Suppavasa

Suppavasa Sutta

De gift van Suppavasa.

Eens verbleef de Gezegende bij de Koliya's in het dorp genaamd Sajjanela. Op een ochtend kleedde de Gezegende zichzelf aan, nam zijn bovenpij en zijn bedelnap en ging naar de woning van Suppavasa, een Koliya vrouw. Toen hij daar gearriveerd was, nam hij plaats op de zetel die voor hem in gereedheid was gebracht. En Suppavasa, de Koliya vrouw, bediende de Gezegende persoonlijk en serveerde hem heerlijk hard en zacht voedsel. Toen de Gezegende klaar was met zijn maal en zijn hand van de bedelnap had teruggetrokken, zat Suppavasa, de Koliya vrouw, aan een zijde. En de Gezegende sprak haar als volgt toe:

"Suppavasa, door voedsel te geven, geeft een edele lekenvrouw vier dingen aan hen die dat ontvangen. Welke vier? Zij geeft een lang leven, schoonheid, geluk en kracht[1]. En door het geven van een lang leven, zal zijzelf begiftigd zijn met een lang leven, als mens of als een hemelwezen. Door het geven van schoonheid, zal zijzelf begiftigd zijn met schoonheid, als mens of als een hemelwezen. Door het geven van geluk, zal zijzelf begiftigd zijn met geluk, als mens of als een hemelwezen. Door het geven van kracht, zal zijzelf begiftigd zijn met kracht, als mens of als een hemelwezen."

"Door het geven van voedsel, Suppavasa, geeft een edele lekenvrouw deze vier dingen aan hen die dat ontvangen."

Eindnoten

[1] Voor het tonen van respect en de vier gevolgen ervan, zie abhivadana.

Document info
RegID A04-057
Bijgewerkt 18 november 2020 14:19:38
Auteur Peter van Loosbroek — Ananda
Locatie www.sleuteltotinzicht.nl
Copyright Zie a.u.b. copyright www.sleuteltotinzicht.nl/glb_copyright.htm
Overig Geen