Het wedergeboorteproces in alle eenvoud

Upapatti bhava

Conditionering is niet het echte, niet het volmaakte. Het doel is het ongeconditioneerde, het ongekunstelde.

Inhoudsopgave

Inleiding

Ontstaan en niet ontstaan

Gewoontepatronen, aandacht en begrip

Vicieuze cirkel

Activering en terugblikken

Begrip, afhankelijkheid en urgentie

Kennis van de dieper liggende details

Voorbeeld val met de fiets

Extra aanbevelingen

upapatti bhava

Het door kamma voortgebrachte 'wedergeboorte proces' of 'regeneratie proces'. Upapatti = 'het ene bestaan na het andere'.

Inleiding

Misschien heb je een idee over wedergeboorte en/of over het wedergeboorteproces. Ideeën leiden vaak tot meer verwarring en ontkenning omdat een idee geen realiteitswaarde in zich heeft. Wat het proces van wedergeboorte in hoofdzaak inhoudt, is zeer belangrijk omdat je het tijdens je huidige leven voortdurend zelf aan de gang houdt (regenereert). Een belangrijke taak in de ontwikkeling van realistisch inzicht, is vooral om eenvoudig van geest te zijn.

Het meest essentiële is dat de geest ongeconditioneerd is, dat hij niet vooropgezet of aangezet is door iets of iemand, dat hij volkomen onafhankelijk is. Dan kan er zich een vaardigheid van de geest ontwikkelen waarmee hij vanuit het niets een actie kan uitvoeren. Een actie die spontaan, zuiver en echt is. Niet gemaakt. Dit staat volledig in verband met zelfoverwinning, de kern van de boeddhistische Leer. Het is ook de kern in de oosterse krijgskunst. Mits correct onderwezen.

Voor wie waarheid altijd op nummer 1 staat,
is altijd zeer direct,
en gaat dan ook altijd recht op het doel af.

Hij is geen vriend van Mara.

Peter van LoosbroekAnanda, auteur van sleuteltotinzicht.nl.

Vaak reageren we op allerlei toestanden. Maar waar je op reageert, daar raak je in betrokken in de zin van in beslaggenomen zijn. Dat is geen vrijheid. Een reactie is een gevolg van iets; dan is er daarvóór ook al iets. Conditionering dus. Waar conditionering is, daar is niet het echte, niet het ongekunstelde (anatam). Zo kunnen we ons doel niet bereiken. Waar we naar moeten streven is om echt te zijn. We moeten minder reageren en meer ageren. Direct zijn. De Boeddha was ook heel direct en draaide nergens omheen. Hij was altijd recht door zee.

De Boeddha leert de wet van het afhankelijk ontstaan (paticcasamuppada) wat voor de meeste mensen zeer moeilijk te begrijpen is. Vooral hoe dat nu zit met de fysieke wedergeboorte die in een vicieuze cirkel plaatsvindt. Ik zou je willen vragen om de gedachte hieraan even opzij te zetten. Niet dat het begrijpen van wedergeboorte niet belangrijk is, maar we zoeken het vaak veel te ver weg. Het echte relevante antwoord moet en kan heel dichtbij gevonden worden, in onszelf. Dan is het niet zo moeilijk te begrijpen. Wanneer mensen het hebben over meditatie, wordt dit vaak louter en alleen beschouwd als 'het zitten op een kussen'. Maar dit is een basistraining om in de sleur van het dagelijks leven aandachtiger te kunnen zijn. Als we aandacht schenken aan alles wat we doen, zeggen, denken, emoties (gevoelens) etc., zullen we onszelf beter gaan begrijpen. Dit is het gebied waar ware meditatie in de praktijk gebracht wordt, de broodnodige ervaring (veditabba) opgedaan wordt en alle antwoorden gevonden kunnen worden.

Belangrijk te weten is, dat de Boeddha niet leert dat er een geest, een ziel of een zelf (atta) is in de zin van een onveranderlijke entiteit die van het ene leven naar het andere leven transmigreert. Wat de Boeddha wel leert, is dat er bewustzijn (viññana) is en dat dit niet statisch is, maar stroomt, verandert. Net zoals bij alle andere dingen, is in bewustzijn geen vaste kern te vinden. Het is net zo vergankelijk (anicca) als alle andere dingen en daarom zonder een vaste kern oftewel een 'zelf' (anatta). De Boeddha werd dan ook 'de Leraar van de Leer van geen-zelf' genoemd (sattha anatta vadi) waarmee de kern van zijn Leer wordt belicht. Hierover is op STI uitgebreide informatie beschikbaar. Zie zelfoverwinning.

De Boeddha

Ontstaan en niet ontstaan

Als we niet begrijpen hoe en waarom dingen in de geest ontstaan (uppajjati) wordt het daar 'voller' en kan de geest snel overbelast raken. Een belaste en volle geest kan niet goed functioneren. En zijn belangrijkste functie is om 'de dingen te zien zoals ze werkelijk zijn' omdat dit de voorwaarde is voor de bevrijding (vimutti) van lijden (dukkha). Het leven is als een hand die twee kanten heeft. En als we één kant van iets begrijpen, helpt dit vaak om ook de andere kant te begrijpen. Zo is dat ook bij het ontstaan (uppajjati) en het niet ontstaan (nuppajjati) van dingen (dhamma's). M.a.w.: als we weten hoe iets ontstaat, weten we ook hoe we dat kunnen voorkomen. Het 'in het bestaan komen' (bhava) is het probleem omdat er dan sprake is van geconditioneerdheid. Dit is wat het wedergeboorteproces (upapatti bhava) regenereert. Maar het boeddhistische doel is niet het geconditioneerde (sankhata), maar het ongeconditioneerde (asankhata) oftewel Nibbana.

Wanneer je begrijpt wat conditionering is en hoe dat werkt, beschik je over een krachtig wapen om het wedergeboorteproces een halt toe te roepen en daarmee het lijden voorgoed te beëindigen.

De geest is de voorloper van alle dingen.

Mensen prakkezeren zich suf en zoeken naar een eerste begin omdat ze de Dhamma niet kennen.

Gewoontepatronen, aandacht en begrip

Conditionering is een 'pathway' van hoe we onszelf dingen aangeleerd hebben. Wanneer we niet aandachtig (sati) zijn, zullen we vaker in dezelfde gewoontepatronen vervallen. Dan blijven we erin steken, erin vastzitten. Deze gewoontepatronen gaan vanwege herhalingen een steeds persoonlijkere wereld vormen. Het sluipt stilletjes in. Door het vasthouden van gedachte- en gewoontepatronen, blijven we in diezelfde persoonlijke wereld ronddraaien.

Vanwege een onvoldoende helderheid van bewustzijn (sampajañña) is het onmogelijk om volledig vrij (vimutti) te zijn. Niet volledig vrij zijn betekent nog steeds in zekere zin 'in beslag genomen' zijn. Maar als je niet volledig vrij bent, besef je dat niet. Dan kun je er hoogstens een idee over hebben, maar een idee is de werkelijkheid niet. Er is niet het duidelijke besef dat er een taak (katam karniyam) is waar alle mensen voor staan.

Pas wanneer alle begeerte is opgeheven (tanhakkhaya) is er geen enkele gehechtheid (upadana) meer. In plaats daarvan is er een helder begrijpen (sampajañña) dat je echt volledig vrij bent. Dan is de kennis aanwezig dat alle bezoedelingen zijn uitgeblust (asavakkhaya ñana). Het is de voortdurende diepe aandacht (avajjana) die voor de noodzakelijke helderheid van bewustzijn zorgt. Aandacht doet zien, zien doet begrijpen.

Herhalingen van gedachte- en gewoontepatronen (waarbij aandacht tekortschiet) 'leert' het bewustzijn een algemene basis aan, namelijk dat het eerder en intenser gaat 'plakken' (visattika) aan mentale objecten, ongeacht wat het object ook is. M.a.w.: hierdoor neemt begeerte (tanha), en daarmee het niet vrij zijn, toe. Het verdiept de mentale slaap waardoor het een blokkade is voor het 'wakker worden' (bujjhati).

Bij herhalingen ontstaat er een pad.
Bij herhalingen ontstaat er een pad. Zie pathway.

Dit houdt in dat we bij het oude, bij het geconditioneerde (sankhata) blijven. Dan kunnen we niet echt leren (sikkhati) van de dingen die het leven te bieden heeft omdat in het oude niets nieuws te ontdekken (passati) is. Want waar het oude is, daar kan het nieuwe niet zijn. Zo kan er geen vernieuwing van bewustzijn (viññana) plaatsvinden en blijf je in kringetjes ronddraaien. Hoe je je werk doet, hoe je met mensen omgaat, je relatie etc., wordt dan een sleur. Het vernauwt de geest. Omdat er geen vernieuwing plaatsvindt raakt de geest afgestompt en komt er geen verbetering, wordt het leven niet verfrist. Hoewel het geen fysieke wedergeboorte is, blijf je mentaal gezien voortdurend in dezelfde wereld ronddraaien oftewel 'wedergeboren'. Maar wanneer je indachtigheid (sati) beoefent en dus aandacht (avajjana) schenkt, stap je uit je gewoontepatronen. Dit komt in principe neer op een einde maken aan het wedergeboorteproces (upapatti bhava). Ik zeg 'in principe' want er is meer voor nodig, maar het doorbreken van gedachte- en gewoontepatronen is een essentieel begin. Dat is zo omdat aan de andere kant, het aanhouden van deze patronen het ook aanzwengelen (regenereren).

Als je bovenstaande begrijpt, is het niet echt nodig om te begrijpen hoe het nu zit met het fysiek opnieuw geboren worden (patisandhi). Het is veel belangijker om te begrijpen wat bewustzijn is en hoe dat werkt. Als je aandachtig bent, kun je echt zien. Als je echt ziet, kan je echt begrijpen (sampajañña). Dit is de functie van bewustzijn (viññana) en daarom is het belangrijk dat je niet in het oude blijft hangen. Bewustzijn moet stromen.

Een aandachtige geest is een open geest. Open voor wat er is, wat er gebeurt, op elk moment. Vanwege aandacht (avajjana) kan hij stromen in de zin dat hij zichzelf kan vernieuwen. Omdat hij stroomt blijft hij niet bij het oude. Hij verlaat steeds op elk moment de wereld. Dit is verzaking (nekkhamma). Zou hij de wereld (zijn wereld) niet steeds verzaken, dan kan dit gezien worden als een voortdurend wedergeboren worden. Maar deze geest laat zich niet afleiden of conditioneren door het oude. Hij is ongeconditioneerd. Het ongeconditioneerde (asankhata) is altijd nieuw omdat het niet geconditioneerd is door iets anders. Hier heeft Mara geen schijn van kans. Maar houdt er altijd rekening mee dat deze kwade vriend (papa mitta) het altijd blijft proberen om je te misleiden.

Over welke misleiding hebben we het in het bijzonder? De misleiding (moha) om de dingen die vergankelijk (anicca) zijn te zien als zijnde blijvend, de dingen die in de kern lijden (dukkha) zijn te zien als zijnde bevredigend, en de dingen die geen werkelijkheidswaarde (anatta) hebben te zien als zijnde waar en werkelijk. Ik noem het de hoofdmisleidingen.

Dit is in eenvoudige bewoording hoe het wedergeboorteproces werkt en hoe het gestopt kan worden. In de volgende rubrieken van deze pagina zullen we enkele belangrijke details belichten.

De echte Dhamma is het mooiste wat er is.

De echte Dhamma is het mooiste wat er is.

Vicieuze cirkel

Als er vastgeroeste fysieke gedragspatronen zijn, is dit een vaak voorkomende herhaling van een bepaald patroon. Wat we goed moeten begrijpen, is dat dit de manifestatie is van de mentale toestand. Ik weet nog dat toen ik een ventje van een jaar of 12-13 was, de volgende gedachte bij me opkwam: 'Als ik een beetje voorover loop en ik let niet op mijn lichaamshouding, dan groei ik geleidelijk aan krom. Zo word ik dan.'

Als we vaak een bepaald soort gedachten hebben of als we in bepaalde gedachten blijven steken, is dat eveneens een herhaling van een bepaald patroon. Er zijn dus mentale- en fysieke gedragspatronen. Vastgeroeste fysieke gedragspatronen komen voort uit vastgeroeste mentale gedragspatronen. Het is een vicieuze cirkel die een wordingsproces in gang zet. Zo word je dan. Aan worden (bhava) komt geen einde, aan zijn wel. Met 'zijn' bedoel ik jezelf zijn. Hoe meer je jezelf bent, hoe beter je je ware natuur hebt gerealiseerd. Veel mensen hebben daar ideeën over, maar geen van dat alles is je ware natuur. Want je ware natuur is het ongeconditioneerde (asankhata) oftewel Nibbana.

Als je een leefwijze aanhangt waarin je indachtigheid (sati) beoefent, is er meer aandacht (avajjana) voor zowel het mentale- als het fysieke gebied. Het is de aandacht die ervoor zorgt dat je echt gaat zien. Het echte zien zorgt voor echt begrijpen (sampajañña).

Wanneer er een echt begrijpen is, weet je wat voordelig en wat nadelig is. Wanneer je iets denkt of doet wat nadelig is, verlaat je het. Dan 'stap je eruit'. Dit is verzaking (nekkhamma). Soms is het een bewuste keuze, maar meestal is het het begrijpen zelf waardoor dit op een geheel natuurlijke manier gebeurt. Soms gebeurt het abrupt, en soms voltrekt het zich geleidelijk aan. Maar wanneer dit begrijpen ontbreekt, stap je er niet uit. Dan blijft de vicieuze cirkel van gedachte- en gewoontepatronen voortbestaan. Het kan ook hardnekkiger worden.

Gedachte- en gewoontepatronen leiden tot een beperkte wereld in allerlei opzichten. Je kunt minder goed omgaan met allerlei omstandigheden. Omdat je vast zit in bepaalde patronen, beschikt de geest niet over aanpassingsvermogen (kammaññata) en is hij niet creatief. Dan kun je niet meebewegen op de stroom van het leven dat altijd dynamisch is. Het vasthouden aan gewoontepatronen vormt altijd conflicten in een altijd veranderende wereld. Dingen veranderen, maar als je niet kunt of niet wilt meeveranderen ontstaan er problemen. Het blokkeert intelligentie (viññu) omdat vastgeroeste gedachtepatronen bij het oude blijven waardoor het nieuwe niet ontdekt (passati) kan worden. Je kunt dan nog steeds 'gelukkig' zijn, maar dat is zintuiglijk geluk (kama sukha), het geluk van een beperkte wereld, de geconditioneerde (asankhata) wereld.

Doorbreek gedachte- en gewoontepatronen als je zo niet door wilt gaan.

Doorbreek gedachte- en gewoontepatronen als je zo niet door wilt gaan. Wees altijd indachtig (sati).

Activering en terugblikken

Naast het beoefenen van indachtigheid (sati), is het goed om van tijd tot tijd een pas op de plaats te maken en een 'retrospectieve terugblik te werpen' op je algehele leefwijze. Eet je vaak hetzelfde of ben je creatief in het koken? Probeer je wel eens wat anders? Geef je je huisdieren altijd hetzelfde te eten of wissel je dit af en geef je ze weleens iets extra's? Geef je dieren en mensen van tijd tot tijd liefdevolle aandacht (metta) of ben je een ijskoude kikker? Al dit soort eenvoudige dingen hebben een sterke relatie met indachtigheid, met een warm hart.

Terugblikken is essentieel voor hoe je meditatief (dus bij alles) in het even staat, bijvoorbeeld de manier waarop je het Pad bewandelt: 'doe ik het zo wel goed', 'ben ik kritisch genoeg', 'span ik me goed in' etc. En terugkijken hoe je dingen doet en aanpakt: 'kan het beter, efficiënter, makkelijker' en hoe je dingen oplost. Hoe je met mensen omgaat, met je vrienden etc. De Pali term hiervoor is patisankha. Zo zijn er veel zaken die beter kunnen, maar je kunt niets verbeteren als je niet aandachtig en zorgvuldig bent. Laat staan het bereiken van perfectie (parami). In een mentale slaap blijft alles bij het oude. Het geconditioneerde (sankhata).

Een retrospectieve terugblik werpen.

Een retrospectieve terugblik werpen heet patisankha.

Belangrijk

Gedachte- en gewoontepatronen zijn niet per definitie de hoofdoorzaak van het geboorteproces waarbij iemand van het ene leven naar het andere reist. De hoofdoorzaak hiervan is de aanwezigheid van 'ik'. Het is per definitie het 'ik' dat dit geboorteproces 'activeert'. De Pali naam hiervoor is nisankhiti.

Wanneer je eens uit gewoonte iets doet, betekent dit dus niet meteen dat dit het geboorteproces activeert. Veel dingen slijten nu eenmaal in, ook onschuldige dingen. Het inslijten van gewoontes is overigens een natuurlijk proces dat we nodig hebben om ook goede gewoontes te kunnen inslijten. Maar de goede dingen slijten alleen in wanneer er een indachtig (sati) leven wordt geleid. Verkeerde gewoontes slijten altijd vanzelf in. Daar hoef je jezelf niet voor in te spannen.

Het niet waakzaam zijn, alsook het niet verstandig nadenken (manasikara), intensiveert gedachte- en gewoontepatronen die gaan vastroesten. En deze intensiveren op hun beurt weer het niet waakzaam zijn. Dit is het schadelijke ervan omdat dit de mentale slaap verdiept oftewel onwetendheid.

Wat is hier nu de kern van de Dhamma in woorden uitgedrukt? De Boeddha heeft begeerte (tanha) als hoofdoorzaak van het lijden (dus wedergeboorte) aangewezen. Maar het is de hoofdoorzaak, d.w.z. niet de enige oorzaak. Begeerte gaat altijd samen met onwetendheid (avijja).

Het niet waakzaam zijn voedt zintuiglijke verlangens (kamacchanda), de primaire sleutel die de ontwikkeling van inzicht blokkeert. Dit voedt begeerte (tanha) en dat houdt het 'ik' in stand.

De primaire sleutel om zowel gedachte- en gewoontepatronen als het wedergeboorteproces te doorbreken, is het schenken van aandacht (avajjana).

Sta vaker stil bij of er bepaalde gedachte- en gewoontepatronen zijn en denk en doe eens iets heel anders dan het vastgeroeste patroon. Zo geef je jezelf de ruimte om dingen af en toe vanuit een heel andere hoek te bekijken. Zo doorbreek en verlaat je die patronen. Dit kan heel verfrissend werken.

Gedachte- en gewoontepatronen impliceren dus een vicieuze cirkel. Het is conditionering. En deze vicieuze cirkel werkt niet anders dan de vicieuze cirkel van geboorte en dood (samsara). Wat ik tot nu toe beschreven heb, is hetzelfde proces. Het houdt het wedergeboorte proces (upapatti bhava) gaande. Wijze mensen stappen daar uit.

Een hart vol begrip is een hart vol dankbaarheid.

Een hart vol begrip (samma ditthi) is een hart vol warmte en dankbaarheid (kataññuta).

Begrip, afhankelijkheid en urgentie

Denk nu niet te snel dat als je geen gedachte- en gewoontepatronen bij jezelf opmerkt, dat je 'er dan al bent', dat je taak er dan op zit (katam karniyam). We hebben gezien dat aandacht (avajjana) de primaire sleutel is om gedachte- en gewoontepatronen — deze vicieuze cirkel — te doorbreken. Gedachte- en gewoontepatronen zijn 'slechts' een belangrijke indicatie van samsara. De diepere oorzaak ervan ligt echter in de diepere lagen van de geest. Wanneer aandacht tekortschiet, kunnen de bezoedelingen die in die diepere lagen actief zijn — en daarom onwetendheid (avijja) in stand houden — niet opgemerkt en dus niet uitgerukt worden. En de hoofdoorzaak hiervan is begeerte (tanha). Deze 'hoofd boosdoener' intensiveert niet alleen gedachte- en gewoontepatronen (conditionering), maar het houdt ook de cyclus van samsara in stand. Dat is omdat begeerte (tanha) 'kleeft' (visattika) hetgeen gedachte- en gewoontepatronen doet voeden (ahara), groeien en intensiveren. Dan is er sprake van toename (papañca) dat het geconditioneerde (sankhata) bestaan doet continueren.

Wanneer dit er is, ontstaat dat. Wanneer dit er niet is, kan dat niet ontstaan. Iets kan alleen ontstaan uit iets anders als er een afhankelijkheid is. Wanneer die afhankelijkheid van iets er niet is, kan daar niets uit ontstaan.

Vanwege dat kleven (visattika), vanwege die begeerte (tanha), is er een afhankelijkheid (nissito). We zijn niet afhankelijk, maar we maken onszelf afhankelijk vanwege het vastgrijpen, vanwege begeerte waar we zelf voeding (ahara) aan geven. Hierdoor beperken we onszelf om echte vrije mensen te zijn. Want waar afhankelijkheid is, daar kan geen vrijheid (vimutti) zijn. Wat het ook is waar we ons aan vastgrijpen, dat is vragen om moeilijkheden, problemen oftewel lijden (dukkha). Want al het geconditioneerde (sankhata) is vergankelijk (anicca) en voortdurend in een toestand van verandering (thitassa aññatattam).

Het is aandacht dat aan al deze patronen een einde maakt. Door aandachtig te zijn 'stappen we er op een natuurlijke manier uit'. Het uitrukken van bezoedelingen is geen kwestie van het 'ik', maar van louter aandacht (avajjana) zodat we helder kunnen begrijpen (sampajañña) wat er is, wat er speelt. Daarbij is de externe wereld belangrijk, maar het belangrijkste object van meditatie is het subject, dat zijn we zelf.

Hoe dieper je begrip is, hoe beter je begrijpt wat lijden echt is. Dan zoek je niet meer naar dingen die geconditioneerd (sankhata) zijn en dus vergankelijk (anicca), onbevredigend (dukkha) en zonder werkelijkheidswaarde (anatta) zijn. Pas wanneer er geen vastgrijpen oftewel begeerte (tanha) meer is, kun je echt onafhankelijk (anissito) zijn. Dan laat je jezelf door niets meer meeslepen, door niets beïnvloeden (asava), door niets afleiden. Dan ben je ongeconditioneerd, ben je tot volle wasdom (gotrabhu) gekomen. Dan heb je het ongeconditioneerde (asankhata) bereikt. Dit is gelijk aan Nibbana, het hoogste doel.

Een vaak herhaalde canonieke tekst is:

"De geïnstrueerde edele discipel (ariyasavaka), monniken, die het zo ziet, hunkert niet naar materiële vorm, gevoel, waarneming, mentale formaties en bewustzijn[1]. Door vlekkeloosheid (viraja) is hij onthecht (viraga), door onthechting is hij bevrijd (vimutti); in bevrijding ontstaat het besef dat hij bevrijd is, en hij begrijpt onmiddellijk: 'Geboorte is vernietigd (khina jati), het heilige leven (magga brahmacariya) is geleefd, wat gedaan moest worden is gedaan (katam karniyam), er is niets meer van dit dat nog tot enige staat van bestaan komt (naparam itthattaya)[2].'"

In onwetendheid (avijja) is er een begeerte naar het bestaan (bhava tanha). En waar een omarmen is, daar is ook een wegduwen (anurodhapativirodha). Dit kan worden gezien als begeerte naar niet-bestaan (vibhava tanha). Deze twee soorten van begeerte worden aangedreven door zintuiglijke begeerte (kama tanha).

Begrip daarentegen, intensiveert de urgentie (samvega) om nóg aandachtiger te zijn. Verspil geen tijd met dralen en maak haast! Het belangrijkste object van aandacht is de staat van de geest (citta) en de specifieke oefening om deze te zuiveren van alle ideeën van 'ik' (attanuditthimuhacca), is cittanupassana. Omdat de geest de voorloper (pubbangama) is van alle dingen.

Alleen de arahat-discipelen verkondigen de Dhamma perfect.

Na mijn heengaan zijn het uitsluitend mijn arahat-discipelen die de Dhamma in de hoogste perfectie verkondigen.

Kennis van de dieper liggende details

Begrippen als 'in het bestaan komen' (bhava) en 'ontstaat', 'herrijst', 'wordt herboren' etc. (uppajjati), zijn begrippen die een 'begin' aangeven. Niet een allereerste begin, want de Boeddha leert dat er geen allereerste begin van dingen is. Het ontstaan van iets is altijd afhankelijk van iets anders. Dus alle dingen zijn onderling afhankelijk van elkaar.

Maar wat ik hier met 'begin' bedoel, is het genereren van iets. Het 'zaadje' (bewustzijn (viññana)) is er al. Als voeding (ahara) aan iets gegeven wordt, ontwikkelt het zich verder. Dan is er een kieming (gabbha), dan ontspruit het (viruhati). Dan komt het in het bestaan (uppajjati).

Dingen nemen toe als bewustzijn brandstof krijgt.

Het zaadje (bewustzijn (viññana)) is er al. Als het gevoed (ahara) wordt ontstaan (uppajjati) daaruit allerlei dingen (dhamma's) en neemt het in het bestaan komen (bhava) toe. Maar door geen brandstof te geven ontstaan die dingen niet (nuppajjati).

Het ding dat in het bestaan komt is niet een ding (dhamma) dat op zichzelf staat, dat los en onafhankelijk van iets anders bestaat. Met 'begin' of 'het kiemen' bedoel ik in deze een 'onderdeel' dat deel uitmaakt van een geheel, van een cyclus. Zo zijn er allerlei dingen die leiden tot iets (samvattanti). Zo leidt zintuiglijk verlangen tot begeerte, begeerte leidt tot hechten, hechten leidt tot worden etc. En er zijn verscheidene gebeurtenissen en toestanden die allemaal gezamenlijk onderdeel uitmaken van het in het bestaan komen van iets. Al deze dingen staan niet los van elkaar, maar vormen allemaal 'de kiem' voor het toenemen (papañca) van iets anders. Ook in het huidige bestaan is er een voortdurend opkomen, een voortdurend ontstaan (uppajjati), een voortdurend geboren worden. En elk moment kun je aangrijpen om dat te stoppen.

Nog een keer deze belangrijke alinea:

Wanneer dit er is, ontstaat dat. Wanneer dit er niet is, kan dat niet ontstaan. Iets kan alleen ontstaan uit iets anders als er een afhankelijkheid is. Wanneer die afhankelijkheid van iets er niet is, kan daar niets uit ontstaan.

Waarom ik hier 'begin' benadruk, is omdat de geest de voorloper (pubbangama) is van alle dingen. Daar begint het, daar vangt het aan, daar ontstaat onze gehele ervaringswereld en daar moet het wedergeboorteproces (upapatti bhava) worden gestopt. Dit is waarom het subject, wijzelf, het belangrijkste object van meditatie is. Boeddhisme is niet extravert, maar introvert.

Voorbeeld val met de fiets

Je kunt het in het bestaan komen (bhava) conceptueel begrijpen, maar als je niet aandachtig genoeg bent en niet goed de staat van de geest beschouwt (cittanupassana), komen dingen op wat het wedergeboorteproces (upapatti bhava) regenereert. Misschien is het volgende wel een goed voorbeeld.

In 2025 ben ikzelf flink gevallen met de fiets. Ik ben altijd een wandelmens geweest wat erin resulteerde dat ik > 50 jaar geen fietservaring had opgedaan. En dat heeft parten gespeeld.

Ik rijd over een fietspad door een mooi bos en nader een T-kruising. Omdat ik m'n fiets pas gekocht had, was ik de fietspaden nog aan het verkennen. Ik wist op een bepaald punt niet of ik moest afslaan of rechtdoor moest gaan. Ik koos voor het laatste en ging rechtdoor. Maar op dat moment zag ik plotseling een wegwijzer en besloot af te slaan, dus het was omkeren geblazen. Ik keerde linksom, maar toen ging het mis. Ik had te weinig vaart (vanwege de te beperkte ruimte die er was), en ik viel naar links opzij. Om de val te breken stak ik m'n linkerarm gebogen uit. Omdat ik tijdens het omkeren bijna stil stond, viel ik recht naar beneden, met een ballast van ruim 90 kilo met m'n gebogen onderarm op het verharde fietspad. De val was dermate enorm, dat het lichaam 4 à 5 weken warmte naar de arm stuurde (voor de genezing). En 4 maanden na de val kon ik m'n arm nog niet helemaal strekken. Het was een enorme klap geweest.

Wat interessant is, is hoe ik op het moment van impact, toen de arm de grond raakte, mentaal ageerde. Meteen wendde mijn geest enorme aandacht aan. Hij was zeer snel en de aandacht was zeer diep.

Meteen toen de arm de grond raakte was de aandacht hierbij betrokken. De geest richtte zich direct naar een eventueel ontstaan (uppajjati) van dingen (dhamma's), zoals fysieke pijn, emoties of andere mentale associaties. Zoals gezegd was de geest zeer snel en zeer diep. Op deze manier kan hij meteen alles zien wat eventueel in de diepste diepte van de geest omhoog komt om het daar aan de wortel door te kappen (chindati). (Dit weerhoudt zelfidentificatie.)

Dit was niet een reactie van de geest, maar een actie. Een reactie is een gevolg van iets; dan is er daarvóór ook al iets. Dat zou een vooropgezette (sasankharika citta) geest zijn. Die gaat van iets uit omdat hij nog geconditioneerd is en het ongekunstelde (anatam) nog niet bereikt heeft.

Maar de ongeconditioneerde geest (asankharika citta) is spontaan. Niet vooropgezet. Omdat hij zich nergens in de wereld aan vastgrijpt, is hij onafhankelijk (anissito). Omdat hij onafhankelijk is, is hij vrij (vimutti) om te doen wat hij moet doen. Op elk moment en in alle omstandigheden. In die onafhankelijkheid wordt hij nergens door aangezet, afgeleid of beinvloed. Zijn 'beweging' is geen reactie, maar een actie. Die actie is puur omdat hij het ongekunstelde (anatam) heeft bereikt. Omdat hij onafhankelijk (anissito) is, is hij zowel snel als diep. Hij beweegt onbelemmerd omdat hij vrij (vimutti) is. Dit is vanwege de vaardigheid van de geest (citta paguññata) die hij door training (sikkhati) en ervaring (veditabba) heeft opgedaan.

Betekent dit dat er geen fysieke pijn was? Nee, maar de geest maakt er niets bij, dan komt daar niets omhoog, dan ontstaat daar niets, dan wordt daar niets geboren (uppajjati). Er is louter aandacht, want als het 'ik' tussenbeide komt, als het 'ik' daar iets aan probeert te doen, gaat het mis. Dan is er sprake van zelfidentificatie. Want het is het 'ik' dat voor verdeeldheid en moeilijkheden zorgt. Dus geen brandstof (ahara) geven aan wat er ook is. Lees straks ook eens S36-006 — Salla Sutta — De pijl. Daar legt de Boeddha het exact uit.

Dit is hoe intuïtief inzicht werkt en het is alleen mogelijk als het 'ik' overwonnen is (atta jinati) en zich nergens mee bemoeit of tussenbeide komt. Daarom is louter aandacht altijd cruciaal.

De bedoeling van de boeddhistische training is dat de geest voortdurend in deze staat verkeerd. Want in deze staat is hij zo helder en alert, dat hij niets meer laat ontstaan (nuppajjati). Dit is het einde van het 'wordingsproces'. Dit kun je zien als de staat waarin de taak er volledig opzit (katam karniyam).

Wanneer dit er is, ontstaat dat. Wanneer dit er niet is, kan dat niet ontstaan.
Iets kan alleen ontstaan uit iets anders als er een afhankelijkheid is.
Wanneer die afhankelijkheid van iets er niet is, kan daar niets uit ontstaan.

Peter van LoosbroekAnanda, auteur van sleuteltotinzicht.nl.

Uit de Dhammapada:

340. Deze stromen van begeerte vloeien overal heen en als gevolg daarvan ontstaan er kruipplanten die zich stevig verankeren. Wanneer de kruipplant wordt gezien, kap dan met wijsheid zijn wortel door!

savanti sabbadhi sota lata ubbhijja titthati tan ca disva latam jatam mulam paññaya chindatha

Wanneer je het opkomen van aantrekkelijke gedachten die begeerte voedt, ziet, kap de wortel ervan dan met wijsheid door!

Extra aanbevelingen

Zie ook de groep pagina De kern van het ware boeddhisme.

Op groep pagina's zijn pagina's gebundeld omtrent een cruciaal onderwerp. Deze gebundelde pagina's noemen we sub pagina's. Ze werken gezamenlijk naar de betekenis en het doel van de groep pagina. In opbouwende en eenvoudige bewoording geven ze exact weer wat de Boeddha werkelijk heeft onderwezen.

Eindnoten

[1] Zie pañca upadana kkhandha.

[2] Voor uitleg, raadpleeg De uiteindelijke kennis.

Document info
RegID fkyYlwgSoo4InL8
Bijgewerkt 21 november 2025 22:45:54
Auteur Peter van LoosbroekAnanda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen