Mettagu's vragen
Mettagu manavapuccha
Al de verschillende vormen van lijden ontwikkelen zich vanuit de basis hechten.
Toen stelde de brahmaanse student Mettagu zijn vragen:
1049. "Meester," zei hij, "u bent heel duidelijk iemand van volledige ontwikkeling en een meester in kennis. Waar komen alle verschillende soorten van lijden in de wereld vandaan?"
1050. "Dit is een vraag" zei de Meester, "omtrent het ontstaan en de toename (papañca) van lijden (dukkha). Ik zal antwoorden op de manier zoals ik het zelf heb ontdekt, hetgeen dit is: al de verschillende vormen van lijden ontwikkelen zich vanuit de basis gehechtheden (upadhi)."
1051. "Wanneer een persoon zich dit niet realiseert, dan maakt hij de basis voor gehechtheid; een dwaas zal lijden ondergaan, keer op keer. Als een persoon zich dit realiseert, dan zal hij die basis gehechtheid niet maken en zien waar lijden haar aanvang heeft en waar het groeit."
1052. "Dat beantwoordt duidelijk wat ik vroeg, bhante", zei Mettagu. "Beantwoord ook deze alstublieft voor mij vanwege uw trefzekere kennis: Hoe steken wijze mensen de oceaan (samsara) over? Hoe kunnen zij voorbij ouderdom, geboorte, weeklagen en verdriet komen?"
1053. De Meester antwoordde: "Ik zal u de Leer uitleggen, welke niet gebaseerd is op 'horen zeggen'[1]. Deze Leer is er een die hier en nu gekend kan worden en waardoor, indien men waakzaam leeft, iemand zichzelf van zijn vastklampen aan de wereld kan bevrijden."
1054. "Meester Leraar," zei Mettagu, "voor mij kan er alleen maar vreugde en bevrediging zijn om u te horen spreken over een superieure Leer waardoor, indien iemand waakzaam leeft, zichzelf van zijn vastklampen aan de wereld kan bevrijden!"
1055. De Meester ging verder: "In elke richting zijn er dingen die je weet en herkent, boven, beneden, overdwars en tussenin[2]. Verwijder elk genoegen daarin, verwijder elke claim op die dingen; laat het bewustzijn niet vastkleven aan de producten van het bestaan (bhava), aan de dingen die opkomen (uppada) en vergaan (vaya)."
1056. "Dit is hoe de thuisloze monnik (pabbajito) leeft: hij gaat van plaats tot plaats, aandachtig en vastberaden. Hij laat elk idee van "mijn" varen en hij komt tot algeheel begrip van de wereld. Zo laat hij ouderdom, geboorte, weeklagen en verdriet achter zich en hij laat het lijden hier vanzelf aan hem voorbijgaan[3]."
1057. "Deze grootse woorden van wijsheid zijn vol van vreugde voor mij!", zei Mettagu. "Gotama's beschrijving van onthechting is perfect! Deze Meester heeft duidelijk het lijden van zich afgeschud: hij heeft de 'weg van hoe dingen werken', gevonden en begrepen!"
1058. "De mensen die u, de Wijsheid Meester, van tijd tot tijd onderwijst, zullen ongetwijfeld aan het lijden ontkomen. Ik ben hier gekomen om u te eren, om voor u te buigen, u een held. Ik vraag u, Meester, om mij vaak te onderwijzen."
1059. De Meester antwoordde: "Als je je gewaar bent dat een man een brahmaan is, een meester van kennis, een persoon met niets, een wezen zonder banden (yoga) aan het bestaan of aan geneugten, dan, Mettagu, heb je iemand gevonden die de stroom is overgestoken, een reiziger voorbij de woestijnen van twijfels, iemand die de andere oever heeft bereikt."
1060. "Dit is een kenner, een meester van kennis, een held die de begeerte van constant worden (bhava tanha) heeft vernietigd, een man die het vastklampen (upadana) losgelaten heeft, de siddering (bhaya) en de begeerte naar zintuiglijke genoegens. Dit, zou ik zeggen, is de man die voorbij geboorte is gegaan; hij is voorbij ouderdom gegaan."
Eindnoten
[1] Een Boeddha heeft de Leer niet van anderen, maar heeft deze zelf ontdekt. Daarom is de waarheid die de Boeddha uitlegt niet gebaseerd op 'horen zeggen' (zie assutava).
[2] MNid geeft uitleg over 'boven', 'beneden', dwars doorheen' en 'tussenin'.
- Boven = de toekomst; beneden = het verleden; dwars doorheen en tussenin = het heden.
- Boven = de deva wereld; beneden = de hel; dwars doorheen en tussenin = de mensenwereld.
- Boven = vaardigheid; beneden = zonder vaardigheid; dwars doorheen en tussenin = onbepaalde mentale factoren.
- Boven = de eigenschap van het vormloze; beneden = de eigenschap van sensualiteit; dwars doorheen en tussenin = de eigenschap van vorm.
- Boven = aangename gevoelens; beneden = onaangename gevoelens; dwars doorheen en tussenin = gevoelens die noch aangenaam noch onaangenaam zijn (neutrale gevoelens).
- Boven = het lichaam van de voeten tot aan de kruin van het hoofd; beneden = het lichaam van de kruin van het hoofd tot aan de voeten; dwars doorheen en tussenin = het midden van het lichaam.
[3] Op een natuurlijke en ongedwongen manier, d.w.z. dat Het zelf niet tussenbeide komt.
RegID | Snp5-04 |
---|---|
Bijgewerkt | 22 juni 2020 09:24:29 |
Auteur | Peter van Loosbroek — Ananda |
Locatie | www.sleuteltotinzicht.nl |
Copyright | Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm |
Overig | Geen |