdat hij nu 'geen leerling meer' (asekha) is.

Door het niet begrijpen was het een eeuwig durende rondzwerving (samsara), maar de bouwer van dit huis is nu gezien[1]!

In de volgende rubrieken zullen we het proces van ontwikkeling van inzicht dunnetjes overdoen en de onderwerpen die een relatie vormen binnen dat proces, toelichten.

De eerste signalen van juist begrip

'In de stroom treden', betekent dat er een bepaald niveau van juist begrip is ontwikkeld. Het is een begrip waarin de eerste signalen van de drie kenmerken (ti lakkhana) duidelijk voor de geest verschijnen. Maar het betreft nog slechts de eerste signalen en het is nog slechts een zaak van het hoofd, een conceptueel begrijpen. Het hart is er nog niet van doordrongen.

Wanneer dit eerste begrip voldoende krachtig is, ontstaat er in een persoon de urgentie (samvega) om voor goed een einde aan lijden te maken.

Dat het hoofd dit begrijpt is erg belangrijk omdat het hoofd, het verstandig nadenken, 'het startpunt' is. Maar dit betekent nog niet dat Het hart het al begrijpt. Een conceptueel begrijpen is niet voldoende, want ware wijsheid ontstaat door de ontwikkeling van mentale vermogens oftewel je mentale kern. Dit is wat de Boeddha bedoelt als hij spreekt over 'het hart'.

Naast die urgentie om een einde aan lijden te maken, komen nog een paar aspecten kijken waar we zo meteen op terugkomen.

Wat betekent het Pad ontwikkelen?

Wanneer het Achtvoudige Pad ontwikkeld is, is volkomen vrijheid van lijden een feit. Daarvoor moet het Pad in je ontwikkeld worden. Dit kan misschien wat onwennig klinken, maar als dit in het perspectief wordt gezien vanuit de factoren van het Pad zelf, is dat zo vreemd nog niet. Het zijn de Pad-factoren die ontwikkeld moeten worden. Alle factoren van het Pad zijn namelijk mentale factoren (cetasika) hoewel ze in die lijst soms onder een andere naam verschijnen. Zo is bijvoorbeeld Juist begrip (samma ditthi), de 1e factor van het Pad, in die lijst gelijk aan 'zonder begoocheling' (amoha).

Als we de Pad-factoren ontwikkelen, zullen we geleidelijk aan door stadia heengaan waarin ons bewustzijn gestaag helderder wordt. Bewustzijn is een 'ego trip'. Omdat begeerte (tanha) er een hoofdrol in heeft, heeft het de neiging om aan 'mentale objecten te kleven'. Daardoor gaan we dingen zien zoals we ze willen zien, niet zoals ze zijn. Vandaar dat ik zeg dat bewustzijn een 'ego trip' is. Een bewustzijn dat alles op zichzelf betrekt waardoor we een 'persoonlijke visie' ontwikkelen en dus aan persoonlijke meningen, persoonlijke opvattingen hechten. Maar als het 'ik' oftewel Het zelf kan sterven ten aanzien van alles, zullen we de dingen kunnen zien zoals ze werkelijk zijn (yathabhuta). Dan vervult bewustzijn de functie waarvoor het bedoeld is, namelijk om helder objectief gewaar te zijn (vijañana). Daarom legt de Boeddha erg de nadruk op het overwinnen van het 'ik' en wordt hij ook wel de Leraar van 'de Leer van geen-zelf' (anatta vadi) genoemd.

Helderheid van bewustzijn

Helderheid van bewustzijn, ook wel sampajañña genoemd, zodat we de dingen kunnen zien zoals ze werkelijk zijn (yathabhuta), is het doel binnen het boeddhisme en de voorwaarde voor totale, volledige bevrijding (vimutti). Daarom eindigt het Pad bij de volledige ontwikkeling van juist begrip oftewel wijsheid, inzicht. Maar de ontwikkeling van het Pad vangt ook aan bij juist begrip, hoewel dit bij aanvang natuurlijk nog niet volledig ontwikkeld is. Kortgezegd: mensen met een volstrekt verkeerd begrip zullen niet het Pad op gaan, kunnen niet 'in de stroom treden'. Zo meteen wordt duidelijk waarom dat zo is.

Naarmate de Pad-factoren geleidelijk aan in ons ontwikkelen, wordt ons bewustzijn dus helderder. Wanneer de geest helderder wordt, wordt het juiste begrip (samma ditthi) ook krachtiger. (Juist begrip (samma ditthi) oftewel wijsheid (pañña) is één van de vijf krachten (bala)).

Zulke staten van de geest waarin begrip of wijsheid helderder wordt, wordt jhana genoemd oftewel 'meditatieve verdieping'. Exact gesproken onderwijst de Boeddha 8 jhana's, maar omdat de jhana's 5-8 heel subtiel zijn, spreekt hij doorgaans over 4 jhana's.

De 'meditatieve verdiepingen' worden ontwikkeld (bhavana). Want bhavana betekent 'het in bestaan roepen, produceren'. Dit betekent dat we eerst iets dienen te ontwikkelen om vervolgens verder te kunnen op het pad van inzicht. Om inzicht te verwerven is het van groot belang dat we bijvoorbeeld gelukkig zijn. Daarom ontwikkelen we o.a. eerst geluk (sukha). Omdat dit geluk 'voortgebracht' is (a.d.h.v. bepaalde voorwaarden) is het geconditioneerd (sankhata). Omdat we het nodig hebben om de jhana's te bereiken (of te verwerven), is het een jhana-factor (jhananga). Alle jhana-factoren en zelfs de jhana's zelf, zijn geconditioneerde dingen, want ze zijn 'geproduceerd'. Omdat ze voortgebracht zijn, kunnen de jhana's zelf niet het doel op zich zijn, want in het boeddhisme is niet het geconditioneerde (sankhata), maar het ongeconditioneerde (asankhata) het doel, hetgeen Nibbana is. De jhana's zelf kunnen dus geen bevrijding van lijden opleveren. Daarom dienen we, nadat ze verworven zijn, ze weer op te geven, te verlaten, het los te laten, te laten varen.

Om de jhana's te bereiken, moeten we dus eerst iets ontwikkelen. Maar als we hetgeen we ontwikkeld hebben, vastgrijpen, kunnen we niet verder ontwikkelen op het pad van inzicht. We moeten dus eerst iets ontwikkelen omdat we het nodig hebben, en vervolgens weer loslaten. Je kunt het vergelijken met een wandeling waarbij je een fortuin vindt. Als je een berg zilver tegenkomt (die van niemand is), stop dan je zakken helemaal vol en vervolg je weg. Als je een eind verderop een berg goud tegenkomt, gooi dan al het zilver weg en stop je zakken vol met goud. Op dezelfde wijze verlaat je steeds de reeds ontwikkelde lagere staten van de geest, om een hogere staat te bereiken. Net zolang tot je de ongeconditioneerde staat van de geest hebt bereikt. Dan zit het werk erop. Dat is een heel ander geluk dan het geluk dat we hadden ervaren als een jhana-factor.

De jhana's en de vier paden

Zoals uitgelegd is, zijn de jhana's niveaus van helder bewustzijn en daarmee ook niveaus van juiste begrip (samma ditthi). Hoe hoger de bereikte jhana, hoe helderder het bewustzijn. Wanneer de vijf hindernissen (pañca nivarana) nog erg krachtig zijn, is het niet mogelijk om de 1e jhana te bereiken. Naarmate ze in kracht afnemen en de zeven factoren van verlichting (satta sambojjhanga) in kracht toenemen (ontwikkeld worden), komt die mogelijkheid binnen handbereik.

In de context van de 4 jhana's kunnen we stellen dat er overeenkomstig daarmee, vier paden zijn. Deze paden vertegenwoordigen de volgende vier edele personen (ariya puggala):

  1. Degene die de 1e jhana heeft verworven, heeft 'het pad van de in de stroom getredene' gerealiseerd (sotapatti magga) en is daardoor 'een in de stroom getredene' (sotapanna). Iemand die deze eerste graad heeft bereikt, is al voorbestemd Nibbana te realiseren. Deze persoon kan niet meer terugvallen in lagere staten van bestaan. Als je de pagina's doorneemt in de rubriek Extra aanbevelingen, zul je zien waarom dat zo is.
  2. Degene die de 2e jhana heeft verworven, heeft 'het pad van de eenmaal terugkerende' gerealiseerd (sakadagami magga) en is daardoor een 'eenmaal terugkerende' (sakadagami)
  3. Degene die de 3e jhana heeft verworven, heeft 'het pad van de niet meer terugkerende' gerealiseerd (anagami magga) en is daardoor 'een niet meer terugkerende' (anagami).
  4. Degene die de 4e jhana heeft verworven (plus jhana 5-8), heeft 'het pad van heiligheid' gerealiseerd (arahatta magga) en is daardoor 'de perfecte of heilige' (arahat).

Dit zijn de vier paden die gestaag ontwikkeld worden naarmate de Pad-factoren zich in iemand ontwikkelen. Daarom is het ontwikkelen van het Pad een proces dat zich geleidelijk aan ontwikkelt. Je kunt niet één factor van het Pad helemaal ontwikkelen en dan naar de volgende gaan om die te ontwikkelen. Alle factoren vullen elkaar aan, ondersteunen elkaar. De ene factor kan niet zonder de andere factor. Net zoals alle andere dingen niet afzonderlijk van elkaar kunnen bestaan, zo staan de factoren van het Pad ook niet los van elkaar.

De vier paden en de tien banden

De vier 'edele personen' kappen geleidelijk aan 10 banden (saññojana) door. Het zijn banden die wezens aan het lijden binden, waardoor bevrijding uitgesloten is. Omdat dit hoofdstuk juist bedoeld is om die eerste voorwaarde voor bevrijding te benadrukken, zullen we hier alleen nadruk leggen op 'het in de stroom treden' (sotapatti), zodat het je heel helder wordt wat daarvoor nodig is. Want als dat gerealiseerd is, dan zullen de volgende stadia ook volgen. Dit betekent echter zeker niet dat het dan allemaal vanzelf gaat! Een echte 'in de stroom getredene' (sotapanna) ziet en begrijpt heel duidelijk zijn situatie en daarom zal deze ook alle inspanning (samma vayama) aanwenden om een volledig einde aan lijden te maken! Dit is een echte revolutionist en zulk een persoon onderwerpt zich niet meer aan lijden!

'Het in de stroom treden' betekent dat iemand het Edel Achtvoudige Pad opgaat dat naar het einde van lijden leidt. Maar dit moet niet verkeerd begrepen worden. Het kan namelijk zijn dat iemand naar eigen denken wel 'het Pad beoefent', maar niet beseft dat zijn geest bezoedeld (kilesa) is door verkeerde visies (ditthi). Deze zullen hem verhinderen een doorbraak te forceren uit de eigen persoonlijk opgebouwde wereld waardoor die wereld wordt vastgehouden. Omdat er dan geen vernieuwing van bewustzijn kan plaatsvinden, kan zo'n persoon onmogelijk in de stroom treden. Het vastgrijpen aan meningen doet hem zelfs verwijderen van het Pad. Iemand die verkeerde visies in stand houdt, kan de dingen niet echt zien zoals ze werkelijk zijn, die kan de Dhamma niet echt zien en begrijpen. Dat kan alleen als verkeerde visies, meningen, opvattingen (dat valt allemaal onder dezelfde noemer) in de meest krachtige vorm afnemen. Dan is er nog niet het gewenste inzicht bereikt, maar dan is er geen blokkade meer om waar inzicht te ontwikkelen. Zo is het doorkappen van de eerste band (saññojana) een vereiste om echt in de stroom te treden (sotapatti).

Een tweede vereiste is (o.a.) het geloof (saddha) in de Boeddha en de Dhamma. Net zoals iemand kan denken het Pad te volgen en er geen doorbraak kan zijn vanwege een verkeerde visie, zo kan iemand ook denken dat zijn geloof in de Boeddha en de Dhamma goed gegrondvest is. Maar voor een boeddhist is geloof niet zomaar een blindelings volgen en ook niet een Dhamma volgen die verkeerd verkondigd is. Geloof moet gebaseerd zijn op begrip omtrent de realiteit. Wanneer er verkeerde visies zijn, kan er ook geen begrip zijn en is het geloof in de Boeddha en de Dhamma ongegrond. Daarom kan het zijn dat iemand denkt jarenlang goed de Dhamma te beoefenen, maar geen resultaten boekt. Geloof in de Boeddha en de Dhamma is een vereiste om echt in de stroom te treden.

Een derde vereiste is om niet aan regels en rituelen te hechten. Mensen die er regels en rituelen op nahouden en er vanuit gaan dat dat hun geest zuivert, begrijpen werkelijk niet dat bevrijding afhangt van een drievoudige training (tividha sikkha). Het niet hechten aan regels en rituelen is een vereiste om echt in de stroom te treden.

Voorwaarden voor het in de stroom treden

Er zijn vier voorwaarden (sotapattiyanga) om het pad van het in de stroom treden (sotapatti magga) te realiseren.

Voor meer, zie sotapattiyanga.

Kenmerkende kwaliteiten van een in de stroom getredene

Er zijn vier kenmerkende kwaliteiten (sotapannassa angani) van een in de stroom getredene (sotapanna).

Voor meer, zie sotapannassa angani.

Extra aanbevelingen

Op Ariya puggala — Edele personen wordt nadere uitleg gegeven wat 'edele personen' in boeddhistisch perspectief betekent.

Op Saññojana — De tien banden wordt nader ingegaan op de door te kappen banden.

Bij het verwerven van de jhana's worden dus, zoals beschreven, vier paden verworven. Deze staan bekent als de bovenwereldse paden. Zie hiervoor lokuttara.

Eindnoten

[1] Zie Het ontdekken van de huizenbouwer waarin de Boeddha de verzen 153 en 154 van de Dhammapada uitsprak op het moment van zijn verlichting.

Document info
RegID GLYAMWG5OOfvOyj
Bijgewerkt 6 april 2023 14:00:31
Auteur Peter van LoosbroekAnanda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen